Dat kostte nogal wat tijd - maar het rijtijdenbesluit had toch al besloten dat we voor 9.15 uur niet weg mochten rijden, dus we hadden ons niet zo te hoeven haasten.
Het is rustig weer, een beetje motregen, het is nu 12 uur en we zitten in
België, in een wegrestaurant. Over tien minuten moeten we in de bus zijn, dus
dat is aanstonds weer stressen. Die bussen van Kupers uit Weert zijn wel heel
goed te herkennen, en dat zal tijdens deze reis vele malen zijn nut bewijzen!
Ton heeft de koffie op, Joke de thee bijna, en
dat was met mijn koffie er bij 5.70 euro.
Eten doen we zo wel in de bus. Dan
moeten Hans en Ton maar van plaats ruilen. De tas met etenswaar kunnen Ton
en ik dan tussen ons in zetten.
Er zijn veel aardige mensen, waarvan we er vrij wat kennen, en de KMA
is met 9 jongelui. Marika VU is er één van, leuk hoor, ze kwam naar ons
toe, om ons te begroeten. Vorig jaar was ze ook van de partij.
Er is een vrouwelijke collega van de KMA mee dit jaar, een aardig meisje.
Vervolgens kwamen wij om 12.37 u langs het bord dat slechts toonde: France...
in een circel van Europese sterren.
Toen duurde het nog tot kwart voor drie,
eer het rijtijdenbesluit weer inactiviteit vereiste. Wij mochten er dit keer drie
kwartier uit. We hebben geen consumpties gekocht, maar wel boekjes. Niet voor mij, maar voor
Ton en twee dochters. Plus twee kleinkinderen.
Tussen deze stops door en daarna
heb ik mij bezig gehouden met het openen van de enveloppen, die voor een groot
deel aan één kant dichtgeplakt bleken te zijn.
Dat scheelt weer een uur of
vier werk in Lourdes.
Intussen is het kwart over vier, we rijden we langs de Faubourgs, de zon
schijnt, 16.20 Pte d'Ivry, met een groot rangeerterrein.
We schijnen de Sacre Coeur
te hebben gemist in de verte rechts. Dat kan zomaar, met die grote gebouwen er
voor. Maar dit is dan een stukje Seine.
Nu is de bebouwing langs de weg uit begin 1900. De sfeer in de bus is
prima, ook al lijden we aan files, en zal de planning wel niet gehaald worden.
Karin, de chauffeuse, mag nu nog drie uur rijden, dus er is geen probleem. Er
wordt langs de weg veel gebroken en gebouwd.
16.25 we zitten al weer buiten
Parijs, gezien de moderne gebouwen, die het meest lijken op hotels en kantoren,
en de toename van het groen. Richting Orly. Snelweg A6b.
Dit is intussen de weg naar Bordeaux. Ton zit sinds de noen naast mij, omdat dit met het eten
wel makkelijker was. We hadden tegen half zes in Orléans moeten aankomen, we
logeren in het Novotel, dat iets er voor ligt.
Uiteindelijk zijn we er om vijf voor zes, en Ramon Bos en Gert-Jan halen de
sleutels op, zodat we rustig in de bus of in de zon (voor de rokers) wachten. Om
zeven uur eten, om acht uur openingsdienst. Althans dat is de planning.
Om kwart over acht zaten we echter nog aan tafel, om half negen zou de dienst
dan beginnen.
Het was, hoe zal ik dat zeggen... Rooms. Maar er was een stukje mooie muziek
in...
Het Internationale thema is dit jaar: Onze Vader in de
Hemel...
Hier werd
dat tot: Het Onze Vader bidden met Bernadette. Niet dat zij er nu bijgehaald
werd, hoor. Dat komt vast nog wel.
Het was in elk geval boeiend om te zien hoe
een aalmoezenier, die al verschillende uitzendingen naar Uruzgan etc. achter de
rug heeft, daar diensten doet.
'k Zou wel eens willen weten hoe de jongeren daarop
hebben gereageerd. Maar die zaten achteraan, en wij vooraan. En aangezien we nog
een en ander te schrijven hadden gingen we naar de kamer, want morgenochtend
moeten we om half zes weer op.
En het is nu al 11 uur geweest. Ton zit aan de thee, ik aan de decafé. Niet zo gezond, maar wel lekker. Er staat een waterkoker op de kamer,
erg luxe dus. We logeren in een Novotel bij Orléans, zoals reeds vermeld, en
daar kan ik zomaar via het gratis WIFI-system internetten en FTP-en.
Hier was het aan het eind van de dag ronduit warm. Morgen wordt de hele dag regen verwacht en 20 graden.
Donderdag 19 mei 2011. Het is 7.40 uur en de bus dreigt weg te rijden, dus de
laatsten komen nu binnen. Er was een lange rij voor het ontbijt, maar dat was
dan ook heel uitgebreid.
Ton is verrukt van dit hotel. Hij had warempel wafels
bij het ontbijt. En nog veel meer.
We rijden de
A71/ E6 Om 7.55 uur is het nog 708 km naar Lourdes. Karin rijdt heel
geconcentreerd, zie ik in de spiegel... Frank denkt na...
Ton zat op de tweede rij met Ramon gezellig samen rustig te wezen, José en ik
zaten voor en kletsten wat af tot een uur of tien, terwijl Frankrijk aan ons
voorbij zoefde, met af en toe een kasteeltje (tegen half tien)
en natuurschoon.
Toen moest er weer gepauzeerd
worden, tot half elf.
Een mooie gelegenheid was het, hangtoiletten, maar wel schoon.
Alleen was het bijna onmogelijk een velletje papier van de trommel te plukken.
Ton en ik raakten in gesprek met de aardige aalmoezenier van de KMA. Een
intelligente en interessante dame. Nu zitten Ton en ik op de tweede rij,
terwijl José haar benen laat rusten op die van Ramon, en Joke aan de andere
kant haar pijnlijke benen heeft uitgestoken...
Ze kunnen elkaar een pootje geven.
;-)
Ouradour sur Glane passeerden we net, om 10.57.
De gesprekken in de bus zijn zeer divers. Vóór ons gaat het over tamelijk
grote honden, achter ons over een teckeltje, Hans speelt met zijn IPAD, en meer
naar achter zijn ook veel mensen met elkaar in gesprek. Anderen lezen of
proberen te slapen. Het werd behoorlijk laat gisteravond, zo hier en daar.
Angoulême staat op de borden. We rijden op de A20. Elf uur. Het is wel aardig
dat je hier op grote borden ziet aangegeven, wat je weg van de snelweg zou
kunnen zien..
11.05 grote stad vooruit. Nu pas passeren we de stad Limoges.
Daar hebben ze weer een apart slag koeien. Je vindt ze hier in de wei, en bij
Albert de Verwenner in het schap. Dat ziet er toch anders uit, vind ik...
De ziektegeschiedenissen vliegen ons ook om de oren. Heel pastoraal, maar ik ben blij dat het even over mijn hoofd heen gaat. Ton slaapt, en dat is goed. Het is nog steeds droog, volgens de weersverwachting zou het in het Zuiden de hele dag regenen, maar nu, 11.38 u, begint het wel aardig dicht te trekken, al schijnt er nog wel een vaag zonnetje. We zitten op 239 km van Toulouse. Gister hebben we 638 km gereden, voor vandaag staat er iets van 750 op de rol. Er bloeit veel brem, we zien hele kudden met de bruine Limoges-koeien, lekker grazend in de wei, het terrein is geaccidenteerd, af en toe een riviertje, Pays de Tulle, dat klinkt toch wel heel romantisch...
Een prachtige reis, als je er oog voor hebt.
Om kwart voor één stopten we bij een heel fraaie uitspanning, met een terras
dat naar de rivier uitkeek, picknickplaatsen en schone toiletten, een uitgebreid
assortiment in van alles. Het was 25 graden buiten, en we hadden een klein uur.
Deze 'aire' (luchtplaats?) heet Jardin des Causes du Lot. De Lot is een
rivier.
Hans kreeg toen we daar waren een telefoontje, dat het vliegtuig met de zieken
en zo om 13.05 al geland
was.
Om 9 uur moesten ze op het vliegveld Eindhoven zijn, en om 11 uur waren ze
opgestegen. Om kwart voor drie zouden ze al op een terrasje zitten... Het is
wat! (Maar wel een overdekt terras, hoorden we later.)
Wij zitten in een gebied met veel heuvels, je ziet de afzettingslagen op
elkaar, een halve meter gemiddeld hier, af en toe een degelijk kasteel met muren
en donjon uit de middeleeuwen...
Nog steeds de A20. Het gesteente lijkt me vrij
zacht, door de karstvorming.
Kilometerpaal 380 dacht ik te lezen om 14.16 u en de aanduiding Les
pigeonniers du Lot, de duiventillen. Intussen is het weer helderder.
Veel grote struiken bloeiende brem, en de klaprozen bloeien van tijd tot tijd
ook erg overtuigend. Nu 392 km. Dat zal wel betekenen vanaf
Parijs. Hoewel... We rijden door schaars bewoond gebied. Wie naar een stad wil,
moet maar een afslag nemen. Links nu toevallig een kerktoren met dorpje in het
stroomgebied van een riviertje.
Saint Antonin
Noble de Val zou je van hieruit
kunnen bereiken.
Het is even een beetje vlak, langs de weg, en we zien een voorzichtig beetje landbouw. Toulouse nog 72 km. Hier en daar een boerenhoeve,
of wat nieuwe optrekjes van de nouveaux riche. We zouden op het Zuid-Franse
plateau kunnen zitten. Opeens geen heuvels meer, wel hobbels en bobbels. Ook
meer bomen nu. Het zou Zuid-Limburg kunnen zijn, of het mooiere deel van
België. De batterij van de Canon loopt nu langzaam leeg. Gister dacht ik een filmpje
te hebben opgenomen, maar dat viel tegen. Kennelijk toch op de verkeerde
knop gedrukt. Het was me niet meer gelukt om de 125 pagina's handleiding
te printen. Voor dit geld had er best een boekje bij geleverd mogen zijn... Nu
ja, ik heb het andere toestelletje ook nog bij me.
Péage Montauban Nord 14.36.
Ton denkt diep na over het gelezene. De zon schijnt ook op zijn krant.
14.54 Departement de la Haute Garonne rijden we binnen. Typisch hoogland.
Tegen
vier uur zien we de eerste hobbels in het landschap, die aan bergen doen denken.
Het betrekt ook meteen...
Even later tikken de eerste regendruppels tegen de voorruit. En kijk eens: dat
ziet er toch echt uit als een voorloper van de lage Pyreneeën...
Van
16.25-16.55 hebben we gepauzeerd, en we probeerden - al benen strekkend - de
achterblijvers te overtuigen van het feit dat we echt samen op reis zijn. Ramon
moest er nog wel aan te pas komen, om te zorgen dat Tons kepie de juiste kant op
wees. Prettig, die mensen met groot verantwoordelijkheidsgevoel. Het was min of
meer droog, dus iedereen genoot van het oponthoud.
Toen moesten we weer verder, met in de verte de lage Pyreneeën, dik in de regen.
Daarna hebben we met de cadetten, die lieten weten - al dan niet daartoe
aangezet door hun eigen aalmoezenier - dat ze de 'liedjes van Lourdes' wel wilden kennen van te voren, het
Te Lourdes in de Bergen en het Salve Regina geoefend. De Aal zei de tekst voor,
zodat iedereen mee kon zingen. Want ach, voor zover mensen de boekjes bij
zich hadden, zaten die toch grotendeels in de koffer. In Lourdes waren er
genoeg, zei de aalmoezenier. Daar zouden ze worden uitgedeeld. Die jongen heeft
een groot geloof...
Maar het samen zingen was wel een leuk begin, en het gaf ook een
wij-gaan-naar-Lourdes-gevoel...
17.34 bordje Lourdes, maar we zijn in de buurt van het vliegveld, dus nog lang niet bij de stad. We zijn nu voorbij het punt waar het vorige keer mis ging. De accu is van het noteboekje is leeg, dus ik stop even.
Later zagen we steeds meer bekende punten.
Voor
mij is dit kapelletje links van de weg altijd het teken: nu is het echt - we
zijn bijna in Lourdes!
Frank
kroop op zijn knietjes om Karin te TomTommen... hij heeft hier meer
ervaring.
Om kwart over zes ongeveer kwamen we in Lourdes aan bij hotel Peyramale,
waar we
enthousiast werden begroet door de reeds aanwezige bedevaartgangers. Andere
jaren wachtten wij hen op, nu waren de rollen omgekeerd. ;-) Gelukkig
was het droog, want het had onderweg flink geregend, en ook in Lourdes had
het aan het eind van de middag geonweerd.
De ontvangst was hartverwarmend, en Ton maakte een rondje van een half uur,
terwijl ik de sleutel kreeg van Madame en Aalmoezenier van Lieshout, die samen
de lakens uitdeelden...
We hebben kamer 307, een driepersoonskamer met veel ruimte,
en toen ik de vele bagage naar boven bracht ging Michelle, een van de meisjes, zelfs met
me mee naar boven, terwijl ik op dat moment maar twee rolkoffers bij me had.
Maar makkelijk was het wel. We aten om zeven uur,en toen had ik net een groot
deel van de koffers leeggehaald en het goed weggeborgen in de ook wat ruimere
kasten dan normaal. De rest bleef op het derde bed liggen. We deelden een
tafel met aardige mensen, waar Ton al eerder een gesprekje mee had gehad, en die
voor het eerst mee waren. Ze waren verwonderd over het reüniegevoel, dat ze
kregen, toen ze zagen hoe Ton en uw scribent werden binnengehaald.
Om half negen
gingen we naar boven, waar Ton het zich makkelijk maakte.
Na wat getut ging ik op weg om water te halen, en natuurlijk eerst te groeten.
Onderweg zagen we de Ieren marcheren. Dat gaf het brein het sein: de PMI53
is begonnen!
Aangezien
er een lichtprocessie zou beginnen, mocht ik niet oversteken, maar moest ik
bovenover. Een van de deelnemers zat even uit te druipen onder de paraplu.
Want ja: het regende.
Maar ik ging door naar de Grot, en kreeg er meteen de boodschap voor dit jaar: je
bent welkom, en je bent thuis. ;-D Ook dat was een warme ontvangst.
:-D
Dus de eerste 20 liter is binnen, en daarvan is er wel een litertje
gebruikt geloof ik. Ton heeft in elk geval thee gedronken, en daarna is hij in
bed gestapt met een verzaligd gezicht. Al met al was het denk ik kwart voor elf
voordat ik met de kaarten en enveloppen naar de Grot ging. Die was al afgesloten
voor de volgende mis. Het was een mis in het Italiaans, met daarna tot
middernacht stille aanbidding van het sacrament.
In de tussentijd heb ik alle enveloppen uit de doos gehaald, en over elk adres
een kruisje geslagen, en voor alle mensen waar ze heen gaan gebeden. Dat is toch
een persoonlijk gebeuren, dat in alle rust moet gebeuren. Na twaalf uur was er
weer gelegenheid om de Grot te betreden, en zo kon ik in alle rust - ik liet de
meesten voorgaan, wat is tien minuten bij de ontmoeting met de Eeuwige? - alle enveloppen en alle kaarten aanstrijken aan de wand van de
Grot. Intussen kreeg ik een flinke stoot Vitamine C(hristus) (of was het
G(eloof)?) voor mijn persoonlijk geloof
binnen. Dat was wel nodig ook, want met al dat ziek zijn van de laatste maanden,
was ik meer op Ton en mijzelf gericht dan op de Bron van mijn bestaan en het
Doel van mijn leven. Dat is nu weer een beetje rechtgezet.
De bron
klatert nog altijd rustig voort...
En de
kaarsen branden hun stille gloed...
Via de Serpentine ging ik omhoog, en naar de stad, waar al veel gedronken
was en ook aardig wat gezongen werd. Het klonk feestelijk. Lourdes komt tot leven...
Maar er stond een heel harde, koude wind, en dat ontmoedigde het buitengebeuren
wel een beetje. Het was nog tamelijk rustig. Op de stoep van het hotel nog weer
een ontmoeting, en toen ik even na enen boven kwam, sliep Ton. Ik heb me maar
stilletjes uitgekleed, en tik nu in het donker de dag af, morgenochtend gaat de
wekker om zes uur, en we moeten om zeven uur buiten staan, aangetreden en klaar
om nuchter aan de mis bij de Grot te beginnen. Zo zie je Elkaar nog eens... :-)
Ton wordt onrustig, dus ik stop maar. Het tikt ook niet makkelijk met de
verkeerde bril op, en die andere kan ik in het donker niet vinden. Groeten uit Lourdes, en
zegen van hier.
Vrijdag 20 mei 2011. De dag begon stralend en koud. Om zeven uur moesten we
paraat staan, dat lukte, en in gestrekte draf rende het peloton naar het terrein
voor de Grot, waar we nog 20 minuten konden ontspannen, voordat onze dienst om
half acht begon. Dank zij Frank Boerboom kregen we de rolstoelers vooraan. Een
hele verbetering, vergeleken met vorig jaar.
Kranig stond de Vaandelwacht terzijde.
Een prachtige liturgie, een goede homilie, het
was een mooie dienst, daar aan de Grot.
Daarna het ontbijt in het hotel. We
waren al een beetje laat.
Om tien uur zou de Kruisweg worden gebeden, die van
Maria de Faykod. Een half uur leek ons ruim genoeg om er te komen, maar we
werden wat opgehouden, de afstanden zijn hier toch flink, en uiteindelijk kwamen we er pas bij, toen men net aan de
derde statie begon. Mea culpa... (Niet al te letterlijk nemen s.v.p.)
Ook dit was heel goed voorbereid en overdacht.
De aalmoezeniers
Tim van Kesteren en Jan Wolters
deden het samen, binnen een vast stramien, en dat gaf een mooie structuur.
Bovendien was het bijbels, en werden er heel kort zinnige dingen gezegd. Men
luisterde aandachtig.
De beelden van deze kruisweg zijn ook mooi... Bovendien is de ligging prachtig
langs de Gave en met zicht op de bergen, de kerken en het kasteel...
Henk
Meijer, de grote motormuis, nam Ton van me over, en dat was erg prettig, want
het reed daar vrij zwaar.
Later was er iemand die vond, dat de mensen ook de keus hadden moeten hebben
tussen deze Kruisweg en de grote, die tegen de Espelugues-heuvel boven de Grot
oploopt. Maar het feit dat we dít met zijn allen hadden meegemaakt was
waarschijnlijk toch heel belangrijk voor het vormen van één groep, ondanks het
feit dat we verdeeld zijn over drie hotels.
Om half twaalf waren we terug in het hotel,
onderweg hadden we een interessant gesprek met een meisje dat een perskaart draagt, en
wier moeder een collega blijkt. Een klein
beetje heb ik haar kunnen uitleggen hoe je de rol van Maria hier binnen bijbels
verantwoorde kaders zien... Met dank aan dokter Daniël, die met dit
voorbeeld ooit zijn Protestantse schoonmoeder uitlegde hoe hij dat zag... Ze
heeft nooit meer geprotesteerd. ;-)
Haar
verslag komt maandag 30-5 in het ND, als ik het wel heb. Het concept heb ik
wel gezien, het blad kon ik achteraf niet meer bemachtigen. Maar ik neem aan dat
het overeenkomstig het concept was... In Volzin
kwam op 10 juni ook een artikel. Dat bleek een geromantiseerde en weinig
accurate versie van de dingen die we
gezegd hebben...
De banden van deze rolstoel zijn ook niet optimaal opgepompt. Dat loopt
zwaarder. Maar ach, een
beetje afzien hoort er bij. Nu probeer ik even voor de lunch nog snel de boel bij te werken, want ik moest toch naar boven om de regenjassen weg te leggen en nog een fles
Lourdeswater te halen voor op tafel. Dat gaat hard hier, iedereen wil wel mee drinken, en wij
putten met vreugde uit de fonteinen des heils. Dat is toch het minste dat ik
hier kan doen. Straks hoop ik naar het Postkantoor te kunnen gaan. Trouwens, de kaarten, die zijn
aangestreken, moeten nog in de enveloppen, die zijn aangestreken... Daar gaat
ook vast nog wel een uurtje in zitten.
Nu maar naar beneden. Vale!
Vrijdagmiddag. Het eten bestond uit een salade, kip en friet, en een tarte-pomme toe. Onze
aardige tafelgenoten hielden ons aan de praat, maar zelf gingen ze om 2 uur mee
met de excursie naar Gavarnie, dus wij zaten rond die tijd ook boven, om de
kaarten in de enveloppen te schuiven. Dat nam tot 3.15 uur, toen viel Ton om, en
hij wilde nog wel graag een kopje thee, dus was het alweer half vier
eer ik de deur uitging. Het was niet erg zonnig, maar wel redelijk warm, dus
ging ik voor het eerst zonder jas op stap.
Omdat vanmiddag de officiële opening van de Pelgrimage is, lopen overal in de
stad muziekkorpsen te spelen, of zich daarop voor te bereiden...
Het was al bijna vier uur eer ik de
postzegels had gekocht, en toen kon ik gaan vouwen en scheuren, en plakken...
Daarbij hoorde en zag ik heel wat om me heen... er waren ook wat aardige
gesprekken. Jammer genoeg bood niemand aan om te helpen met vouwen, scheuren en
plakken... ;-|
Dat was ruim half zes klaar. Toen kon ik terug; en passant kwam ik
pruimedanten tegen en een paar aardige presentjes. Dat loopt wel op. En het regende,
dus ik liep - zonder jas - zoveel mogelijk onder de gevels. Het waren verspreide buitjes, maar
meer dreigde wel.
Ik ging een van de aankopen naar onze vrienden Jan en Vera brengen in hotel
d'Espagne, en daarbij werd ik hier staande gehouden, daar op een stoel gezet... en zo gaat dat
dan. Je hebt hier veel aardige mensen.
Uiteindelijk was ik maar heel even bij Jan en Vera op de kamer, daarna
moest ik bijna rennen om op tijd terug te zijn in het hotel voor het eten. Ton
was net wakker geworden, dus dat lukte allemaal op het nippertje.
Zeven uur avondeten: dat duurt hier
geruime tijd, en daarna werden we staande gehouden door iemand die straks eens wilde
praten,
maar die, staande in de hal, meteen losbarstte. Typisch Lourdes.
Terwijl Ton zich
uitkleedt tik ik dit even af, en dan wil hij wel thee.
Volgens mijn horloge is
het al weer 21.35, dus hij is er wel aan toe.
Het is voor mij een hele zorg minder, dat
de kaarten op de post zijn...
Het heeft heel hard geregend en geonweerd vanavond.
De internationale opening in
de Pius X was weer erg vol, en met de Franse slag georganiseerd.
Het werd er nogal warm, er was veel muziek - het gaf een vierdaagse
gevoel, zei een van onze
reisgenoten... Vuurwerkknallen, heel uitgebreide Kroatische muziek, (de Kroaten
vormen al een paar jaar de grootste groep hier, en drukken zodoende in
belangrijke mate hun stempel op het geheel, tot ongenoegen van de Fransen) maar het
geheel liep een beetje met een sisser af...
Het is tien over elf en ik ga naar bed. Half negen moeten we morgen buiten staan.
...
Natuurlijk werd het toch twaalf uur, omdat Ton nog wel thee wilde en de dag
wilde evalueren....
Zaterdag 21 mei 2011. Ton werd om half zes al wakker van mensen die over de gang slopen. Dan gaat het licht automatisch aan... Hij dacht meteen dat we al moesten opstaan, en rukte mij uit mijn slaap.... Ik heb na een kwartiertje toch nog maar even de luiken gesloten, maar iets over half zeven ging de wekker af. Nu is het bijna half acht, tijd voor ontbijt, en Ton ademt zwaar, ik ben er niet blij mee.
Voor het ontbijt waren we keurig op tijd, het was buiten bewolkt, dus ik deed de
regenjas maar aan.
Om
half negen stonden we allemaal buiten, en we vertrokken samen naar de kapel.
We hadden als Nederlanders een eigen dienst in de Chapelle St. Joseph.
Het was een bijzonder goede dienst, die netjes om negen uur begon, met een preek van de
vicaris-generaal Woolderink die er mocht zijn.
Bijbels, geen gezweef, en de lezingen en de psalm kwam er in terug. Chapeau.
Ook de vlaggewacht was zeer stijlvol. Fijn is dat.
Dit jaar hebben we geen muziek bij ons. Jammer, maar de monseigneur zingt
vrolijk alles wat er op de liturgie staat. Ook het Eucharistisch gebed. Dus wat
dat betreft hadden we geen begeleiding nodig. Maar verder vindt iedereen
het wel erg jammer dat er dit jaar geen muzikanten mee konden... Ook voor de
meeste musici is het ieder jaar weer een verrijking.
Het nemen van de foto verliep dit jaar weer vlot, (dit is een van mijn eigen
foto's) en natuurlijk onder enige
hilariteit, er was geen volle zon om tegenin te kijken, dus
ook geen slagschaduw van de petten, die al die brave militairen verandert in
donker kijkende maffiosi. Om 1
uur was de foto al te koop, ik heb 'm even mogen bekijken, en Ton staat er leuk
op. (Later hebben we deze ook gekocht, als enige.)
Natuurlijk moesten de generaals op de foto met de KMA, en de blauwe baretten
hadden hun eigen foto, en de marine, meen ik... Ik heb er niet zo op
gelet.
Daarna
nam een aardige jongen Ton van mij over, die daar geen enkel bezwaar tegen had,
natuurlijk, en zo gingen we achter de vlag aan naar de receptie op de vertrouwde plek.
Daar
moesten we eerst maar eens wat jassen kwijt. Een creatieveling had daar iets op
gevonden. Maar helaas, toen we later de jassen weer weghaalden, bleken ze dik
onder het bleek-gele stof te zitten. Gelukkig had ik Tons jasje later
binnenstebuiten gehangen...
Het
gazon leek er iets vlakker dan vorig jaar. De receptie werd geopend met een drankje en
'enkele'
toespraken.
De generaals Van Uhm en Leijh werden toegesproken en bedankt, met
humor, Mark van Lieshout, Frank en Tineke Boerboom en Jan en Leny van Lieverloo werden
ook bedankt. Met engelen en bloemenbonnen. Generaal Leijh kreeg een erepenning
van het militair vicariaat. Hij bloosde van genoegen.
Dit is nog maar een deel van de aanwezigen...
Generaal van Uhm had een
heel goede toespraak. Hij wordt niet voor niets door velen op handen gedragen!
Daarna ontvouwde zich een geanimeerde receptie, waarbij er opvallend goed
werd gemengd. Prettig was dat.
Het was prima weer, warm genoeg om de generale
toestemming te geven de jasjes uit te doen, op voorstel van dokter John, maar
niet al te zonnig. Pas op het eind kwam de zon door.
Maar
natuurlijk was er toen wel behoefte aan een extra petten-garderobe... Een
geschoren haag gaf uitkomst.
Overal kwamen de gesprekken los, en die gingen vaak ook ergens over. Hoewel
de rolstoelers niet makkelijk van hun plek kwamen (gras is eigenlijk geen optie
voor een rolstoeler - dat is het enige minpuntje hier) kwamen na het officiële
gedeelte oude vrienden ook langs. Roos zat er gezellig bij. ;-) Ook dokter
Hoogervorst maakte trouw zijn ronde langs zieken en gezonden. Hij is een heel
betrokken arts...
Er was een belegde boterham,
met een heel lekker hapje vooraf (één per persoon) en fruit en boterkoek toe. Het ging schoon op, tot
verbazing van de cateraars.
Om twee uur waren we terug op de kamer. Nu is het kwart voor drie, en Ton gaat
zo met mij naar de grote Kruisweg.
Heerlijk, al die militaire muziekkorpsen. Dat maakt het echt PMI!
Om 15.10 u begon de tocht omhoog. Tien minuten later zaten we bij het echte
begin, daar boven. Toen was Ton behoorlijk buiten adem. Het was relatief heel
rustig: weinig grote groepen. Om 16.17 uur op het hoogste punt, bij de
kruisafname.
16.50 u zat Ton op een muurtje beneden, en deed ik mijn schoenen
weer aan. Om kwart over vijf zat hij achter een Pêche Melba... ;-)
(Ik had een Dame Blanche gewenst, maar dat hadden ze zo letterlijk genomen, dat
er vrijwel geen chocolade te bekennen was. Alleen wat overgebleven vlokken
bovenop...)
Na een half uurtje gingen we maar weer naar het hotel, nu zitten we even boven.
Ton met de pantoffels aan...
Straks, na het eten, nog een keer de Kruisweg.
Bij het eten waren leden van het Bestuur, o.a. de voorzitter en diens
echtgenote, aanwezig, die zich over de eetzaal verspreidden. Dat werd erg
gewaardeerd. Ook monseigneur Woolderink was aanwezig, die een vlek opliep op
zijn stola. De meisjes van de bediening waren meer dan genegen zich daarover te
ontfermen. ;-)
Even later bleek dat de Monseigneur zijn pyjama niet bij zich had... dat hadden
de motorrijders gehoord, en nu kreeg hij een mooi motorbedevaartsshirt. Hij was
zo sportief om het aan te trekken ook, tot groot enthousiasme van de
aanwezigen.
Op verzoek van een paar mensen zou ik nog de grote Kruisweg met ze lopen...
Dat kon alleen vanavond, na het eten. We zouden om half negen gaan, maar er moest links en rechts nog even iets,
(ik zelf ook) en zo was het klokslag 9 eer we echt begonnen. Op een gegeven
moment zagen we de zon paars ondergaan, dat was wel erg mooi, en daarna werd het
al snel donker. Toen we bij de drie kruisen kwamen, zagen we die alleen als
silhouet, en dat was ook indrukwekkend.
De graflegging liepen we bijna
voorbij, omdat het al zo donker was. Maar toen kwam al snel het verlossende
woord: Resurrexit sicut dixit!
Nadat we helemaal naar beneden waren gelopen, keken we bij de kroon nog even
naar het beweeg van de lichtprocessie op Rozenkransplein en Esplanade. Er was
een heel lichtspel bij gemaakt...
Heel de
kruisweg door hadden we het gezang gehoord, dus al hebben we alleen aan het eind
het Ave Maria gebeden, na het Onze Vader, steeds hoorden we het op de achtergrond
zingen. Bijzonder.
We zaten nog even bij elkaar om wat te drinken, in de kring van de Blauwe
baretten, die bij de Italiaan zaten...
Kwart over elf ging ik toch echt naar Ton. Die had wel thee gezet, en hij had
eigenlijk willen lezen, maar was zo moe, dat hij alleen wat had zitten suffen.
Nu wilde hij nog wel een kopje thee. En zijn druppels.
We moeten nog wat
adressen zoeken van mensen die tóch nog een kaart moesten hebben... etc.
Het is
intussen bijna een uur in de nacht, morgen moeten we weer om 7 uur op, want om tien uur begint de
internationale mis, in de Pius X, en daarvoor moet je ruim van tevoren
aanschuiven...
Eigenlijk moet ik nu nog 30 liter water halen, maar dat lukt me niet. Morgen
moeten er ook nog wat cadeautjes gehaald... ik heb geen idee meer wat ik voor
wie heb... Nu ga ik slapen. De dag door Uwe gunst ontvangen, is weer voorbij, de
nacht genaakt.
Zondag 22 mei 2011. Het is al weer acht uur geweest, en we zijn bijna zover
dat we de kamer kunnen verlaten. Onwillig werden Ton en ik wakker voordat de
wekker afliep.
In de badkamer zongen de vogeltjes al, want mijn PDA hing daar op
te laden. Dat stopcontact voor scheerapparaten geeft net genoeg stroom om te
laden. En dan moet het bijbehorende lampje wel aan zijn. Dit is onze laatste
dag, en het benauwt me wat er allemaal nog moet gebeuren. Cadeaus voor de
kinderen en kleinkinderen, 34 liter water halen, nu aanstonds eerst de massamis
in de Pius X. Ton heeft al thee gehad, en een eierkoek, dus wat hem betreft
hoeft het ontbijt niet meer. Ik denk er lichtelijk anders over. Maakt niet uit.
Het regent, en niet zo zuinig ook, dus Ton zal zijn rolstoelregenjas mee moeten
nemen. Maar misschien is de Heer genadig, en wordt het op tijd droog.
De Heer was in zoverre genadig, dat het , maar Ton moest natuurlijk
wel in zijn pij worden gehesen.
We kwamen netjes de kerk in, Ton herkende een
van de hoge omes, die hem vorige keer een plaats had gewezen, en riep vrolijk:
Allo, allo! Dus zat hij op de eerste rij, en ik zat op een stoeltje er achter.
De bisschop, Mgr. Ravel, kwam hem nog persoonlijk een hand geven, net als een
paar anderen (Fransen) op deze rij... Het duurde dan ook nog even voordat de
dienst zou beginnen. Eerst moest er nog van alles binnen komen: diakenen,
priesters, bisschoppen, en de vlagge(wachte)n natuurlijk...
Uiteindelijk kwam ik op de bank achter Ton te zitten, naast een Generaal die
verantwoordelijk is voor de Franse militaire zieken wereldwijd. En diens
inderdaad heel charmante echtgenote. Misschien zien we hem nog eens in Utrecht.
De dienst was rustiger en overzichtelijker dan we vroeger wel meemaakten, met maar een paar talen per
onderdeel, alleen werd er wel steeds een samenvatting van gegeven op de
schermen. Die kon Ton net niet goed zien, dus hij vroeg zich af en toe af wat
we nu weer aan het doen waren, aangezien de schallende trompetten te veel bleken
voor het gehoorapparaat.
De overdenking van de
Franse Legerbisschop Luc Ravel werd in verschillende talen samengevat op
de schermen, terwijl hij heel rustig en goed articulerend sprak.
Bij de vredegroet was Ton bijzonder geroerd door de stralende glimlach die hij
als antwoord kreeg van zijn jonge buurman, een Franse invalide, die zelfs het
hoofd niet zelfstandig bewegen kon. Voor hem het grootste geschenk van dit
jaar.
Voor de zegen kondigde de bisschop de data van volgend jaar aan: 11-13 mei, meen ik, en
hij nodigde iedereen uit om gelovige én ongelovige buren, kennissen en vrienden
mee te nemen.
Na de dienst duurde het nogal eer we de kerk uit waren,
de regenjas moest weer aan, want het regende behoorlijk... etc.
Bovendien moest er een noodstop gemaakt worden, op het Rozenkransplein.
Zodoende kwamen we te laat aan tafel, maar we kregen de lunch nog wel met
vriendelijkheid opgediend.
(Ik kan hier in het hotel, dankzij een beperkte WiFi verbinding, die
alleen in de hal werkt, en nog net in de eetzaal, maar niet reikt tot onze kamer
helaas, de website opladen, zodat de bijgewerkte versie meteen te lezen is. Dat
motiveert ook wel om het bij te houden!)
Half twee is het intussen, en we moeten de stad in, dus ik groet jullie, en
wens jullie allemaal een zonniger zondag dan we hier hebben.
Helaas, het leven is wat je overkomt als je ander plannen hebt gemaakt.
We
werden heel lief ter plaatse gehouden door Jolijn, de freelance journaliste, die
iedereen om haar vinger weet te wikkelen, behalve generaal van Uhm, want deze had andere
prioriteiten.
Het is een heel enthousiast
kind, dus was Ton meer dan bereid al haar vragen meer dan te beantwoorden.
Iets na drie uur gingen we eindelijk weg. De weg voerde over de brug en omhoog,
maar de eerste serie cadeaus vonden we uiteindelijk waar ik ze ongeveer zocht.
Toen het even heel steil omhoog ging, kreeg ik hulp van een middelbare Fransman,
die zo enthousiast op mijn bedankje reageerde, dat zijn stem een half register
omhoog ging. Aangezien Ton vooral jaloers is, wanneer daar geen enkele reden
voor is, registreerde hij dit meteen... :-)
Voor de kleinkinderen hebben we boekjes en locale producten gevonden, geen devotionalia, dus we hopen dat het welkom zal zijn. We zijn aanmerkelijk verlicht: veel minder geld mee te dragen. ;-)
Kwart voor vijf waren we terug in het hotel. Het was buiten nog wel bedompt, maar er kwam
een waterig zonnetje door. Een bedelaar zat op de Pont Saint Michel zover met zijn voeten
uitgestrekt dat ik last had van zijn lange tenen. Mille fois pardon, monsieur. Maar meer
kreeg hij ook niet van mij. De Roemeense touristenindustrie is hier weer strak
georganiseerd. Af en toe wordt er weer een busje geleegd, en dan krijg je zo een
stuk of wat vrouwen en kinderen met een plastic bekertje langs, die iets moois
van je verwachten. De één na de ander. Dan krijg ik het gevoel dat er ook
familieleden uit Zeeland moeten komen bij ons... Technisch is het in elk geval
stom om de een na de ander langs te sturen. Dat werkt averechts.
Op de Esplanade zagen we links en rechts reproducties van het Onze Vader in de
verschillende talen dezer wereld, zoals dit in Jeruzalem, in de Paternosterkerk,
op tegels is afgebeeld... Dit is in het Maori...
Omdat we om half zes weg moesten van het hotel, hadden we toch al niet zoveel tijd
om ons te verkleden. Ik liet het dus maar na, het feit dat ik nog haast geen
water heb om mee te nemen, op een 10 liter bidonnetje na, verontrust mij.
De Nederlandse afscheidsdienst in Salle Kolbe stond in het teken van Bidden met
Bernadette, en wel het onze Vader. Bernadette kwam
weer níet uit de verf.
Henk
van Boxtel steekt de bedevaartskaars aan met het licht van de Paaskaars.
De
aalmoezenier van de KMA had cadetten gevraagd naar hun gedachten bij het
werkwoord bidden. Die waren heel divers. De erbij gezochte liederen en muziek
ook, zodat er voor iedereen wellicht iets bij was. De cadetten die de
vaandelwacht hadden gevormd, en aldus bij de internationale vieringen Nederland vertegenwoordigden,
vertegenwoordigden nu ons, kerkgangers, door vóór ons kaarsjes aan te steken, waar ieder zijn
of haar gedachten bij mocht hebben.
Hier een deel van de kaarsjes op tafel, plus de grote Bedevaartskaars die na de
dienst naar de Grot gebracht zou worden. Bovendien liggen voor de tafel de
souvenirs / devotionalia....
Aan het eind van de dienst kregen Jan en Vera van der Ham een Engel, aangezien ze voor de
25ste keer mee waren, en 50 jaar getrouwd waren geweest. Wat pijnlijk dat er
werd gerefereerd aan het moment waarop ze niet meer mee zouden kunnen. Dan moest
de engel het bedevaartsgevoel maar oproepen. Tja. Maar ze waren bijzonder blij
met de aandacht die aan hun huwelijk was en werd geschonken. Ook van andere
zijde was er aandacht aan hen besteed, deze bedevaart, en dat is goed. Hun leven
is niet makkelijk.
Monseigneur Woolderink toonde zich bereid de meegebrachte devotionalia (en
andere souvenirs, maar die noemde hij niet) door het plastic heen te zegenen,
immers: hij verwachtte ook niet dat wij de jassen uit zouden trekken op het
moment van de zegen. ;-)
Verder bedankte hij, niet zonder humor, Mark van Lieshout voor diens (ver)diensten t.b.v. de
bedevaart.
Mark kreeg nu, naast de bloemenbon van gister, ook een legpenning van het
vicariaat. Die lag er nog. Natuurlijk toonde Mark zich zeer vereerd...
De grote kaars die was aangestoken aan de paaskaars, werd na de zegen door de
motormuizen en andere pelgrims naar de grot gebracht. Aangezien het zachtjes
regende, trokken we Ton eerst de rolstoelregenjas aan. Dat kostte genoeg tijd om
de anderen helemaal uit het zicht te verliezen. Dus gingen wij maar naar het
hotel.
Snel naar boven, de lader van mijn nieuwe fototoestel was nergens te vinden. Ik word
zo langzamerhand gesplitst in kip zonder kop en kop zonder kip.
Straks is er nog het
concert van de Duitsers. Ton verheugt zich er op.
Er was eveneens een uitnodiging van de Blauwe Baretten (Libanonveteranen en anderen
die gediend hebben in NAVO-verband) om vanavond iets in hotel Lucia met ze te komen drinken, maar dat
betekent: veel aandacht geven, verhalen aanhoren, en het is voor Ton net iets te
veel van het goede, dus we hebben ons laten excuseren.
Nu is het al weer 20.20 uur, en we zitten aan tafel, wachtend op het dessert.
De plaatsen bij het aardige echtpaar van eerst zijn door anderen ingenomen, en
nu zitten we samen, dus Ton vindt het best rustig dat ik even de dag bijwerk op
het noteboekje,
zodat hij in stilte kan genieten.
Omdat het de laatste avond was, ging er een mandje rond voor de meisjes, en
mevrouw deelt daar ook in.
Michelle, Sonia en Celine droegen elk een marinepet, hetgeen bar
charmant stond.
Mark van Lieshout overhandigde de gulle gaven, waarop de meisjes iedereen
kwamen zoenen... (Dat hadden we nog niet meegemaakt, op deze manier... Wel
bedanken.)
Maar eerst memoreerde Jan Wolters, onze hotel-aal, de ongelooflijke staat van
dienst van Willem van Donselaar, en vervolgens noemde hij Ton, die al sinds 1958
(of 1957/ meegaat. 33 keer zal het toch wel zijn...
Hij kreeg de Tag van Wolters zelf omgehangen met de mededeling: nu ben jij ook
eindelijk aalmoezenier...
Dat werd met applaus begroet...
Even later grinnikte iemand tegen Ton: Dominee, het is u
vergeven dat U Protestant bent!
Er was ook applaus en een miniatuur lichtgevende maagd voor Henk Meijer, Henk de
boots, en Jaques van der Meij, die voor de vijfde keer met de bedevaart mee waren, op de
motor. En zichzelf sloeg hij maar over. Want hij had ze meegenomen, de
eerste keer...
Ook Mark werd bedankt en toen mocht hij zijn vlotte Frans op de dames
loslaten.
Un succès fou. Michelle, Sonia en Céline hadden bediend met marinepetten op,
en dat stond ze best.
Na het eten gingen we de koffers pakken. Het was toch al te laat voor het
concert, het regende licht, en Ton was moe. Ik kan mijn oplader voor de Canon
niet vinden, en daar werd ik steeds nerveuzer van. Tegen kwart over tien ging ik
eerst maar eens water halen, ik dacht wel twee keer heen en weer te moeten, maar 34
liter lukte in één keer, op de rolstoel. Het duurde ruim een half uur om dat
alles te vullen, het debiet van de bron is groot genoeg, maar er zijn veel
kranen en veel mensen. En het komt wel allemaal uit de Bron.
Er stonden lange rijen, en het was grappig te zien hoe
sommige mensen nog geen minuutje konden wachten...
Bij de helling naar de hekken
kwam net dezelfde engel als vanmiddag met zijn gezelschap aan, ze waren naar het
concert geweest, en hij bood aan
de stoel met water en al naar boven te rijden, hetgeen ik met dank aanvaardde.
Zo'n aardige man. Bijna bij het hotel kwam ik nog een van de bekenden achterop,
ze ging nog naar het feestje van de Blauwe Baretten, en vroeg of ik ook nog kwam... Ton vond
het onzin dat ik nog uit zou gaan, tegen die tijd was het kwart voor twaalf,
maar ik ging toch, en had mijn eigen bedevaart...
Nelleke had ik net gemist, maar eer ik haar achterna kon, stond ik al met een
paar motormuizen in conferentie over van alles en nog wat in de tuin van hotel
Ave Santa Lucia,
waar het feestje echt vrijwel afgelopen was. Het duurde even voordat mijn
gesprekspartners naar hun hotel gingen, en ik dacht: misschien tref ik sommige
mensen nog bij hotel d'Espagne. Pech. Daar zat niemand meer die ik kende.
Maar op de brug
(le Pont Vieux) was het dik feest, en daar
werd ik aangeschoten door een Hervormde bedevaartganger, die dacht dat mijn lief
een echte aalmoezenier was. Ik vond het een wat onhandig moment voor
theologische discussies, dus ik raadde hem aan de website te bekijken, om te
zien hoe wij een en ander hebben meegemaakt en bezien...
Het is wel de plek voor ontmoetingen en knuffels. Links, rechts, links... en
nog een èchte, zei er iemand. Ben je gek, antwoordde ik, dat is
voor mijn man. Maar dit jaar heb ik wel mijn deel aan armen om mijn
schouders, knuffels, en uithuilers gehad, dus ik ga met een warm gevoel naar
huis...
Na enige tijd ging ik verder, want ik wilde nog naar
de Grot.
Bij hotel Royal stond een groep Duitsers na het officiële concert de
puntjes op de I te zetten. Heel swingend, ook daar werd gedanst, net als
zojuist op de
brug, waar een kleine kopersectie met trom stond, als ik het goed heb gezien.
En het bier ontbrak nergens... Tijdens de PMI lijkt dat even levensnoodzakelijk
als Lourdeswater. Het wordt in elk geval in grotere hoeveelheden genuttigd!
Het was goed om bij de Grot te zijn. Van het thema: Het Onzevader
bidden met
Bernadette was voor mijn gevoel niet veel terecht gekomen, maar er is een
tegel waar staat dat Bernadette daar op 11 februari 1858 heeft gebeden, (links van
het bankenblok, halverwege) dus ben ik daar
maar geknield, om daar het Pater noster te bidden. Halverwege raakte ik in de
war en daarna ging ik na het Frans maar over in het Nederlands...
Daarna had ik achterin de Grot nog een goed gesprek met de Heer, over de
kinderen en nog wat mensen, en over mezelf...
Dat gaf rust en vrede.
Ook wilde ik nog even kijken naar de kaars
van de Bedevaart, die stond mooi te branden.
De hekken van de brûloires werden
net gesloten door Spanjaarden, waarvan één een lid van de Guardia
Civil, vriendelijke mensen die zich keurig voorstelden. Ik kreeg nog een cadeautje.
Namens het Spaanse leger. Een pin, niets kostbaars, maar wel een vriendelijk
gebaar. Toch zat ik er een beetje mee in mijn maag, want zij vertegenwoordigden
het slechtste dat onze Protestantse zusters en broeders in Spanje is overkomen destijds. Het
zijn in elk geval niet dezelfde personen, zo oud zijn ze niet. Maar nu ja, het
wringt toch... Kijkend naar de Gave heb ik ook díe onrust laten varen, ik leg
het maar in Gods hand...
Bij Royal werd nog royaal gefeest, er was zelfs nog een kraampje open,
daartegenover, waar je etenswaar kon kopen. Slimme jongens. Op de Pont Vieux was
het gedaan, maar bij de brievenbus waren de Kroaten nog niet klaar. De
Spanjaarden hebben die plek opgegeven dit jaar. Zeker de verkiezingen verloren,
gisteren... Ik heb daar niet meer naar gekeken trouwens. Dat speelt hier en nu
ook niet zo.
Kwart over twee lag ik in bed. Jammer genoeg heb ik een aantal mensen nauwelijks
gezien dit jaar. Dan had ik er ook niet veel voor kunnen betekenen, neem ik
aan.
De tijd was dit keer ook wel heel erg beperkt.
23 mei 2011. We zijn er klaar voor. Ton was om half zes al klaar, nu is het zeven uur, en de koffie is op, de koffers staan in de hal, en we hebben geen zin om weg te gaan. Half acht zal het toch moeten gebeuren. Bij het inpakken vond ik in het onderste voorvak van de 'overblijfkoffer' de zo gezochte oplader. Voor mijn gevoel had ik ook daar gekeken. Het fototoestel dat er bij hoort zit intussen in de koffer die al beneden staat... Daar kan ik echt niet meer bij. Tja.
Inderdaad, iets na half acht werden we uitgezwaaid door de Voorzitter
Bedevaart, de meeste motormuizen, die ons doodknuffelden, en nog wat mensen uit
het andere hotel die straks met het vliegtuig vertrekken. Mgr. Woolderink reed
met ons mee, eerst naar Hotel d'Espagne, waar Hans instapte, en waar nog verschillende
mensen afscheid van ons kwamen nemen, daarna door tot aan de brug waar je rechts
naar Lucia gaat en links de stad uit. Hij sloot de bedevaart op een mooie manier
af met een gebed om zegen.
Toen hij wegliep zonder om te kijken, toeterde Karin nog even, onder het motto:
U moet wel terugzwaaien. En dat deed hij toen. Wat een gouden meid is
deze chauffeur!
Van de heiligdommen zagen we niets meer, door de toegenomen bebouwing en de
hogere bomen. Maar ik heb goed afscheid genomen. Tien over acht waren we bij het
vliegveld, en nu rijden we door naar de laatste stopplaats van de heenweg, ook de bus heeft dan
dorst, het zal rond een uur of tien zijn. Dan gaan we naar Rocamadour, en om
tussen half zeven en zeven uur zullen we naar verhoopt in Orléans zijn.
Het is bijna negen uur, en de meeste mensen slapen. Maar ik hoor nu, zoals ik al
meer hoorde, dat vier dagen reizen en drie dagen Lourdes de omgekeerde wereld
is. Wij zijn niet de enigen die echt tijd tekort kwamen!!!!
10.20- 11 uur hebben we gestopt bij de keurige Aire du Frontognais, het is zonnig en 20 graden, dus heerlijk reisweer. Een kwartiertje gekletst met een aardig iemand. Er zitten nu twee mensen minder in de bus, er was ruimte voor hen in het vliegtuig. En er waren redenen voor om dat zo te regelen...
We komen langs
licht-geplooid sedimentgesteente, en dat herinnert ons aan
Japan en Lorca.
Om 11.54 A20 kilometerpaal ongeveer 357, voor de kruising met de Lot,
lag rechts een stevig kasteel met een dikke donjon, en zware muren. Opzoeken in
Google Earth.
Bordje Saint Céré 12.02 tijd van de bus.
Heuvels en valleien,
door rivieren uitgesleten. Je komt hier de Lot nogal eens tegen. Eerder de
Garonne. Hooi ligt in heel strak geperste, en ingetapete, ronde hooibalen op het
land. Af en toe prachtig bloeiende brem.
We stoppen vervolgens in de keurige Aire Jardin-des-Causses du Lot, waar
de portemonnaie van de aalmoezenier G-J J. op ons wacht, dat zal 12.10 zijn en we krijgen dan meteen de
lunchpakketten.
Die aten we op terwijl de bus over de D840 om kwart voor 1 reed, met
verantwoorde vaart, maar er waren wel heel veel bochten, dus dat was lachen,
want we hadden een fraai pakket in grote gladde platte plastic dozen. Ieder. Ton
en ik hadden samen aan een exemplaar al meer dan genoeg.
We waren om 1 uur in Rocamadour, waar we twee uur de tijd hadden, die we eerst
gebruikten om af te wateren. Als je de deur maar voor elkaar open houdt, blijft
het goedkoop. Dat deden we dus. Toen gingen we met een groepje naar beneden, de prijzen die voor de rit
met de schuine lift werden berekend, varieerden nogal. Van 2.30 tot 4 euro per
persoon.
Het panorama was weer fascinerend, en omdat we op een ander tijdstip waren dan
vorig jaar, zag het er ook weer heel anders uit.
We gingen, eenmaal binnen, eerst kijken bij de ansichtkaarten, en dat hadden we nu níet moeten
doen.
Vervolgens daalden we af naar de Crypte met het lichaam van Sint Amadour of een andere
heilige. De vorige keer hebben we die niet kunnen bezoeken, dus dat stond met
stip op ons verlanglijstje. Daar hing een heilzame atmosfeer, en ik voelde Tons hart rustiger en
sterker worden. Gelukkig maar, ook het meisje dat ons begeleidde voelde daar een
heel zuivere lucht...
Inderdaad heel bijzonder.
Ton wilde ook de zwarte Madonna nog groeten (of bekijken) dus hij besteeg de
trappen naar het de kapel. Vandaar zakte hij af naar de kerk, waar hij de copie
van de Madonna weer zag. Het beeld stond nu op een processieboot, met twee
draagstokken. Op de rand allemaal waxinelichtjes. Uitgebrand, dus er was kort
geleden een processie geweest, neem ik aan. Toen had Ton wel weer genoeg
indrukken gehad.
Hoog tijd om terug te gaan met de 'schuine lift'.... (Dat kleine witte vlekje
bovenin is het daglicht...)
Rustig tutten we terug naar de bus, waar mijn lief om kwart
voor drie met een zucht van verlichting neerzeeg. De airco stond al aan.
Aangezien ik dacht aan de uitdrukking een goed soldaat wacht niet tot het moet,
maar gaat als het kan, ging ik in op de uitnodiging een 50 cents stuk te delen...
Maar ik zat netjes op tijd in de bus, Ton kreeg nog wat water te drinken, ik nam
zelf een paar slokken, en we zaten klaar om te vertrekken. Het duurde echter nog
een kwartier eer de laatsten aangeslenterd kwamen. Ze hadden zich vergist in de
trap! (Dat kregen ze nog wel een paar keer te horen, onderweg...)
Intussen kreeg Hans een alarmerend telefoontje. Dat het vliegtuig met zieken en
strepen/sterren om kwart over
twee was geland, wist hij al, maar nu bleek dat - ondanks een ingevulde
vrachtbrief - de bagage nog in Tarbes stond.
Gelukkig bleek uit een volgend
telefoontje dat de rolstoelen wel was meegekomen.
15.38 Lage heuvels met
boomgroepen, hier en daar hooiland, of wat graan...
Nu valt mijn hoofd om en
mijn ogen vallen dicht.
We zitten weer op de A20 naar Parijs...
Van slapen kwam echter niet veel, er ontstond een geanimeerde discussie over
tablets versus laptops.
16.14: Departement de la Corrèze. Alleen weet ik niet meer of we dat
ingingen of verlieten. De chauffeur heeft het beeldscherm in de bus gekoppeld
aan haar TomTom, maar we waren de pijl een tijd kwijt. Nu, om 17.31 uur, wijst hij
weer netjes waar we zijn: een km of 30 boven Limoges. Heuvels en dalen, een
minuut of vijf geleden weer een grote rivier.
17.45 uur: de heuvels worden hier iets lieflijker.
18.00 - 18.45 uur verpoosden wij ons een poosje in de keurige Aire de Boisandé.
Ik
regelde thee voor Ton, met een eigen theezakje, toen hoefde ik voor het water
niets te betalen. Lief. Hij kreeg ook nog wat chocolade. De temperatuur buiten bedroeg
27 graden Celsius, later zag ik langs de weg nog hogere waarden.
Binnen de bus
stond toen de airco in de vriesstand, zodat we wat zaten te rillen.
19.20: we zijn ter hoogte van Chateauroux, vroeger lag daar
vlakbij de basis La Courtine waar de
Nederlandse dienstplichtige zijn eerste buitenlandervaring opdeed. Rijk de
Gooyer zong
er over.
19.22 u: we gaan over de rivier l'Indre. We zitten op de centrale hoogvlakte, en
het Departement Indre et Loire wordt gesierd door allerlei kastelen. Zoals Valançais, waar Ton een heel verhaal over had, dat ik nauwelijks verstond.
Die
kastelen staan aangegeven op de borden langs de weg, maar je ziet er bijna nooit
iets van.
Wel zagen we twee onbenoemde chateaukes.
De jeugd heeft het intussen wel gezien, en smeekt om Sex in the City te mogen
zien... Een meidenfilm, roepen de jongens verontwaardigd. Maar die wordt wel
gedraaid, met ondertiteling, en zonder geluid...
20.03 de E9. Het is nog rond de 85 km naar Orléans.
20.33 Val de Loire.
En dan eindelijk, tegen negen uur: Orléans. De busleider wil eerst de sleutels
regelen, en ons dan in de gelegenheid stellen om ons alsnog om te kleden. Half
tien eten, stelt hij vast. Hij is selectief doof voor de algemene opstand, maar
hij wordt er nadrukkelijk op aangesproken dat mensen nu willen eten, of helemaal
niet meer. Goed, goed, hij zal het regelen... Even later krijgen we de
sleutels en de mededeling dat we nu aan tafel kunnen. De meesten zetten hun
handbagage even weg.
Daarna zaten we geruime tijd aan tafel met brood en water
te wachten op wat er nog meer zou komen.
Tijd genoeg om de bedevaart te evalueren, en om de verworvenheden te
tonen!
Noelle
had een insigne van de Pauselijke Zwitserse Garde, en daar was ze terecht
verguld mee...
Het eten bestond weer uit een grote salade om te beginnen, daarna kwam er pasta met rundvlees en een verdwaalde
wortel, gevolgd door een verrukkelijke halfwarme brownie met een bolletje
ijs.
Met mijn overbuurvrouw ruilde ik een halve brownie voor een heel bolletje ijs,
en wij waren daar beiden tevreden over. De gesprekken aan tafel waren
geanimeerd.
De jongelui luisterden beleefd en voor een deel geïnteresseerd naar
Ton.
Om half elf, kwart voor elf, werden Paternoster en Weesgegroet nog eens gebeden,
waarna de mededelingen ons deden weten dat de bus om half acht uiterlijk zou
wegrijden, koffers kwart over zeven inladen, ontbijt half zeven. Dus Ton liet
ons maar wekken om half zes. Ik mocht nog even iets doen aan een pijnlijk been,
in de hoop dat het iets minder stijf zal zijn, en toen waren we om elf uur op
onze kamer.
Uitpakken, een kopje thee voor Ton, een slok koffie voor mij, en het is weer
tien voor twaalf.
Ton ligt tenminste.
De prognose is dat we om zes uur bij Utrecht aan zouden kúnnen komen, als alles
meezit bij Parijs, Antwerpen en Utrecht. Tja.
Nu ga ik me ook uitkleden en slapen.
24 mei 2011. Om tien voor half zes begon Ton zich al te scheren, de engerd was
weer veel te vroeg wakker. Maar we hadden de tijd wel nodig. we konden zelfs nog
'in bad'... wel lekker. En we waren op tijd om ruim te ontbijten.
Ton had er zin
in, dus hij zat weer volop met de dames te flirten.
Om half acht reden we weg. Het is betrokken, en nu nog fris. Gisteren hebben we
740 km gereden, vandaag staan er 620 op de rol.
Onze onvolprezen chauffeur vertelt het verhaal van het ontstaan van de
croissant:
Maria Theresia van Oostenrijk werd gewaarschuwd door iemand dat de Turken Wenen
wilden innemen. Door op tijd maatregelen te nemen, konden ze de belegering
uithouden.
Er werd een overwinningsgebakje gemaakt in de vorm van een (wassende)
halve maan. Marie Antoinette, de dochter van M.T., nam dit gebak mee naar
Parijs, en daar werd het genoemd: croissant. Overigens werd de tipgever beloond.
Hij mocht iets uitkiezen uit de spullen die waren buitgemaakt op de Turken, en
hij koos een zak met grauwe bonen. ???? Als je ze brandde en maalde, er heet
water op goot, en de drab liet zakken, had je koffie. En dus krijg je in Wenen een
glaasje water bij de koffie om het bittere drab weg te spoelen, mocht je te gulzig
hebben gedronken... Aldus de legende.
Parijs ligt ongeveer 125 km van Orléans. Nu is het nog maar 110, en Chartres
57. Kijk, daar had ik nu wel een afstekertje heen willen maken. Maar ik denk
niet dat er een meerderheid voor te vinden is, want er zijn paarden die de stal
al ruiken. Bovendien begint het nu, 7.53 uur, te regenen...
Dat was maar een bui, tien kilometer verder begon de zon weer te schijnen.
Op
een gegeven moment (volgens de gegevens van mijn fototoestel, die ik nu maar
aanhoud: om 8 uur 24) hadden we een groot windmolenpark links van de weg, in
lintbebouwing.
Het is intussen bijna negen uur, en we zitten een kilometer of 10 van Versailles,
zo te zien. We zitten nu wel in de file voor Parijs. Vertraging van 19 minuten,
staat er op de borden. De witte molen voor Parijs zag ik net, maar er reed een
vrachtwagen voor, zodat de foto niet lukte. Natuurlijk heb ik al vaker gepoogd
deze foto te maken.
Intussen is het bijna half tien, en we staan nog steeds
voor Parijs. Het ziet er naar uit, dat dit deel de meeste reistijd gaat nemen...
Leve de dagbus... Regelmatig hoor ik achter mij: ja, met de nachtbus had je dat
niet gehad...
Intussen wordt er veel gelachen... Zelfs achterin lijkt de helft wel wakker...
10.05 u we rijden nu weer op volle snelheid en wel op de A3. Parijs ligt
achter ons, we liggen een uur achter op het schema, dus Karin heeft wel enige
haast met het opzoeken van de volgende halteplaats.
10.25 u: we rijden de Aire de Vemars Est op. Het is er 17 graden Celsius, en
dat voelt tamelijk fris aan. Iedereen strekt met genoegen de benen, mensen boven
de veertig merken nu wel dat vier dagen bus ongezond is voor de doorbloeding. Nu
is het ook zo dat de mensen bij de stopplaatsen niet even doorstappen, maar
alleen door
de winkel drentelen, nadat ze hun plas zijn kwijt geraakt. Ze keutelen maar wat,
dus echt bewegen is dit niet voor het lichaam. Ik denk dat het hart dit niet als
beweging noteert. Eigenlijk moet de busdokter ons maar even wat
step-oefeningen laten doen... ;-) Hij rilt bij de gedachte, al geeft hij toe dat
het medisch gezien een goede zaak zou zijn...
Om kwart over elf rijden we weer met goede moed weg, sommigen voorzien van een
baquette, en in een geval bleek die te lang om ongeschonden de bus in te
kunnen... tja.
11.20 u: Parque Astérix op rechts. We rijden er zo dicht langs, dat we er nu
helemaal niets meer van zien.
12.15 u we zitten ter hoogte van Amiens, maar dan 30 km ten Oosten.
De bewolking breekt een beetje, dus er is een waterig zonnetje. Net heb ik
voor iemand via Word opgezocht waar het verhaal van Elia staat, en van God, die
Zich niet vertoont in geweld van vuur en aardbeving, maar in de rust van een
zachte bries. 1 Koningen 19.
Logisch natuurlijk, want dàn kun je pas Gods stem
verstaan.
Ton neemt met die persoon intussen een verslag van vorig jaar door.
12.45: de eerste zwart-witte koeien na de lichtblonde en de roodblonde van
Aquitanië.
We gaan nu richting Valenciennes, ik schat dat het nog een kilometer of 25 zal
zijn.
12.50 uur, heel in de verte zie ik links voor al zo'n steenhoop met puin en
kolenmijnen.
13.00 de plaats naast Ton lijkt weer vrij te komen. Ik wil wel even graaien
in de etenstas...
13.20 uur. De bus heeft dorst, dus we stoppen. De planning is: tot 14.15 uur,
maar de Raststätte wordt verbouwd, dus er is een tijdelijk gebouwtje dat weinig
faciliteiten heeft, en de toiletten worden beheerd door een dame die van tig
keer 30 cent nog nooit een stuk zeep of shampoo heeft gekocht. Als Karin
de minimale rusttijd van een half uur heeft gehad, rijdt ze ons verder, naar een
plek 23 km verderop, waar het allemaal goed en schoon en duur is. Voor 2 koffie
en 2 hapje chocola betaalde ik 5.10 Overigens weer geen romannetjes voor mij. Het lijkt niet
te mogen dit jaar.
Wij horen intussen dat de bagage van de vliegtuigreizigers donderdag op te halen
is op vliegveld Eindhoven, en anders moeten ze wachten op de woensdag daarna,
dan kan het worden thuisbezorgd. (Later blijkt dat het maar een dag daarna
is, dat de bagage thuis gebracht wordt.)
15.13 u We zitten onder Brussel. Ik neem maar weer een foto van het
navigatiesysteem, dat is makkelijk. Het is nog 185 km naar Utrecht, zo te zien.
Wij rijden links om Brussel heen. A12.
We zitten nu, 15.19 in Vlaanderen. Wij
blij! De koffie is afgerekend, en de bijdrage voor de chauffeur is ook
overhandigd aan Ria, die deze afdrachten heeft gecombineerd. Ha, het Atomium - we zagen
eventjes de vijf bovenste bollen. Tenminste op 270 graden, maar na heel veel turen en
gegiechel zagen we om half vier nog nét een halve bol in de verte achter ons op
350 graden.
Thuis kijk ik wel of er van de vele keren klikken er ook maar
iets is gelukt.
Volgens de prognose van het navigatiesysteem zouden we - zonder oponthoud, en dat
zal er zeker zijn omdat we de cadetten ook nog moeten uitladen in Prinsenbeek of
Breda - rond 17.13 in Utrecht moeten aankomen. Het is nog 154 km om 15.34
uur.
Het gaat nu recht omhoog richting Antwerpen.
....
Uiteindelijk waren we om 18.05 op Westraven, waar Betty al heel lang wachtte.
En voordat we afscheid genomen hadden en in de auto zaten, duurde het nog wel
een half uurtje.
Ton was helemaal óp toen we thuis waren, alleen een kop soep en een beetje
yoghurt ging er nog in, ondanks de boodschappen die zo liefdevol gedaan waren
door onze dochters.
De kinderen hadden, terwijl wij weg waren, met man en vrouw en macht de
slaapkamer voorzien van laminaat.
Dat betekende ook dat de (kleren- en boeken)kasten (6)
leeggehaald moesten worden en verplaatst.
Het is een gigantisch karwei geweest,
maar het resultaat mag gezien worden, dus het eerste dat ik deed toen Ton sliep
en ik net begon met de koffers leeg te maken, was: ze allemaal uit de grond van mijn hart
bedanken!
Nu draait de eerste was, en Ton is eindelijk wakker (23.20 u) en drinkt een
kopje thee, zuchtend en steunend dat hij zo moe is. Morgen is dat vast een stuk
beter. En ik wil ook wel gaan slapen, eerlijk gezegd. We hebben een aardige
slaapschuld opgebouwd in deze week. Morgen, en de dagen er na zal ik dit verslag
wel uitwerken...
Het was een mooie bedevaart, en we zijn diep dankbaar dat we dit mochten meemaken.
Wie het verslag van 2010 wil lezen mag hier klikken: 2010
En zelfs 2009 staat nog op het web...