Internationale Militaire
Bedevaart naar Lourdes 2016. Het officiële thema is: Gods deur staat
altijd open.
Het insigne laat dat ook zien. Het dit jaar ontworpen door de penningmeester van
ons eigen Nederlandse Militaire Bedevaartbestuur.
Natuurlijk zijn we daar apetrots op.
In de praktijk bleek dat onze pastorale commissie zich vooral had gefocust op
het thema: Barmhartigheid.
De paus heeft dit jaar als een heilig jaar uitgeroepen met als thema:
Barmhartigheid. Gods barmhartigheid allereerst, die mensen oproept en uitnodigt
om ook onderlig barmhartig te zijn.
Het weer in Lourdes vind je hier: en met enig geluk vind je de webcams hier:
16 mei 2016. Vandaag hebben de motorrijders de eerste
etappe voltooid. Ze zijn in Brunssum aangekomen. Morgen gaan ze naar Dijon.
De
delegatie uit de West is al onderweg naar Schiphol, in Nederland zijn allerlei
mensen bezig met hun koffers, en zo gaat het beginnen…
17 mei 2016 De Hoofdkrijgsmachtaalmoezenier heeft met elegante zwaaien van de
wijwaterkwast zijn gebeden om een gunstige en veilige reis kracht bijgezet.
17 mei 2016 laat. De motorrijders hebben een stevige rit
achter de rug, 520 km meen ik, maar ze hadden redelijk weer, en iedereen is
gelukkig goed aangekomen in Dijon. Morgen 426 km naar Brive...
Wijzelf hebben inmiddels vervoer naar Eindhoven kunnen regelen, dat is heel prettig, en verder werken Ton en ik
hoogst onproductief langs elkaar heen, waarbij ik wel telkens dingen voor hem
moet pakken en doen. Dat schiet niet op.
De nachtbus blijkt uitsluitend te rijden
voor de mensen uit de West. Daar zullen wel redenen voor zijn, maar jammer
vinden we het wel.
(Later blijkt dat die tot de nok toe vol is, eigenlijk gaan er al een paar
mensen meer mee dan in feite mag.)
Kwart over twee, laat ik maar proberen te gaan slapen! Ton ligt al een uurtje...
18 mei 2016. De motorrijders gaan vandaag naar Brive, de laatste etappe vóór Lourdes. Alles gaat goed, tot nu toe hebben ze nog maar een enkele (stevige) bui gehad. Wel doet de motor van Gerrie een beetje moeilijk...
19
mei 2016. De motorrijders zijn vandaag in Ouradour-sur-Glane,
om hun te gedenken en hun respect te betuigen.
Ook komen ze door Sainte-Marie d'Auch. Een beetje cultuur schuwen ze niet.
19 mei 2016. 12 u 05. We zijn nu even niet in de wolken, want we
vliegen al een paar minuten boven de wolken.
Omdat we om half zes waren opgestaan zaten we braaf om half acht klaar, en om
8uur reden we met onze goede vriend Martijn weg, richting Eindhoven. We waren
daar net iets na half
tien aanwezig, (natuurlijk werden we gecontroleerd, bij het naderen van de basis,
maar toen we op de lijst
bleken te staan mochten we door) en toen we in de grote hal waren begon het wachten,
maar het was natuurlijk ook een geweldig leuke reünie.
En er was koffie, en
uitzicht op het vliegveld.
Na een halfuurtje mochten we in de rij gaan staan voor het inchecken, Martijn
mocht niet verder mee, dus we namen dankbaar afscheid, en anderen ontfermden
zich over ons en onze koffers.
Aangezien de helft van de balies niet
werkte duurde dat inchecken tamelijk lang.
Daarna mochten we doorgelicht worden, Ton mocht in de rolstoel blijven, hij werd
besnuffeld en bevoeld. Het was maar goed dat die rolstoel bij
ons hadden, want mijn lief had zo lang niet kunnen staan, en het was toch
minstens 100 pas lopen. Maar al die mensen die we zagen: dat deed weer
goed. Er waren onverwachte ontmoetingen, en anderen konden we niet
bereiken, omdat ze in gesprek waren, of te ver weg zaten.
Ook na de douane mochten we weer wachten. Allerlei oude bekenden kwamen we
tegen.
De Hoofdkrijgsmachtaalmoezenier, Tom van Vilsteren, opende de bedevaart met een
goed gebed, de voorzitter van de Bedevaart sprak enkele woorden en moedigde ons
aan om de de deur naar buiten te zoeken, en daarna stortte men zich richting uitgang.
Rolstoelers en
slecht-ter-beners mochten wel eerst, maar de anderen waren veel sneller gezeten, want wij
gingen met een wankele, schuddende en kreunende contraptie omhoog, met twee
tegelijk, en dat duurde al
met al dik 20 minuten.
Ton stond lang in de stank van de motor, en dat was echt
niet goed voor hem. :-( Maar al ging ik wel een beetje achteruit, we konden niet
weg.
Ik zag intussen de koffers aan het achtereind van het vliegtuig via een lopende band naar
binnen gaan. Een rustgevend idee.
Uiteindelijk zaten we allemaal op onze plaats! Om kwart voor 12 begonnen wij te taxiën, om tien voor 12
waren wij los.
Voor de middag waren wij al boven de wolken, die een onrustige
aanblik boden. Allerlei aanbeelden en moderne kunst aan de bovenkant!
Om half een kwam men met een koude lunch, en dat houdt je wel een half
uurtje bezig. Ton heeft een praatgrage buurman Dat is dus hard werken.
13 uur:
de captain van de Jettime (737) zegt dat het in Lourdes 13 graden is. Vijf over 1
zetten we de daling in, en kwart over 1 raakten we de grond.
De bussen reden
voor, en de passagiers werden gesorteerd op het hotel waar ze heen moesten.
De rolstoelers
hadden eigen vervoer, een vrij luxe bus, die ik vorig jaar ook al eens had
gezien, niet denkend dat wij daar ooit in zouden meerijden...
De rolstoelen
werden heel stevig vastgezet 4 rijen stoelen. Apparaten die klikten in rails op
de grond maakten dat ze niet voor- of achteruit konden.
10 over 2 reed de
rode rolstoelbus weg, de anderen waren toen al bijna in Lourdes.
Onderweg dreigde de regen al, donkere wolken pakten zich samen... maar we waren
blij de vertrouwde bakens onderweg te zien. Bijna thuis... :-)!
Even later rijden we over de Oude Brug over de Gave...
Drie uur: we zijn er, het is rustig in de kamer. Veel lieve hulp maakte dat
mogelijk.
Vier uur: het meeste is uitgepakt. Kamer 307 is een drie-persoons kamer,
dat geeft ruimte… Er is flink verbouwd in het afgelopen winterseizoen, zo te
zien. Nu moet ik maar eerst achter wifi-sleutels aan, en praten over Tons dieet.
Dat had ik nog niet
gemaild. De zon komt door! Leuk voor de motorrijders, straks.
Wij wachtten met een hele groep aan de overzijde van de
brug naar Les Rosiers...
Zij kwamen om 17.05 via de Avenue du Paradis naar de brug want daar was
traditioneel het punt van aankomst.
Daar konden ze niet
over, de brug was aan beide kanten afgezet, om onduidelijke, maar vast geldige
redenen, dus ze maakten een mooie bocht, klik hier,
en kwamen via de Avenue Peyramale bij les
Rosiers, waar ze afstapten en de stijve spieren strekten.
Ze werden warm
onthaald door degenen die op hen hadden gewacht.
Wij gingen even water halen en naar de Grot. Al die
gassen van de motoren zijn voor Tons longen funest, dat hadden we vorige jaren
al ontdekt. En op vliegveld Eindhoven had hij al een overdosis gekregen...
Onderweg kwamen we een groepje muzikanten tegen, die een spontaan concertje gaven. Dat is zo typisch voor de Militaire Bedevaart!!!
Enig! Daarna gingen we snel naar de Grot om ons respect te betuigen en te
groeten, en natuurlijk nam ik meteen wat Lourdeswater mee. Ik had een paar lege
flessen meegenomen van huis.
We keken nog eens extra bij de kapellen naast de grote kerk. Vooral die trappen
van de Bernadette-kapel zijn bijzonder, met een mozaïek, dat levend water
uitbeeldt... en op die treden staan ook de boodschappen van de Vrouwe.
Kwart
voor zeven, het is nu warm op de kamer, Madame Lapeyre heeft de kachel aangezet, maar we moeten wel naar beneden om te
eten...
2 aardige jongemannen van de marechaussee deelden onze tafel: Paul van der Most en
Hans(?) van Deelen. Zij zijn meegekomen voor de vlaggenwacht. De laatste is
een Protestant met een
passie voor orgels. Als hij daarover spreekt bloeit hij open.
Het zijn allebei prettige jonge mensen.
Om half negen gingen we naar
boven, voor Ton heb ik thee gezet, en daarna heb ik postzegels geplakt tot ruim kwart voor een. (Corry
had die tevoren voor mij gekocht, de engel! Dat scheelt me uren.)
Toen viel ik in slaap of zo...
1.11 uur: hoogste tijd
om te gaan slapen.
Vrijdag 20 mei 2016. Vanmorgen moesten we om kwart over zes buiten staan voor de
mis aan de Grot van kwart voor zeven, dan zouden we met de muziek (Regimentsfanfare
Garde Grenadiers en
Jagers) naar het terrein van de heiligdommen lopen.
Dat was i.v.m. Tons gezondheid in deze kou geen optie.
Als ik alleen ging had ik niet de tijd om Ton tijdig ontbijt-klaar te maken, dus
ook dat ging niet. Gelukkig dat we niet gingen, want het was inderdaad stervenskoud, hoorden we,
toen de ware gelovigen terugkwamen voor het ontbijt. Ik heb verschillende handen een beetje mogen
warmen.
Maar voor veel mensen is dit wel een heel bijzondere dienst. Anderen hebben
foto's gemaakt. Ik denk dat deze van aalmoezenier Mike Nagtegaal zijn.
Natuurlijk kwamen ze mèt de muziek weer terug...
Bij het ontbijt was er een grote schaal kwark, die was meteen zeer in trek.
Voor
Tons Budwigpap ideaal dus. De Heer had er in voorzien. (Gisteren had ik bij
mevrouw Lapeyre, de hotelière, een lijstje ingediend met alles wat Ton niet
mocht, en met het verzoek om kwark bij het ontbijt.)
Internet ligt er steeds
uit, we zien wel wanneer we dit kunnen opladen. Vorig jaar was ook telkens de
mededeling dat het maximum aantal gebruikers al online waren. Mevrouw
belde de monteur, en die zou zó komen...
Na het uitgebreide ontbijt, samen met
Eduard, ging Ton naar de kamer om rustig wat te studeren.
In de tussentijd ging een grote groep met de aalmoezeniers de Kruisweg lopen,
tegen de berg op. Dat is altijd weer een bijzondere ervaring. Ze gebruikten
dezelfde liturgie van
Aalmoezenier Liduin v.d. Broek als wij later.
En ik nam de rolstoel met post en
lege flesjes om al onze gebeden in de zon bij de Grot te doen, terwijl de
uitgebreide mis van de Duitsers voortduurde. Ik heb er ruim de tijd voor kunnen
nemen. Het was nu warm genoeg om er zonder jas te kunnen zitten. Achteraf bleek
ik zowaar stevig verbrand te zijn! Maar daar merkte ik toen niets van: het
was lekker, maar niet heet. En wie wat keuvelt met de Heer over al die mensen
naar wie de kaarten zouden gaan, merkt dat soort dingen ook niet op. ;-)
Intussen was het op het plein een gaan en komen...niet alles was militair.
Er waren ook kleurrijke nieuwkomers uit Polen... Ze waren met velen, zou ik
later merken...
Na afloop, en gezegend, ging ik wat water tappen, hoogstens een liter, en toen moest ik
opschieten i.v.m. Ton, zei de Heer.
OK. Dan gá je. Halverwege de steile helling naar de uitgang passeerde ik twee ‘meisjes
van Tons leeftijd’…
Een van hen, 84 jaar jong, kon ik een lift geven met de rolstoel, tot
bijna bij haar hotel. En dat was een steile klim, zelfs vooreen jonge geit als
ik.;-)
Maar het ging prima, en dat is dan zo typisch een van Gods geintjes hier in
Lourdes. Ton en ik hebben er later hartelijk om gelachen.
Op weg naar het hotel zag ik nog meer van die Poolse
volgelingen van Jezus, koning der wereld, in hun flodderige mantels. Later zou
ik merken dat er behoorlijk verschil is in hoog en laag, arm en rijk, in die
beweging.
Het is kwart voor twaalf, ik ga
eens kijken hoe laat we eten, en of het internet al is aangesloten.
...
Dat bleek het geval.
Ton en ik keken nog even naar de snel stromende Gave.
Maar vanuit de rolstoel zag Ton niet zoveel... dat beperkt je dan toch.
We hadden een gezellige tafelheer: Paul Vlaar, sinds vorig
jaar onze
favoriete aalmoezenier.
We aten kip met friet, en dat ging er wel in!
Na het eten maakten we ons op om de 'kleine
kruisweg' (voor de zieken, die
oorspronkelijk op het programma stond voor half tien) mee
te maken; het was
echt militaire dienst: hollen om op tijd te zijn en daarna een half uur wachten op het
andere deel van de groep uit een ander hotel. (Bij ons in
hotel Peyramale had het personeel zich op verzoek van de hotelleidster gehaast, zodat we op tijd weg konden, maar bij Les Rosiers
duurde het maar...)
Uiteindelijk begonnen we
maar vast, want we hadden verschillende mensen bij ons voor wie al dat staan
echt te veel was.
Ton en ik hadden al een boekje, en een van de aalmoezeniers, Mike
Nachtegaal, had zelf
zijn eigen tekst bij zich.
Hij verzocht Jacques van Haalen om
een deel van de teksten uit te spreken, die deed dat ook onvoorbereid heel goed.
Compliment! Klik voor de liturgie!
Na enige tijd kwam ook de groep van Les Rosiers aan, zij volgden de kruisweg in
hun eigen tempo. Er zaten al twee groepjes tussen, zo gaat dat hier. Maar aan
het eind vormden we toch één groep.
Deze kruisweg, van mevrouw de
Faykod, is erg mooi… en blijft bijzonder. Aalmoezenier Liduin v.d. Broek, die
dit jaar de
teksten voor de Kruisweg had geschreven dan wel bijeengesprokkeld, had rekening
gehouden met het feit dat deze Kruisweg twee extra staties heeft. Dat is
klasse.
(Het zelfde boekje werd gebruikt voor beide kruiswegen).
Er werd nu wel geëindigd met een gebed, maar van een echt persoonlijke ziekenzegen
kwam het niet meer. Dit omdat sommigen om 4 uur in het hotel moesten zijn (voor een
vergadering of iets dergelijks).
Jammer dus. Hoeveel tijd kost dat nu?
Intussen gingen degenen die wel ter been waren en
wellicht 's morgens de Grote kruisweg hadden gelopen, in formatie en achter de
muziek aan op weg gegaan naar de officiële opening van de Internationale
Militaire Bedevaart in de grote ondergrondse Pius X basiliek. Dat is altijd een
grote show, en een must voor de nieuwkomers. Dus klik even op de link
hierboven. De foto's hieronder heb ik
gegrabbeld op internet en in Facebook. Met dank aan de makers. ;-)
Rechts de binnenkomst van de Nederlandse vlaggewacht,
(Paul en Ruben) met aalmoezenier Tim van Kesteren voor hen uit met een
kaarsje... Er wordt bij iedere nieuwe delegatie enthousiast geklapt. :-)
De meeste anderen waren met de bus(sen) naar de bergen
gegaan. Ze kwamen uiteindelijk terecht bij de indrukwekkende Col du Soulor! De
Gavarnie kon niet worden bezocht, die was door de omstandigheden van de wegen
niet bereikbaar. Maar velen vonden de excursie van vandaag nog mooier. Alleen was er weinig tijd om
de benen te strekken, en de berglucht op te snuiven. Nu ja, je hebt natuurlijk
steeds tijd tekort in Lourdes! Maar dit was een bijzondere rit...
Natuurlijk
gingen de motorrijders hun eigen gang, op hun eigen wielen, en ook zij hadden
een spannende en fantastische rit door de bergen...
Voor velen het hoogtepunt van hun verblijf hier!
Ton had veel last van zijn voeten, dus na de kruisweg gingen wij rechtdoor naar de kamer.
Twee man tilden hem met rolstoel en al de trap
van het hotel op. Vanmorgen ook al. Mooi!
Ton ging rustig zitten lezen en studeren in de Bijbel, met een kopje thee en een mariaatje. Zonder hoofdletter!
Ik ging nog
maar eens op pad met de post, (zo'n 350 stuks) en ja, het lukte om die aan te strijken aan de
wand van de Grot, daarbij was ik niet de enige!
ik knielde even op mijn vertrouwde plekje, en kreeg onverwacht
de mededeling mee dat de Heer me heel nieuwe dingen zou laten doen. En dat ik er
de krachten voor zou krijgen... :-D
... Ik ben benieuwd. :-D
Er waren veel mensen op dit moment, er was ook geen dienst, zodat je door de
Grot kon gaan, dat is lang niet altijd het geval.
En als ik terug ga, kom ik een hele processie tegen... of een optocht???
Mij stoorde een beetje het verschil in kleding tussen de vooraanstaanden en de
volgelingen. Maar dat zal wel erg Nederlands van mij zijn. Het was een lange
stoet, en naast banieren en iconen, werden er ook bordjes meegedragen met de
namen van (plaatselijke?) heiligen.
Vervolgens heb ik nog 30 liter water
getapt, dat kostte een halfuur, maar dat kan sneller, ontdekte ik later. Voor
grotere hoeveelheden zijn er speciale kranen, aan de andere kant van het pad. (Als je onder de bogen door komt, niet rechtdoor, maar naar links
gaan, dan zijn ze aan de rechterkant van de brug!) Ik had de rolstoel bij me, om dat allemaal te vervoeren. Handig hoor!
En iets voor zessen was ik weer in het hotel. De bidons
die ik kon kopen, waren maar klein: bidons van 5 liter. Die van 10 liter zijn in heel Lourdes al
twee weken niet te krijgen, werd mij in verschillende winkels verzekerd...
(Later zou ik aan het eind van de Avenue Peyramale nog twee 10 liter bidons
vinden. Het zijn grote afzetters daar: ze kostten 5 euro per stuk.
Zeldzaamheidswaarde. In eerdere jaren hadden we die winkel ook al leren
ontwijken vanwege de prijzen.)
Ton’s voeten zijn iets beter, maar het
blijft moeizaam. Kwart over zes. Tijd om andere dingen te gaan doen…
Om zeven uur gingen we eten.
Fransjesca Grimbergen, de aalmoezenier uit de West,
kwam bij ons aan tafel zitten, en dat was een geschenk op zich. Heel
inspirerend! Een van haar schaapjes, Ruben, vertelde over zijn ervaringen van de
dag, en dat deed hij goed! Leuk is dat om zo mee te maken wat de anderen hebben
beleefd.
....
Na het eten gingen Ton en ik nog even naar hotel Les Rosiers, om iets af te
geven, en aangezien Tons voeten dik en pijnlijk zijn, en hij zijn zwarte
pantoffels draagt in het hotel, had hij een probleem. Want een heer en officier
gaat natuurlijk niet zonder keurige schoenen over straat. De jongedame Eveline,
die op de winkel past in ons hotel, pakte Tons benen keurig in, in zijn nette zwarte plaid. En zo zag je er niets
van. Hij blij.
We brachten ons pakketje weg, dat in dank werd aanvaard, en daarna maakte ik Ton een kopje thee, hij schreef moeizaam een
briefje in het Frans, terwijl ik de kaarten in de bijbehorende enveloppen deed.
Soms nog een extra gebedje erbij, een heel enkele keer een enkel woordje
toevoegend.
Je zou dat bij veel meer willen doen, maar dat kan niet. Om kwart over elf
hadden we nog een tiental kaarten waar nog ‘ iets’ mee moest. Morgen dan
maar. Ik kon de grote doos met kaarten, 330-340, naar de brievenbus, bij de Oude
Brug, brengen. Daar was het gezellig druk onder de vrijwel volle maan. Muziek,
opgewekte mensen, geen wanklank werd gehoord.
Wel zag ik een jongen glazig kijken… maar dat komt meer voor, deze dagen.
Nog een kort gesprekje bij terugkomst in de hal, ik had Henk van Boxtel, de
Schipper, net gemist, zeiden ze.
Nu is het half twee, Ton ligt verzorgd en wel in bed, de wekker staat op kwart
voor zes, en ik ga ook zo liggen. Of het slapen wordt weet ik niet, want ik
ben achteraf vanmorgen behoorlijk verbrand. Ton heeft wel wat koelzalf gesmeerd,
maar…
Nu nog een paar minuutjes om veel spaties toe te voegen, en wat letters die niet
gepakt hebben..
Morgen is heden…(acht minuten later: Klaar!)
Zaterdag 21 mei 2016. Kwart voor zes op na een slechte
en moeizame nacht viel niet mee! Met moeite lukte het ons min of meer op tijd aangekleed
te zijn. Om even voor acht stond Paul Vlaar al met zijn manschappen
aangetreden!
Dat zag er strak uit!
Wij ontbeten maar op de kamer, en kwamen nog net op tijd, om kwart voor 9, bij
de Sint Jozefkapel. Saint Joseph, op zijn Frans. We hadden de ceremonie bij de nieuwe aanwinst bij de Pont Saint Michel:
de poort van Barmhartigheid, niet mee kunnen maken. De meeste mensen hadden het
trouwens niet verstaan; ze waren alleen besprenkeld met wijwater door de vicaris, dat
wel.
Een mooie kerkdienst volgde. met een het koper kwintet van de Grenadiers en Jagers,
en een koor uit Curaçao, (Sranan Rosoe = Surinaamse rozen) waarvan de dames, als
kota missies gekleed, zowel
het oog als het oor streelden.
Natuurlijk kon het Ave Maria niet ontbreken...
Het slotlied werd samen met het koperkwintet gezongen...
De vaandelwacht deed het mooi, neeg keurig bij het begin van het Wilhelmus, en ging ook
verder steeds voorop, naar het plein waar deze foto’s gemaakt werden, (in een
eindeloze variatie)...
Eerst uniformen alleen, dan die hierboven met het thuisfront voorzover aanwezig,
dan een uitsplitsing naar kleur, wapen,
de
West, (met de gevolmachtigde minister van Curaçao, mevrouw Wiels - de dame in het midden) en de veteranen met
en zonder motor... enzovoort, enzovoort, tot ik op het eind grapte dat er
volgend jaar ook maar een foto bij moest van alle Protestanten. :-D
In de tussentijd was er gelegenheid voor allerlei aardige contacten... Eigenlijk
begon de receptie daar dus al. ;-)
En
daarna ging de vaandelwacht met de muziek ons even na elf uur weer voor naar de Mission, waar de receptie werd gehouden.
Daarbij kwamen we
weer langs de poorten van barmhartigheid, waarbij een korte ceremonie was
geweest op de heenweg, vanaf de hotels. Dat hadden wij straks gemist.
Foto’s lukten niet zo, want de batterij was net leeg.
Dat kan vooral hier in de vochtige atmosfeer van Lourdes zomaar gebeuren.
Het was intussen bloedheet. Gerrit Valk, bestuursvoorzitter van het
Veteraneninstituut, heeft Ton gereden, erg lief.
:-) Hij deed het ook al bij de uitgang van de kerkdienst. Nu is Ton gewoonlijk
een interessante causeur, dus er ontstond een geanimeerd gesprek, waaraan ook de
pastoor die mee was vrolijk deelnam.
Daarna volgde de receptie, waarin alle deelnemers van de
bedevaart op één locatie aanwezig waren, en niet op hun plaats hoefden te
blijven. Liever niet. Het mengen van de bloedgroepen blijft altijd wat lastig,
ons kent ons, en blijft liever onder ons, maar er zijn altijd mensen die de
juiste gezindheid hebben om het toch te blijven proberen. :-) (De volgende
foto's zijn voor een deel gemaakt door de vrolijke marine-'padre' Mike Nagtegaal
hieronder.
(De
familie Sweelssen was ook al vijftig jaar gehuwd, en kreeg een attentie!)
De sprekers hielden het
kort en prettig, de muziek hield de sfeer er in,
en het moge duidelijk zijn dat er veel gepraat, geluisterd en gelachen werd.
M.
Philippe Pomes legt de laatste hand aan het eten,
en die lunch was heel smakelijk en aangenaam, al
blijven die dunne bordjes een constante bedreiging voor uniformen, jurken en de
vloerbedekking binnen... Er was niet op gerekend dat verschillende mensen meteen
maar twee bordjes op elkaar zetten... Al met al was er een geanimeerde stemming.
Kortom:
de receptie was weer een succes!
Op een gegeven moment
begonnen mensen weg te gaan, en aangezien Ton nog minder had geslapen dan ik,was het
de hoogste tijd om te volgen. Na de receptie
reed Diana hem een heel stuk richting hotel. :-)
Vanmiddag is er een zeer gevarieerd programma. Er is een sportmoment, waarbij
ook de minder-validen op hun durf worden getest. Voor onze PTSS'-ers een
geweldige opgave, want ze moesten de controle uit handen geven, en overlaten aan
hun team. Dat is juist dan heel moeilijk! Verder waren tactisch inzicht,
spieren en... kennis van het Frans nodig! Dat laatste wordt meegenomen voor
volgend jaar.
Deze foto's zijn zeker van Mike, want wij waren daar niet. Bedankt, padre!
;-)
Op weg naar ons hotel kwamen we langs een groep
Spanjaarden??? Ze werden alvast opgesteld om in hun beste tenue naar de
plechtigheid bij het Monument des Morts, het Monument voor de Gevallenen, te
gaan. Hun ponjaards waren prachtig gepoetst.
Wij gniffelden nog even over de verslaggever die op 10-1-1967 bij het huwelijk
van Prinses Margriet met Pieter van Vollenhoven sprak over 'een dolkachtig ding'
dat Pieter aan zijn uniform had hangen.
Toen we om kwart over drie bij ons hotel kwamen stond
daar Hans van Deelen al klaar om ook op weg te gaan naar de
ceremonie bij het Monument, in het centrum van de stad...
Later zag ik hem en de rest van de vaandelwacht terugkomen...
Heel representatief, allemaal!
Een ander gebeuren van gewicht: allerlei muziekkorpsen zouden vanmiddag
rondtrekken en her en der concertjes geven, maar tegen de tijd dat de Grenadiers
en
Jagers voor ons hotel stonden te toeteren, had Ton al een kopje thee gehad, en was hij diep in slaap.
Mijn eigen pogingen om overeind te blijven lukten óók al niet!
Nu is het bijna vijf uur,
en ik ga me zo maar weer eens aankleden.
De
wolkjes die straks de hemel verduisterden zijn weer weg, het is stralend zonnig.
Of liever: het was zonnig, dus er zijn nog wel wat wolken.
Ton begint ook weer te bewegen gehinderd
door mijn aanhoudend gekuch. We zien het zo wel.
Aangezien er een dreigend Lourdeswater-tekort was op onze kamer, nam ik de
rolstoel en een paar bidons, en ging ik snel op weg om nog wat 'Holy Water' -
zoals vriendin Lucy dat noemt - te halen. Het was druk in de stad!
In
de Rue Marie Saint Frail lijkt de ceder die precies voor de toren van de kerk
staat, dit jaar op gelijke hoogte gekomen te zijn. Steekt die er volgend jaar
boven uit? Ik hoop het te zien!
Dan de hoek om, rechts, richting heiligdommen. Bij de supermarkt zijn de kaarten
het goedkoopste. Ik heb er het driedubbele voor betaald.
En
daar staat een groepje Duitsers muzikaal uit hun dak te gaan. Enig! Ik
kom in de verleiding om te blijven plakken, maar dat kan nu niet.
Op het plein zie ik hoe soldaten aan het oefenen zijn om de draagstoel met een
(dan) verlichte Mariabeeld vanavond netjes en secuur te dragen bij de
Lichtprocessie.
Ook dat is een evenement dat er bij hoort.
Ik
sta lang in de rij om mijn water te halen. Niet iedereen is even geduldig, en
het loopt tegen etenstijd, zo gek is dat niet... Maar toch...
Dan zie ik een plakkaat waarop staat dat er aparte kranen zijn voor
grootverbruikers. Aan de overkant, rechts van de brug die naar de Bernadettekerk
leidt.
En
ja! Het is er nog veel minder druk ook. Natuurlijk mag een mevrouw die alleen
maar wat wil drinken er tussendoor! Dit is een kraan met een veel dikkere pijp, met een groter debiet.
Mijn10 liter bidons waren in een kwartiertje gevuld, ook al omdat een vriendelijke
man er eentje onderhanden nam voor mij.
En zo kom ik even later, na nog een gesprekje onderweg, echt wel op tijd voor
het eten, met mijn 'twee emmertjes water, twee emmertjes drinken' bij het hotel!
Ik kon Ton nog wel aankleden voor het diner, dacht ik zo. Maar dat ging mooi
niet door.
Mijn lief heeft boven gegeten, hij was te moe om zich aan te kleden en naar beneden
te gaan, dus ik kreeg heel vriendelijk een zwaar blad mee naar boven met soep, omelet,
en chocolademousse. Meer dan genoeg…
Ik had zelf drie jongens uit Curaçao aan tafel, die waren niet erg spraakzaam.
(Wat moet je ook met zo'n vreemde mevrouw, die naar
allerlei dingen vraagt waar ze niets mee te maken heeft?) Tijdens de
maaltijd hadden enkele sporters van deze middag hun T-shirt aan. Mooi
hoor!
Daarna gingen de mensen naar de lichtprocessie.
Aalmoezenier
Paul Vlaar staat al klaar met een van de vlaggen.
Als
de processie begint is het nog erg licht, en vanwege de grote aantallen
deelnemers is het traject opgedeeld in verschillende routes, die uiteindelijk
bij elkaar komen op het Rozenkransplein, maar nu is het tien voor tien en het is donker.
Een bijna volle maan wordt
nu afgedekt door wolken, het kan vannacht gaan onweren.
Voor velen is de Lichtprocessie een hoogtepunt, voor sommigen was het dit jaar
een afknapper: het aloude Avé, avé, avé Maria was niet of nauwelijks
gezongen. (Aan het einde toch, hoorde ik later, maar toen was mijn zegsvrouw al
teleurgesteld afgehaakt...)
Ton drinkt zijn thee, terwijl ik dit blog even bijwerk.
...
Nu heeft hij zijn thee bijna op. Even
bedenken wat we morgen, zondag, nodig hebben.
Dan zal het een stuk kouder zijn, en
waarschijnlijk regenachtig.
Maar wat waren we deze dag begenadigd met dit weer!!!
Tegen half elf ging ik, via de vrolijke drukte op de Pont Vieux, die de delen
van de stad verbindt, nog naar hotel Espagne, waar ik toch nog een paar
mensen trof. Zij het niet persé degenen die ik zocht. Toen kwam onze eigen muziek
spelen op de parkeerplaats voor hotel Espagne, en dat swingt dan de pan uit.
We waren de eersten, ze gingen daarna nog verder, het waren leuke ontmoetingen! Maar koud was het wel.
Even hier klikken om ze te zien en te
horen...
Voor twaalf uur ben ik in het hotel,
waar ik in een kort
gesprek verzeil over de betekenis van het aansteken van lichtjes… Hier gebeurt
dat gewoon. :-)
En dan blijkt dat de dienst morgen een half uur eerder begint dan anders. Half tien, met
voorprogramma om 9 uur. Dan moeten we er denkelijk half negen staan, en niet om
9 uur, als gewoonlijk. Dat wordt half zes opstaan. Wekker zetten en slapen, dus! Nu!
Zondag 22 mei 2016. En dat ging mis, dus werden we juist 30 min later wakker. Niet leuk, maar we waren ruim op
tijd voor de mis; we waren de eersten in dit vak, maar er kwamen al snel anderen
bij.
We zagen enkele oude bekenden,
M. Oges herkende ik om de een of andere reden niet. Ik ging naar hem toe... heel
vreemd liep dat. Maar later kwam hij naar Ton toe om hem hartelijk te begroeten,
dus hij was het toch. (Verwarrende situaties zijn dat!)
De
eerste bands kwamen om 8 uur 40 binnen...
Pastoor Jurgen Jansen kwam langs om voor de dienst met Ton op de foto te gaan,
beiden in uniform, en even later maakte de Franse legerbisschop, M. Luc Ravel,
een rondje langs de voorste rijen, en onze Jacques was erbij om de veteranen van
Bronbeek te introduceren.
Naast Ton waren een Ier en een Canadees opgesteld, en pal naast hem een Amerikaan wiens Engels hij niet verstond, maar die prima Spaans sprak. Zo kwamen we de tijd wel door. Links drie veteranen uit Bronbeek. :-)
Het
was de 'gouden zondag Trinitatis', de zondag van de Drievuldige Eenheid, dus dat
was zichtbaar op de grote schermen, waarop je de dienst een beetje kon volgen,
als je geluk had, en niet teveel opzij zat.
De dienst begon met een rondje van enkele geblesseerden,
veteranen en andere vooraanstaande zieken... Aangezien Ton in het rijtje vooraan
stond mochten wij ook figureren in de Tour d'Honneur, zoals het dit jaar werd
genoemd.
Men stond op bij het passeren, en over en weer werd gegroet.
Ontroerend. Hoe dat precies zat ontdekten we eerlijk gezegd pas later, toen we
thuis waren, en het op Facebook werd uitgelegd.
Verhelderend dus. Maar gelukkig hield Ton de eer van Nederland hoog, en groette
hij telkens als de anderen dat ook deden.
En dan komen de vlaggenwachten binnen, die van de Paus natuurlijk eerst. Vervolgens een
eindeloze stoet geestelijken, priesters voorop, we zagen onze medepelgrims Paul
Vlaar en pastoor Jurgen Jansen, (de laatste in het midden op deze foto, Paul
rechts van hem)
En nee, ze waren niet in het geel, maar in wit, dit was spelen met kleur,
denkelijk omdat de dienst door een Franse (RK)zender werd uitgezonden.
Dan kwamen de bisschoppen, (onze vicaris had een tussenpositie), en uiteindelijk de Franse Legerbisschop, die met enthousiasme binnengehaald werd.
Allerlei mensen werkten mee aan de dienst, onze eigen
Kpt. Kleemans las een van de voorbeden.
En ook zong ons eigen koor uit de West.
Ze waren prominent in beeld, maar dat was na de lezingen en de homilie, die werd
als gewoonlijk gehouden door
Mgr. Luc Ravel, de Franse legerbisschop. Het was een nogal gewaagde preek,
maar daar ziet hij niet tegenop. Hieronder in het Frans te lezen.
Dimanche
de la sainte Trinité 22-05-2016 Homilie Mgr. Luc Ravel
La miséricorde divine dans le temps de la guerre.
Le monde continue sa marche folle vers la guerre. Rien ne soulage la pression de
la guerre sur les peuples. On ne tourne pas facilement la page du terrorisme. La
guerre nous tient. Elle nous meurtrit à la manière de jadis, par la conquête
de villes, les batailles et les prises de guerre. Mais elle nous détruit aussi
d’une façon nouvelle, sous une forme éparpillée, moins lisible.
Retrouvons la miséricorde de Dieu dans le temps de la guerre et la bonté de
Dieu sur le champ de bataille. Il y a trop de violence sur cette terre pour que
nous la laissions courir toute seule en traçant ses lignes de morts. Il faut
bien aller à la guerre, y jeter sa force et ses compétences pour contenir,
fracturer, dissiper peut-être la violence qu’elle propage. Telle est la
vocation du militaire, de tout vrai militaire.
Au courage, le chrétien ajoute la calme certitude que Dieu ne lui manquera
jamais. Ni avant, ni pendant, ni après la guerre. En aucune façon, nous ne
devons penser comme les païens que Dieu s’occuperait seulement des
bien-portants, des bien-pensants, des bienfaisants, des bienveillants, des
bien-de-toutes-sortes qui font les leçons mais qui ne se salissent pas les
mains. Au contraire, nous le croyons : rien ne peut nous séparer de l’amour
de Dieu. Accueillons les quatre dons merveilleux de Dieu dans le temps de la
guerre et sur le champ de bataille.
1. Dans les champs de la mort, Dieu plante son grand Amour. La guerre comporte
de graves péchés. Léon XIII disait : « la guerre est un fléau. » (allocution
aux cardinaux, 1899) Pour le chrétien, la guerre brasse des haines incontrôlées,
des injustices lamentables. Mais c’est une loi divine : là où le péché
abonde, la grâce surabonde.
En 1964, à l’ONU, Paul VI s’écriait : « plus jamais la guerre ! ». Mais
ce rêve de Paix ne laisse pas le chrétien inerte devant la violence ou désespéré
dans la guerre. Les fléaux ne l’impressionnent pas. Pour une raison qui ne
tient pas à des qualités particulières mais à ceci : Dieu donne un grand
pouvoir à ses fils. Le pouvoir d’aimer en toutes circonstances : « puisque
l’amour de Dieu a été répandu dans nos cœurs par l’Esprit Saint qui nous
a été donné. » (Rm 5, 5) Dieu fait au soldat le don d’un Amour inoxydable,
que rien n’attaque et que personne n’arrache.
En ces lieux de l’histoire où il est pris dans des forces démesurées, qui
le brassent et l’emportent, l’homme a besoin d’une Force d’un autre
monde. Il a besoin d’une fraternité indépendante des circonstances. Cet
amour existe. Il naît à sa façon, ni d’une rencontre humaine, ni d’une émotion
ressentie mais d’un appel à l’Esprit saint.
2. Dans la guerre, l’Esprit souffle une liberté nouvelle. Cette liberté de
l’Esprit est plus que jamais nécessaire dans cette « troisième guerre
mondiale combattue par morceaux » dont parle le pape François.
Car cette guerre gagne du terrain en trois temps. D’abord, se faisant discrète,
elle séduit des esprits. Elle leur offre une certaine ivresse, en quelque sorte.
Puis, devenant éclatante, elle tue de façon aveugle. Enfin, se pensant
religieuse, elle entend soulever toutes les communautés se réclamant d’une même
religion mondiale.
Chacun de ces temps réclame chez le soldat un esprit libre d’une liberté qui
lui est donnée par l’Esprit saint.
Grâce à l’Esprit, le soldat garde sa raison. Il ne se laisse pas séduire
par l’idéologie. Il en dénonce la folie sans lui opposer une autre folie. Il
est assez libre pour ne pas alimenter une spirale de mort.
Grâce à l’Esprit, le soldat ouvre les yeux. Il ne tue pas en aveugle. Plus
que jamais, il opère une vraie connaissance des ennemis réels. Il est assez
libre pour n’user de son arme qu’à bon escient.
Grâce à l’Esprit, le soldat possède Dieu. Il ne tombe pas dans les extrémismes.
Ni il ne rejette ni il n’accuse la religion en bloc, ce qui est une facilité
et une fausseté. Mais il est assez libre pour vivre son lien personnel avec
Dieu.
Grâce à l’Esprit, le soldat garde la liberté du Christ. Il donne sa vie
pour ses frères. Prompt à aimer le vie, il est prêt à la donner pour Dieu et
pour sa Patrie. Il le fait dans la foi que le Christ le conduit.
3. Dans la guerre, le Fils panse les plaies du soldat. D’une certaine façon,
le Christ appartient au Service de Santé des armées ! Le Fils s’approche
avec toute son humanité pour empoigner la nôtre. Dans la tempête de la lutte,
le Christ nous tient par la main. Pas un pas, pas une fatigue, pas une blessure
qu’il n’ait connu, vécu ou porté. Aucun combat qu’il n’assume, aucune
mission qu’il n’accompagne.
Quand nous lui demandons la victoire, Il nous donne son Cœur.
Quand nous nous sentons seul, Il repousse notre solitude.
Quand nous nous sentons faible, il nous tourne vers le camarade.
Quand nous nous sentons fatigués, il nous présente le repos de la prière.
Quand nous avons peur, il nous propose un acte de foi.
Quand nous sommes blessés, il nous donne sa tendresse.
Quand nous sentons le froid de la mort, il nous offre l’Espérance.
Quand le doute s’installe en nous, il nous montre le Père.
4. Dans la guerre plus qu’ailleurs, le Père donne son pardon. C’est
l’amour qui répond à la misère. C’est l’amour comblant la misère.
C’est l’amour assumant la misère morale.
Dieu proportionne son amour à notre misère. Grande misère, grand amour.
Petite misère, petit amour.
Grandes, les misères de la guerre. Enormes, les blessures qu’elles entraînent.
A ces blessures répondent les soins, les remèdes, les prothèses, les
accompagnements, les pensions. Mais il y a aussi les grands pardons de Dieu.
Ceux que l’on ne s’octroie pas si facilement à soi-même. Ceux que le
monde, la famille, les adversaires refusent souvent.
L’amour aussi soigne. Il est aussi un remède pour rire malgré la douleur,
une prothèse pour avancer malgré le souvenir, un accompagnement pour aimer
malgré la mort, une richesse pour vivre malgré le temps qui passe.
Dieu donne son amour. Rien ne nous en sépare. Dans le temps de la guerre, cet
amour devient pardon. Entrons
dedans.
+ Luc Ravel
Tijdens
de Eucharistie zong ons koor, en er waren ook nog Alpenhoorns te beluisteren,
naast een Ad Hoc-koor... er is altijd veel te horen en te zien. Ook kwamen
lieve mensen bij de zieken langs met water... Er is altijd veel zorg voor de
zieken in Lourdes!
Voor de zegen deelde Monseigneur Ravel mee dat de volgende Bedevaart, Deo
volente, in 2017 zou vallen op 19 - 21 mei (met als voorlopig thema: Geef ons
vrede). Donderend applaus!
De zegen werd vergezeld van een speciale pauselijke zegen, zichtbaar gemaakt op
het scherm.
Na het einde van de dienst gingen de spelers de kerk uit in de volgorde waarin
ze binnen gekomen waren.
De
bisschop kwam nog even langs, (iemand moest snel een mobieltje lenen, zodat een
moeder, ergens-in-het-land gebeld kon worden dat zoonlief op de televisie kwam),
daarna kwamen er nog VIPs handen geven, we wisselden een
paar woorden met de Gouverneur van de Invalides Bertrand_Ract-Madoux
en diens echtgenote, verder kwam
er dit jaar niet veel spannends langs.
Onze vaandelwacht was mooi in beeld bij het verlaten van de kerk...
Ton groette natuurlijk netjes, en net op dat moment, stonden er twee man van de
koninklijke Spaanse garde achter hem.
Aangezien onze Spaanse Protestantse broeders en zusters o.a. van hen veel te
lijden hebben gehad, kan ik het niet maken deze foto hier te laten zien...
Jammer, hij is wel komisch!
En daarna waren we ook wel blij weer
naar buiten te kunnen gaan.
We werden geholpen met de uittocht, er zijn altijd vriendelijke mensen, en het
leek droog te zijn toen we buiten kwamen, maar nog geen dertig meter verder begon het te
hozen.
Ton
kon ik vrij snel onder zijn rolstoelcape bedekken, maar mijn opvouwbare plastic
regenjasje bleek niet uit te vouwen te zijn, dus voordat ik dat over me heen had
geplooid waren mijn kleren al behoorlijk nattig.
We
werden heel lief naar het hotel begeleid, ik hoefde alleen maar mee te huppelen,
en aan te schuiven voor het middageten. :-) Dank!
Daar waren gasten, waaronder de Hoofdkrijgsmachtaalmoezenier, uit hotel Paradis aangeschoven, terwijl een aantal van onze
mensen weer naar een ander hotel aan de overkant waren gestuurd, waar ze... aan
een tafel apart werden gezet, terwijl het toch de bedoeling is om op die manier
nog wat contacten te leggen en te verzusteren, dan wel te verbroederen...
Dat
was kennelijk niet iedereen duidelijk. ;-)
Hier een foto van Rose, een van de altijd vriendelijke mensen die aan onze kant
van de zaal bedienden... Ze was een engel van geduld, en bracht met een glimlach
voor Ton altijd weer een apart gerecht, omdat hij een vrij beperkt (en
beperkend) dieet heeft.
's Middags gingen we nog
op zoek naar een paar souveniertjes, opdat de kinderen en kleinkinderen zouden
weten dat we aan hen hadden gedacht...
De afscheidsviering voor de militairen bezochten we niet, we wilden wel, maar we
hadden er geen tijd voor.
Een van de kenmerkende geluiden van de internationale Militaire Bedevaart (PMI)
is het geluid van de doedelzakken.
Die zijn er in alle maten en kleuren, maar dit is wel een heel chique.
Er is ergens een link die daar een en ander van laat
zien.
(Kijk anders even achteraan.)
Ook gingen we naar de Grot, om een heleboel kaarsen te branden, natuurlijk voor
onze dierbaren, maar ook voor allerlei zieken en vrienden die dat hadden
gevraagd. Ik stak ze aan, en Ton zei er een gebed bij. En zette ze recht,
als dat nodig was. ;-)
Daarna groetten we nog even bij de Grot. Het regende - maar dat verhinderde niet
dat er een constante stroom van mensen steun zocht in Gods nabijheid.
En om half vijf was er een slotdienst in de kapel Vianney. (Ja, die met die
lift!)
Normaal is dat om
vijf uur, dus ook voor de mensen die naar de afscheidsviering waren geweest
bleek het moeilijk op tijd te komen....
Het regende... heel
de dag al. Maar tegen de tijd dat de dienst begon ging het hard! Mijn
automatische piloot had vijf uur in gedachten gehad, dus toen we zagen dat het eerder
was, werd het stressen en rennen...
Aalmoezenier Nagtegaal maakte een actiefoto van ons, toen we aan kwamen hollen!
Niet flatteus, maar als foto is die natuurlijk geweldig...
In der haast had ik van alles op de kamer laten liggen, ook de extra accu voor
het fototoestel, en dat gaf het al snel op.
Alleen het mobieltje had ik meen ik bij me.
Zo begonnen we hijgend aan de dienst. Voor
Ton werd een plekje voorin ingeruimd, ik kon iets naar achteren aanschuiven,
omdat de mensen vriendelijk opschikten.
Het koor zong...
Ruben Versteeg vertelde hoe hij de bedevaart had ervaren...
Mijnheer Hollaer ook.
Aalmoezenier Hans Joossen, die met collega Gert-Jan Jorissen de
dienst
leidde.
Daarna brachten we de bedevaartskaarsen naar de Grot en de plek even voorbij de Grot, waar de kaarsen worden gebrand.
Natuurlijk zingen we het Wilhelmus, en wordt er gegroet.
Daarna gingen we terug, langs de Grot, voor velen een laatste groet... en over
het plein terug naar de stad, met stille trom...
en zo hoort het!
We
gingen ieder naar ons hotel, voor een welkome warme maaltijd. Natuurlijk waren
we toch weer iets later dan de bedoeling was, maar bij ons waren ze best bereid
om op te schieten, want vanavond was er niet alleen om half negen het traditionele concert van
de Duitsers, in de Bernadettekerk, waar velen graag heen wilden, maar er was er
ook een van de Italianen in de Pius X, om 9 uur. Onze aalmoezeneuse had een
hele lijst met afkondigingen, gelukkig maar dat het ook wordt opgeschreven op
een papier in de hal!
Het was onze laatste gemeenschappelijke maaltijd, want morgenochtend wordt het
ontbijt natuurlijk een rommeltje.
Ik maakte zoveel foto's dat het eind zoek is...
Natuurlijk
ging men tijdens het eten met de pet rond, en zelden zal men zo'n rijke buit
hebben binnengehaald, want de jongens en dames uit de West waren niet zuinig met
hun dankbaarheid!
Waar je anders nog wel veel muntgeld zag, zaten er nu een heleboel briefjes in.
Respect!
Met een vriendelijke speech in blozend Frans werd een en ander overhandigd en
met kennelijk plezier in ontvangst
genomen, het zoenen nam de Aalmoezenier Fransjesca voor haar rekening (tot
vermoedelijke opluchting van de spreker) waarna men zijns weegs ging.
Jaap, Hans en Henriëtte waren zo vroeg in de Bernadettekerk, dat er nog veel
lege plaatsen waren. Misschien hebben ze het toetje wel overgeslagen, zodat ze
goed zaten voor de kers op de Bedevaart-taart: het concert van de Duitsers...
Dat was weer prachtig, hoorden we later.
Ton
wilde niet naar enig concert, en ik wilde toch nog wel graag de grote kruisweg
lopen. Zonder gezelschap dit keer. Je weet nooit, maar ach, het regende
zachtjes, en halverwege wat meer, dus ik vond het ook mooi om de kruisweg mee te
beleven met de Heer in de schemer en invallende avond... Het is altijd
bijzonder...
De engel wijst je omhoog...
Om Hem draait het uiteindelijk allemaal... Gods liefde voor ons, mens
geworden...
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII
IX
X
XI
XII
XIII
XIV
Resurrexit
sicut dixit, staat er boven het open graf. Hij is opgestaan, zoals Hij had
gezegd.
De engelen zullen geen Latijn hebben gesproken tot de vrouwen...
Nu
de lange afdaling naar de stad. En dan, langs het gezellige rumoer bij de Pont
Vieux,
naar het hotel. Daar
waren nog wat mensen uit andere hotels, en zo raak je weer in gesprekken
betrokken. :-)
Maar ik moest ook voor Ton zorgen, en de koffers... ja, die koffers! Zucht. Dus
ging ik tegen kwart voor elf naar boven, waar mijn lief snakte naar een kopje
thee...
23 mei 2016. Half drie ging ik maar eens slapen, toen
waren de koffers gepakt; om vijf uur werd ik wakker, anderen maakten veel lawaai.
Achteraf was het maar één gezin dat op dat moment vertrok. Tjonge!
Tegen 5.20 uur werd Ton ook wakker. Ik deed hem de trombose-kousen aan, toen ging ik
nog een halve bidon vullen, want het is zonde om lucht mee te (laten) nemen naar
Utrecht. Hoe gezond die lucht ook wezen mag.
Ik nam maar een rolstoel uit het hotel mee. Nee, die was niet van het
hotel, maar van de VNB. Die hadden zeker een legaat gekregen, want ze waren een
stuk mooier en nieuwer dan die waar Ton vorig jaar gebruik van maakte. De baas
van het spul, M. Bernard Lapeyre, hielp me heel lief naar buiten. Het regende
natuurlijk! :-(
De stad werd schoongemaakt,
veegmachines draaiden hun rondjes, en winkeliers begonnen tafels en stoelen buiten te
zetten. Optimisten!
De grote deuren van het terrein voor de Grot waren tot mijn verbazing al open, dus ik kon zo doorlopen naar de
grote waterkranen.
Intussen hoorde je allerlei vogels... lijsters, merels,
vinkjes, en van alles dat ik niet kan determineren.
Na de bidon gevuld te hebben, (dat kostte toch nog vrij wat tijd) en een paar flinke slokken te hebben genomen ging
ik nog naar de Grot met het water.
Goed daar te zijn, het wordt langzaam licht.
Ook
daar werd opgeruimd en schoongemaakt. De kaarsenkroon werd gevuld met nieuwe
kaarsen. Omdat ze door de regen nat waren geworden, (het is nu opgehouden met
regenen) werden ze gedroogd en aangestoken door een man met een gasvlam...
een
zuster controleerde de microfoons, iemand haalde de oude bloemen weg, zodat er
plaats was voor nieuwe, iemand anders veegde de vloer van de Grot aan met
stoffer en blik.
Alles rustig en huiselijk.
En dat ik even wilde knielen was
geen enkel probleem. (Dat ik moeite had om overeind te komen wel, maar dat was
dan weer mijn probleem!)
Zo heb ik in alle rust en vrede afscheid genomen, wetende dat het alleen
afscheid is van de plek, maar niet van Haar, die mijn God is en de Liefde van mijn
leven.
Gods Geest is hier, maar is ook overal waar ik heen ga. Het leven is
goed.
Langzaam wordt het lichter als ik terug ga, en warempel!
Het is droog!
Op dit punt neem ik een Hongaarse jongen bij de hand, en sleep ik hem naar de
grote kranen. Hij spartelt eerst tegen, want mijn Hongaars is net zo afwezig als
zijn Engels, of welke andere West-Europese taal ook, maar als hij snapt waar het
om gaat is hij blij! :-)
Als ik weer in het hotel ben zet ik de bidon bij de
andere, die straks met een busje naar Nederland mee mogen. De mensen hier zijn
altijd zo aardig voor ons. En dan ga ik Ton helpen met aankleden, ik breng hem
naar beneden, waar hij gaat ontbijten.
De koffers kunnen nu naar beneden, want de kamers moeten om 8 uur leeg zijn!
Natuurlijk moet ik een paar keer heen en terug, maar het gaat allemaal
voorspoedig. Van mevrouw heb ik de zondagskranten gekregen, die haar man
gisteren heeft gekocht, en waar nu wel een en ander over de PMI in staat.
Vroeger kregen ze zaterdag al hele pakken met kranten om uit te delen, maar er
is veel veranderd. Ze horen niets meer, ze worden nergens meer in betrokken...
er is een andere burgemeester gekomen, en daarmee waait een andere wind door
Lourdes.
Jammer hoor.
Maar voor ons zijn ze altijd even plezierig. Tons dieet, extra ruimte voor ons
ouwetjes, geen probleem. Dit jaar hebben ze de kamers weer opgeknapt, meer
stopcontacten bijvoorbeeld. Erg prettig. Vroeger moest je altijd om je knieën
ergens achter zoeken naar een stopcontact als je je batterijen wilde opladen, of
- hoe illegaal - de dompelaar wilde gebruiken om warm water te maken. (Niet
verder vertellen, maar wij hadden dit jaar zelfs een heel kleine waterkoker mee,
nog geen 7 euro, en wat een gemak!)
Madame Lapeyre - onze gastvrouw - neemt extra afscheid van Henk van Boxtel, en
maakt het gebaar van 'vroum-vroum'...
Om acht uur kwam het busje voor. Dat hoort bij de motorrijders, die dit jaar aan
de overkant gelogeerd waren. We hebben ze maar heel terloops ontmoet, en dat is
jammer, want het zijn voor het grootste deel fantastische mensen. Zij gingen
rond deze tijd ook weg, en een paar kwamen nog langs ons hotel om te groeten!
Vandaag gaan ze naar Rodez. Goede reis, vrienden!
Onze bus zou om kwart over negen komen... dat wil zeggen: die voor de
vliegtuigpassagiers.
De
meesten lijken weer blij naar huis te gaan...
(Zelf had ik nog wel wat willen blijven!)
De bus ging een half uur later. Die hebben we nog uit kunnen
zwaaien, want (frustfrustfrust) de rode rolstoelbus kwam pas
tegen tienen!
Intussen komen er nieuwe bedevaartgangers aan, en we worden begroet door... onze
chauffeur van vorig jaar! Hij komt extra nog naar ons toe, om een praatje te
maken. Leuk!
Hier
wordt Ton de bus in gehesen, hij vindt het allemaal enig en het toppunt van
luxe! We worden uitgezwaaid door de mensen die nóg later weggaan: de
busreizigers naar Nederland en dan door naar de West.
Het was goed om jullie te ontmoeten!
We rijden eerst naar het eind van de Avenue Peyramale,
waar de gasten van hotel Les Rosiers (De Rozenboompjes) worden ingeladen.
Nog een blik op de verre bergen met sneeuw, en dan rijden we om 10 uur echt weg.
Terug, en dan gaan we langs de Pius X en de Pont St. Michel de stad uit, op weg
naar vliegveld Tarbes-Lourdes-Pyreneën.
De anderen zijn er allemaal al, en velen zijn behulpzaam als de rolstoelgangers
een voor een uit de bus getakeld worden.
Men ontfermt zich over onze bagage, en Kap. Hans Kleemans regelt onze paspoorten
etc. Ook hier weigert de apparatuur overigens. Zouden wij het oproepen? Alles
komt goed.
En dan maar wachten...
...totdat voetgangers en rol-gangers apart verder gaan.
Opeens moet er worden gehaast, en zo raak ik een deel van mijn bagage (even)
kwijt...
Geeft niet.
Uiteindelijk zitten we, helemaal vooraan, naast Gijs Kamp, wiens knie is
beschadigd bij een ongelukkige val in Lourdes. Dat betekent dat we niet of
nauwelijks van onze plaats kunnen. Om 12 uur 38 wordt de trap afgekoppeld, en
weggereden. We hebben ruim de tijd om te kijken naar de verschillende strepen op
de grond, die aanwijzingen bevatten voor de verschillende typen vliegtuigen; dat
horen we van Ramon, die er alles van afweet.
Om
13 u 5 beginnen we te taxiën, we maken een rondje langs de vele, vele
vliegtuigen waar het vliegveld me vol staat, echt kop aan staart, en om 13 u 12
zijn we al los.
En even later zijn we in de wolken. ;-)
Aan
de andere kant van het gangpad zit onze brave hulphond Niels met zijn baasje.
Hij moet het wel heel koud hebben aan de poten, want ik merk dat de grond onder
onze voeten ijskoud is, als ik iets oppak. Maar hij klaagt niet.
Om half twee hebben we nog een fraai uitzicht op het Franse land,
en dan worden we bezig gehouden door de charmante dames van de catering.
Tot bijna het einde van de reis.
Dan wordt het weer een puzzeltocht, want iemand heeft beslist dat de rolstoelers
NIET in hun eigen rolstoel mogen stappen, maar persé in de eerst langskomende,
en dat betekent een hoop gedoe in de aankomsthal.
We komen nauwelijks toe aan echt leuk afscheid nemen, ik althans, want ja,
wáár is nu onze eigen rolstoel?
Alles komt goed, en met een boel hulp van al die lieve vrienden worden we mét
(bijna al) onze bagage in de auto van onze schoondochter gepropt. Het kan
nét!
Natuurlijk regent het, als we om half vijf wegrijden.
Diana
heeft wel wat moeten wachten...
Gelukkig kon ze een en ander digitaal volgen. Als ze ons thuis heeft gebracht
moet ze meteen weer naar huis, om er te zijn voor haar gezin.
Haar cadeautje komt later, want via Facebook kwam de vraag van de laatste die
het vliegtuig verliet, wie dít had laten liggen. Het is keurig via het
ministerie bij haar thuis bezorgd.
Onze dank aan allen die ons deze bedevaart hebben
mogelijk gemaakt.
Het was ontroerend, vermoeiend, hartverwarmend, en zo liefdevol!
Geweldig om jullie allemaal (af en toe) te hebben gezien.
Tot volgend jaar, zo God wil.
(Hier intussen nog een link naar een Frans verslag van de bedevaart: Être militaire et vivre la Miséricorde)
En een extra dankjewel voor de makers van de foto's die ik heb 'geleend', voor degenen die de teksten hebben gestuurd, en voor Frank die de taalvouwtjes eruit heeft gehaald. ;-)
Morgen gaan de motoren naar Beaune, en woensdag naar Straatsburg.
Onderweg waren ze in Natzwiller,
waar ze een krans legde, hetgeen werd opgemerkt.
Op donderdag gaan ze dan in hun eigen tempo naar huis.
...
Voor de bedevaart van 2015 zie: 2015