Dit
is het embleem van de 56ste Internationale Militaire
Pelgrimage naar Lourdes.
Serviteur, dienaar.
Pax, vrede. Christ, Christus. En dat is waar het om gaat. Als we van Die bron
drinken... :-)
Officieel duurt de bedevaart dit jaar van vrijdag 16 mei tot en met zondag 18 mei, maar voor de meeste pelgrims gaat er nog een reis aan vooraf, en duurt het ook wel even eer ze thuis zijn.
Onze motorrijders
vertrekken dinsdag de 13e vanaf de KMA, waar ze de zegen mee krijgen via de
Hoofd krijgsmachtaalmoezenier Jules Post.
13 mei 2014: Woensdrecht - Ieper - Evreux 459 km...
De buspassagiers gaan de 14e, en het vliegtuig
vertrekt nog weer een dag later. Maar in Lourdes ontmoeten we elkaar allemaal, Deo
volente. En dit alles onder de auspiciën van de Stichting
Militaire Lourdesbedevaart. Daar vindt men ook het programma en andere
lezenswaardigheden. Een donatie voor militairen uit armere landen is ook een
optie. Rekening 182696 ten name van Stichting Militaire Lourdes Bedevaart,
Alphen aan den Rijn (het volledig adres: Sluiskolk 5, 2408 PG Alphen aan den
Rijn) onder vermelding van GIFT
Het weer in Lourdes vind je hier:
en met enig geluk vind je de webcams hier:
Ook dat wil nog wel eens veranderen. Maar het lukte mij niet de website bij
te werken terwijl wij elders ware. Helaas. Dus deze bladzij werd later
aangevuld.
14 mei 2014. De motorbedevaart gaat altijd als eerste op pad, zij
gaan vandaag verder...
Evreux- Chartres - Tours - Oradour sur Glane - Limoges.
14-5-2014. Hier gaan wij dan... Dochter Laetitia en kleindochter Charlotte kwamen ons om half vier halen, en terwijl ik de laatste stukjes afwas verwerkte, sleurden zij Ton en de acht stuks bagage naar de auto.
(Waarvan 2 tassen met lege dingen voor Lourdeswater, een tas met warme dingen voor de nacht, een tas met eten en drinken, voor ons beiden een handtas, en dan twee koffers voor daarginds. Het klinkt erger dan het is.)
Zo kwamen we 15.53 u als eersten in P&R Westraven aan de Griffioenlaan in Utrecht. Nipt, want we waren nauwelijks uitgestapt of daar waren Ramon en José!!!
Even later kwamen Tilly en Ria Halman aanlopen, zodat degenen die hier zouden opstappen compleet waren. Helaas zou de bus, die van Amsterdam moest komen, nog even op zich laten wachten, want de chauffeur had een andere plek in gedachten dan de organisatie.
Hij bleek bij het Scheepvaartmuseum te staan, i.p.v. bij de buren, 100 meter verder, en dat valt dan niet zo
op... Op een gegeven moment stapte daar toch een delegatie van het KIM (het opleidingsinstituut van de Koninklijke Marine) in en een delegatie uit de West, van Curaçao en Aruba.
Uiteindelijk kwam de bus tegen vijf uur aan, een kwartiertje later dan we
oorspronkelijk zouden vertrekken, nu gingen wij om 17.09 u weg, en toen wij om 17u20 ter hoogte van Vianen waren nam aalmoezenier Vlaar de microfoon voor het reisgebed. Dat was mijn eerste Weesgegroet van deze reis. (Niet het laatste)
Maar ik was voor mijn gevoel de enige die braaf meebad. ;-)
Aalmoezenier Paul Vlaar vervangt
zijn collega Frans Kerklaan, wiens vrouw het in haar rug heeft. Daarom kon hij niet zo ver weg. Wij wensen haar beterschap.
Eh...
jongelui, luisteren jullie wel?
Het is onderweg zonnig achter veel wolken. Toen we straks op de bus stonden te wachten begon het juist lichtelijk te regenen, eventjes. Maar alle bagage werd
direct naar enige beschutting gesleept. :-)
17.53 u We zitten in de file bij de Boven Merwede.
Die file loste weer op, en weldra waren we in België, waar we om 18.20 u stopten in Hazeldonk.
Aan de overkant van de weg was een La Place, voor ons links was een
Deli France, en recht voor ons was een MacDonalds. Keus genoeg, zei Henk, de vriendelijke chauffeur. En we hadden een uur. Maar voor
La Place moest je onder de weg door, en dat vond echtgenoot Ton geen optie. Hij is 93, en loopt niet snel en ook niet zo ver.
Deli was naar la France, en
Closed, dus het werd MacD. Ton wilde een appelpunt, maar die was er niet... de muffin was kruimelig en wel te eten. Aalmoezenier Paul Vlaar uit Den Helder kwam belangstellend bij ons zitten, en zo vloog de tijd voorbij.
We gingen even over half acht verder in de stralende zonneschijn. Deze rit gaat nu 3 uur duren.
De meesten houden zich koest, maar...
We rijden langs de lijn van de TGV. Om 19.50 u
komen we langs Antwerpen Noord.
Ik heb wat tijd gedood met het overzetten van contactpersonen naar Tons nieuwe SIM.
Om 9 uur reden we Frankrijk binnen. De zon schijnt nog steeds, rechts van mij zitten twee mensen behoorlijk hard muziek te draaien en mee te zingen. Achter mij kletsen José en Tilly elkaar de oren van het hoofd.
(Ria doet echt wel mee.) En Ton slaapt er doorheen, al wordt hij af en toe even wakker om te zeggen:
Sorry, ik ben niet erg gezellig. Dat hoeft ook niet. De zon neigt ter kimme, en de schaduwen worden lang. On est chez les
Ch'tis
ici.
21.12 u we passeren Lille.
De stad is enorm gegroeid, vooral wat de buitenwijken betreft.
Om half tien kwamen we langs de steenhopen van Hénin-Beaumont. Dat zijn bergen
afval van de steenkolenmijnen, en dus geen natuurlijke bergen. Dat zie je ook
wel aan de vorm.
Een klein kwartiertje later wordt het al duister. De maan is vol en komt groot op.
Natuurlijk lukt het niet om die vanuit de bus te fotograferen, maar ik blijf het
proberen... tegen beter weten in.
Om kwart voor tien passeren we de aire de
Wancourt. Jammer dat we hier niet stoppen, want dit is de enige plek waar je een rederijke kans hebt op boeken en zo.
Maar we stopten wel om kwart over tien in Hoog Picardië bij de Aire de Assevillers, waar we naar het toilet gingen. De winkel achterin was
nog wel open, die voorin was dicht, maar er waren geen boekjes of leuke souvenirs. Jammer.
Ik kijk daar altijd naar uit. l'Arche heette het gebouwtje hier. Er is een
IBIS-hotel naast.
Om 23 uur staan we op het punt weer te gaan. Ton heeft een heel klein stukje gelopen, hij was licht benauwd, maar had het pufje uiteindelijk niet nodig.
Even later heeft Ton zich klaar gemaakt voor de nacht. De lichten zijn verder
uit.
Kwart over een worden we verwacht in Orléans. Zo rijden wij rustig door
de nacht.
Nu ja, rustig...
Ik krijg de zenuwen van de 'muziek' die uit verschillende apparaten en
hoofdtelefoons om ons heen lekt.
Vragen of het zachter mag helpt niet. Later kom ik er achter dat mijn buurman
grote koptelefoons op heeft, die niet echt afsluiten omdat hij de poten van de (zonne)bril
daaronder heeft. Tja, dat schiet niet op.
Om 1.15 u zijn we gestopt op een plek zo'n 20 km (schat ik) ten Noorden van
Orléans. Daar is de gelegenheid om intussen de benen te strekken, de peuken- en
plaspauze te benutten, en naar de maan te kijken. Chauffeur Henk ging, en Wim
kwam voor hem in de plaats, die kennen we
nog van vorig jaar, Leuk!
Om 1.35 u gaan we weer verder. Iedereen probeert te slapen...
15-5-2014
We zijn tussen 4.48 en 5.35 gestopt in een gehucht dat Couzeix heette, zo'n
250 km voor Toulouse, Daar kocht ik een aantal boeken. Het is ongeveer 250 km voor
Toulouse. De streek is fameus om de
duiventillen in alle soorten en maten. Vanaf de weg zagen wij er een paar op
palen. Ik krabbel snel een afbeelding van een duiventil op
pootjes op mijn mobiel. Dat lijkt
nergens naar, en ik kan het later ook niet van mijn mobieltje op de PC krijgen. Maar
dit is een goede foto. Eerlijk gejat. Je vraagt je af wat men met al die duiven
deed... LaPoste.fr ??? Of in de pastij van de edelen, natuurlijk...
Om even over zeven werd ik bij een stralende zon wakker gekraaid door Tilly, die Wim net van koffie had
voorzien, en nu door hem attent gemaakt werd op een ree. Ik had de ogen niet snel genoeg open om het ook te zien, maar ik ben op deze reis erg tevreden over de lenzen die ik nu draag: links -3,75
en rechts -3,5 beiden met maximale additie.
Ik kan er redelijk mee overweg, al is het snel variëren van
ver weg naar dichtbij nog lastig.
De meeste passagiers slapen nog, sommigen zijn gewoon in de lengterichting van
de bus gaan liggen...
We rijden de E9 en passeerden de 555 m lange overspanning van
de rivier La Rauze. Wat een kunstwerk is zoiets. De mooie
Aire Jardin des causses du Lot bleek gesloten.
We rijden door tot een uur of 8 zegt Wim.
Af en toe rijd je door een prachtig geologieboek. Ik zou dan wel even een kenner naast me willen hebben die kon zeggen: zacht zandgesteente, in dikke lagen afgezet, op de boden van de zee of door rivieren... dat
soort dingen. Er bloeit nu veel paarsigs. En nu, 7u42, ook dikke bossen gele brem. Het terrein is zeer geaccidenteerd,
pigeoniers du Quercy
staat er op de borden langs de weg, een bord, dus; Duiventillen, waarvan we
destijds, toen we het voor het eerst bij Rocamadour kwamen, dachten dat het wel solitaire monnikscellen zouden wezen. :-) Na de stroopwafel van Tilly bij de koffie kreeg ik net een mini twix van José.
Vlak voor de tunnel du
Pech Brunet zag ik een vierkante toren met een stal er aan, of een huis. Dat leek eeuwenoud, maar het is al weg voor
je het hebt opgemerkt. Het merendeel van de buspassagiers slaapt. Ik zag net zo'n duiventil op
poten, met een torentje. (Maar het
zou net zo goed een graanschuur op poten kunnen zijn zoals je die in Noord Spanje ook wel
ziet).
Dit is toch een heerlijke manier van reizen. Als we zo doorrijden zouden we volgens de
tomtom van Wim 10u31 in Toulouse kunnen zijn, maar we gaan nog pauzeren. Veel
Limousin koeien, dat zijn stevige rossige dikbilrunderen. De Gorges de l'Aveyron passeren wij. Het is een goed bebouwd en verzorgd gebied, ook wat minder rotsig zo te zien. Even verder
zitten we echt in een vlak gebied met productie bos en boompjes onder bedekking, gaas of plastic, zie foto.
De rivier kronkelt zich er doorheen, het is een vredig gebied zo te zien.
Intussen maken de motorrijders zich ook klaar om te
gaan... Van Limoges naar Lourdes 419 km.
...
Rond 8 uur. Alle kruisingen met de E9 zijn ongelijkvloers.
8.06 nog 82 km naar
Toulouse. Ton is ook wakker. Net op tijd, want over 5 minuten stoppen we drie
kwartier voor het ontbijt bij de Aire
de Nauze Vert.
Wim stelt zich voor als Wim Truyen uit Stamproy. Hij hoopt voor de middag in Lourdes te zijn.
Als alles mee zit.
De meesten van ons hebben de wisseling van de wacht vannacht niet
bewust meegemaakt.
Wij pauzeerden drie kwartier, ik kocht een paar boekjes, maar er is helaas niets
leuks voor mijzelf bij.
Even na 9 uur vertrokken we
weer.
We zien,
omdat het uitzonderlijk helder weer is, sinds Toulouse al in de verte sneeuw op de hoge
Pyreneeën. Het is lastig onderscheid te maken
tussen de sneeuw en de wolken op de bergen. Inmiddels is het bijna tien uur, en we hebben af en toe nog even mooi zicht op de
Pyreneeën. 11:38 zouden we
aankomen, (als alles naar wens verloopt.) Ik ben benieuwd.
De klaprozen bloeien ook in de bermen.
Om even voor tien verschijnt de aanduiding Lourdes op de
borden. Nu weten we wel dat we met Wim op de goede weg zitten, maar het is
gewoon leuk.... Ramon en
Tilly zitten voorin de bus om foto's te maken. Ook roofvogels zien wij cirkelen.
10.10 de lage Pyreneeën rukken op en beginnen de
hoogte te bedekken. Ze zijn wat nevelig en grauw.
Het terrein is hier redelijk vlak.
Even later zien we rechts weer zo'n typisch Frans
kasteeltje. Ziet er mooi uit, maar je raast er voorbij met de bus.
10.20 De lagere heuvels
komen nu dichtbij en zijn dicht bebost.
Bij Aurignac zijn kennelijk prehistorische artefacten gevonden. Fascinerend dat mensen van heel lang geleden hun
sporen achtergelaten hebben. En zo weten we van hen.
10 uur 22
10.28 de lage Pyreneeën pieken nu voor ons uit, met maar heel weinig sporen van sneeuw. De jongen naast mij heeft een grote koptelefoon, maar helaas heeft hij die over zijn zonnebril, zodat het geluid er langs lekt.
Wij zien bloeiende bomen langs de weg, en beken en riviertjes waar we overheen gaan als ze ons niet
vrolijk langs de weg begeleiden.
10.31 We gaan nu de tolweg naar Pau op. En het dunkt Wim goed om een DVD op te zetten. Een juffrouw zingt nu in het Engels;
dat wordt Babylon op de vierkante meter. Zelf rijden we tussen de
heuvels.
En dan komen we langs het bekende kapelletje Lourdes binnen,
het is
half twaalf geweest.
Voor je gevoel ben je al bijna thuis, maar het duurt nog
even....
Hier is de Pic du Jer van de andere kant...
Dan gaan vervolgens langs de Gave over de brug naar de Avenue Peyramale, want de Avenue du Paradis is dicht wegens werkzaamheden.
Eerst zetten we Ramon en José af bij hotel Les Rosiers (De rozenbomen) dat
precies in het hoekje bij de brug ligt.
Nu naar hotel Peyramale... Dat wordt moeizaam keren, twee straten voorbij
Peyramale. Wim doet het netjes. We passeren nog een groep Kroaten die ons al
helemaal in de stemming brengt met hun operette-uniformen...
En zo worden wij nog voor het middaguur (11u51) uitgeladen voor het hotel waar
Aalmoezenier Erik van Rosmalen op ons wacht, met Smjr KLu Ad van Lierop. Corry
Boumeester is er ook.
Er is van tevoren al een lijst gemaakt met de
kamerindeling, dus men hoeft niet te dringen voor de kamers. Wij krijgen bij
uitzondering een prachtige kamer met een mooie badkamer en drie bedden, dus daar kunnen we
heel wat troep op kwijt.
Kwart voor een zouden we gaan eten, maar we waren nog volop aan het uitpakken, toen het al zover was. Dus dat werd haasten. Een frisse salade met tonijn kregen we. En nog iets maar ik weet niet meer wat. Het maakte geen indruk. En wat zou het ook?
Om een uur of twee gingen we naar boven om ons te verkleden, en om kwart voor drie waren we zover dat we buiten stonden.
Mét de rolstoel. We waren dit jaar de enige, dus er was geen verwarring
mogelijk.
Een kwartier later waren we in de stad op het terrein van de de zusters
van het Acceuil Marie-Saint Frai
aan de
Rue Bernadette, en daar ontmoetten we Marianne Ribbink uit Orleans weer, die we volgens haar minstens 5 jaar geleden hadden ontmoet.
Het leek ons korter geleden. Het was een bijzonder treffen, en ze stelde ons ook voor aan een paar oudere nonnen, zuster Marie Paul, en zuster Emilie, die heel vriendelijk en hoffelijk waren.
Na een praatje gingen we verder richting Kruisweg.
Het speet ons dat dit betekende dat we er niet waren om de pelgrims op te wachten die met het
vliegtuig kwamen.
Maar als altijd was het moment van hun aankomst ongewis. Ook
nu was de vlucht voorspoedig, maar moest er toch weer een hele tijd gewacht worden op
een bus voor het vervoer naar de hotels. Niet dat er geen bussen stonden op
vliegveld Tarbes... maar ach, het zijn maar Nederlanders. Voor de invaliden kwam
er wel een bus, en een aantal hotelgasten is daarbij ingestapt, maar de anderen
moesten toch nog een uurtje of anderhalf wachten.
Het was nog redelijk rustig in de stad, maar het lukte mij om Ton
zelf naar de ingang van de kruisweg te rijden, daar zette ik de rolstoel neer achter het hek, en
om kwart over
drie gingen we naar boven. Om half vier waren we bij het kruis. Het was zwaar en steil voor Ton, en dat gold voor de rest van de Kruisweg. Hij volgde de voetstappen van de Heer steeds dichterbij - erg voorover gebogen.
Veel lieve mensen onderweg boden allerlei hulp aan, waaronder een half flesje water. Daar
hebben we de rest van de kruisweg mee gedaan, en er was nog een slok over, die we aan een dierbare medepelgrim gaven.
Het groepje dames van het flesje water hield ons op beschaafde afstand in de gaten, en ze hebben minstens een half uur extra gewacht bij de uitgang, totdat zij ons daarboven zagen verschijnen. Toen klapten ze voor Ton en waren gerustgesteld. Al met al waren we iets over half zes bij het open graf, maar over de afdaling naar beneden deden we ook een hele tijd.
Gelukkig stond de rolstoel er nog, dus rond kwart over zes gingen wij richting hotel.
Het ijsje hebben we maar uitgesteld. Toen we in het hotel kwamen hadden we nog
een kwartier voor het diner van zeven uur, ik ging snel naar boven, Ton bleef beneden en praatte wat. Toen ik alle opladers had ingeplugd
haastte ik mij ook naar
beneden en daar werden we omhelsd door de halve motorbrigade. Ook kreeg ik een enveloppe met postzegels in de hand gedrukt, zo lief!
((Op de heenreis kreeg ik een CD en een gedicht, waar ik een paar jaar geleden al eens de toezegging had gekregen. ) :-)
We zaten nu aan tafel met Sabine en Marnix, Hans en Kees en Gerrie, allemaal motormuizen. Gezellig.
Ook
hun blijde inkomst hadden wij gemist, maar er was
een flink comité van ontvangst. (Deze foto is van Hans Wiggers.) Wat dat betreft leven we toch altijd erg met
elkaar mee. De Nederlandse pelgrims van de PMI worden vanzelf
familie.
De dominee van Aruba las een pelgrimspsalm en bad zeer to the
point. Er was groentesoep zonder zout voor Ton, coquilles st Jaques - ragout op grote schelpen, en forel met gebakken aardappeltjes. Appelmoes met een wafel toe. Dat werd 2 moes
voor Ton en twee wafels voor mij. <appels en ik liggen
elkaar niet zo> :-)
Ton ging na het eten naar bed, en ik maakte mij klaar om richting grot te gaan met de post en wat waterkannen. Ramon zou mijn vergeten regenjas brengen, samen met
José, daar wachtte ik op, en intussen zagen we allerlei aardige mensen. Het werd al aardig fris, zo tegen half tien. Ramon was in een jolige bui en nodigde mij uit om in de rolstoel te
gaan zitten. Ik weet nu wat een wiebelig en onveilig gevoel dat geeft. Alsof de onderdelen onafhankelijk van elkaar bewegen. Iedereen
waarschuwde dat er op het plein geen doorkomen aan was vanwege de lichtprocessie, maar Ramon reed mij naar de brug en zo gingen we buitenom. Er stond een rij voor de
Grot, dus daar heb ik mij direct bij aangesloten met de rolstoel waarin een waterkan en zes lege
flessen plus de post in een plastic zak,
voordat er weer een of ander viering in de Grot zou zijn, die het onmogelijk
maakte om daar door te gaan. Je weet hier maar nooit. Alles was verpakt in plastic, dus dat moest ik er al lopend afpeuteren, zonder dat ik de vriendelijke dame voor mij van de sokkels reed. Lastig. Ik heb in gedeelten en rustig aan, - zonder mij te laten haasten door de
rij, die mij rustig mocht
passeren, ik was nu toch binnen, het was tien uur, en de
lichtprocessie liep af, - de kaarten en enveloppen los van elkaar tegen de wanden van de grot
gehouden, vaak van alle kanten, om maar een goed contact te maken. In de
Grot knielde ik neer voor een kort gebed, en het Woord dat tot mij kwam was
positief. je bent nooit meer eenzaam, nooit meer alleen, niet meer ziek.
Ik vond een plek waar ik voor de mensen bad die een kaart zouden krijgen, en ik begon de kaarten in de enveloppen te doen, met een persoonlijk gebed.
De natte postzegels hadden kennelijk ook een hoekje enveloppe dichtgeplakt, dus dat was een extra opgave,
om niet te zeggen: een uitdaging. Ik ben niet klaar gekomen, er begon op een
gegeven moment ook weer een dienst, dus ik ging richting kranen waar ik de eerste twintig liter water tapte. Zoiets in elk geval.
Tegen half twaalf was ik bij Ton, die prompt wakker werd, en wel thee wilde. Het warmen van het water was wat gecompliceerd, dat lukte niet in de badkamer, waar ik wel dingen kan opladen. Ton heeft twee koppen thee gedronken terwijl ik dit tikte en hij heeft zijn kleding voor morgen nu bijna klaar liggen. Het is al over enen, dus met een wekker die om zes uur afloopt wordt het weer een kort nachtje. Na een lange, mooie en voeldoening gevende dag.... Wat een voorrecht, dit alles.
Vrijdag 16 mei 2014 moest de wekker om zes uur gaan, en dat was al krap, maar we sliepen ook pas om half twee... Het wekkertje was wat grof afgesteld, dus het alarm ging om
tien over zes af. Om een lang verhaal kort te maken: wij waren niet op tijd beneden om achter de muziek aan feestelijk naar het terrein bij de Grot te gaan waar men dan wacht
op het uur U. Maar we waren minstens vijf minuten ter plekke voordat het commando gegeven werd om met onze hete adem te
gaan blazen in de nekken van de Italianen die daar op dat moment een dienst hadden. Zo kregen we nog een zegenbede extra mee. :-)
De rolstoelers werden dit keer achter de banken gezet, alleen mijnheer Van de Wetering werd door diens hardnekkige begeleidster vooraan in de Grot gezet.
Het was weer een rommeltje, waarbij alles door elkaar zat. Ze zullen het hier
wel oecumene noemen. ;-)
De dienst was gecombineerd met die van de bedevaart uit Brugge, een uit Heiloo,
de VNB en een gezelschap uit Antwerpen.
Onze vlaggenwacht stond helemaal links
voor de beschouwer, weggedrukt achter de vaandels van de anderen. Ik kon ze
niet eens zien.
Alleen onze muziek gaf een eigen statement af.
Boekjes waren er ook niet, om ook achteraf onduidelijke redenen. De
belangrijkste man van de bedevaart, Kap. Hans Kleemans, heeft er twee voor ons
geritseld. Daar stonden de lezingen in, maar geen van de liederen die werden
gezongen, en door ons dus geplaybacked. We kènden ze niet eens. Slechte beurt
voor de verantwoordelijken. Jammer. Later vonden we een papiertje voor de
Belgen waarop de liturgie
stond.
Ton stond halverwege het gangpad geparkeerd, maar een regelaar stond tijdens de dienst precies in zijn zichtveld.
Nadat de microfoonverbinding was hersteld door een jongen die tijdens het begin
van de mis op zijn knietjes naast het altaar zat te mieren, met het achterwerk omhoog, was voor mijn lief alles
echter goed te verstaan. Tijdelijk was men overgeschakeld naar de epistelmicrofoon. Altijd flexibel, die jongens.
De vicaris-generaal Depoortere uit Brugge preekte over God die, in tegenstelling tot andere godsdiensten, meende dat Hij mensen nodig had, en zo nodigde Hij Maria uit om moeder van
Zijn Zoon te worden. Ze zei ja zonder te weten wat dat mee bracht. En wij werden uitgenodigd op dezelfde manier 'ja' tegen God te zeggen in het
vertrouwen dat
Hij wel weet wat Hij doet. Hier is
het te lezen. Ton onthield het meeste
wel, hij was zeer onder de indruk van de - eenvoudig gehouden - preek, die voor hem de plaats van Maria in een nieuw daglicht plaatste.
Dit was voor hem echt een hoogtepunt. :-)
Na de mis gingen we achter de muziek aan in marstempo terug naar het hotel voor het ontbijt,
klik op het plaatje hieronder.
Ton werd door lieve dames gereden, en door stevige armen het hotel in
gestuwd...
Bij het ontbijt haalde Marnix voor ons beiden koffie . Ton had niet vermeld dat hij die liever
con latte heeft, dus hij stuurde mij er later op uit om melk te halen. Die was niet los verkrijgbaar, en de juffrouw aan het apparaat wilde er geen automaat-melk bij doen, want dat zou zeker over de rand gaan. Ze riep een ander meisje om in de keuken te gaan zoeken naar melk. Na een ruime handvol minuten loste ik de zaak op door Tons kop leeg te drinken, en ik voegde mij in de rij voor de juffrouw. Zij vulde toen de hele kop met melk. Oei. Dat was niet helemaal de bedoeling. Creatief gaf ze mij een zakje met koffiekorrels. Ton zei later dankbaar dat het lekkerder was dan de gewone koffie. :-) (Marie-France
was intussen op zoek naar de koe, maar bleek die niet te kunnen vinden in de
keuken...)
Door dit alles had ik de mededelingen van de aalmoezenier niet echt gehoord, het
was al bijna half tien, dus ik vroeg links en recht naar de tijd voor de kruisweg.
'10 uur' werd er gezegd, dus ik haastte mij naar boven en weer naar beneden en vervolgens naar de Gave... Hollend sprintte ik
achter de rolstoel een aantal Belgen en Nederlanders voorbij, om maar om 10 uur ter plekke te zijn. Daar vonden we... geen enkele
bekende.
Wel begon de groep uit Heiloo etc. aan een kruisweg. Toen het even stil was vroeg Ton mij in alle rust langs de staties te gaan, zo dat hij de beelden rustig kon bekijken. Naast de horizontale lijnen
voor deze wereld, en de verticale lijnen voor de hemel, vielen ons dit keer ook
een aantal gebogen lijnen op. Voor de compassie?
Daar houden we het voorlopig maar op. We waren al halverwege, en hadden verschillende nieuwe
details ontdekt, en andere herontdekt, toen we bekende mensen zagen. Het liep
tegen half elf. Kennelijk was het om 10 uur verzamelen geblazen, en begon de kruisweg om half elf.
Netjes sloten wij ons aan bij de Aalmoezeniers Gert-Jan Jorissen en Bas Bakker, die
nieuw is.
Zij gebruikten de Kruisweg zoals die verwoord was op Goede Vrijdag dit jaar voor de Veteranen, in Roermond.
Daarbij sloten de bijbelteksten mooi aan op de harde situatie van uitgezonden militairen en thuisblijvers.
Indrukwekkend.
Na afloop wilde Ton toch de andere helft van de kruisweg staties nog eens goed bekijken op hun merites, en zo werd het weer laat. Voor mijn blaas bijna té laat, maar bij de Bernadettekerk is een
openbaar toilet. Meer een open riool. Er stond de oproep om het toilet in de staat te verlaten waarin je het had aangetroffen.
Kennelijk had men dat serieus genomen... :-( Papier was er ook al niet meer, dus wat wil je dan?
Opgelucht stond ik even later buiten, en duwde Ton naar de grote bult bij de uitgang.
We waren halverwege, en kwamen langs de automaat met jubileummunten ter herinnering aan de zaligverklaring van wel
twee pausen. Daarvan nam ik er een mee voor familie in het Noorden. Net toen ik zou beginnen aan het steilste stuk, werden wij benaderd door een bekende
Luchtmachter, waarvan wij ons met de beste wil van de wereld de naam niet herinneren.
Hij moest ons de groeten doen van een van de hogere oudgedienden, die dit jaar niet mee was wegens gezondheidsklachten. Daarmee was hij een
bode en dus een engel, zodat het er in zat dat
hij Ton omhoog duwde. Aldus geschiedde, en hij ging niet één, maar twee mijl met ons. We waren
zo net op tijd voor het eten, en dat was lekker: meloen, met of zonder ham, daarna malse hompen
kalfsvlees met aardappels en enkele verdwaalde wortels, en een appelvlaai toe. De conversatie was gezellig, en de Aal van dienst,
Tim van Kesteren, had een mooi gedicht als afsluiting, over een jongentje dat een duif vond die gehavend was, en zijn compassie vloekend verwoordde, zodat God wakker schrok, die net had besloten het heelal te beëindigen wegens teleurstellende
resultaten. En vanwege het jongentje en de duif bestaat het heelal nog steeds.
Hier is het:
God woont in de Fokke Simonszstraat
Ik hoorde van een zeereerwaarde
en hoogbejaarde dominee:
de Here wou met onze aarde
niet één dag langer meer in zee.
Al zouden wij Hem overstelpen
met eredienst en dankgebed,
het zou geen ene moer meer helpen:
er werd een punt achter gezet.
Maar zie: daar was diezelfde morgen
zo'n rotjoch in de grote stad
een doodziek duiffie aan 't verzorgen
dat-ie op straat gevonden had.
'Kristus, wat mot je dan ? Wat wil je?
Ja, kijk me maar es effe an.
Godsallejeisis, beest, wat tril je,
Leg nou toch effe rustig man.'
Toen heeft de Heer Zijn toorn bedwongen,
want Hij kreeg schik in het geval.
Hij spaarde dus de kleine jongen,
de zieke duif en het heelal.
Willem Wilmink
Later werden er moppen getapt, zoals die van de jonge vrouw die de non tegenkwam die haar lerares op school was geweest. Wat doe je nu? Eh... eh... ik ben prostituee, zuster. Zuster
werd wat bleek, maar hernam zich, en zei: ik schrok even, want ik dacht een moment dat je zei dat je Protestant was geworden. :-D etc. etc.
Ton groette nog even de dame die de winkel van het hotel voert, en daarna nam ik hem mee naar boven. Om twee uur
lag hij in bed met Horatius, en dat betekende dat hij om vijf over twee sliep. Inmiddels kostte dit tikwerk mij drie kwartier. Dus nu ga ik verder met kaarten in enveloppen doen. Dat zal ook nog wel een paar uurtjes kosten. ...
Het was bijna vijf uur eer dat zover was. Al die tijd biddend en kaarten in enveloppen stoppend die weer dicht moesten. Vaak was het alsof niet ik bad, maar de Geest, en ik bad mee. Dan vliegt de tijd. Daarna ging ik naar de post, waar ik nog twintig postzegels nodig had. En ik postte al wat ik bij mij had. Er bleken toch nóg een paar mensen een kaart te moeten krijgen, dus had ik behoefte aan enveloppen. Die had ik klaar gelegd, maar ik kon ze niet vinden. Ik ging een winkel in, zag een portemonnaietje met de naam van een van mijn dochters, dat kon ik niet laten liggen. En een paar enveloppen alstublieft. Nee, pinnen kon ik zo'n klein bedrag NIET. Ik moest maar een paar honderd meter verder gaan pinnen en dan terugkomen. Jammer dan, ik was
al snel gedemotiveerd om terug te gaan.
En thuis gekomen vond ik een handje enveloppen in de etenstas. :-)
Maar ik genoot er wel van om even alleen door het stadje te lopen, en de Gave
trekt altijd weer.
Ton wilde in bed blijven, hij had geen zin in de maaltijd, dus voordat ik naar beneden ging heb ik hem thee met bruine bolletjes, een ei en jam gegeven, plus nog een appelcakeje.
Ds.
Pennekamp opende de maaltijd op zijn geheel eigen wijze. Ik bleef nog wat hangen beneden, de jongens hebben dat graag, er moest iets via via naar
Facebook, etc.
Beneden werkte de WiFi wel, maar op de kamer nauwelijks. Dat het soms lukt is al
meegenomen...
Vanavond is de Officiële Opening van de Internationale Bedevaart. Dat werd wat
flauwtjes gebracht, terwijl de militairen op zijn minst daar moeten ZIJN.
Voorzover de jongens en meisjes er heen geweest zijn, waren ze wel enthousiast.
Voor ons is het wel erg veel lawaai, en Ton lag toch al in bed, ik had er wel
heen gewild, maar kon zo lang ook weer niet bij hem wegblijven. Maar er zijn
mooie foto's
van... Het is de moeite waard om er naar te kijken.
Nadat ik Ton nog wat thee had gegeven, ging ik naar een van de andere hotels ging, waar ik hoorde hoe slecht de organisatie weer was bij de openingsceremonie.
Tenminste wat de zieken betreft. De invaliden hadden met de muziek en de vaandels mee naar binnen moeten gaan,
net als bij de andere landen, nu zaten de onzen op een slechte plek. Jammer.
Voor de een was de openingsceremonie te rommelig en te luidruchtig, voor veel
anderen, zeker voor de nieuwelingen, was het één groot feest, en zo hoort het
ook.
Op een gegeven moment ging ik weer naar ons eigen hotel terug, en heb ik Ton alweer van thee voorzien, (het is wel erg prettig voor
jezelf te kunnen zorgen, al is het moeizaam met de stopcontacten), de laatste kaarten zijn geschreven,
hoop ik, die zal ik zo op de bus doen, want morgen is er geen tijd voor. Het is half twaalf, ik moet Ton nog even helpen, dan kan hij gaan slapen.
Zaterdag 17 mei. Vroeg op, want de bisschop komt ontbijten, en dan moeten wij allemaal ter plekke zijn. De wekker staat op
zes uur...
Toen ging hij ook af. We hadden de tijd nog nodig ook, al kon Ton toch wel beginnen met een kopje thee. Natuurlijk gezet van Lourdeswater.
Ter ere van de bisschop was iedereen om half acht, gekleed en wel, beneden in de eetzaal. Aalmoezenier Vlaar, een leuke jongen, ontmoette ons met een zorgelijke blik, en met de mededeling dat hij een goede en een slechte mededeling was. Een van de twee was dat de bisschop er nu niet was, maar morgen... (?!) Prompt vertelde
Ton hem hoe er in zijn jeugd een plakkaat hing in een café waarop stond: morgen gratis koffie. Dat stond er de volgende dag nog net zo. ;-)
De positieve mededeling was dat hij de dogtags had waarmee wij als invaliden
morgen de Pius X konden betreden.
We hadden ruim de tijd voor het ontbijt, en tegen half negen werden we onder begeleiding van de muziek
(het Fanfarekorps Grenadiers en Jagers) en
vooraf gegaan door de vlaggenwacht, afgevoerd naar de Pont Vieux, waar de pelgrims en gasten uit hotel d'Espagne zich invoegden in het geheel. Er was iemand hevig gepikeerd omdat hij uit zijn plaats in de rij was gestoten, en ik vraag me zelfs af of hij nog wel meegegaan is. Als het 's avonds laat geworden is, kan niet iedereen 's morgens erg flexibel zijn. Soms zijn de tenen ook te lang voor de maat schoenen die van dienstwege worden versterkt. Dan heb je pech.
In vlot tempo marcheerde de muziek voor ons uit, kennelijk aan het oefenen voor de vierdaagse.
Sabine had Ton onder haar hoede genomen, dan kon ik foto's nemen. Een gouden meid. En ja, dàn krijg je de mededeling: batterij op. Vind maar eens de
reservebatterijen onder in een damestasje... vooral als er gelopen wordt! Dat duurde even, maar daarna werd er weer gestopt, en ja, ik vond ze. Alle drie heb ik ze vandaag gebruikt!
Nadat wij buiten een tijdje hadden gewacht - hollen en stilstaan is militaire dienst - gingen we de Kapel St. Joseph in.
Ton was goed en wel geïnstalleerd, de giechels over een typefout hadden juist wat vrolijke foto's opgeleverd, toen Jean-Paul Thöni, van de pastorale commissie, het woord nam, en vertelde dat soms (van) alles fout ging.
Na
hem nam een burgerpriester het woord. Nu bleek een andere groep Nederlanders
ook opties op de kapel te hebben, en hun groep was groter, maar ook het aantal rolstoelers was relatief veel groter. Dat waren er vijftig.
Dus werden wij verwezen naar de Bovenkerk.
Er zitten al een paar aardige colletjes in de toegang naar deze kapel, maar dat is een
peulenschil vergeleken bij de opgang naar de bovenkerk, waartoe wij nu werden gedirigeerd. Natuurlijk werd er militair gesputterd, en was men bereid maar niet geneigd om te wijken voor burgers, die binnen de militaire bedevaart een boventoon lijken te zingen. Men was het debacle van de mis aan de grot nog niet vergeten!
Maar ook mopperend gehoorzaamt een militair.
En als je je voorstelt dat bij de
andere groep 1 op de 4 rolstoeler was, en de overigen niet allemaal jong en
sterk genoeg waren, om tegen die hellingen op te gaan, dan is de keuze logisch.
Het financieel genie van het bisdom was zo vriendelijk de rolstoel met Ton over
te nemen, toen Pauline en ik (nog niet eens) halverwege met de tong op de
schoenen liepen.
De rolstoelers gingen buitenom de kerk in, dat scheelde nog wat
treedjes.
De voorzitter van de bedevaart stond daar de deur voor ons open te
houden. Frank Marcus, dat is een goede, die weet van dienen waar anderen
proberen te heersen. Een christen. :-)
Ton vond het wel bijzonder weer eens in de Bovenkerk dienst te hebben, dat was lang geleden. Helaas verstond hij vrijwel geen woord. De bisschop sprak voor de eucharistie over mensen die wel en die niet mochten aanschuiven aan de tafel van de Heer... er waren toch mensen die dat vervelend vonden, en dus
achterbleven. Katholiek is iedereen die bij Christus hoort, Rooms-Katholiek zijn we echter niet.
Maar daar had hij het gelukkig niet over. En zo was het toch weer een mooie dienst.
Aan het eind van de dienst werd de bedevaartskaars nog een moment op het altaar
gezet voor een kort gebed, waarna die werd aangestoken aan de Paaskaars, en aan
de gelovigen gepresenteerd.
En natuurlijk bleef de aalmoezenier in kwestie tijdens het Wilhelmus daar keurig
stram mee in de houding staan. De vlaggenwacht neigde zoals het hoort. Het zag
er allemaal prima uit.
Na afloop was er het moment voor het maken van de foto. Niet alle rolstoelers lukte het om op tijd beneden te zijn, maar we waren toch al laat voor de
foto, dus we wachtten wel. Grappig hoe de assistente van de fotograaf probeerde de hulphond tot gewenst gedrag te inspireren. Dat lukte natuurlijk niet. Maar hij staat er
uiteindelijk leuk op, hoor. Eerst werden de mensen in uniform op de foto
gezet.
Daarna, als toegift, mochten de echtgenoten/s, begeleiders en andere
'randfiguren' op de foto.
Daarna
gingen heel wat groepies apartes ook elk
met hun eigen clupje hun eigen foto maken,
mét bisschop, zonder bisschop, mét Bernadette en zonder, hetgeen de anderen de
gelegenheid gaf gezellig kennis te maken of de kennismaking te hernieuwen...
Hier heb je kerkelijk vreemde vogels samen. Een leuk contact ontstond. De imam
was ook een volleerd rolstoelduwer, hadden we al gezien. En daar gaat om in
Lourdes. Dat wie helpen kan het ook doet. :-)
De vriendelijke heer die Ton naar de eerste verdieping van de kerkentrits had gebracht, waarna wij een zij-opgang namen, die toch iets zwaarder was, dan deze leek, deze
vriendelijke heer dus, nam het stuur van de rolstoel weer van mij over, en bracht
Ton naar de receptie. Dank!!!
Intussen
ging de muziek ons voor naar de bekende receptieruimte, gevolgd door de
vaandelwacht...
De receptie vindt gewoonlijk plaats in een
missiegebouwtje aan het eind van de Esplanade. De zon brandde inmiddels fel, en mijn jasje werd snel te heet. Dat heb ik ook niet meer nodig gehad.
De receptie was geanimeerd, de muziek speelde gezellig, er was genoeg te drinken,
en dat werd door de vrijwilligers ingeschonken.
Of het nu door dat éne glaasje witte wijn kwam, of door het feit dat de
toespraken op een andere plek dan anders werden gehouden: ik heb er niets van
gehoord, ik zag het pas later op een foto: dat mensen stonden te luisteren
richting de muziek. (Of luisterden ze toch gewoon naar de muziek?) Nee, want
even later zag ik Cor Dijkman stralen met een zwarte engel, die hij had gekregen
omdat hij jarenlang met gevaar voor eigen leven foto's en films heeft gemaakt
van de (motor)bedevaart. Dit jaar even niet, en hij genoot ervan.
Een deel van de mensen zocht intussen verkoeling en rust bij de Gave, die daar
in een stroomversnellinkje langs bruist.
Om half een was het tijd voor de lunch, die intussen klaar gezet was in het
gebouwtje. Het eten was fraai geëtaleerd en wel redelijk van kwaliteit, en er
waren twee punten van uitgifte. Heel verstandig, want er was veel animo, na dat
vroege ontbijt.
Voor mijn lief was het handiger binnen te eten, ook daar
kwamen nog goede zielen met hem praten. Juist was ik net ik gaan rouleren, en
genoot ik van dit uitzicht en de reacties er op,
toen ik gesommeerd werd bij Ton te komen: hij was moe en wilde wel graag naar het hotel,
dus dat ging voor. We lieten een geanimeerd gezelschap achter. :-)
Ton kroop na de noodzakelijke handelingen meteen in bed.
Hij wilde graag om kwart voor vier gewekt worden, dus ik kon even het verslag
van de dag bijwerken, en opeens zie ik dat is nu al kwart voor vier geweest
is, dus de rest
van dit verslag komt later. Hoop ik. ;-) Het is 19 graden en het leven lacht ons toe. Nu ga ik Ton maar wakker maken, want de volgende klus wacht ons: cadeautjes voor kinderen en kleinkinderen. 16 dus. Nu ja, 14. Onderweg had ik al een paar enkele stuks gevonden. Ik val in slaap tijdens het tikken, dus nu
gas ik echt stoppen en mijn slaapkop wekken.
...
Toen we weggingen bood de aalmoezenier ons aan zijn vrije uurtje op te offeren om Ton te duwen. Echt een liefje. Maar we gunden hem dat momentje voor zichzelf .
Het heeft iets langer geduurd dan we hoopten maar we zijn in verschillende winkels uiteindelijk geslaagd. Ook het speciale verzoek dat ons per mail werd gestuurd. :-) Misschien nog een cadeautje.... We waren in elk geval op tijd voor het eten terug.
Snel bracht ik de spullen naar boven, haalde druppels etc. voor Ton, en besprak nog even Tons menu met mevrouw. Na het eten ging
mijn lief naar bed, en ik ging naar de grote kruisweg.
De meeste mensen gingen naar de lichtprocessie, en dat is ook een bijzonder
gebeuren, heel massaal met al die militairen, al heeft men zijn best gedaan dat
door verschillende routes wat op te lossen.
Ik had er behoefte aan de Kruisweg ook voor mijzelf nog te lopen. Er hadden zich geen mensen aangediend om mee
te gaan, (misschien ook omdat we de receptie wat overhaast verlieten,) dus ik liep de kruisweg in alle rust met de Heer.
Aan de kant van de Pic du Jer was nog laat avondlicht dat dof goud-oranje de berg kleurde.
De sneeuwtoppen daarachter kregen geen zon meer. Het was heel rustig, een enkele vogel zong, en beneden begon de lichtprocessie, waarvan de Marialiederen, o.a. uit de Oost-Europese traditie, mijn oor bereikten, afgewisseld met het bekende Ave, ave, ave, Maria... Het was een intensief uur van gebed aan de hand van de staties, het was bidden met hart en verstand en voeten. Aan het eind kleurde de hemel aan de andere kant van de berg oranjerood, de rest was al helemaal zwart. Een uil riep. Een stilte vol dank en woordloos ervaren.
Aan het eind, toen ik beneden kwam en de schoenen weer aan wilde doen, vroeg een pater uit Suriname mij of de voeten geen pijn deden. Je hebt hier altijd bijzondere ontmoetingen!
Het was tien uur toen ik langs het terrein van de kerken liep.
De lichtprocessie stond muurvast, zo te zien.
Het was daar inmiddels donker, dus al die lichtjes hadden wel iets bijzonders. Geen bijzondere effecten dit jaar, en dat speet mij niets.
Aangezien ik nog wat kerkgeld nodig had en twee jerrycans tekort kwam, schafte ik mij er nog een paar aan. Misschien straks nog water tappen? Ik heb nog maar
een kan staan, en de tijd vliegt. Morgen is de laatste dag!
In het hotel werd ik weer vriendelijk begroet, en natuurlijk waren we een kwartier verder voor ik naar boven ging, naar Ton. Die was in slaap maar wilde wel graag thee. Het duurde even voordat hij ook echt wakker was. Het is kwart over twaalf en de voeten doen nog steeds pijn. Wat ga ik doen? We moeten morgen toch op tijd voor de poorten van de Pius X staan. 8 uur ontbijt met de bisschop is dan wellicht wat laat. We zullen zien.
Toen Ton verder verzorgd was en lekker ingepakt in bed lag (met rode koontjes die mij zorgen baren) brandden de voeten net wat minder, en ik had het gevoel dat ik toch maar beter wel kon gaan, en dat was heel goed. Ik ging met maar 2 jerrycans in een AH-tas op de rolstoel. Er was al een lieverd in het hotel die dacht dat ik niet zonder begeleiding over straat kon, maar ik zag dat hij net in goed gesprek was met een paar dames, dus ik sloeg zijn aanbod af. Nauwelijks stond ik buiten of daar kwam de dokter met een van de andere hotelgasten, en die gingen een groot deel dezelfde kant op. Gezellig. Er was al heel wat half beschoten spul op straat, en dan is het komisch hoe zo'n persoon toch wel een paar seconden nodig heeft om te concluderen dat hij een officier passeerde, die dus gegroet moet worden... tja, dat biertje moet je natuurlijk eerst nog wel wegzetten, en waar doe je dat, als je niet zo helder bent.... en wat gek, die hand komt ook niet boven de schouder uit bij het groeten! Arme jongens. :-) Maar over het algemeen was er veel plezier, en wat lol, muziek en gezang. Voorbij de dichte hekken van de heiligdommen, zoals het hele terrein hier heet, gaat de weg omhoog tot voorbij de kerken, en dan is er een weggetje dat met allerlei bochten omlaag voert. Die berg is best steil!!! Maar via de 'serpentine' kom je goed over. Eerst vulde ik mijn tien liter kannen, daarna reed ik ermee naar en door de grot. Ik keek naar de bron, ging wat verder en knielde voor een kort gebed. Echt knielen had ik al twee jaar niet gedurfd vanwege de
gescheurde meniscus in de linker knie. Maar ik kwam zelfs goed overeind. Toen ik de serpentine weer op wilde gaan kwam er een engel van een gendarme in opleiding, die mij aanbood het vrachtje over te nemen. Een Fransman die snel en afgemeten zeer correct Frans sprak, zodat ik hem toch vaak niet verstond. Maar we vertelden elkaar over de groepen waarmee we waren gekomen, over het weer in de streek waar we woonden, en over Lourdes en Nevers. Hij bracht het water binnen, en hielp met de rolstoel, waarna hij heel correct afscheid nam. Weer een van Gods engelen. Heer, zegen hem. En hen allemaal.
De rolstoel met water bracht ik via de lift naar de kamer, waar Ton half wakker werd van de irritant piepende en kreunende deur. Hij sliep toch weer door. Toen ik de rolstoel naar beneden bracht zei de nachtwacht dat hij het met genoegen voor me naar boven had gebracht. :-) Bij de buitendeur had ik nog een kort gesprekje met twee van onze mannen die net een gesprek met 'de vijand'
(Kosovaren) hadden gehad. Tja, als je tekent als militair weet je niet waar je wordt ingezet. De rest is politiek. Dat komt al aardig dicht bij: Vader vergeef hen, want ze weten niet wat ze doen. Na twee bereknuffels namen we afscheid, onze kamers lagen op verschillende verdiepingen.
Zondag 18 mei 2014. Onze laatste dag! We stonden
alwéér om zes uur op, en konden rustig aandoen.
Wij zaten al enige tijd aan het ontbijt, wetend dat we uiterlijk vijf voor negen bij poort 6 moesten zijn, toen de bisschop met zijn gevolg alsnog om tien over acht aan het ontbijt verscheen. Wie het kratje bier nu heeft gewonnen (er was gewed over de vraag of hij er zou zijn of
niet) dat heb ik niet gevraagd, Wel heb ik voor de Cariben snel een foto van de bisschop tussen de pelgrims uit dat gebied op
Facebook gezet.
Wij hebben ons geëxcuseerd, en waren met enige moeite net voor negen uur ter plekke.
De mensen mochten al binnen, alles liep soepel. Onze aardige verdeler van plaatsen voor hen die vooraanstaan,
luitenant-kolonel van de gendarmerie Roland le Ny, zagen wij nergens, maar er werd een gewonde Fransman vooraan gezet, en ik heb Ton ernaast geparkeerd.
Er werd af en toe een bank met een touw eraan naar voren verplaatst, zodat we weer opschoven. Na een half uurtje kwamen de invaliden van
het Institut des Invalides met de
Dôme binnen, zij werden geparkeerd naast de norse Kroaat, die al even naast Ton was gezet. Misschien sprak hij geen talen. Met zijn buurman links had Ton
daarentegen een aardig contact, die vertelde dat hij drie kinderen had van 8, 12 en 16, en dat ze er volgend jaar weer een verwachten. Hij glom. Een admiraal van de marine
, Philippe
Sautter, kwam al in een vroeg stadium naar ons toe, en stelde zich aimabel voor, en toen de aan hem toevertrouwde invaliden waren geïnstalleerd, kwam ook de generaal Cuche met zijn lieftallige echtgenote, die ons met open armen begroette.
Heerlijk Frans! Ik had, om mevrouw niet te zeer te belasten, maar een klein zakje
Wilhelmina-pepermunt meegenomen. Eigenlijk had ik een bus, maar die liet ik toch maar in de koffer. Te onhandig voor
haar om er tijdens en na de dienst mee te slepen. Het compliment werd later door haar man geretourneerd met een bidprentje voor Saint Louis, de patroonheilige van het Instituut, en een gebed aan deze heilige van een gewonde soldaat op de achterkant.
Ook de legerbisschop kwam nog groeten voordat hij zich ging verkleden... De
kerk is weer behoorlijk vol.
En dan begint het... tromgeroffel, de vlaggen en vaandels, een lange rij
priesters, een stuk of veel bisschoppen, waarbij we opmerkten dat bisschop Punt
een stukje opgeschoven is in de hiërarchie hier, en dan uiteindelijk Mgr. Luc
Ravel, de immens populaire legerbisschop hier.
Zijn troon werd dit jaar omringd door heren met een driehoekige steek op.
:-)
Natuurlijk ontbrak de Pauselijke garde niet. Die was al heel vroeg
aanwezig.
De mis verliep redelijk geordend, het talenprobleem is tegenwoordig op te lossen door via de grote schermen vertalingen te geven en uittreksels.
Ook van de liederen krijg je de simpele tekst mee.
Lezingen:
Handelingen 6: 1 - 7 (1 In die dagen, toen het aantal
leerlingen steeds groter werd, begonnen de hellenisten te mopperen op de Hebreeën;
ze vonden dat hun weduwen bij de dagelijkse ondersteuning werden achtergesteld.
2 Daarop riepen de twaalf apostelen de voltallige gemeenschap van
leerlingen bijeen en zeiden: ‘Het is niet goed dat wij de zorg dragen voor de
gemeenschappelijke maaltijden, want daardoor verwaarlozen we de verkondiging van
Gods woord. 3 Kies daarom, broeders en zusters, uit uw midden zeven wijze
mannen die goed bekendstaan en vervuld zijn van de heilige Geest. Aan hen zullen
we deze taak opdragen, 4 terwijl wij ons zullen wijden aan het gebed en aan
de verkondiging van het woord van God.’ 5 Alle leerlingen stemden met dit
voorstel in. Ze kozen Stefanus, een diepgelovig man, die vervuld was van de
heilige Geest, en verder ook Filippus, Prochorus, Nikanor, Timon, Parmenas en
Nikolaüs, een proseliet uit Antiochië. 6 Ze lieten deze mannen
plaatsnemen voor de apostelen, die een gebed uitspraken en hun daarna de handen
oplegden. 7 Het woord van God vond steeds meer gehoor, zodat het aantal
leerlingen in Jeruzalem sterk groeide; ook een grote groep priesters aanvaardde
het geloof. ) wellicht werd ook nog gelezen 1 Petrus 2,4-9, en in elk
geval Johannes 14,1-12 (In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
“Laat uw hart niet verontrust worden. Gij gelooft in God, gelooft ook in Mij. In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen.
Ware dit niet zo, dan zou Ik het u hebben gezegd, want Ik ga heen om een plaats voor u te bereiden.
En als Ik ben heengegaan en een plaats voor u heb bereid, kom Ik terug om u op te nemen bij
Mij, opdat ook gij zult zijn waar Ik ben. Gij weet waar Ik heenga en ook de weg daarheen is u bekend.”
Tomas zei tot Hem: “Heer, wij weten niet waar Gij heengaat: hoe moeten wij dan de weg kennen?”
Jezus antwoordde hem: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven. “Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij.
Als gij Mij zoudt kennen, zoudt gij ook mijn Vader kennen. Nu reeds kent gij Hem en ziet gij Hem.”
Hierop zei Filippus: “Heer, toon ons de Vader; dat is ons genoeg.” En Jezus weer:
“lk ben al zo lang bij u en gij kent Mij nog niet, Filippus? Wie Mij ziet, ziet de Vader.
Hoe kunt ge dan zeggen: Toon ons de Vader? Gelooft ge niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is?
De woorden die Ik u zeg, spreek Ik niet uit Mijzelf, maar het is de Vader die, blijvend in Mij, zijn werk verricht.
Gelooft Mij: Ik ben in de Vader en de Vader is in Mij. Of gelooft het anders omwille van de werken.
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u:
Wie in Mij gelooft, zal ook zelf de werken doen die Ik doe. Ja, grotere dan die zal hij doen, omdat Ik naar de Vader ga.”)
De preek van de legerbisschop Luc Ravel ging over Filippus die een logische en
een theologische fout maakte. God is niet de top van de berg, maar Hij is de berg zelf, en Jezus is de weg...
de volledige preek in het Frans is hier
te vinden.
Zwitserse hoornblazers speelden een zoet lied, met mollige tonen.
Er was ook een zangeres die het Ave Maria van Bach-Gounod zong: Nathalie Nicaud.
De tekst op de borden liep telkens een couplet achter bij de door het volk te zingen tekst. Dat kan gebeuren.
Wij zagen dat een oude bekende, Kevin, er weer bij was, sinds februari is hij
helaas weer opgenomen. Hij is
duidelijk een stuk slechter dan vorig jaar, toen hij vrolijk rechtop in de
rolstoel zat.
Maar gisteren is hij gedoopt en geconfirmeerd. Een aardige verzorgster vertelde dat
zij hem catechese had gegeven deze maanden. Zij vertelde Ton van alles over hem, maar hij kon het niet volgen, omdat ze maar
bleef rebbelen. En
ze stond half achter hem, zodat veel informatie aan hem voorbij ging. Jammer
hoor.
Er kwam een oud collega van Ramon bij ons staan voor de dienst, die uiteindelijk samen
met mij achter deze voorste rij bleef hangen. Ik had een vouwstoeltje voor
mijzelf, want ik kende het klappen van de zweep. Ton stond zijn plaid af, zodat
hij daarop kon zitten, en als er geknield moest worden deelden we die, want het
beton blijft hard. Wij mochten niet gaan staan op de momenten waarop dat
geëigend was, aangezien de invaliden achter ons dan niets zouden zien. Dat gaf
af en toe een lastige spagaat.
Aan het eind van de dienst wilde Ton even naar Kevin toe, maar de generaal Cuche hield ons tegen, want hij had nog een verrassing voor ons: hij zou de generaal van de landstrijdkrachten aan ons voorstellen. Natuurlijk bleven we op de plaats, we wilden het hem niet aandoen er niet te zijn. De legerbisschop was voor de dienst al langs geweest, en nu mochten we kennismaken met de generaal
Bertrand Ract-Madoux
en nog een aantal Very Important People.
Een hoge officier hielp mij Ton de kerk uit te rijden tot aan de plek waar de invaliden naar rechts en wij naar links gingen. Wij haastten ons naar de maaltijd. Voor Ton was er alternatief voedsel. We zaten bij Henk van
Boxtel en Gert.. eh.. Dinges.
Na het eten hebben we het laatste cadeautje gekocht, daarna
hebben we de beloofde kaarsen gekocht en wij zijn daarmee door de Grot gereden
voordat we ze aangestoken hebben. Er waren heel wat beloftes te vervullen! Je
bent zo een paar tientjes kwijt, en wel meer dan een paar. Maar dat doen we met
liefde.
Vervolgens
zijn we langs de Gave gaan wandelen,
die vrij laag staat, en waar jongelui aan de overkant aan het pootjebaden waren.
Het is dan ook prachtig weer! De rivier stroomt vrij snel, en het water is dus
onrustig, en spat met geweld tegen de stenen op de bodem. Een kwikstaart stond
een hele tijd op een van de stenen die net boven het water uitsteken. Ton bekeek het
allemaal met gesloten ogen en een tevreden hart.
We liepen het pad uit tot
het eind, gingen even de brug over de Gave op, zagen dat er nieuwbouw was links,
en wisten al dat je niet via de Kruisweg van Maria de Faykod terug kon. Dus
liepen we dezelfde weg terug, hadden nog een paar leuke ontmoetingen, en
besloten de tijd die ons restte tot de afscheidsdienst met de Nederlanders door
te brengen in de boekhandel.
De Pius X, waar de grote internationale afscheidsviering was geweest, kwam net
uit, en de mensen kwamen er zichtbaar blij en tevreden vandaan.
Wij hadden voor
de cadeautjes en de rust gekozen... je kunt niet meer alles, als je boven een
zekere leeftijd komt.
In de boekhandel keken wij verlekkerd naar een verleidelijke tweetalige uitgave
met goud op snee van het Oude Testament.
Het Hebreeuws was mooi duidelijk, het
Frans daarentegen was wat minder te lezen, en de prijs lag íets boven onze
middelen. Honderd euro teveel. Na nog wat te hebben rondgesnuffeld en een paar
kaarten te hebben gekocht, gingen wij naar Cosmas en Damiaan, op de tweede verdieping. :-)
Daar moesten wij wel om lachen, want oorspronkelijk zou
het zijn in de zaal Vianney, maar dat ging dan niet door, was ons aan tafel verteld, omdat de
lift het niet deed. En Cosmas en Damiaan zou op de begane
grond zijn. Niet dus. Het maakte niet uit, want er waren twee liften, die het
beiden goed deden. Wij waren ruim op tijd, dus we vielen nog in de repetitie van
de zanger, Martin Hurkens, die een oom was van de penningmeester van de Militaire Bedevaart. Hij
kon er wat van! Ton was zeer onder de indruk van zijn stem. Hij zong o.a. Nessun
Dorma. Hij was in 2010 de winnaar van Holland has got
talent.
De
dienst begon met enige vertraging, er moest nog een en ander geregeld
worden.
De aalmoezeniers Jorissen en Van Valen leidden de bijeekomst die begon met Gebed.
Daarna klonk het Ave Verum Corpus, gezongen door Martin Hurkens.
De beide kaarsen werden binnengedragen en voor het altaar neergelegd.
Er was er een voor alle bedevaartgangers samen, maar de Arubanen wilden laten zien dat zij ook meetelden, en hadden er een gekocht die bijna twee keer zo zwaar was. Waarin een klein volk groot kan zijn.
Toen werd het Levensverhaal van Pater Kolbe
verteld. Vervolgens speelde de kopergroep van het Fanfarekorps
Grenadiers en Jagers Deep River.
In de voetsporen van Rico
is het verhaal van de moeder die achterblijft als haar zoon in Cambodja
overlijdt. Daar werden delen uit voorgelezen. Vervolgens zong Martin Hurkens Nessun
Dorma. (
Niemand mag slapen! Niemand mag slapen! Zelfs jij, o
Prinses, in jouw koude kamer, kijk naar de sterren, die trillen van liefde en
hoop. Maar mijn geheim is in mij verborgen, mijn naam, die niemand zal kennen.
Op jouw mond zal ik hem uitspreken wanneer het licht zal stralen, en mijn kus
zal de stilte doen verdwijnen, wat jou de mijne zal maken. (Niemand zal zijn
naam kennen... en wij moeten, helaas, sterven, sterven!) Verdwijn, o nacht!
Sterren gaat onder! Sterren gaat onder! Bij het ochtendgloren zal ik overwinnen!
Ik zal overwinnen! Ik zal overwinnen! )
Gert Jan Jorissen sprak vervolgens over Pas Frans. Dat zegt me niets meer. Het
orkest speelde Buena Sera dat iets weemoedigs had. Aalmoezenier Geert van
Valen deelt mee: er is altijd ruimte voor meer in Lourdes. (Dan mogen Jean-Paul en Casimir (aalmoezeniers)
komen overleggen met Jorissen.)
Nu krijgen we persoonlijke verhalen, die onder het kopje Voorbeden worden
gemonteerd (Hallo!)
William, een frisse 5e jaars van de KMA gelooft niet, maar de aalmoezenier had gezegd: Laat je onderdompelen. Hij vond de Internationale viering indrukwekkend. Zo
ook de kruisweg. en natuurlijk heeft hij de kroegen niet overgeslagen. Zijn conclusie was dat Lourdes rust bood, midden in alle geroezemoes en gedoe van de opleiding met een druk schema.
Gijs
de Jong van de gele rijders boog zich ook over de vraag: waarom Lourdes? Hij noteerde dat iedereen in het leven wel brokken maakt en dat het leven een puzzle is. De Kruisweg nodigt uit tot heroverwegen en heroriëntatie. Geloven is een worsteling.
Daarna kwamen George en Joyce. Joyce vertelde van haar emotionele ervaringen, en George sprak over de reis, over de Mis aan de grot, die zo anders was dan hij gewend was, over het uitstapje naar Gavarnie,en dat hij nog nooit zoveel in een kerk geweest
was als nu. Het was een goede ervaring. Tot zijn verbazing was hij veel op de foto gezet met allerlei meisjes. Hij vroeg zich af of dat aan zijn mooie uniform lag of aan zijn mooie gezicht. ;-)
Henk van Boxtel, beter bekend als De Schipper,
sprak mede namens de motormuizen over de liefde.
De dienst begint met de liefde van God en eindigt ermee. Samen op weg gaan naar Lourdes heeft daar ook mee te maken. Daar speelt véél liefde mee.
Gert Jan Jorissen rondde het af, en vroeg toen Paul Vlaar het gebed om zegen over de meegebrachte souvenirs uit te spreken.
En Hoofdkrijgsmachtaalmoezenier Jules Post
vroeg om de zegen
voor de mensen, en daarna speelde de band ons swingend de kapel uit. (We
kwamen ernstig in de verleiding om eens iets aan rolstoel dansen te gaan doen,
Ton en ik.)
Vrijwel iedereen ging mee kaarsen aansteken, dat gebeurde heel mooi en stijlvol,
al kostte het nogal wat moeite om de kaarsen ook aangestoken te houden. (Sabine
van Meurs heeft nadat iedereen weg was nog vier keer beide kaarsen aan moeten
steken, totdat ze het vertrouwen had dat het wel houden zou!) Sabine regelde ook
het: in de houding, pet af, pet op, en rust op de plaats, de aalmoezeniers
kregen en passant een extra briefing over de pettenprocedure. Kennelijk
verwarden zij hun pet met een soli Deo. ;-D
Vervolgens werd het Wilhelmus gezongen.
Hierbij werd de blanke sabel geheven, heel stijlvol.
Daarna werden we allemaal door de muziek
afgemarcheerd naar de hotels. Zo kwam het dat we geen afscheid van elkaar hebben
genomen. Een gemiste kans. Maar de maaltijd was er niet minder geanimeerd door!
Aalmoezenier
Wolters deelde mee dat de oecumene hoogtij vierde, en dat vandaag de imam het
Onze Vader zou zingen.
Deze legde uit dat Jezus ook in de Islam belangrijk was, en dat zij ook (een
vorm van) het Onze Vader kenden...
Het was heel stil toen hij het gebed zong. Velen waren onder de indruk.
Natuurlijk
werd er met de pet rondgegaan, en een van de jongens bood de opbrengst met een
vriendelijk praatje in het Frans aan. Natuurlijk moest hij alle dames kussen,
een droeve plicht die hij ernstig vervulde, maar toen een van zijn kameraden aan
het eind van de rij aanschoof, en hij die bijna in de armen sloot deed hij op
tijd zijn ogen open, tot grote hilariteit van heel de groep. Hij lachte er zelf
hartelijk om.
Ik meende dat Ton graag naar het concert van de Duitsers wilde, zoals ieder
jaar, maar hij brandde
tijdens de maaltijd als een kaarsje op, en wilde aan het eind van de maaltijd om
half negen meteen naar boven. Als ik dat geweten
had, had ik hem eerder zijn medicijnen kunnen geven. Zo gaat dat...
Nu is hij in bed, het is 22.10 en ik ga maar eens kijken naar mijn eigen koffer. Even zien wat er is, wat mee moet en hoe.
Het is toch al te laat om nog mee te genieten van het concert, waarvan ik later
hoorde dat het weer zeer de moeite waard was.
Ton sliep een paar uur, terwijl ik de chaos trachtte te ordenen. Tegen haf twaalf begon hij wakker te worden, en twee kopjes thee later had hij zijn deel in zijn koffer gepakt, en was hij bereid om te gaan slapen met een schoon geweten, ;-)
Toen ik beneden kwam zaten er nog verschillende groepjes te praten. Even een praatje over en weer, liep uit op een gesprek zoals hier zo vaak. Over wezenlijke zaken. Toen ik dan ging werd ik vermanend toegesproken, dus ik had even de neiging om te zeggen:
ja Mams! ;-) Ze kwam me later achterna om te helpen met het water, en daar
was nog twee man bij. :-)
Onderweg naar de kranen kwam ik nog lieve mensen tegen, en dan praat je al snel een
kwartiertje. Maar toch, ik kwam ongedeerd bij de kranen aan, met mijn rolstoel met 2 AH tassen waarin ruimte voor 24 liter ongeveer. Ik meteen naar de kranen in de hoek dit in verband met de
stevige wind. Helaas, uit de kraan kwam vrijwel geen water. Die daarnaast beperkte zich ook tot twee
drupjes, en zo ging het door. Pas toen ik halverwege vond ik er, op aanwijzingen van een aardig meisje, één die het
wél deed!!!
Ik had nog maar een paar liter getapt toen Sabine mij te hulp schoot, en met zijn vieren was de resterende
klus snel geklaard. Dank jullie wel! Met de rolstoel vol water reed ik door de Grot, voor een laatste gebed voor
van alles en nog wat. Daarna vond ik mijn gezellen bij de kaarsen.
Verschillende
daarvan waren intussen uitgegaan door de harde wind, net zoals de gisteren
neergezette kaarsen toen ook al deden. Een van ons stak ze allemaal aan; gisteren was het nog vier keer
nodig geweest de kaarsen opnieuw aan te staken.
Een van de heren trok de rolstoel omhoog langs de serpentine, de ander nam het daarna over. Onderweg kwamen we nog andere medepelgrims tegen.
In het hotel lieten we de rolstoel met
water maar beneden, ik vond het niet zinvol die mee naar boven te nemen, daar we al troep genoeg op de kamer hebben, en de deur erg veel lawaai maakt.
De nachtwaker groette ons vriendelijk, en terwijl de anderen richting trap liepen
beantwoordde ik zijn vraag in het Frans.
Tja, en dan ben je opeens drie kwartier later, minstens. Ik weet nu wel
dat tijdens de laatste overstroming het water binnen het hotel in de receptie op
1 m 40 stond,
etc. Het is een heel zwaar jaar geweest voor de winkels en hotels in Lourdes.
Zo'n 20% heeft het niet gered. Maar ook de gewone mensen zijn hard getroffen door de werkloosheid. De
nachtwaker is eigenlijk iemand die huizen afwerkt. Stucwerk e.d. Maar door de crisis
was daar al jaren geen geld voor. Een paar maanden had hij werk, na de
overstromingen, nu is hij blij met zijn baantje als nachtwaker. Hij is ook
degene die 's morgens de croissantjes bakt in het hotel... en allerlei klusjes
klaart. Het was kwart over drie toen ik toch maar ging slapen. Ton werd gelukkig niet wakker. Natuurlijk
meende ik nog even de météo te moeten raadplegen: morgen regen en zon in Lourdes, dinsdag zonnig en warm in Nederland. Wellicht.
We zullen het zien.
Maandag 19 mei 2014. Om kwart over zes werd ik wakker, ik besefte dat ik het
Mariaflesje, dat we gisteravond op tafel hadden gevonden en leeggedronken, nog
tussen mijn flessen met water zat. Ik meende dat het wel eens van de Belgen kon
zijn, die al vroeg zouden vertrekken, en ik wilde het nog maar even snel weer op
het tafeltje neerzetten.
Gevuld was het al, dus ik schoot wat bovenkleding, en
zelfs schoenen aan, vond het en zette het neer. De motorrijders waren al op, en
Fred stond er met het busje. Dat was natuurlijk een knuffelmoment. ;-)
Even later kwam Jules aan, achter een rolstoel van een van de
pelgrims.
Zij waren al naar de grot geweest, en het was er rommelig en druk. Niet prettig.
Fijn dat ik mijn moment gehad had vannacht!
Er was nog iemand bij en even later had ik, dankzij de nachtwaker, voor ons viertjes koffie in de hal, in het hoekje.
Er ontspon zich vanzelf een gesprek over de bedevaart, de sterke en minder
sterke punten.
Intussen gingen er steeds motorrijders ontbijten en de motoren klaarmaken.
Zij moesten tussen 7 uur en 7 u 30 de spullen inleveren bij Fred.
Er is altijd
wel iets te vieren bij deze gasten, en vandaag was het een echtpaar dat 27 jaar
getrouwd was... Ze kregen een schallend: hoera, hoera,
hoera! Leuk hoor.
Ton had om 7 uur wakker willen worden, en dat was dankzij mijn wekker ook gelukt,
maar hij was heel erg benauwd geweest, en het verkeerde pufje hielp ook niet. Ik voelde me erg
schuldig omdat ik beneden was terwijl hij mij boven nodig had.
Hem hielp ik aan zijn eerste deel van het ontbijt, (de Budwigpap, die ik braaf
had meegesleept, en waar hij zich goed bij voelt) en daarna met de rest, terwijl ik
ook heen en weer liep naar beneden om de geliefden uit te zwaaien.
Frank Marcus was er natuurlijk ook om hen een goede reis te wensen. De afrit van Marnix en Sabine miste ik helaas, maar ons lieve vriendinnetje was nog naar boven gekomen om afscheid van Ton te nemen. De schat. Hier gaat Cor Dijkman op weg.
Een korte etappe: 309 km via Auch...
Toen de meeste
motoren weg waren kwam Ton op mijn verzoek ontbijten, en zo kreeg hij in elk
geval nog een kop koffie binnen.
De bus kwam om 10 uur bij Rosiers en om 10.15 u bij Peyramale.
Om 10.45 reden we weg na veel
geknuffel en hulp van de meisjes. Michelle en de haren waren echt heel lief. We reden langs het vliegveld van
Tarbes waar we de vliegtuigen opgesteld zagen.
Vervolgens langs de grote weg naar Toulouse, onderweg kwamen we langs een
(het?) Gallische dorp...
Dat lijkt me ook wel iets om nog eens te stoppen.
Van Toulouse zie je nooit zoveel, maar de Garonne blijft een indrukwekkende
rivier.
en vandaar reden we de inmiddels bekende weg naar Rocamadour. (Wim had voor alle zekerheid een duidelijke en recente uitdraai gemaakt van de toegangsweg. Vorig jaar waren we via de overkant gekomen, een spectaculair gezicht, maar wel een lastig traject met de bus, die te groot en te breed en te zwaar was voor die weg....)
Intussen horen we van de vliegtuiggasten om
14.20 dat het vliegtuig taxiet richting start.
14.30 grottes de Pech Merle Even later gaan we door een van de lange
tunnels hier.
Het landschap is nogal afwisselend. Een van de punten
die ik herken van vorige keren:
14.45 ter hoogte van de ainre ???
15.05 we gaan over de Vézère.
15.07 jardin Causses du Lot. Wegwerken.
Rond kwart over drie waren we bij Rocamadour, en wij stopten iets daarvoor, teneinde wat foto's te maken van de kloof en de stad.
Het stormde en wij woeien op dat punt van onze
plaats.
Ik gebruikte een boom als steunpunt voor het fototoestel, maar die foto's zijn zeker niet
erg scherp geworden, ik voelde het
boompje schudden in de wind. (Het valt nog mee, zo te zien.)
Vervolgens reden we een paar honderd meter via een
omweg naar het bekende parkeerterrein ter hoogte van de burcht.
Met de schuine lift gingen we naar beneden, waar we de kerk, de kapel met het
genadebeeld,
en een nieuw gangetje bezochten.
Daar vonden we weer nieuwe uitzichten.
Natuurlijk zagen we het zwaard van Roland uit de rots steken.
Hoe hij daarmee de Brèche
de Roland in de rotsen kon kloven, vraag ik me af...
We vonden in de winkel een aardig kruisje, vierkant, en een paar kaarten. Op
de een of andere manier brachten wij daar nogal wat tijd door, Ton was ook erg
moe, en kon er even op een stoel zitten... maar we moesten wel terug!
De
kaartjes voor de lift terug kon ik niet meer vinden, maar de juffrouw herkende ons, en liet ons door.
Om kwart voor zes waren we in de buurt van de bus, maar we werden links nog net ingehaald eer we daar waren.
Het publiek joelde en floot toen Ton
als één na laatste instapte. Het is toch wat te zeggen... ;-D
Maar we waren de laatsten, dat is zo. :-)
In de loop van de middag is de hemel steeds meer betrokken, al is er nog wel zon, het is sluierbewolking.
Tegen zes uur gingen we weg van Rocamadour, en via via kwamen we weer op de grote weg naar Parijs, zie het verslag van
vorig jaar voor
de route.
7
uur. Het is nog 477 km tot Parijs, en de brem bloeit bijzonder rijk.
Om vrolijk van te worden.
Om
kwart over acht zijn we bij de Aire Boismandé gestopt, waar alweer geen boekjes waren. Geen geluk dit jaar, geen
Nora Roberts, geen Harlequin... Kennelijk had ik vorig jaar geluk voor twee
keer. :-) Maar we kregen wel een gezellig gesprek met de Collega Pennekamp van Aruba, die allerlei
interessante ontwikkelingen besprak op kerkelijk en sociaal gebied. Je leert eigenlijk alleen
echt van mensen die ter plekke ingevoerd zijn. Leuk.
Het is een prettige, schone rustplaats, met buiten een grasveld, en allerlei
zitmogelijkheden.
Om kwart over 9 gingen we weer verder. Het werd achterin de bus opeens heel gezellig, ook daar werd
genoeglijk gekletst.
Voorin is het geen moment stil geweest. Gelukkig kon Wim, onze chauffeur, daar mee omgaan. Hij dacht dat mensen wel zouden gaan slapen, maar hij wilde toch
voordien in een heel aardig toespraakje de mede-pelgrims bedanken voor de gezelligheid, e.d. Natuurlijk was er afgesproken met de pet rond te gaan, dat was alleen nog niet gebeurd. Hij was
ons voor.
Intussen werd ook consumpties afgerekend . Met een aardig speechje werd Wim even
later bedankt, en daarna ging het grote licht uit. De kleine lichtjes gingen hier en daar aan, er werd gezorgd dat de mijne het beter deed dan in
eerste instantie, en zo kon ik dit laatste stukje tikken.
Ergens halverwege zagen we hoe de weg voor een
deel werd afgezet door de douane. Wim, die van wanten weet, zei: ze gaan proberen een
Pool aan te houden.
We zijn om 22 u 40 net voorbij Vierzon op de A71 na de A30 en aanstonds wordt het de A10. Het is nu pikdonker.
In de loop van de avond heb ik geprobeerd het thuisfront te bereiken, maar Parel lijkt haar kleine teen te
hebben gebroken, dus zij kan niet autorijden. Betty sms-te terug: 's morgens of s avonds?
Ik heb hier hele stukken geen bereik, dus het duurde even eer ik dat zag. Terugbellen ging niet, de juffrouw rebbelde in snel Frans iets
onverstaanbaars, waaruit ik begreep dat er geen contact kon worden gemaakt met dit mobiele nummer. Dan maar van mobiel
naar vast. Onze kleindochter Tisha was verbaasd dat wij in Frankrijk waren, want haar moeder was,
naar haar mening, naar mij toe. Ja, dan ... 'of Tisha contact wilde zoeken met
haar moeder, en haar vragen mij te sms-sen?'.
23.20. Dat is nog niet gelukt, maar goed... ik heb hier heel wisselend bereik. Het komt wel goed. En anders moeten we een grote taxi versieren.
Het begint heel rustig te worden in de bus. Ton slaapt al sinds de laatste start. Hij heeft erg genoten van Rocamadour. Leuk.
Om iets over 12 stopte Wim bij het Dépot des Mariniers, of misschien was het de
Aire des Maninières, in elk geval een km of tien ten noorden van
Orléans. We hadden er een half uur voor de nette toiletten. Ton ging ook nog maar
even, en werd door de collega zorgzaam teruggeleid. Dat is zo aardig
hier.
Het was zacht, 19 graden
hoorden wij van de nieuwe chauffeur, mijnheer Toussaint, die Wim afloste.
Van de laatste namen we hartelijk
afscheid, en de eerste is een gezellige prater. Maar, gek, nu willen de mensen
slapen...
Wij reden om 0.31 u weg en het is nu al 0.56 u. (Het wordt tijd dat ik wat
sneller leer tikken.)
Ik ga het voorbeeld van die slapers maar volgen, dan kan het lichtje uit. Het hindert Ton bij het slapen.
....
2u51 We passeren Lille centrum
Tussen 3u59 en 4u15 hebben we ergens in België een korte rust. Je moest wel 50 c betalen om
to the loo te kunnen. Ik moest het lenen, want ik was zonder tasje naar buiten gegaan. In
Frankrijk hadden we dat niet nodig gehad.
4u18 u we zitten ongeveer 20 km voorbij de Belgische grens. Toussaints is niet erg royaal met exacte informatie. De
lucht is net iets lichter aan het worden dan de wolken. We rijden over de
E 17
Van 5.15 - 5.45 u is er weer een half uurtje rust ergens voor Antwerpen, bij een eivormig gebouw. Weer betaald plassen.
Ik heb even gepraat met William die van Curacao komt met acht man, hij is daar, ondanks zijn blonde krullen, geboren. Een aardige jongen. Hij was ook degene die de fooi
zo gezellig aanbood in Peyramale.
5u59 We zien het centrum van Antwerpen links van ons. De lucht is al licht aan het worden.
6u28 We zijn in Nederland. De radio gaat aan, we worden er niet blij van, want
de meesten zijn in diepe rust en willen voor Utrecht niet wakker worden...
Een uurtje later stappen degenen uit die in Utrecht zijn opgestapt daar ook uit. Wij onder andere.
;-) Een enkeling neemt nog even afscheid van ons. Lief. De rest slaapt door
alles heen.
Precies om half acht rijdt de bus verder naar Amsterdam, waar onze
vrienden uit de West nog een paar dagen zullen blijven voordat ze de grote
sprong naar huis maken.
Wij zwaaien ze uit. En dan gaan we wachten op vervoer.
We weten dat onze dochter Betty ons komt halen, maar die zit in de file, anders
was ze er al geweest.
José en Ramon wachten heel sociaal tot wij worden gehaald voordat ze de auto
halen, en ook Ria en Tilly willen zeker weten dat Ton veilig thuis komt. Het
duurt maar vijf minuutjes, en dan komt ze al: onze Betty.
Blij haar papaatje weer veilig terug te zien. :-)
...
Vandaag rijden de motorrijders van Rodez via de Puy de Dome, Moulins naar Nevers, waar ze op bezoek gaan bij Bernadette voordat ze gaan slapen. 404 km...
Het was een mooie bedevaart! Volgens Ton de beste tot nu toe...
21 mei 2014 Vandaag de een na laatste dag voor de motorrijders...
Van Nevers via Vezelay, Pontigny, Troyes naar Fleury, waar een krans werd
gelegd... Daarna de laatste overnachting in Verdun.
22 mei 2014. Samen verder, tot Nederland... en dan gaat ieder op eigen
gelegenheid naar huis.
De vorige bedevaarten zijn hier te vinden:
2006 in gedeelten...
Verder: de mooie kruisweg voor de zieken
en... tja...