Homilie
Boodschap aan Maria (mei 2014)
Homilie van
vicaris K. Depoortere
Lucas 1,26-38
boodschap aan Maria
Lourdes aan
de grot - 16 mei 2014
Alle godsdiensten kennen een Schepper, een machtige
God, in de bergen, in de storm, in bliksem en donder. Mensen aanbidden zo’n
God, ze knielen voor Hem. Soms hebben mensen zo’n sterke God nodig in angst,
in vrees en beven, in ellende en miserie.
Maar zo’n 4000 geleden ontstond er bij een kleine
volkje in Palestina een ander beeld van God. Een God die mensen nodig wilde
hebben. Die God sprak mensen aan: Abraham, Isaak, Jacob. Aan Mozes vertelde God
voor het eerst zijn naam: Jhwh, “ik ben er voor jullie”. Een God die bij
mensen staat en ze bijstaat. De profeet Jesaja, zo’n 2750 jaar geleden,
droomde van een God die Emmanuel zou heten: God met mensen.
En plots, 2000 jaar geleden, wil die God nog veel
dichter komen bij mensen. Hij wil een moeder nodig hebben: Maria. Hij vraagt
haar of ze de moeder van zijn zoon wil worden. “Wil je?”. Wie vraagt, loopt
het risico van een weigering. Mensen kunnen “neen” zeggen… en dan sta je
daar. God “vraagt”, en Maria antwoordt: “Ja, uw wil geschiede”. Zonder
dat ze de gevolgen van haar ja kende. Zou dat liefde zijn? “Ja” zeggen,
zonder alle gevolgen te kennen?
Maar door die “ja” wordt Maria meteen een vraag aan
Jozef: “Wil jij ook?” Jozef had “neen” kunnen antwoorden, met veel
redenen. Als hij dacht dat het kind van een andere man was: “Neen, ik wil je
niet”. Dan zou Maria gestenigd worden als overspelige vrouw. Jozef spaart
Maria en zegt: “Ja, Myriam, ik geloof dat dit een kind is “uit den hoge”.
Ik geloof dat er meer is dan mensen samen kunnen voortbrengen”. “Ja” zegt
Jozef, zonder de gevolgen van zijn jawoord te kennen.
Jozefs “ja” aan Maria maakt hem op zijn beurt tot
een vraag voor anderen. De herbergier in Bethlehem zegt neen: geen bevalling in
zijn hotel. Koning Herodes zegt neen: geen concurrentie op mijn troon…
En toch zullen er mensen zijn die
“ja” antwoorden, de herders bijvoorbeeld, en dertig jaar later Petrus en
Johannes en Jacobus, zonder de gevolgen van hun ja in liefde te kennen.
En zo gaat het door… tot op vandaag. God wil mensen
nodig hebben om zijn werk te doen bij armen en kleinen, bij marginalen en
verslaafden, bij vluchtelingen, bij een zieke partner. Hij wil mensen nodig
hebben om aan kleinen toekomst te geven. Hij vraagt of we “ja” zeggen zonder
de gevolgen ervan te kennen…
Lourdes is niet enkel een plaats waar we ons lijden en
onze vreugde aan God toevertrouwen via Maria. Het is ook een plaats waar God ons
opnieuw vraagt: “Zeg je ‘ja’, in trouw en liefde, zonder de gevolgen te
kennen?”
Het is een verhaal van Hoop tegen
alles in.
Soms heb ik een vreemde gedachte:
indien Jezus een meisje was geweest, zou zij dan niet Espérance-Hoop heten?
Maar dat is geen katholieke gedachte. Of net toch?
Tekst: vic. Kris Depoortere