thuis weer grot

Dit verslag gaat niet over de gemiddelde deelnemer van de Militaire bedevaart, mijn lief is 90, en we schelen ongeveer een kwart eeuw, dus qua fysieke leeftijd steken we een tikkeltje uit boven de cadetten van de KMA en hun leeftijdgenoten. Maar afgezien daarvan waren er ook vrij wat mensen tussen de 40 en 65 mee in onze bus. We waren met ongeveer 45 mensen, ik heb ze niet geteld, daar hadden we een Aalmoezenier voor, die heeft daar voor geleerd. 
Met het vliegtuig kwamen dacht ik rond de zestig personen, en met de motorbedevaart kwamen dit jaar 50 mensen. Mannen en vrouwen, jawel! En dat mengt allemaal lekker op den duur... Nederland is een bijzonder land binnen de Internationale Militaire Pelgrimage.
De Fransen hebben het er wel eens moeilijk mee, maar wij genieten er van...

18 mei 2011 Het was vroeg op en weg vanmorgen. Nanda, onze buurvrouw, kwam ons om kwart over zeven halen, nauwelijks een kwartier later waren we tot onze verbazing al bij het vertrekpunt van de bus. Die stond er zelfs al! 
Henk Molenkamp nam meteen de koffers over, hij kwam uitzwaaien, zodat eventuele laatkomers door hem nog achternagebracht konden worden. Dat is toch mooi. 
De chauffeur nam de koffers van Henk over, en stouwde die competent in de bus weg. Zodoende ging ook het rugkussentje van Ton naar binnen, maar daar kwam ik pas veel later achter. Ik merkte ook pas later dat die leuke knul een heel leuke meid was. Oei!
De bus was nog niet half vol. 
Aalmoezenier Gert-Jan Jorissen telde zijn schaapjes een paar keer, voordat we er achter kwamen dat er iemand inzat die niet op de lijst stond, en dat iemand anders hier niet opstapte.
We reden al om tien voor acht weg, toen was Ria Halleman nét binnen, zij was op tijd hoor! 
Henk stond inderdaad netjes te zwaaien!

José is gepedicapt, die zit nu voorin naast Ton, voor wie Hans een plek had vrij gehouden. Nu zit ik met Hans achter hen... Hans laat me meteen een kleine duizend vacantiefoto's op zijn Ipad zien. Zo zie je nog eens iets, en het eerste stuk van de reis is toch al niet zo boeiend... 
In Prinsenbeek stopten we, om de medepelgrims op te halen. We waren ruim op tijd, dus waagden we nog een plas in een complex tegenover het station.

Dat kostte nogal wat tijd - maar het rijtijdenbesluit had toch al besloten dat we voor 9.15 uur niet weg mochten rijden, dus we hadden ons niet zo te hoeven haasten.

Het is rustig weer, een beetje motregen, het is nu 12 uur en we zitten in België, in een wegrestaurant. Over tien minuten moeten we in de bus zijn, dus dat is aanstonds weer stressen. Die bussen van Kupers uit Weert zijn wel heel goed te herkennen, en dat zal tijdens deze reis vele malen zijn nut bewijzen!
Ton heeft de koffie op, Joke de thee bijna, en dat was met mijn koffie er bij 5.70 euro. 
Eten doen we zo wel in de bus. Dan moeten Hans en Ton maar van plaats ruilen.  De tas met etenswaar kunnen Ton en ik dan tussen ons in zetten. 
Er zijn veel aardige mensen, waarvan we er vrij wat kennen, en de KMA is met 9 jongelui.  Marika VU is er één van, leuk hoor, ze kwam naar ons toe, om ons te begroeten. Vorig jaar was ze ook van de partij.  

Er is een vrouwelijke collega van de KMA mee dit jaar, een aardig meisje. 

Vervolgens kwamen wij om 12.37 u langs het bord dat slechts toonde: France... in een circel van Europese sterren. 
Toen duurde het nog tot kwart voor drie, eer het rijtijdenbesluit weer inactiviteit vereiste. Wij mochten er dit keer drie kwartier uit. We hebben geen consumpties gekocht, maar wel boekjes. Niet voor mij, maar voor Ton en twee dochters. Plus twee kleinkinderen. 
Tussen deze stops door en daarna heb ik mij bezig gehouden met het openen van de enveloppen, die voor een groot deel aan één kant dichtgeplakt bleken te zijn. 
Dat scheelt weer een uur of vier werk in Lourdes.

Intussen is het kwart over vier, we rijden we langs de Faubourgs, de zon schijnt, 16.20 Pte d'Ivry, met een groot rangeerterrein. 
We schijnen de Sacre Coeur te hebben gemist in de verte rechts. Dat kan zomaar, met die grote gebouwen er voor. Maar dit is dan een stukje Seine. 
Nu is de bebouwing langs de weg uit begin 1900. De sfeer in de bus is prima, ook al lijden we aan files, en zal de planning wel niet gehaald worden. Karin, de chauffeuse, mag nu nog drie uur rijden, dus er is geen probleem. Er wordt langs de weg veel gebroken en gebouwd. 
16.25 we zitten al weer buiten Parijs, gezien de moderne gebouwen, die het meest lijken op hotels en kantoren, en de toename van het  groen. Richting Orly. Snelweg A6b. 
Dit is intussen de weg naar Bordeaux. Ton zit sinds de noen naast mij, omdat dit met het eten wel makkelijker was. We hadden tegen half zes in Orléans moeten aankomen, we logeren in het Novotel, dat iets er voor ligt.


Uiteindelijk zijn we er om vijf voor zes, en Ramon Bos en Gert-Jan halen de sleutels op, zodat we rustig in de bus of in de zon (voor de rokers) wachten. Om zeven uur eten, om acht uur openingsdienst. Althans dat is de planning.

Om kwart over acht zaten we echter nog aan tafel, om half negen zou de dienst dan beginnen. 
Het was, hoe zal ik dat zeggen... Rooms. Maar er was een stukje mooie muziek in... 
Het Internationale thema is dit jaar: Onze Vader in de Hemel... 
Hier werd dat tot: Het Onze Vader bidden met Bernadette. Niet dat zij er nu bijgehaald werd, hoor. Dat komt vast nog wel. 
Het was in elk geval boeiend om te zien hoe een aalmoezenier, die al verschillende uitzendingen naar Uruzgan etc. achter de rug heeft, daar diensten doet. 
'k Zou wel eens willen weten hoe de jongeren daarop hebben gereageerd. Maar die zaten achteraan, en wij vooraan. En aangezien we nog een en ander te schrijven hadden gingen we naar de kamer, want morgenochtend moeten we om half zes weer op. 
En het is nu al 11 uur geweest. Ton zit aan de thee, ik aan de decafé. Niet zo gezond, maar wel lekker. Er staat een waterkoker op de kamer, erg luxe dus. We logeren in een Novotel bij Orléans, zoals reeds vermeld, en daar kan ik zomaar via het gratis WIFI-system internetten en FTP-en.

Hier was het aan het eind van de dag ronduit warm. Morgen wordt de hele dag regen verwacht en 20 graden. 


Donderdag 19 mei 2011. Het is 7.40 uur en de bus dreigt weg te rijden, dus de laatsten komen nu binnen. Er was een lange rij voor het ontbijt, maar dat was dan ook heel uitgebreid. 

Ton is verrukt van dit hotel. Hij had warempel wafels bij het ontbijt. En nog veel meer. 
We rijden de A71/ E6 Om 7.55 uur is het nog 708 km naar Lourdes. Karin rijdt heel geconcentreerd, zie ik in de spiegel... Frank denkt na...

Ton zat op de tweede rij met Ramon gezellig samen rustig te wezen, José en ik zaten voor en kletsten wat af tot een uur of tien, terwijl Frankrijk aan ons voorbij zoefde, met af en toe een kasteeltje (tegen half tien) 

en natuurschoon. 


Toen moest er weer gepauzeerd worden, tot half elf. 
Een mooie gelegenheid was het, hangtoiletten, maar wel schoon. Alleen was het bijna onmogelijk een velletje papier van de trommel te plukken. Ton en ik raakten in gesprek met de aardige aalmoezenier van de KMA. Een intelligente en interessante dame. Nu zitten Ton en ik op de tweede rij, terwijl José haar benen laat rusten op die van Ramon, en Joke aan de andere kant haar pijnlijke benen heeft uitgestoken... 
Ze kunnen elkaar een pootje geven.  ;-)
Ouradour sur Glane passeerden we net, om 10.57. 
De gesprekken in de bus zijn zeer divers. Vóór ons gaat het over tamelijk grote honden, achter ons over een teckeltje, Hans speelt met zijn IPAD, en meer naar achter zijn ook veel mensen met elkaar in gesprek. Anderen lezen of proberen te slapen. Het werd behoorlijk laat gisteravond, zo hier en daar.
Angoulême staat op de borden. We rijden op de A20. Elf uur. Het is wel aardig dat je hier op grote borden ziet aangegeven, wat je weg van de snelweg zou kunnen zien..
11.05 grote stad vooruit. Nu pas passeren we de stad Limoges.
Daar hebben ze weer een apart slag koeien. Je vindt ze hier in de wei, en bij Albert de Verwenner in het schap. Dat ziet er toch anders uit, vind ik...

De ziektegeschiedenissen vliegen ons ook om de oren. Heel pastoraal, maar ik ben blij dat het even over mijn hoofd heen gaat. Ton slaapt, en dat is goed. Het is nog steeds droog, volgens de weersverwachting zou het in het Zuiden de hele dag regenen, maar nu, 11.38 u, begint het wel aardig dicht te trekken, al schijnt er nog wel een vaag zonnetje. We zitten op 239 km van Toulouse. Gister hebben we 638 km gereden, voor vandaag staat er iets van 750 op de rol. Er bloeit veel brem, we zien hele kudden met de bruine Limoges-koeien, lekker grazend in de wei, het terrein is geaccidenteerd, af en toe een riviertje, Pays de Tulle, dat klinkt toch wel heel romantisch... 

Een prachtige reis, als je er oog voor hebt.

Om kwart voor één stopten we bij een heel fraaie uitspanning, met een terras dat naar de rivier uitkeek, picknickplaatsen en schone toiletten, een uitgebreid assortiment in van alles. Het was 25 graden buiten, en we hadden een klein uur. Deze 'aire' (luchtplaats?) heet Jardin des Causes du Lot. De Lot is een rivier. 
Hans kreeg toen we daar waren een telefoontje, dat het vliegtuig met de zieken en zo om 13.05 al geland was. 
Om 9 uur moesten ze op het vliegveld Eindhoven zijn, en om 11 uur waren ze opgestegen. Om kwart voor drie zouden ze al op een terrasje zitten... Het is wat! (Maar wel een overdekt terras, hoorden we later.) 

Wij zitten in een gebied met veel heuvels, je ziet de afzettingslagen op elkaar, een halve meter gemiddeld hier, af en toe een degelijk kasteel met muren en donjon uit de middeleeuwen... 
Nog steeds de A20. Het gesteente lijkt me vrij zacht, door de karstvorming.

Kilometerpaal 380 dacht ik te lezen om 14.16 u en de aanduiding Les pigeonniers du Lot, de duiventillen. Intussen is het weer helderder. Veel grote struiken bloeiende brem, en de klaprozen bloeien van tijd tot tijd ook erg overtuigend.   Nu 392 km. Dat zal wel betekenen vanaf Parijs. Hoewel... We rijden door schaars bewoond gebied. Wie naar een stad wil, moet maar een afslag nemen. Links nu toevallig een kerktoren met dorpje in het stroomgebied van een riviertje. 
Saint Antonin Noble de Val zou je van hieruit kunnen bereiken. 
Het is even een beetje vlak, langs de weg, en we zien een voorzichtig beetje landbouw. Toulouse nog 72 km. Hier en daar een boerenhoeve, of wat nieuwe optrekjes van de nouveaux riche. We zouden op het Zuid-Franse plateau kunnen zitten. Opeens geen heuvels meer, wel hobbels en bobbels. Ook meer bomen nu. Het zou Zuid-Limburg kunnen zijn, of het mooiere deel van België. De batterij van de Canon loopt nu langzaam leeg. Gister dacht ik een filmpje te hebben opgenomen, maar dat viel tegen. Kennelijk toch op de verkeerde knop gedrukt. Het was me  niet meer gelukt om de 125 pagina's handleiding te printen. Voor dit geld had er best een boekje bij geleverd mogen zijn... Nu ja, ik heb het andere toestelletje ook nog bij me. 
Péage Montauban Nord 14.36.
Ton denkt diep na over het gelezene. De zon schijnt ook op zijn krant. 

14.54 Departement de la Haute Garonne rijden we binnen. Typisch hoogland.

Tegen vier uur zien we de eerste hobbels in het landschap, die aan bergen doen denken. Het betrekt ook meteen...

Even later tikken de eerste regendruppels tegen de voorruit. En kijk eens: dat ziet er toch echt uit als een voorloper van de lage Pyreneeën... 


Van 16.25-16.55 hebben we gepauzeerd, en we probeerden - al benen strekkend - de achterblijvers te overtuigen van het feit dat we echt samen op reis zijn. Ramon moest er nog wel aan te pas komen, om te zorgen dat Tons kepie de juiste kant op wees. Prettig, die mensen met groot verantwoordelijkheidsgevoel. Het was min of meer droog, dus iedereen genoot van het oponthoud. 


Toen moesten we weer verder, met in de verte de lage Pyreneeën, dik in de regen. 
Daarna hebben we met de cadetten, die lieten weten - al dan niet daartoe aangezet door hun eigen aalmoezenier - dat ze de 'liedjes van Lourdes' wel wilden kennen van te voren, het Te Lourdes in de Bergen en het Salve Regina geoefend. De Aal zei de tekst voor, zodat iedereen mee kon zingen. Want ach, voor zover mensen de boekjes bij zich hadden, zaten die toch grotendeels in de koffer. In Lourdes waren er genoeg, zei de aalmoezenier. Daar zouden ze worden uitgedeeld. Die jongen heeft een groot geloof... 
Maar het samen zingen was wel een leuk begin, en het gaf ook een wij-gaan-naar-Lourdes-gevoel... 

17.34 bordje Lourdes, maar we zijn in de buurt van het vliegveld, dus nog lang niet bij de stad. We zijn nu voorbij het punt waar het vorige keer mis ging. De accu is van het noteboekje is leeg, dus ik stop even.

Later zagen we steeds meer bekende punten.
Voor mij is dit kapelletje links van de weg altijd het teken: nu is het echt - we zijn bijna in Lourdes!
Frank kroop op zijn knietjes om Karin te TomTommen... hij heeft hier meer ervaring. 
Om kwart over zes ongeveer kwamen we in Lourdes aan bij hotel Peyramale, waar we enthousiast werden begroet door de reeds aanwezige bedevaartgangers. Andere jaren wachtten wij hen op, nu waren de rollen omgekeerd. ;-) Gelukkig was het droog, want het had onderweg flink geregend, en ook in Lourdes had het aan het eind van de middag geonweerd.

De ontvangst was hartverwarmend, en Ton maakte een rondje van een half uur, terwijl ik de sleutel kreeg van Madame en Aalmoezenier van Lieshout, die samen de lakens uitdeelden...

We hebben kamer 307, een driepersoonskamer met veel ruimte, en toen ik de vele bagage naar boven bracht ging Michelle, een van de meisjes, zelfs met me mee naar boven, terwijl ik op dat moment maar twee rolkoffers bij me had. Maar makkelijk was het wel. We aten om zeven uur,en toen had ik net een groot deel van de koffers leeggehaald en het goed weggeborgen in de ook wat ruimere kasten dan normaal. De rest bleef op het derde bed liggen. We deelden een  tafel met aardige mensen, waar Ton al eerder een gesprekje mee had gehad, en die voor het eerst mee waren. Ze waren verwonderd over het reüniegevoel, dat ze kregen, toen ze zagen hoe Ton en uw scribent werden binnengehaald. 
Om half negen gingen we naar boven, waar Ton het zich makkelijk maakte. 
Na wat getut ging ik op weg om water te halen, en natuurlijk eerst te groeten.
Onderweg zagen we de Ieren marcheren. Dat gaf het brein het sein: de PMI53 is begonnen!
Aangezien er een lichtprocessie zou beginnen, mocht ik niet oversteken, maar moest ik bovenover. Een van de deelnemers zat even uit te druipen onder de paraplu. Want ja: het regende. 
Maar ik ging door naar de Grot, en kreeg er meteen de boodschap voor dit jaar: je bent welkom, en je bent thuis. ;-D  Ook dat was een warme ontvangst. :-D  
Dus de eerste 20 liter is binnen, en daarvan is er wel een litertje gebruikt geloof ik. Ton heeft in elk geval thee gedronken, en daarna is hij in bed gestapt met een verzaligd gezicht. Al met al was het denk ik kwart voor elf voordat ik met de kaarten en enveloppen naar de Grot ging. Die was al afgesloten voor de volgende mis. Het was een mis in het Italiaans, met daarna tot middernacht stille aanbidding van het sacrament.
In de tussentijd heb ik alle enveloppen uit de doos gehaald, en over elk adres een kruisje geslagen, en voor alle mensen waar ze heen gaan gebeden. Dat is toch een persoonlijk gebeuren, dat in alle rust moet gebeuren. Na twaalf uur was er weer gelegenheid om de Grot te betreden, en zo kon ik in alle rust - ik liet de meesten voorgaan, wat is tien minuten bij de ontmoeting met de Eeuwige? - alle enveloppen en alle kaarten aanstrijken aan de wand van de Grot. Intussen kreeg ik een flinke stoot Vitamine C(hristus) (of was het G(eloof)?) voor mijn persoonlijk geloof binnen. Dat was wel nodig ook, want met al dat ziek zijn van de laatste maanden, was ik meer op Ton en mijzelf gericht dan op de Bron van mijn bestaan en het Doel van mijn leven. Dat is nu weer een beetje rechtgezet.
De bron klatert nog altijd rustig voort...
En de kaarsen branden hun stille gloed...

Via de Serpentine ging ik omhoog, en naar de stad, waar al veel gedronken was en ook aardig wat gezongen werd. Het klonk feestelijk. Lourdes komt tot leven...
Maar er stond een heel harde, koude wind, en dat ontmoedigde het buitengebeuren wel een beetje. Het was nog tamelijk rustig. Op de stoep van het hotel nog weer een ontmoeting, en toen ik even na enen boven kwam, sliep Ton. Ik heb me maar stilletjes uitgekleed, en tik nu in het donker de dag af, morgenochtend gaat de wekker om zes uur, en we moeten om zeven uur buiten staan, aangetreden en klaar om nuchter aan de mis bij de Grot te beginnen. Zo zie je Elkaar nog eens... :-) Ton wordt onrustig, dus ik stop maar. Het tikt ook niet makkelijk met de verkeerde bril op, en die andere kan ik in het donker niet vinden. Groeten uit Lourdes, en zegen van hier.


Vrijdag 20 mei 2011. De dag begon stralend en koud. Om zeven uur moesten we paraat staan, dat lukte, en in gestrekte draf rende het peloton naar het terrein voor de Grot, waar we nog 20 minuten konden ontspannen, voordat onze dienst om half acht begon. Dank zij Frank Boerboom kregen we de rolstoelers vooraan. Een hele verbetering, vergeleken met vorig jaar. 
Kranig stond de Vaandelwacht terzijde. 

Een prachtige liturgie, een goede homilie, het was een mooie dienst, daar aan de Grot. 

Daarna het ontbijt in het hotel. We waren al een beetje laat. 

Om tien uur zou de Kruisweg worden gebeden, die van Maria de Faykod. Een half uur leek ons ruim genoeg om er te komen, maar we werden wat opgehouden, de afstanden zijn hier toch flink, en uiteindelijk kwamen we er pas bij, toen men net aan de derde statie begon. Mea culpa... (Niet al te letterlijk nemen s.v.p.)
Ook dit was heel goed voorbereid en overdacht. 
De aalmoezeniers Tim van Kesteren en Jan Wolters deden het samen, binnen een vast stramien, en dat gaf een mooie structuur. Bovendien was het bijbels, en werden er heel kort zinnige dingen gezegd. Men luisterde aandachtig.
 
De beelden van deze kruisweg zijn ook mooi... Bovendien is de ligging prachtig langs de Gave en met zicht op de bergen, de kerken en het kasteel...

Henk Meijer, de grote motormuis, nam Ton van me over, en dat was erg prettig, want het reed daar vrij zwaar. 

Later was er iemand die vond, dat de mensen ook de keus hadden moeten hebben tussen deze Kruisweg en de grote, die tegen de Espelugues-heuvel boven de Grot oploopt. Maar het feit dat we dít met zijn allen hadden meegemaakt was waarschijnlijk toch heel belangrijk voor het vormen van één groep, ondanks het feit dat we verdeeld zijn over drie hotels. 

Om half twaalf waren we terug in het hotel, onderweg hadden we een interessant gesprek met een meisje dat een perskaart draagt, en wier moeder een collega blijkt. Een klein beetje heb ik haar kunnen uitleggen hoe je de rol van Maria hier binnen bijbels verantwoorde kaders zien... Met dank aan dokter Daniël, die met dit voorbeeld ooit zijn Protestantse schoonmoeder uitlegde hoe hij dat zag... Ze heeft nooit meer geprotesteerd. ;-)
Haar verslag komt maandag 30-5 in het ND, als ik het wel heb. Het concept heb ik wel gezien, het blad kon ik achteraf niet meer bemachtigen. Maar ik neem aan dat het overeenkomstig het concept was... In Volzin kwam op 10 juni ook een artikel. Dat bleek een geromantiseerde en weinig accurate versie van de dingen die we gezegd hebben... 

De banden van deze rolstoel zijn ook niet optimaal opgepompt. Dat loopt zwaarder. Maar ach, een beetje afzien hoort er bij. Nu probeer ik even voor de lunch nog snel de boel bij te werken, want ik moest toch naar boven om de regenjassen weg te leggen en nog een fles Lourdeswater te halen voor op tafel. Dat gaat hard hier, iedereen wil wel mee drinken, en wij putten met vreugde uit de fonteinen des heils. Dat is toch het minste dat ik hier kan doen. Straks hoop ik naar het Postkantoor te kunnen gaan. Trouwens, de kaarten, die zijn aangestreken, moeten nog in de enveloppen, die zijn aangestreken... Daar gaat ook vast nog wel een uurtje in zitten.
Nu maar naar beneden. Vale!

Vrijdagmiddag. Het eten bestond uit een salade, kip en friet, en een tarte-pomme toe. Onze aardige tafelgenoten hielden ons aan de praat, maar zelf gingen ze om 2 uur mee met de excursie naar Gavarnie, dus wij zaten rond die tijd ook boven, om de kaarten in de enveloppen te schuiven. Dat nam tot 3.15 uur, toen viel Ton om, en hij wilde nog wel graag een kopje thee, dus  was het alweer half vier eer ik de deur uitging. Het was niet erg zonnig, maar wel redelijk warm, dus ging ik voor het eerst zonder jas op stap. 
Omdat vanmiddag de officiële opening van de Pelgrimage is, lopen overal in de stad muziekkorpsen te spelen, of zich daarop voor te bereiden...

Het was al bijna vier uur eer ik de postzegels had gekocht, en toen kon ik gaan vouwen en scheuren, en plakken... Daarbij hoorde en zag ik heel wat om me heen... er waren ook wat aardige gesprekken. Jammer genoeg bood niemand aan om te helpen met vouwen, scheuren en plakken... ;-|
Dat was ruim half zes klaar. Toen kon ik terug; en passant kwam ik pruimedanten tegen en een paar aardige presentjes. Dat loopt wel op. En het regende, dus ik liep - zonder jas - zoveel mogelijk onder de gevels. Het waren verspreide buitjes, maar meer dreigde wel. 
Ik ging een van de aankopen naar onze vrienden Jan en Vera brengen in hotel d'Espagne, en daarbij werd ik hier staande gehouden, daar op een stoel gezet... en zo gaat dat dan. Je hebt hier veel aardige mensen. 
Uiteindelijk was ik maar heel even bij Jan en Vera op de kamer, daarna moest ik bijna rennen om op tijd terug te zijn in het hotel voor het eten. Ton was net wakker geworden, dus dat lukte allemaal op het nippertje. 
Zeven uur avondeten: dat duurt hier geruime tijd, en daarna werden we staande gehouden door iemand die straks eens wilde praten, maar die, staande in de hal, meteen losbarstte. Typisch Lourdes. 
Terwijl Ton zich uitkleedt tik ik dit even af, en dan wil hij wel thee. 
Volgens mijn horloge is het al weer 21.35, dus hij is er wel aan toe. 
Het is voor mij een hele zorg minder, dat de kaarten op de post zijn...

Het heeft heel hard geregend en geonweerd vanavond
De internationale opening in de Pius X was weer erg vol, en met de Franse slag georganiseerd. 
Het werd er nogal warm, er was veel muziek - het gaf een vierdaagse gevoel, zei een van onze reisgenoten... Vuurwerkknallen, heel uitgebreide Kroatische muziek, (de Kroaten vormen al een paar jaar de grootste groep hier, en drukken zodoende in belangrijke mate hun stempel op het geheel, tot ongenoegen van de Fransen) maar het geheel liep een beetje met een sisser af...

Het is tien over elf en ik ga naar bed. Half negen moeten we morgen buiten staan.
...
Natuurlijk werd het toch twaalf uur, omdat Ton nog wel thee wilde en de dag wilde evalueren....


Zaterdag 21 mei 2011. Ton werd om half zes al wakker van mensen die over de gang slopen. Dan gaat het licht automatisch aan... Hij dacht meteen dat we al moesten opstaan, en rukte mij uit mijn slaap.... Ik heb na een kwartiertje toch nog maar even de luiken gesloten, maar iets over half zeven ging de wekker af. Nu is het bijna half acht, tijd voor ontbijt, en Ton ademt zwaar, ik ben er niet blij mee.

Voor het ontbijt waren we keurig op tijd, het was buiten bewolkt, dus ik deed de regenjas maar aan. 
Om half negen stonden we allemaal buiten, en we vertrokken samen naar de kapel.
We hadden als Nederlanders een eigen dienst in de Chapelle St. Joseph. 

Het was een bijzonder goede dienst, die netjes om negen uur begon, met een preek van de vicaris-generaal Woolderink die er mocht zijn. 
Bijbels, geen gezweef, en de lezingen en de psalm kwam er in terug. Chapeau.
Ook de vlaggewacht was zeer stijlvol. Fijn is dat.
Dit jaar hebben we geen muziek bij ons. Jammer, maar de monseigneur zingt vrolijk alles wat er op de liturgie staat. Ook het Eucharistisch gebed. Dus wat dat betreft hadden we geen begeleiding nodig. Maar verder vindt iedereen het wel erg jammer dat er dit jaar geen muzikanten mee konden... Ook voor de meeste musici is het ieder jaar weer een verrijking. 


Het nemen van de foto verliep dit jaar weer vlot, (dit is een van mijn eigen foto's) en natuurlijk onder enige hilariteit, er was geen volle zon om tegenin te kijken, dus ook geen slagschaduw van de petten, die al die brave militairen verandert in donker kijkende maffiosi. Om 1 uur was de foto al te koop, ik heb 'm even mogen bekijken, en Ton staat er leuk op. (Later hebben we deze ook gekocht, als enige.)
Natuurlijk moesten de generaals op de foto met de KMA, en de blauwe baretten hadden hun eigen foto, en de marine, meen ik... Ik heb er niet zo op gelet. 
Daarna nam een aardige jongen Ton van mij over, die daar geen enkel bezwaar tegen had, natuurlijk, en zo gingen we achter de vlag aan naar de receptie op de vertrouwde plek. 
Daar moesten we eerst maar eens wat jassen kwijt. Een creatieveling had daar iets op gevonden. Maar helaas, toen we later de jassen weer weghaalden, bleken ze dik onder het bleek-gele stof te zitten. Gelukkig had ik Tons jasje later binnenstebuiten gehangen...
Het gazon leek er iets vlakker dan vorig jaar. De receptie werd geopend met een drankje en 'enkele' toespraken. 
De generaals Van Uhm en Leijh werden toegesproken en bedankt, met humor, Mark van Lieshout, Frank en Tineke Boerboom en Jan en Leny van Lieverloo werden ook bedankt. Met engelen en bloemenbonnen. Generaal Leijh kreeg een erepenning van het militair vicariaat. Hij bloosde van genoegen. 

Dit is nog maar een deel van de aanwezigen...
Generaal van Uhm had een heel goede toespraak. Hij wordt niet voor niets door velen op handen gedragen!
Daarna ontvouwde zich een geanimeerde receptie, waarbij er opvallend goed werd gemengd. Prettig was dat. 
Het was prima weer, warm genoeg om de generale toestemming te geven de jasjes uit te doen, op voorstel van dokter John, maar niet al te zonnig. Pas op het eind kwam de zon door.
Maar natuurlijk was er toen wel behoefte aan een extra petten-garderobe... Een geschoren haag gaf uitkomst.

Overal kwamen de gesprekken los, en die gingen vaak ook ergens over. Hoewel de rolstoelers niet makkelijk van hun plek kwamen (gras is eigenlijk geen optie voor een rolstoeler - dat is het enige minpuntje hier) kwamen na het officiële gedeelte oude vrienden ook langs. Roos zat er gezellig bij. ;-) Ook dokter Hoogervorst maakte trouw zijn ronde langs zieken en gezonden. Hij is een heel betrokken arts... 

Er was een belegde boterham, met een heel lekker hapje vooraf (één per persoon) en fruit en boterkoek toe. Het ging schoon op, tot verbazing van de cateraars.
Om twee uur waren we terug op de kamer. Nu is het kwart voor drie, en Ton gaat zo met mij naar de grote Kruisweg.


Heerlijk, al die militaire muziekkorpsen. Dat maakt het echt PMI!

Om 15.10 u begon de tocht omhoog. Tien minuten later zaten we bij het echte begin, daar boven. Toen was Ton behoorlijk buiten adem. Het was relatief heel rustig: weinig grote groepen. Om 16.17 uur op het hoogste punt, bij de kruisafname. 

16.50 u zat Ton op een muurtje beneden, en deed ik mijn schoenen weer aan. Om kwart over vijf zat hij achter een Pêche Melba... ;-)
(Ik had een Dame Blanche gewenst, maar dat hadden ze zo letterlijk genomen, dat er vrijwel geen chocolade te bekennen was. Alleen wat overgebleven vlokken bovenop...)
Na een half uurtje gingen we maar weer naar het hotel, nu zitten we even boven. Ton met de pantoffels aan...
Straks, na het eten, nog een keer de Kruisweg.

Bij het eten waren leden van het Bestuur, o.a. de voorzitter en diens echtgenote, aanwezig, die zich over de eetzaal verspreidden. Dat werd erg gewaardeerd. Ook monseigneur Woolderink was aanwezig, die een vlek opliep op zijn stola. De meisjes van de bediening waren meer dan genegen zich daarover te ontfermen. ;-) 
Even later bleek dat de Monseigneur zijn pyjama niet bij zich had... dat hadden de motorrijders gehoord, en nu kreeg hij een mooi motorbedevaartsshirt. Hij was zo sportief om het aan te trekken ook, tot groot enthousiasme van de aanwezigen. 

Op verzoek van een paar mensen zou ik nog de grote Kruisweg met ze lopen... Dat kon alleen vanavond, na het eten. We zouden om half negen gaan, maar er moest links en rechts nog even iets, (ik zelf ook) en zo was het klokslag 9 eer we echt begonnen. Op een gegeven moment zagen we de zon paars ondergaan, dat was wel erg mooi, en daarna werd het al snel donker. Toen we bij de drie kruisen kwamen, zagen we die alleen als silhouet, en dat was ook indrukwekkend.  
De graflegging liepen we bijna voorbij, omdat het al zo donker was. Maar toen kwam al snel het verlossende woord: Resurrexit sicut dixit!
Nadat we helemaal naar beneden waren gelopen, keken we bij de kroon nog even naar het beweeg van de lichtprocessie op Rozenkransplein en Esplanade. Er was een heel lichtspel bij gemaakt... 
Heel de kruisweg door hadden we het gezang gehoord, dus al hebben we alleen aan het eind het Ave Maria gebeden, na het Onze Vader, steeds hoorden we het op de achtergrond zingen. Bijzonder.
We zaten nog even bij elkaar om wat te drinken, in de kring van de Blauwe baretten, die bij de Italiaan zaten...
Kwart over elf ging ik toch echt naar Ton. Die had wel thee gezet, en hij had eigenlijk willen lezen, maar was zo moe, dat hij alleen wat had zitten suffen. Nu wilde hij nog wel een kopje thee. En zijn druppels. 
We moeten nog wat adressen zoeken van mensen die tóch nog een kaart moesten hebben... etc. 
Het is intussen bijna een uur in de nacht, morgen moeten we weer om 7 uur op, want om tien uur begint de internationale mis, in de Pius X, en daarvoor moet je ruim van tevoren aanschuiven...
Eigenlijk moet ik nu nog 30 liter water halen, maar dat lukt me niet. Morgen moeten er ook nog wat cadeautjes gehaald... ik heb geen idee meer wat ik voor wie heb... Nu ga ik slapen. De dag door Uwe gunst ontvangen, is weer voorbij, de nacht genaakt.


Zondag 22 mei 2011. Het is al weer acht uur geweest, en we zijn bijna zover dat we de kamer kunnen verlaten. Onwillig werden Ton en ik wakker voordat de wekker afliep. 
In de badkamer zongen de vogeltjes al, want mijn PDA hing daar op te laden. Dat stopcontact voor scheerapparaten geeft net genoeg stroom om te laden. En dan moet het bijbehorende lampje wel aan zijn. Dit is onze laatste dag, en het benauwt me wat er allemaal nog moet gebeuren. Cadeaus voor de kinderen en kleinkinderen, 34 liter water halen, nu aanstonds eerst de massamis in de Pius X. Ton heeft al thee gehad, en een eierkoek, dus wat hem betreft hoeft het ontbijt niet meer. Ik denk er lichtelijk anders over. Maakt niet uit. Het regent, en niet zo zuinig ook, dus Ton zal zijn rolstoelregenjas mee moeten nemen. Maar misschien is de Heer genadig, en wordt het op tijd droog.

De Heer was in zoverre genadig, dat het motregende, maar Ton moest natuurlijk wel in zijn pij worden gehesen. 
We kwamen netjes de kerk in, Ton herkende een van de hoge omes, die hem vorige keer een plaats had gewezen, en riep vrolijk: Allo, allo! Dus zat hij op de eerste rij, en ik zat op een stoeltje er achter. De bisschop, Mgr. Ravel, kwam hem nog persoonlijk een hand geven, net als een paar anderen (Fransen) op deze rij... Het duurde dan ook nog even voordat de dienst zou beginnen. Eerst moest er nog van alles binnen komen: diakenen, priesters, bisschoppen, en de vlagge(wachte)n natuurlijk...

Uiteindelijk kwam ik op de bank achter Ton te zitten, naast een Generaal die verantwoordelijk is voor de Franse militaire zieken wereldwijd. En diens inderdaad heel charmante echtgenote. Misschien zien we hem nog eens in Utrecht.
De dienst was rustiger en overzichtelijker dan we vroeger wel meemaakten, met maar een paar talen per onderdeel, alleen werd er wel steeds een samenvatting van gegeven op de schermen. Die kon Ton net niet goed zien, dus hij vroeg zich af en toe af wat we nu weer aan het doen waren, aangezien de schallende trompetten te veel bleken voor het gehoorapparaat. 

De overdenking van de Franse Legerbisschop Luc Ravel werd  in verschillende talen samengevat op de schermen, terwijl hij heel rustig en goed articulerend sprak. 
Bij de vredegroet was Ton bijzonder geroerd door de stralende glimlach die hij als antwoord kreeg van zijn jonge buurman, een Franse invalide, die zelfs het hoofd niet zelfstandig bewegen kon. Voor hem het grootste geschenk van dit jaar. 

Voor de zegen kondigde de bisschop de data van volgend jaar aan: 11-13 mei, meen ik, en hij nodigde iedereen uit om gelovige én ongelovige buren, kennissen en vrienden mee te nemen. 

Na de dienst duurde het nogal eer we de kerk uit waren, de regenjas moest weer aan, want het regende behoorlijk... etc. 
Bovendien moest er een noodstop gemaakt worden, op het Rozenkransplein. 
Zodoende kwamen we te laat aan tafel, maar we kregen de lunch nog wel met vriendelijkheid opgediend.

(Ik kan hier in het hotel, dankzij een beperkte WiFi verbinding, die alleen in de hal werkt, en nog net in de eetzaal, maar niet reikt tot onze kamer helaas, de website opladen, zodat de bijgewerkte versie meteen te lezen is. Dat motiveert ook wel om het bij te houden!)
Half twee is het intussen, en we moeten de stad in, dus ik groet jullie, en wens jullie allemaal een zonniger zondag dan we hier hebben. 

Helaas, het leven is wat je overkomt als je ander plannen hebt gemaakt. 
We werden heel lief ter plaatse gehouden door Jolijn, de freelance journaliste, die iedereen om haar vinger weet te wikkelen, behalve generaal van Uhm, want deze had andere prioriteiten. 
Het is een heel enthousiast kind, dus was Ton meer dan bereid al haar vragen meer dan te beantwoorden.
Iets na drie uur gingen we eindelijk weg. De weg voerde over de brug en omhoog, maar de eerste serie cadeaus vonden we uiteindelijk waar ik ze ongeveer zocht. Toen het even heel steil omhoog ging, kreeg ik hulp van een middelbare Fransman, die zo enthousiast op mijn bedankje reageerde, dat zijn stem een half register omhoog ging. Aangezien Ton vooral jaloers is, wanneer daar geen enkele reden voor is, registreerde hij dit meteen... :-)

Voor de kleinkinderen hebben we boekjes en locale producten gevonden, geen devotionalia, dus we hopen dat het welkom zal zijn. We zijn aanmerkelijk verlicht: veel minder geld mee te dragen. ;-)

Kwart voor vijf waren we terug in het hotel. Het was buiten nog wel bedompt, maar er kwam een waterig zonnetje door. Een bedelaar zat op de Pont Saint Michel zover met zijn voeten uitgestrekt dat ik last had van zijn lange tenen. Mille fois pardon, monsieur. Maar meer kreeg hij ook niet van mij. De Roemeense touristenindustrie is hier weer strak georganiseerd. Af en toe wordt er weer een busje geleegd, en dan krijg je zo een stuk of wat vrouwen en kinderen met een plastic bekertje langs, die iets moois van je verwachten. De één na de ander. Dan krijg ik het gevoel dat er ook familieleden uit Zeeland moeten komen bij ons... Technisch is het in elk geval stom om de een na de ander langs te sturen. Dat werkt averechts. 
Op de Esplanade zagen we links en rechts reproducties van het Onze Vader in de verschillende talen dezer wereld, zoals dit in Jeruzalem, in de Paternosterkerk, op tegels is afgebeeld... Dit is in het Maori...

Omdat we om half zes weg moesten van het hotel, hadden we toch al niet zoveel tijd om ons te verkleden. Ik liet het dus maar na, het feit dat ik nog haast geen water heb om mee te nemen, op een 10 liter bidonnetje na, verontrust mij.


De Nederlandse afscheidsdienst in Salle Kolbe stond in het teken van Bidden met Bernadette, en wel het onze Vader. Bernadette kwam weer níet uit de verf. 
Henk van Boxtel steekt de bedevaartskaars aan met het licht van de Paaskaars. 
De aalmoezenier van de KMA had cadetten gevraagd  naar hun gedachten bij het werkwoord bidden. Die waren heel divers. De erbij gezochte liederen en muziek ook, zodat er voor iedereen wellicht iets bij was. De cadetten die de vaandelwacht hadden gevormd, en aldus bij de internationale vieringen Nederland vertegenwoordigden, vertegenwoordigden nu ons, kerkgangers, door vóór ons kaarsjes aan te steken, waar ieder zijn of haar gedachten bij mocht hebben.

Hier een deel van de kaarsjes op tafel, plus de grote Bedevaartskaars die na de dienst naar de Grot gebracht zou worden. Bovendien liggen voor de tafel de souvenirs / devotionalia....
Aan het eind van de dienst kregen Jan en Vera van der Ham een Engel, aangezien ze voor de 25ste keer mee waren, en 50 jaar getrouwd waren geweest. Wat pijnlijk dat er werd gerefereerd aan het moment waarop ze niet meer mee zouden kunnen. Dan moest de engel het bedevaartsgevoel maar oproepen. Tja. Maar ze waren bijzonder blij met de aandacht die aan hun huwelijk was en werd geschonken. Ook van andere zijde was er aandacht aan hen besteed, deze bedevaart, en dat is goed. Hun leven is niet makkelijk. 
Monseigneur Woolderink toonde zich bereid de meegebrachte devotionalia (en andere souvenirs, maar die noemde hij niet) door het plastic heen te zegenen, immers: hij verwachtte ook niet dat wij de jassen uit zouden trekken op het moment van de zegen. ;-)
Verder bedankte hij, niet zonder humor, Mark van Lieshout voor diens (ver)diensten t.b.v. de bedevaart. 
Mark kreeg nu, naast de bloemenbon van gister, ook een legpenning van het vicariaat. Die lag er nog. Natuurlijk toonde Mark zich zeer vereerd...
De grote kaars die was aangestoken aan de paaskaars, werd na de zegen door de motormuizen en andere pelgrims naar de grot gebracht. Aangezien het zachtjes regende, trokken we Ton eerst de rolstoelregenjas aan. Dat kostte genoeg tijd om de anderen helemaal uit het zicht te verliezen. Dus gingen wij maar naar het hotel. 
Snel naar boven, de lader van mijn nieuwe fototoestel was nergens te vinden. Ik word zo langzamerhand gesplitst in kip zonder kop en kop zonder kip. 
Straks is er nog het concert van de Duitsers. Ton verheugt zich er op.
Er was eveneens een uitnodiging van de Blauwe Baretten (Libanonveteranen en anderen die gediend hebben in NAVO-verband) om vanavond iets in hotel Lucia met ze te komen drinken, maar dat betekent: veel aandacht geven, verhalen aanhoren, en het is voor Ton net iets te veel van het goede, dus we hebben ons laten excuseren.

Nu is het al weer 20.20 uur, en we zitten aan tafel, wachtend op het dessert. De plaatsen bij het aardige echtpaar van eerst zijn door anderen ingenomen, en nu zitten we samen, dus Ton vindt het best rustig dat ik even de dag bijwerk op het noteboekje, zodat hij in stilte kan genieten.
Omdat het de laatste avond was, ging er een mandje rond voor de meisjes, en mevrouw deelt daar ook in.
Michelle, Sonia en Celine droegen elk een marinepet, hetgeen bar charmant stond.

Mark van Lieshout overhandigde de gulle gaven, waarop de meisjes iedereen kwamen zoenen... (Dat hadden we nog niet meegemaakt, op deze manier... Wel bedanken.)
Maar eerst memoreerde Jan Wolters, onze hotel-aal, de ongelooflijke staat van dienst van Willem van Donselaar, en vervolgens noemde hij Ton, die al sinds 1958 (of 1957/ meegaat.  33 keer zal het toch wel zijn...
Hij kreeg de Tag van Wolters zelf omgehangen met de mededeling: nu ben jij ook eindelijk aalmoezenier...
Dat werd met applaus begroet...
Even later grinnikte iemand tegen Ton: Dominee, het is u vergeven dat U Protestant bent! 
Er was ook applaus en een miniatuur lichtgevende maagd voor Henk Meijer, Henk de boots, en Jaques van der Meij, die voor de vijfde keer met de bedevaart mee waren, op de motor. En zichzelf sloeg hij maar over. Want hij had ze meegenomen, de eerste keer...
Ook Mark werd bedankt en toen mocht hij zijn vlotte Frans op de dames loslaten. 
Un succès fou. Michelle, Sonia en Céline hadden bediend met marinepetten op, en dat stond ze best. 

Na het eten gingen we de koffers pakken. Het was toch al te laat voor het concert, het regende licht, en Ton was moe. Ik kan mijn oplader voor de Canon niet vinden, en daar werd ik steeds nerveuzer van. Tegen kwart over tien ging ik eerst maar eens water halen, ik dacht wel twee keer heen en weer te moeten, maar 34 liter lukte in één keer, op de rolstoel. Het duurde ruim een half uur om dat alles te vullen, het debiet van de bron is groot genoeg, maar er zijn veel kranen en veel mensen. En het komt wel allemaal uit de Bron. 
Er stonden lange rijen, en het was grappig te zien hoe sommige mensen nog geen minuutje konden wachten... 
Bij de helling naar de hekken kwam net dezelfde engel als vanmiddag met zijn gezelschap aan, ze waren naar het concert geweest, en hij bood aan de stoel met water en al naar boven te rijden, hetgeen ik met dank aanvaardde. Zo'n aardige man. Bijna bij het hotel kwam ik nog een van de bekenden achterop, ze ging nog naar het feestje van de Blauwe Baretten, en vroeg of ik ook nog kwam... Ton vond het onzin dat ik nog uit zou gaan, tegen die tijd was het kwart voor twaalf, maar ik ging toch, en had mijn eigen bedevaart...

Nelleke had ik net gemist, maar eer ik haar achterna kon, stond ik al met een paar motormuizen in conferentie over van alles en nog wat in de tuin van hotel Ave Santa Lucia, waar het feestje echt vrijwel afgelopen was. Het duurde even voordat mijn gesprekspartners naar hun hotel gingen, en ik dacht: misschien tref ik sommige mensen nog bij hotel d'Espagne. Pech. Daar zat niemand meer die ik kende. 
Maar op de brug (le Pont Vieux) was het dik feest, en daar werd ik aangeschoten door een Hervormde bedevaartganger, die dacht dat mijn lief een echte aalmoezenier was. Ik vond het een wat onhandig moment voor theologische discussies, dus ik raadde hem aan de website te bekijken, om te zien hoe wij een en ander hebben meegemaakt en bezien... 
Het is wel de plek voor ontmoetingen en knuffels. Links, rechts, links... en nog een èchte, zei er iemand. Ben je gek, antwoordde ik, dat is voor mijn man. Maar dit jaar heb ik wel mijn deel aan armen om mijn schouders, knuffels, en uithuilers gehad, dus ik ga met een warm gevoel naar huis...

Na enige tijd ging ik verder, want ik wilde nog naar de Grot. 
Bij hotel Royal stond een groep Duitsers na het officiële concert de puntjes op de I te zetten. Heel swingend, ook daar werd gedanst, net als zojuist op de brug, waar een kleine kopersectie met trom stond, als ik het goed heb gezien. 

En het bier ontbrak nergens... Tijdens de PMI lijkt dat even levensnoodzakelijk als Lourdeswater. Het wordt in elk geval in grotere hoeveelheden genuttigd!

Het was goed om bij de Grot te zijn. Van het thema: Het Onzevader bidden met Bernadette was voor mijn gevoel niet veel terecht gekomen, maar er is een tegel waar staat dat Bernadette daar op 11 februari 1858 heeft gebeden, (links van het bankenblok, halverwege) dus ben ik daar maar geknield, om daar het Pater noster te bidden.  Halverwege raakte ik in de war en daarna ging ik  na het Frans maar over in het Nederlands...  
Daarna had ik achterin de Grot nog een goed gesprek met de Heer, over de kinderen en nog wat mensen, en over mezelf... 
Dat gaf rust en vrede. 
Ook wilde ik nog even kijken naar de kaars van de Bedevaart, die stond mooi te branden. 
De hekken van de brûloires werden net gesloten door Spanjaarden, waarvan één een lid van de Guardia Civil, vriendelijke mensen die zich keurig voorstelden. Ik kreeg nog een cadeautje. Namens het Spaanse leger. Een pin, niets kostbaars, maar wel een vriendelijk gebaar. Toch zat ik er een beetje mee in mijn maag, want zij vertegenwoordigden het slechtste dat onze Protestantse zusters en broeders in Spanje is overkomen destijds. Het zijn in elk geval niet dezelfde personen, zo oud zijn ze niet. Maar nu ja, het wringt toch... Kijkend naar de Gave heb ik ook díe onrust laten varen, ik leg het maar in Gods hand...

Bij Royal werd nog royaal gefeest, er was zelfs nog een kraampje open, daartegenover, waar je etenswaar kon kopen. Slimme jongens. Op de Pont Vieux was het gedaan, maar bij de brievenbus waren de Kroaten nog niet klaar. De Spanjaarden hebben die plek opgegeven dit jaar. Zeker de verkiezingen verloren, gisteren... Ik heb daar niet meer naar gekeken trouwens. Dat speelt hier en nu ook niet zo.
Kwart over twee lag ik in bed. Jammer genoeg heb ik een aantal mensen nauwelijks gezien dit jaar. Dan had ik er ook niet veel voor kunnen betekenen, neem ik aan. 
De tijd was dit keer ook wel heel erg beperkt. 


23 mei 2011. We zijn er klaar voor. Ton was om half zes al klaar, nu is het zeven uur, en de koffie is op, de koffers staan in de hal, en we hebben geen zin om weg te gaan. Half acht zal het toch moeten gebeuren. Bij het inpakken vond ik in het onderste voorvak van de 'overblijfkoffer' de zo gezochte oplader. Voor mijn gevoel had ik ook daar gekeken. Het fototoestel dat er bij hoort zit intussen in de koffer die al beneden staat... Daar kan ik echt niet meer bij. Tja. 


Inderdaad, iets na half acht werden we uitgezwaaid door de Voorzitter Bedevaart, de meeste motormuizen, die ons doodknuffelden, en nog wat mensen uit het andere hotel die straks met het vliegtuig vertrekken. Mgr. Woolderink reed met ons mee, eerst naar Hotel d'Espagne, waar Hans instapte, en waar nog verschillende mensen afscheid van ons kwamen nemen, daarna door tot aan de brug waar je rechts naar Lucia gaat en links de stad uit. Hij sloot de bedevaart op een mooie manier af met een gebed om zegen. 

Toen hij wegliep zonder om te kijken, toeterde Karin nog even, onder het motto: U moet wel terugzwaaien. En dat deed hij toen. Wat een gouden meid is deze chauffeur!

Van de heiligdommen zagen we niets meer, door de toegenomen bebouwing en de hogere bomen. Maar ik heb goed afscheid genomen. Tien over acht waren we bij het vliegveld, en nu rijden we door naar de laatste stopplaats van de heenweg, ook de bus heeft dan dorst, het zal rond een uur of tien zijn. Dan gaan we naar Rocamadour, en om tussen half zeven en zeven uur zullen we naar verhoopt in Orléans zijn.  
Het is bijna negen uur, en de meeste mensen slapen. Maar ik hoor nu, zoals ik al meer hoorde, dat vier dagen reizen en drie dagen Lourdes de omgekeerde wereld is. Wij zijn niet de enigen die echt tijd tekort kwamen!!!!

10.20- 11 uur hebben we gestopt bij de keurige Aire du Frontognais, het is zonnig en 20 graden, dus heerlijk reisweer. Een kwartiertje gekletst met een aardig iemand. Er zitten nu twee mensen minder in de bus, er was ruimte voor hen in het vliegtuig. En er waren redenen voor om dat zo te regelen... 

We komen langs licht-geplooid sedimentgesteente, en dat herinnert ons aan Japan en Lorca. 
Om 11.54 A20 kilometerpaal ongeveer 357, voor de kruising met de Lot, lag rechts een stevig kasteel met een dikke donjon, en zware muren. Opzoeken in Google Earth. 
Bordje Saint Céré 12.02 tijd van de bus. 
Heuvels en valleien, door rivieren uitgesleten. Je komt hier de Lot nogal eens tegen. Eerder de Garonne. Hooi ligt in heel strak geperste, en ingetapete, ronde hooibalen op het land. Af en toe prachtig bloeiende brem. 

We stoppen vervolgens in de keurige Aire Jardin-des-Causses du Lot, waar de portemonnaie van de aalmoezenier G-J J. op ons wacht, dat zal 12.10 zijn en we krijgen dan meteen de lunchpakketten. 
Die aten we op terwijl de bus over de D840 om kwart voor 1 reed, met verantwoorde vaart, maar er waren wel heel veel bochten, dus dat was lachen, want we hadden een fraai pakket in grote gladde platte plastic dozen. Ieder. Ton en ik hadden samen aan een exemplaar al meer dan genoeg. 
We waren om 1 uur in Rocamadour, waar we twee uur de tijd hadden, die we eerst gebruikten om af te wateren. Als je de deur maar voor elkaar open houdt, blijft het goedkoop. Dat deden we dus. Toen gingen we met een groepje naar beneden, de prijzen die voor de rit met de schuine lift werden berekend, varieerden nogal. Van 2.30 tot 4 euro per persoon. 
Het panorama was weer fascinerend, en omdat we op een ander tijdstip waren dan vorig jaar, zag het er ook weer heel anders uit.

We gingen, eenmaal binnen, eerst kijken bij de ansichtkaarten, en dat hadden we nu níet moeten doen. 
Vervolgens daalden we af naar de Crypte met het lichaam van Sint Amadour of een andere heilige. De vorige keer hebben we die niet kunnen bezoeken, dus dat stond met stip op ons verlanglijstje. Daar hing een heilzame atmosfeer, en ik voelde Tons hart rustiger en sterker worden. Gelukkig maar, ook het meisje dat ons begeleidde voelde daar een heel zuivere lucht... 
Inderdaad heel bijzonder. 

Ton wilde ook de zwarte Madonna nog groeten (of bekijken) dus hij besteeg de trappen naar het de kapel. Vandaar zakte hij af naar de kerk, waar hij de copie van de Madonna weer zag. Het beeld stond nu op een processieboot, met twee draagstokken. Op de rand allemaal waxinelichtjes. Uitgebrand, dus er was kort geleden een processie geweest, neem ik aan. Toen had Ton wel weer genoeg indrukken gehad. 
Hoog tijd om terug te gaan met de 'schuine lift'.... (Dat kleine witte vlekje bovenin is het daglicht...)
Rustig tutten we terug naar de bus, waar mijn lief om kwart voor drie met een zucht van verlichting neerzeeg. De airco stond al aan. Aangezien ik dacht aan de uitdrukking een goed soldaat wacht niet tot het moet, maar gaat als het kan, ging ik in op de uitnodiging een 50 cents stuk te delen... Maar ik zat netjes op tijd in de bus, Ton kreeg nog wat water te drinken, ik nam zelf een paar slokken, en we zaten klaar om te vertrekken. Het duurde echter nog een kwartier eer de laatsten aangeslenterd kwamen. Ze hadden zich vergist in de trap! (Dat kregen ze nog wel een paar keer te horen, onderweg...)
Intussen kreeg Hans een alarmerend telefoontje. Dat het vliegtuig met zieken en strepen/sterren om kwart over twee was geland, wist hij al, maar nu bleek dat - ondanks een ingevulde vrachtbrief - de bagage nog in Tarbes stond. 
Gelukkig bleek uit een volgend telefoontje dat de rolstoelen wel was meegekomen. 
15.38 Lage heuvels met boomgroepen, hier en daar hooiland, of wat graan... 
Nu valt mijn hoofd om en mijn ogen vallen dicht.
We zitten weer op de A20 naar Parijs...
...
Van slapen kwam echter niet veel, er ontstond een geanimeerde discussie over tablets versus laptops. 

16.14: Departement de la Corrèze. Alleen weet ik niet meer of we dat ingingen of verlieten. De chauffeur heeft het beeldscherm in de bus gekoppeld aan haar TomTom, maar we waren de pijl een tijd kwijt. Nu, om 17.31 uur, wijst hij weer netjes waar we zijn: een km of 30 boven Limoges. Heuvels en dalen, een minuut of vijf geleden weer een grote rivier. 
17.45 uur: de heuvels worden hier iets lieflijker. 

18.00 - 18.45 uur verpoosden wij ons een poosje in de keurige Aire de Boisandé. 
Ik regelde thee voor Ton, met een eigen theezakje, toen hoefde ik voor het water niets te betalen. Lief. Hij kreeg ook nog wat chocolade. De temperatuur buiten bedroeg 27 graden Celsius, later zag ik langs de weg nog hogere waarden. 
Binnen de bus stond toen de airco in de vriesstand, zodat we wat zaten te rillen. 
19.20: we zijn ter hoogte van Chateauroux, vroeger lag daar vlakbij de basis La Courtine waar de Nederlandse dienstplichtige zijn eerste buitenlandervaring opdeed. Rijk de Gooyer zong er over. 
19.22 u: we gaan over de rivier l'Indre. We zitten op de centrale hoogvlakte, en het Departement Indre et Loire wordt gesierd door allerlei kastelen. Zoals Valançais, waar Ton een heel verhaal over had, dat ik nauwelijks verstond. 
Die kastelen staan aangegeven op de borden langs de weg, maar je ziet er bijna nooit iets van. 
Wel zagen we twee onbenoemde chateaukes. 

De jeugd heeft het intussen wel gezien, en smeekt om Sex in the City te mogen zien... Een meidenfilm, roepen de jongens verontwaardigd. Maar die wordt wel gedraaid, met ondertiteling, en zonder geluid...

20.03 de E9. Het is nog rond de 85 km naar Orléans. 
20.33 Val de Loire. 
En dan eindelijk, tegen negen uur: Orléans. De busleider wil eerst de sleutels regelen, en ons dan in de gelegenheid stellen om ons alsnog om te kleden. Half tien eten, stelt hij vast. Hij is selectief doof voor de algemene opstand, maar hij wordt er nadrukkelijk op aangesproken dat mensen nu willen eten, of helemaal niet meer.  Goed, goed, hij zal het regelen... Even later krijgen we de sleutels en de mededeling dat we nu aan tafel kunnen. De meesten zetten hun handbagage even weg. 
Daarna zaten we geruime tijd aan tafel met brood en water te wachten op wat er nog meer zou komen. 
Tijd genoeg om de bedevaart te evalueren, en om de verworvenheden te tonen! 
Noelle had een insigne van de Pauselijke Zwitserse Garde, en daar was ze terecht verguld mee...
Het eten bestond weer uit een grote salade om te beginnen, daarna kwam er pasta met rundvlees en een verdwaalde wortel, gevolgd door een verrukkelijke halfwarme brownie met een bolletje ijs. 
Met mijn overbuurvrouw ruilde ik een halve brownie voor een heel bolletje ijs, en wij waren daar beiden tevreden over. De gesprekken aan tafel waren geanimeerd. 
De jongelui luisterden beleefd en voor een deel geïnteresseerd naar Ton. 
Om half elf, kwart voor elf, werden Paternoster en Weesgegroet nog eens gebeden, waarna de mededelingen ons deden weten dat de bus om half acht uiterlijk zou wegrijden, koffers kwart over zeven inladen, ontbijt half zeven. Dus Ton liet ons maar wekken om half zes. Ik mocht nog even iets doen aan een pijnlijk been, in de hoop dat het iets minder stijf zal zijn, en toen waren we om elf uur op onze kamer. 
Uitpakken, een kopje thee voor Ton, een slok koffie voor mij, en het is weer tien voor twaalf. 
Ton ligt tenminste. 
De prognose is dat we om zes uur bij Utrecht aan zouden kúnnen komen, als alles meezit bij Parijs, Antwerpen en Utrecht. Tja.
Nu ga ik me ook uitkleden en slapen.


24 mei 2011. Om tien voor half zes begon Ton zich al te scheren, de engerd was weer veel te vroeg wakker. Maar we hadden de tijd wel nodig. we konden zelfs nog 'in bad'... wel lekker. En we waren op tijd om ruim te ontbijten. 
Ton had er zin in, dus hij zat weer volop met de dames te flirten.  
Om half acht reden we weg. Het is betrokken, en nu nog fris. Gisteren hebben we 740 km gereden, vandaag staan er 620 op de rol. 

Onze onvolprezen chauffeur vertelt het verhaal van het ontstaan van de croissant: 
Maria Theresia van Oostenrijk werd gewaarschuwd door iemand dat de Turken Wenen wilden innemen. Door op tijd maatregelen te nemen, konden ze de belegering uithouden. 
Er werd een overwinningsgebakje gemaakt in de vorm van een (wassende) halve maan. Marie Antoinette, de dochter van M.T., nam dit gebak mee naar Parijs, en daar werd het genoemd: croissant. Overigens werd de tipgever beloond. Hij mocht iets uitkiezen uit de spullen die waren buitgemaakt op de Turken, en hij koos een zak met grauwe bonen. ???? Als je ze brandde en maalde, er heet water op goot, en de drab liet zakken, had je koffie. En dus krijg je in Wenen een glaasje water bij de koffie om het bittere drab weg te spoelen, mocht je te gulzig hebben gedronken... Aldus de legende. 

Parijs ligt ongeveer 125 km van Orléans. Nu is het nog maar 110, en Chartres 57. Kijk, daar had ik nu wel een afstekertje heen willen maken. Maar ik denk niet dat er een meerderheid voor te vinden is, want er zijn paarden die de stal al ruiken. Bovendien begint het nu, 7.53 uur, te regenen...  
Dat was maar een bui, tien kilometer verder begon de zon weer te schijnen. 
Op een gegeven moment (volgens de gegevens van mijn fototoestel, die ik nu maar aanhoud: om 8 uur 24) hadden we een groot windmolenpark links van de weg, in lintbebouwing. 
Het is intussen bijna negen uur, en we zitten een kilometer of 10 van Versailles, zo te zien. We zitten nu wel in de file voor Parijs. Vertraging van 19 minuten, staat er op de borden. De witte molen voor Parijs zag ik net, maar er reed een vrachtwagen voor, zodat de foto niet lukte. Natuurlijk heb ik al vaker gepoogd deze foto te maken. 
Intussen is het bijna half tien, en we staan nog steeds voor Parijs. Het ziet er naar uit, dat dit deel de meeste reistijd gaat nemen... Leve de dagbus... Regelmatig hoor ik achter mij: ja, met de nachtbus had je dat niet gehad... 
Intussen wordt er veel gelachen... Zelfs achterin lijkt de helft wel wakker...

10.05 u we rijden nu weer op volle snelheid en wel op de A3. Parijs ligt achter ons, we liggen een uur achter op het schema, dus Karin heeft wel enige haast met het opzoeken van de volgende halteplaats. 
10.25 u: we rijden de Aire de Vemars Est op. Het is er 17 graden Celsius, en dat voelt tamelijk fris aan. Iedereen strekt met genoegen de benen, mensen boven de veertig merken nu wel dat vier dagen bus ongezond is voor de doorbloeding. Nu is het ook zo dat de mensen bij de stopplaatsen niet even doorstappen, maar alleen door de winkel drentelen, nadat ze hun plas zijn kwijt geraakt. Ze keutelen maar wat, dus echt bewegen is dit niet voor het lichaam. Ik denk dat het hart dit niet als beweging noteert. Eigenlijk moet de busdokter ons maar even wat step-oefeningen laten doen... ;-) Hij rilt bij de gedachte, al geeft hij toe dat het medisch gezien een goede zaak zou zijn... 
Om kwart over elf rijden we weer met goede moed weg, sommigen voorzien van een baquette, en in een geval bleek die te lang om ongeschonden de bus in te kunnen... tja. 
11.20 u: Parque Astérix op rechts. We rijden er zo dicht langs, dat we er nu helemaal niets meer van zien. 

12.15 u we zitten ter hoogte van Amiens, maar dan 30 km ten Oosten. 
De bewolking breekt een  beetje, dus er is een waterig zonnetje. Net heb ik voor iemand via Word opgezocht waar het verhaal van Elia staat, en van God, die Zich niet vertoont in geweld van vuur en aardbeving, maar in de rust van een zachte bries. 1 Koningen 19. 
Logisch natuurlijk, want dàn kun je pas Gods stem verstaan. 
Ton neemt met die persoon intussen een verslag van vorig jaar door. 
12.45: de eerste zwart-witte koeien na de lichtblonde en de roodblonde van Aquitanië. 
We gaan nu richting Valenciennes, ik schat dat het nog een kilometer of 25 zal zijn. 
12.50 uur, heel in de verte zie ik links voor al zo'n steenhoop met puin en kolenmijnen. 
13.00 de plaats naast Ton lijkt weer vrij te komen. Ik wil wel even graaien in de etenstas...
13.20 uur. De bus heeft dorst, dus we stoppen. De planning is: tot 14.15 uur, maar de Raststätte wordt verbouwd, dus er is een tijdelijk gebouwtje dat weinig faciliteiten heeft, en de toiletten worden beheerd door een dame die van tig keer 30 cent nog nooit een stuk zeep of shampoo heeft gekocht.  Als Karin de minimale rusttijd van een half uur heeft gehad, rijdt ze ons verder, naar een plek 23 km verderop, waar het allemaal goed en schoon en duur is. Voor 2 koffie en 2 hapje chocola betaalde ik 5.10 Overigens weer geen romannetjes voor mij. Het lijkt niet te mogen dit jaar. 

Wij horen intussen dat de bagage van de vliegtuigreizigers donderdag op te halen is op vliegveld Eindhoven, en anders moeten ze wachten op de woensdag daarna, dan kan het worden thuisbezorgd. (Later blijkt dat het maar een dag daarna is, dat de bagage thuis gebracht wordt.)
15.13 u We zitten onder Brussel. Ik neem maar weer een foto van het navigatiesysteem, dat is makkelijk. Het is nog 185 km naar Utrecht, zo te zien. Wij rijden links om Brussel heen. A12. 
We zitten nu, 15.19 in Vlaanderen. Wij blij! De koffie is afgerekend, en de bijdrage voor de chauffeur is ook overhandigd aan Ria, die deze afdrachten heeft gecombineerd. Ha, het Atomium - we zagen eventjes de vijf bovenste bollen. Tenminste op 270 graden, maar na heel veel turen en gegiechel zagen we om half vier nog nét een halve bol in de verte achter ons op 350 graden. 
Thuis kijk ik wel of er van de vele keren klikken er ook  maar iets is gelukt. 
Volgens de prognose van het navigatiesysteem zouden we - zonder oponthoud, en dat zal er zeker zijn omdat we de cadetten ook nog moeten uitladen in Prinsenbeek of Breda - rond 17.13 in Utrecht moeten aankomen. Het is nog 154 km om 15.34 uur. 
Het gaat nu recht omhoog richting Antwerpen. 
....

Uiteindelijk waren we om 18.05 op Westraven, waar Betty al heel lang wachtte. En voordat we afscheid genomen hadden en in de auto zaten, duurde het nog wel een half uurtje. 

Ton was helemaal óp toen we thuis waren, alleen een kop soep en een beetje yoghurt ging er nog in, ondanks de boodschappen die zo liefdevol gedaan waren door onze dochters. 
De kinderen hadden, terwijl wij weg waren, met man en vrouw en macht de slaapkamer voorzien van laminaat. 
Dat betekende ook dat de (kleren- en boeken)kasten (6) leeggehaald moesten worden en verplaatst. 
Het is een gigantisch karwei geweest, maar het resultaat mag gezien worden, dus het eerste dat ik deed toen Ton sliep en ik net begon met de koffers leeg te maken, was: ze allemaal uit de grond van mijn hart bedanken! 
Nu draait de eerste was, en Ton is eindelijk wakker (23.20 u) en drinkt een kopje thee, zuchtend en steunend dat hij zo moe is. Morgen is dat vast een stuk beter. En ik wil ook wel gaan slapen, eerlijk gezegd. We hebben een aardige slaapschuld opgebouwd in deze week. Morgen, en de dagen er na zal ik dit verslag wel uitwerken...  


Het was een mooie bedevaart, en we zijn diep dankbaar dat we dit mochten meemaken.

Wie het verslag van 2010 wil lezen mag hier klikken: 2010

En zelfs 2009 staat nog op het web... 

web counter
web counter