KRUISWEG MILITAIREN EN VETERANEN, LOURDES, 2016

Begroeting en kruisteken

Woord van welkom

(We gaan op weg)

Lied: “Tot u ben ik gezonden”

Hij ging van stad tot stad, hij sprak: “tot u ben Ik gezonden.”
Voor zieken en gewonden had Hij een woord, een onderdak.

Refr.: Alles heeft Hij welgedaan.Tot wie zou ik anders gaan.

Hij gaf aan blinden het gezicht, de nacht heeft Hij verdreven,
Gaf doden weer het leven, waar Hij voorbijging werd het licht. Refr.

Daags voordat Hij gestorven is heeft Hij het brood genomen:
“Hiertoe ben Ik gekomen, doet dit tot mijn gedachtenis.” Refr.

En alwie Jezus’ naam belijdt zal wonderen verrichten
En als een lamp verlichten de lange gang van onze tijd. Refr
.


Eerste statie: Jezus wordt ter dood veroordeeld

L1     Wij aanbidden en loven U, Heer Jezus Christus,
A.     Omdat U door uw heilig kruis de wereld hebt verlost

L1    
Toen Pilatus inzag dat zijn tussenkomst nergens toe leidde, dat het er integendeel naar uitzag dat men in opstand zou komen, liet hij water brengen, waste ten overstaan van de menigte zijn handen en zei: “Ik ben onschuldig aan de dood van deze man. Zie het zelf maar op te lossen.” En heel het volk antwoordde: “Laat zijn bloed óns dan maar worden aangerekend, en onze kinderen!” Daarop liet hij Barabbas vrij, maar Jezus leverde hij over om gekruisigd te worden, nadat hij hem eerst nog had laten geselen.
[Matt. 27, 24-26]       

L2     Daar sta je dan. Na je ondervraging door het bevoegd gezag, dat je onschuldig achtte, word je toch uitgeleverd aan de opdringende menigte, die je bloed eist. Je wist dat het hierop zou uitdraaien als je doorging met het verkondigen van de boodschap die je van je Vader had gehoord. Even heb je geaarzeld: “was er toch niet een andere weg, een uitweg, die je aan je schandelijke dood zou doen ontkomen? Maar neen, Vader, uw wil geschiede, niet mijn wil.” En je ging door op de ingeslagen weg, die eens te meer jouw weg was geworden.
        Niet altijd kunnen wij achteraf precies aanwijzen, waar wíj op een beslissend kruispunt in ons leven zijn beland. Maar de keuze die wij toen maakten, heeft ons wellicht voor de rest van ons leven bepaald.
Zoals de dienstplichtige marinier in voormalig Nederlands-Indië, die van zijn sergeant het bevel kreeg om op drie burgers te schieten, die, ondanks een eerdere waarschuwing, toch uit hun huis kwamen. Even flitste het door hem heen: “Het zijn burgers. Maar als ik niet schiet, kom ik voor de krijgsraad. Hadden ze maar binnen moeten blijven.” En hij schoot. De gevolgen van deze keuze draagt hij voor de rest van zijn leven mee. Ook als er in zijn geval geen menigte is, die zijn bloed opeist, geen bevoegd gezag dat hem veroordeelt, doet hij dit zelf wel. Ook als al de anderen zeggen, dat hij er niks aan kon doen, dat hij onschuldig is. Dat het een dienstbevel was, ook dan.

Lied:
“Niemand leeft voor zichzelf, niemand sterft voor zichzelf, wij leven en sterven voor God onze Heer, aan Hem behoren wij toe.”

Tweede statie: Jezus neemt het kruis op

L1     Wij aanbidden en loven U, Heer Jezus Christus,
A.     Omdat U door uw heilig kruis de wereld hebt verlost

L1    
Ze namen dus Jezus over. Hij droeg zelf het kruis en ging de stad uit, naar het zogeheten Schedelveld, in het Hebreeuws Golgotha. [Joh. 19, 16-17]

        U wenst geen slachtoffers en geen geschenken;

om te luisteren hebt U mij oren gegeven,
brandoffers en zoenoffers vraagt U niet.
Daarom zeg ik: ‘Hier ben ik, ik sta klaar’;
over mij staat in de boekrol geschreven:
‘Uw wil uitvoeren, mijn God, is alles wat ik wens,
uw Wet is voor mij vlees en bloed”
[Psalm 40, 7-9].

L.2    Wanneer je als militair op uitzending gaat, heb je hier allerlei redenen voor. Soms moest je gewoon gaan, als dienstplichtige. Maar ook dan wilde je graag dat jouw inzet ten goede zou komen aan de mensen, die je moest beschermen. Vooral ook wilde je de vijand een halt toeroepen, die vanuit hinderlagen op jou en je maten schoot, die dorpen leegplunderde en burgers de keel afsneed. En je ging ook voor je maten, om samen de klus te klaren. Hoe dan ook, op uitzending gaan doe je niet louter voor jezelf, je wilt er een hoger doel mee dienen. Je gaat voor je land, voor de vrede, voor de rechtvaardigheid. Maar soms valt het tegen. Je aanvankelijke motivatie verdampt in de hitte van de jungle of de woestijn, in het stof, de verveling, de verraderlijke aanvallen van een onzichtbare en vaak ook onherkenbare vijand. Waarvoor ben je ook alweer op weg gegaan?
Wat eerst een avontuur was, een heldere en duidelijke opdracht, wordt nu een kruisweg. Want je gaat door, ook als het moeilijk wordt. Net als voor Jezus, die aan de mensen een goede boodschap wilde brengen, draait het eropuit dat je het kruis op moet nemen. En ook al verwacht en hoop je weer gezond en wel terug te komen, dat weet je niet zeker. Het kan zijn dat ook jij er het leven bij zult inschieten...

       
Goede God, wees aanwezig bij alle militairen die uitgezonden zijn. Bescherm hen, leidt hen zodat ze het hogere doel waarvoor ze het doen ook dichterbij brengen. Steun hun familie en vrienden thuis, die steeds zweven tussen hoop en vrees.

Lied:
“Niemand leeft voor zichzelf, niemand sterft voor zichzelf, wij leven en sterven voor God onze Heer, aan Hem behoren wij toe.”

Derde statie: Jezus valt onder het kruis

L1
     Wij aanbidden en loven U, Heer Jezus Christus,
A.     Omdat U door uw heilig kruis de wereld hebt verlost

L1    
Na een eind met het loodzware kruis gezeuld te hebben, gaat Jezus neer. Wat gaat er in hem om, terwijl hij even blijft liggen, alleen met zijn last? Woorden van psalm 118 wellen op in zijn hart: “In mijn nood heb ik geroepen: ‘Heer!’ En de Heer antwoordde, hij gaf mij ruimte. Met de Heer aan mijn zijde heb ik niets te vrezen, wat kunnen mensen mij doen? Gesterkt door dit gebed staat Hij op en vervolgt zijn weg. Zijn kruisweg.

L2    
Hoever moet een mens gedreven worden, tot hij tenslotte valt? Hoeveel inspanningen zijn er gedaan en hoeveel moeite heeft iemand zich getroost om zich overeind te houden, voor hij tenslotte toch neergaat? Heeft niemand het dan zien aankomen, heeft niemand bijtijds een hand kunnen toesteken en de last van zijn schouders genomen? In het moment van de val openbaart zich een troosteloze waarheid: degenen die hadden kunnen helpen, hadden er meer belang bij de andere kant op te kijken.
        Een recent voorbeeld: Belgische militairen staan in Brussel op wacht, omdat nog altijd veiligheidsniveau drie van kracht is. Vakbonden trekken aan de alarmbel, de militairen moeten te lang achter elkaar dienst doen, omdat er door de overheid zo bezuinigd is op het leger, dat er een tekort aan manschappen is. Dit duurt nu al een paar maanden, sinds de aanslagen in Parijs. Brussel is inmiddels tot de Jihadstad van Europa uitgeroepen. Om de bange bevolking gerust te stellen, zijn er militairen ingezet. Overal zijn zij in het straatbeeld te herkennen. Zij stralen rustige kracht en discipline uit. Een militair wordt geïnterviewd: ja, hij heeft nu al tien dagen achter elkaar gewerkt. Het gaat nog, het moet. Maar hoelang hij het nog volhoudt? Even kijkt hij onzeker, dan wendt hij zijn blik af, recht hoofd en schouders. Hij staat weer op wacht.


Bidden wij voor alle militairen, die lijden onder een te hoge werkdruk. Dat er mensen om hen heen opstaan, die voor hen opkomen. Dat hun nood wordt gezien, hun klacht gehoord, voor zij bezwijken.


Lied:
“Niemand leeft voor zichzelf, niemand sterft voor zichzelf, wij leven en sterven voor God onze Heer, aan Hem behoren wij toe.”

Vierde statie: Jezus ontmoet zijn moeder

L1.    Wij aanbidden en loven U, Heer Jezus Christus,
A.     Omdat U door uw heilig kruis de wereld hebt verlost

L1    
Ja, U, o Heer, bent mijn hoop,
vanaf mijn jeugd mijn toevlucht, Heer,
Ik steun op U al van voor mijn geboorte,
U bent mijn beschermer vanaf de moederschoot:
voor U is mijn loflied voor altijd”
[Psalm 71, 5-6].

L2     “Ik heb hem niet gestuurd, maar ik heb hem wel laten gaan.” In het boek  Tussen front en thuisfront”, vertelt Teuni over hoe het is, als haar zoon Klaas, een Apache piloot, op missie is: “De angst blijft voelbaar en ik kijk anders naar het journaal. Intensiever. Bij een incident schrik je toch, ook al weet ik dat het Klaas niet kan betreffen omdat we niet zijn gebeld of iemand aan de deur hebben gehad. En als ik naar bed ga, vraag ik me steeds af of hij aan het vliegen is.” Ook zegt ze: “Ik denk aan Klaas, ik bid voor hem – ook terwijl ik bezig ben -, ik hoop dat hij gespaard blijft. Maar als het zijn tijd is, dan is dat zo, hoe moeilijk ik ook afscheid zou kunnen nemen. Zolang hij er is, ben ik dankbaar.”

Lied:
“Niemand leeft voor zichzelf, niemand sterft voor zichzelf, wij leven en sterven voor God onze Heer, aan Hem behoren wij toe.”
       

Vijfde statie: Simon van Cyrene helpt Jezus zijn kruis te dragen

L1.    Wij aanbidden en loven U, Heer Jezus Christus,
A.     Omdat U door uw heilig kruis de wereld hebt verlost

L1    
Bij het verlaten van het pretorium troffen ze een man uit Cyrene die Simon heette, en hem dwongen ze het kruis te dragen [Matt. 27, 32].

        Zomaar een toevallige voorbijganger wordt gedwongen Jezus zijn kruis te helpen dragen. Een buitengewoon oneervolle taak, die ook niet zonder risico is: als Jezus valt, word je mee naar de grond getrokken en moet je mee de klappen opvangen van de ongeduldige soldaten. Maar ook al was zijn hulp gedwongen, voorgoed wordt hij genoemd als de man die Jezus zijn kruis heeft helpen dragen: Simon van Cyrene. Hij heeft tenminste iéts kunnen doen om het lijden van een hulpeloze mens te verlichten. Zo is hij beter af, dan wij dit vaak zijn, wanneer we geconfronteerd worden met het leed van een dierbare, en niets kunnen doen om te helpen. We zijn radeloos van machteloosheid.

L2     Soldaat 1, Marc Peters, op missie in Uruzgan chauffeur van een YPR pantserwagen, vertelt: “Niet dat we daar, op Kamp Holland, konden niksen, ook daar stonden we paraat. Bijvoorbeeld als quick reaction force. Op een dag moesten we snel de poort uit, omdat een ander peloton in nood zat (...) We waren nog maar net onderweg, toen er een harde piep door de wagen klonk, als een sirene. Tuut, tuut. Er ging een lampje branden. Het was het waarschuwingssignaal dat er iets mis was met de motor. Er zat geen koelvloeistof in, dat hadden ze vergeten op Kamp Holland. We moesten terug naar het kamp. Het andere peloton moest het zelf zien te redden. Dit raakte mijn buddy Richard. Hij baalde dat hij niet kon helpen. Hij stond te huilen van machteloosheid. Mensen in Nederland snappen dat niet. Die denken, waarom huilt hij nou? Die begrijpen niet hoe een militair denkt. Het is alsof je je eigen broer op straat ziet vechten. Je ziet hoe hij in elkaar wordt geslagen, maar je kunt er niet naartoe. Het is pure machteloosheid.”
       
(Uit: Jaus Müller, Op missie. De Uruzgan-vetranen, de angst en de thuiskomst)

        Bidden we voor al die militairen, maar ook voor onszelf, die machteloos hebben moeten toezien, hoe een dierbare leed. Of hoe een kind zijn eigen ongeluk tegemoet ging, terwijl onze goede raad het niet bereikte. Vergeef ons Heer, dat we niet meer hebben kunnen doen. Niet voor U, niet voor onze naasten.

Lied:
“Niemand leeft voor zichzelf, niemand sterft voor zichzelf, wij leven en sterven voor God onze Heer, aan Hem behoren wij toe.”


Zesde statie: Veronica droogt het gezicht van Jezus af

L1.    Wij aanbidden en loven U, Heer Jezus Christus,
A.     Omdat U door uw heilig kruis de wereld hebt verlost

L1    
Tot U zegt mijn hart: ‘Ik zocht uw gelaat.’
Uw gelaat blijf ik zoeken”
[Psalm 27, 8].

L2     Vaak komt de taak van het troosten van de getraumatiseerde militair terecht op de schouders van partners en andere gezinsleden. Menige relatie zelfs bezwijkt onder de last van PTSS, maar soms blijkt het toch mogelijk te zijn elkaar door dik en dun te blijven steunen.
Zo vertelt John, in het boek Veerkracht, dat zijn huwelijk zijn veranderde gedrag na zijn traumatische uitzending naar Bosnië niet heeft overleefd.
Later vindt hij rust en acceptatie bij Tamara, met wie hij trouwt en samen een huis koopt. Hij zegt: “Zij accepteert me zoals ik ben. Ze merkt dat ik nachtmerries had en ook mijn drankgebruik viel op. Toch wil ze met me verder.” Toch is ook voor haar de last erg zwaar. Het gaat steeds slechter met John, hij is steeds eerder geïrriteerd en kwaad. Op een gegeven moment gooit hij zelfs een mes naar haar. Het verhaal eindigt ermee, dat John is opgenomen en echt contact tussen hen heel moeilijk is. Maar ze zegt: ”Ondanks alles laat ik John niet vallen. Ik houd van hem en ik wil hem absoluut niet kwijt. Hij mag dan een forse beperking hebben, maar we slaan ons er wel doorheen, al laat hij me daar soms aan twijfelen. Ik weet niet wat de toekomst brengt. Maar ik ga er vanuit dat we samen onze weg hierin zullen vinden.”

        Goede God, er zijn zoveel mensen die de doorstane oorlogservaringen niet achter zich kunnen laten en die nog dagelijks met de gevolgen worstelen. Help hen rust te vinden en de verschrikkingen te verwerken. Laat hen mensen vinden die hen daarin steunen en troosten. Steun ook hun partners en gezinsleden die dagelijks getuigen zijn van deze worsteling.

Lied:
 “Niemand leeft voor zichzelf, niemand sterft voor zichzelf, wij leven en sterven voor God onze Heer, aan Hem behoren wij toe.”


Zevende statie: Jezus valt voor de tweede maal

L1.
    Wij aanbidden en loven U, Heer Jezus Christus,
A.     Omdat U door uw heilig kruis de wereld hebt verlost

L1    
Na de tedere ontmoeting met Veronica, kon Jezus weer even voort. Maar dan verdwijnt zij in het gedrang en is Hij weer alleen met zijn loodzware last. Hoe moeilijk is het om je motivatie gaande te houden, als alle steun lijkt weg te vallen en de situatie hopeloos lijkt. Jezus valt opnieuw. Verdoofd onder de vloeken en de slagen, welt er een klacht op uit zijn hart. Hij bidt met de psalmist: “Onze ziel ligt neergebogen in het stof, ons lichaam vastgekleefd aan de aarde. Sta op, Heer, kom ons te hulp, verlos ons, omwille van uw trouw.” [psalm 44, 25- 26] Gesterkt door dit gebed, dat door zijn volk al zoveel eerder en zoveel vaker is gebeden, richt hij zich opnieuw op. En met hún last op zijn schouders, maar dat is ook onze last, vervolgt Hij zijn weg. Zijn kruisweg.

L2.    Karl Marlantes, een Amerikaanse marinier die in Vietnam heeft gevochten, schreef een boek over zijn ervaringen. In de eerste plaats om in het reine te komen met zijn eigen oorlogservaringen. Hij vertelt over een gevechtssituatie: “Het leek weer alsof ik buiten mezelf trad. Ik weet nog dat ik het strijdtoneel als vanuit de lucht overzag. Ik zag de rook van de napalm die nutteloos op de andere heuvel nabrandde. De mitrailleurschutters hadden ons klem met goed uitgekiend kruisvuur. De Vietcong waren vaklui. Iedereen lag in een warrige linie in dekking achter bomen en granaattrechters, zelfs ik had mezelf zo klein mogelijk gemaakt. Opeens schoten me de woorden te binnen van een instructeur van de basiopleiding, een kleurrijke en populaire rossige majoor die tactiek onderwees. Hij vetelde over wanneer het moment was aangebroken dat een compagnies-commandant zijn soldij maar eens waar moest gaan maken. Zwevend boven die chaos wist ik dat dat moment nu voor mij gekomen was. Als ik niet overeind kwam en de leiding nam, zouden we worden afgeslacht. Ik keerde terug in mijn lichaam als de heldhaftige commandant, de rest van me bleef daarboven in de wolken achter (...) Ik kwam overeind. Later zag ik, dat ik maar een ogenblik alleen was geweest. Ze waren me allemaal gevolgd.”
       
(Uit: Karl Marlantes, Oorlog voeren).

Bidden wij dat wij, als het moment daar is, ons ook de woorden van onze ouders, opvoeders en leraars te mogen herinneren, zodat wij tóch kunnen handelen, ook als de situatie uitzichtloos lijkt. Dat wij zo anderen tot steun kunnen zijn.

Lied:
“Niemand leeft voor zichzelf, niemand sterft voor zichzelf, wij leven en sterven voor God onze Heer, aan Hem behoren wij toe.”

Achtste statie: Jezus ontmoet de wenende vrouwen van Jeruzalem

L1.    Wij aanbidden en loven U, Heer Jezus Christus,
A.     Omdat U door uw heilig kruis de wereld hebt verlost

L1    
“Vrouwen van Jeruzalem, huil niet om Mij,
huil liever om uzelf en uw kinderen.
Want als ze dit doen met het groene hout,
wat moet er dan gebeuren met het dorre?”
[Lucas 23, 28,31]

L2     In de aangrijpende documentaire “Gesneuveld”, die een aantal jaren geleden op tv was, komen verschillende nabestaanden van gesneuvelde militairen aan het woord. Het verdriet is overduidelijk, de omgekomen militair laat een gat na, een gat dat vaak niet meer gevuld kan worden. Zo zegt Claire, de vrouw van de in Afghanistan omgekomen Martijn Rosier: “Hij was mijn alles, hij was mijn man, hij was de vader van mijn kinderen, hij was mijn beste vriend, ja, en nu heb ik niets meer… Ja, wel de kinderen, maar geen Martijn meer.”
De moeder van Tom Kirst zegt: “Hij is weg, dat besef je dan ook, het is voorbij, dat is geweest. Hij komt ook niet meer terug. Dit gebeurt nooit meer.”

        Goede God, troost hen die verdriet hebben om het overlijden van een dierbare.
Help hen hun leven weer op te pakken.

Lied:
“Niemand leeft voor zichzelf, niemand sterft voor zichzelf, wij leven en sterven voor God onze Heer, aan Hem behoren wij toe.”



Negende statie: Jezus valt voor de derde maal onder het kruis

L1.    Wij aanbidden en loven U, Heer Jezus Christus,
A.     Omdat U door uw heilig kruis de wereld hebt verlost

L1    
Voor de derde en laatste maal bezwijkt Jezus onder de last van het kruis. Hij wist dat het zwaar ging zijn, loodzwaar. Hij heeft zijn Vader gesmeekt deze beker aan hem voorbij te laten gaan, maar heeft toen toch het hoofd gebogen, om met doornen gekroond te worden. Ook zijn rug bood hij aan, om geslagen te worden. Zijn lichaam, om gekruisigd te worden, zijn hart, om doorstoken te worden. “Door zijn striemen, zijn wij genezen,” zo zegt het later de apostel Paulus. Hier vindt een wonderbaarlijke ruil plaats, die alleen maar heeft kunnen gebeuren vanuit de onverwoestbare liefde van Jezus voor ons.
Het is deze liefde, die hem toch weer doet opstaan, de top van de berg tegemoet.
Jezus vervolgt zijn weg, zijn kruisweg. De beker zal daar geledigd worden, opdat wij uit zijn wonden water en bloed zullen zien stromen, een stroom die nooit meer zal opdrogen.

L2     Een veteraan was zo door het leven gekwetst, dat hij niemand meer vertrouwde. Als iemand dan toch iets voor hem leek te doen, kon hij dit alleen maar verklaren vanuit de gedachte dat deze persoon het uiteindelijk tóch voor zichzelf deed. Het was, volgens hem, onmogelijk dat je iets zou doen, waar je zelf niet beter van wordt.
        Een dergelijk verwoest leven stemt tot diepe treurigheid. Allereerst om deze man, die zó in het leven staat, dat hij alles berekent naar wat het hem of de ander oplevert. Hij kan niet meer in welk liefdevol gebaar dan ook geloven. Geen enkel opbeurend woord dringt door zijn pantser, dat hem beschermt, maar ook totaal afsluit van zijn omgeving.
        Wie hem benadert en de hand wil reiken, wordt weggeslagen.
De Franse priester Guy Gilbert, die samenwoont met zwerfjongeren, schreef hierover het volgende: “Christen zijn is niet het getal vergroten, maar een teken stellen. En die zin is op elk van ons van toepassing. Het gaat er niet om kerken te vullen (...) Laten wij in onze omgeving, op ons werk, in onze buurt, een teken stellen – een teken dat verwijst naar God. Vragen wij aan God de kracht om het evangelie te beleven. En laten wij, zelfs als men ons aanvalt en ons probeert uit te roeien, mensen van licht, liefde en stilte zijn. Dat zal een onweerstaanbaar teken zijn in deze luidruchtige wereld, waar uiterlijke schijn en bezitsdrang onze innerlijke ruimte kapot maken (...) Vervolgt men ons, dan mogen wij daar niet het slachtoffer van worden. En we mogen ook niet op handen en voeten gaan kruipen. Integendeel, wij moeten staande blijven in de storm. Christus is er om ons steun te geven.”

Bidden wij voor onszelf en voor de mensen, die wij op onze weg ontmoeten. Dat wij elkaar niet de put in praten, maar juist ondersteunen en opbeuren. Dat wij in elkaars ogen liefde mogen zien, als wij de hoop dreigen op te geven. Dat wij blijven geloven in God’s liefde voor ons, ook als wij die niet altijd voelen. Amen.

Lied:
“Niemand leeft voor zichzelf, niemand sterft voor zichzelf, wij leven en sterven voor God onze Heer, aan Hem behoren wij toe.”



Tiende statie: Jezus wordt van zijn kleren beroofd

L1.    Wij aanbidden en loven U, Heer Jezus Christus,
A.     Omdat U door uw heilig kruis de wereld hebt verlost

L1
     Nadat ze hem gekruisigd hadden, verdeelden ze zijn kleren onder elkaar door er om te dobbelen [Matt. 27, 35].

       
Ik kan al mijn beenderen tellen.
Zij kijken vol leedvermaak toe,
verdelen mijn kleren onder elkaar
en werpen het lot om mijn mantel”
[Psalm 22, 18-19].
                
L2     Kleding maken de man zeggen we. Een uniform maakt de militair. Het is het onderscheid tussen orde en wanorde, tussen de handhavers van de orde en de rebellen.
Iemand van zijn kleren ontdoen, is de ultieme vorm van vernedering en staat voor totale machteloosheid. Vernederen is een beproefde techniek in oorlogen, het vernederen van gevangenen, het vernederen van de vijand, maar ook het vernederen van militairen die gestuurd zijn om onpartijdig tussen de strijdenden te staan. Zo zie je in de film van de BBC, “Warriors”,  over het optreden van Britse militairen in Voormalig Joegoslavië, dat de UNPROFOR militairen voortdurend door de Serviërs en Kroaten worden tegengewerkt en vernederd. De machteloosheid en frustratie die de UNPROFOR militairen voelen, spat gewoon van het scherm af. Ze willen de burgers helpen, maar dat mag niet volgens het mandaat en wat wel mag, wordt tegengewerkt door de strijdende partijen. Tot overmaat van ramp verliezen ze ook nog een chauffeur, Skeeter. Op een gegeven moment is de frustratie zo hoog opgelopen dat ze vluchtelingen gaan redden ondanks het feit dat dit eigenlijk niet mag volgens het mandaat. Hoewel ze dus ondanks hun beperkte mandaat toch nog iets hebben kunnen betekenen, keren ze zwaar gefrustreerd naar huis terug. Hun zelfbeeld is zwaar aangetast. Ze hadden wat willen betekenen, maar dat konden ze niet. Dood en verderf om hen heen, maar hún handen waren gebonden. Waar was de dood van Skeeter nu goed voor?
        Zo komen helaas meer militairen terug. Waar was het nu allemaal goed voor?

Lied:
“Niemand leeft voor zichzelf, niemand sterft voor zichzelf, wij leven en sterven voor God onze Heer, aan Hem behoren wij toe.”

Elfde statie: Jezus wordt aan het kruis genageld

L1.    Wij aanbidden en loven U, Heer Jezus Christus,
A.     Omdat U door uw heilig kruis de wereld hebt verlost

L1    
Ze brachten hem naar Golgotha, wat in onze taal ‘schedelplaats’ betekent. Ze wilden hem met mirre vermengde wijn geven, maar hij nam die niet aan. Ze kruisigden hem en verdeelden zijn kleren onder elkaar; ze dobbelden erom wie wat zou krijgen. Het was in het 3de uur na zonsopgang toen ze hem kruisigden [Marc. 15, 22-25].

        Alle procedures worden nauwlettend gevolgd: terwijl ze Jezus op een gruwelijke manier ter dood willen brengen, bieden ze hem toch, als verdoving voor de ondraaglijke pijn, met mirre vermengde wijn aan. Maar de mirre, die hij als pasgeborene uit de hand van de drie wijzen uit het Oosten, wel heeft aangenomen, slaat Hij nu af. De mirre die hem toen eerde, zou hem nu slechts vernederen. Dit lijden draagt Hij helemaal zelf, in zijn volle bewustzijn: ‘Niemand neemt me mijn leven af, Ik geef het uit vrije wil,’ zo heeft hij eerder tegen zijn leerlingen verklaard. En zo gebeurt het dus. Tot het einde toe blijft hij soeverein over zijn lichaam en geest, ook al lijkt het tegendeel te gebeuren als hij aan het kruis wordt genageld. Maar schijn bedriegt, ook hier.
 
L2     Dag in, dag uit zien we de beelden van al die hopeloos gestrande vluchtelingen. Waar ze zich ook bevinden, al deze mensen kijken ons aan, doen een appèl op ons, Europeanen. Soms heel gelaten en verwonderd dat Europa toch niet is, zoals ze dachten, soms ook agressief en strijdbaar, kijken ze in de camera. Vanuit hun uitzichtloze situatie doen ze een beroep op ons mededogen. Gelukkig zien we ook mensen, vrijwilligers, die van alle kanten zijn toegestroomd om te helpen. Zoals de pastoor van de Stella Mariskerk, in Duinkerke, net over de grens met Frankrijk. Hij getuigt: “Hoe we ook tegen de vluchtelingstroom aankijken, of we het nu een crisis noemen, of slechts een problematiek, altijd gaat het eerst en vooral om individuele mensen, die onze hulp nodig hebben. Wanneer de overheid wil verbieden dat burgers aan de vluchtelingen in hun stad of dorp brood, kleren en onderdag geven, dreigt het moreel failliet van onze samenleving.”
        Voor deze pastoor draait alles om onze morele integriteit. Dit is ook waar we onze militairen in vormen, voor wij hen uitsturen op hun missie om vrede en veiligheid te brengen, waar ook ter wereld. Om de zwakken te beschermen, desnoods met geweld. Laten wij, die deze integriteit van onze militairen verwachten, ook zelf onze morele waarden onderzoeken, als individu en als samenleving. En laten wij vooral niet te snel oordelen, als we misstanden vermoeden, door onze militairen begaan. Want ook hier kan schijn bedriegen.

       
Lied: “Niemand leeft voor zichzelf, niemand sterft voor zichzelf, wij leven en sterven voor God onze Heer, aan Hem behoren wij toe.”

Twaalfde statie: Jezus sterft aan het kruis


L1.    Wij aanbidden en loven U, Heer Jezus Christus,
A.     Omdat U door uw heilig kruis de wereld hebt verlost

L1    
Vanaf het zesde uur viel er een duisternis over het hele land, tot aan het negende uur toe. Omstreeks het negende uur riep Jezus met luide stem uit: ‘Eli, Eli, lema sabachtani’. Dat wil zeggen: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?’ Enkelen uit de omstanders die het hoorden, zeiden:  ‘Hij roept om Elia’. Onmiddelijk daarop ging een van hen een spons halen, drenkte die in zure wijn, stak ze op een rietstok en bood die hem te drinken. Maar de anderen zeiden: ‘Laat dat. Wij willen eens zien of Elia hem komt redden’. Jezus slaakte andermaal een luide kreet en gaf de geest” [Matt. 27, 45-50].

 
Stilte  -

L2     Op dit moment, nu wij stilstaan bij de dood van Jezus, denken wij ook aan al onze overleden dierbaren, vrienden en bekenden. In het bijzonder gedenken we vandaag de omgekomen Nederlandse militairen. Sinds de Tweede Wereldoorlog  zijn dat er in Nederlands-Indië en Nieuw-Guinea ruim 6200, in Korea 122, in Libanon 9, in voormalig Joegoslavië 19, in Afghanistan 26 en in Mali 3, plus nog enkelen in al de andere missies die de Nederlandse krijgsmacht de afgelopen decennia uitgevoerd heeft.
We zijn hen dankbaar dat ze zich namens ons land hebben ingezet en we hopen en bidden dat hun leven en hun werk, ondanks alle verdriet die hun dood heeft veroorzaakt bij hun collega’s en nabestaanden, een bijdrage mag zijn geweest aan een vrijere en veiliger wereld.


Lied.
Niemand leeft voor zichzelf,
niemand sterft voor zichzelf.
Wij leven en sterven voor God onze Heer:
Aan hem behoren wij toe


Dertiende statie: Jezus wordt van het kruis afgenomen

L1.
    Wij aanbidden en loven U, Heer Jezus Christus,
Omdat U door uw heilig kruis de wereld hebt verlost.

L1.   
Op een afstand stonden daar ook veel vrouwen te kijken. Ze waren Jezus gevolgd uit Galilea en hadden hem onderhouden. Daar waren ook Maria van Magdala bij, Maria de moeder van Jakobus en Jozef, en de moeder van de zonen van Zebedeüs. Toen het avond geworden was, kwam een rijk man uit Arimatea, die Jozef heette; ook hij was leerling van Jezus geworden. Hij vervoegde zich bij Pilatus om het lichaam van Jezus te vragen. Pilatus gaf toen bevel het af te staan [Matt. 27, 55-58].

       
In de evangelieverhalen duiken zo af en toe ook vrouwen op. Dan moeten we goed opletten: hier komt een wezenlijk onderdeel van het verhaal van Jezus en hoe hij met mensen omging, aan bod. Bij de kruisafname en bij de graflegging, maar vooral bij de eerste ervaring van zijn opstanding en de verkondiging ervan, is de rol van vrouwen zo wezenlijk, dat elke evangelist erover schrijft. Wat zou dit ons vandaag te zeggen hebben, nu we nadenken over de ervaringen van militairen en veteranen en hun thuisfront?

L2.    Meer en meer daagt het besef dat het welzijn van de militair en daarmee zijn inzet, in grote mate afhangt van zijn thuissituatie. Wie zijn die vrouwen, soms ook mannen, die tijdens de uitzending van hun partner, zoon of dochter thuis achterblijven om de boel draaiende te houden? En hoe ontvangen ze het nieuws over de dood van hun geliefde?
In de Amerikaanse film The Messenger, uit 2010, volgen we twee militairen die tot taak hebben aan de nabestaanden van omgekomen militairen hun dood aan te zeggen.
Woody Harrelson en Ben Foster spelen de militairen die dag na dag worden opgeroepen om naar afgebladderde buitenwijken te rijden en naar chique huizen, naar ouders en achterblijvers, waar nooit iets gaat volgens het vuistdikke boek met regels waar ze zich aan dienen te houden. Ze worden bespuugd, uitgescholden of beleefd bedankt omdat ze de moeite hebben genomen. Mensen vallen hen snikkend in de armen, hoewel de eerste regel luidt dat ze nooit fysiek mogen worden: geen knuffel, geen schouderklopje, geen aai over de bol. “Mensen hebben het nieuws nodig en geen vriend”, aldus Harrelsons Captain Tony Stone, de oudere rouwdouwer die nog nooit een voet in oorlogsgebied heeft gezet. Maar het tegendeel blijkt vaak waar te zijn.
In de film draait het om de beide aanzeggers, die, zelf getraumatiseerd door hun Irak-ervaringen, steeds meer mens worden tijdens hun opdracht. Veel hangt af van hoe de nabestaanden hen ontvangen. Maar wie luistert daarna naar hún verhaal, als hun leven is ingestort omdat hun belangrijkste ander is gesneuveld, in den vreemde?

Bidden we voor het thuisfront van onze militairen. Want ook zij dragen vaak een last mee vanwege het werk van hun partner, zoon of dochter, hoewel zij op de achtergrond blijven. Laten wij hen wel in het oog krijgen en waarderen om wie zij zelf zijn en laten wij hen troosten als hun geliefde is gewond of zelfs gestorven.
Veertiende Statie: Jezus wordt in het graf gelegd

L1    
Wij aanbidden U en loven U, onze Heer, Jezus Christus
A.     Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebtverlost

L1.   
Daarom verheugt zich mijn hart en juicht mijn ziel,
mijn lichaam voelt zich veilig en beschut.
U levert mij niet over aan het dodenrijk
en laat uw trouwe dienaar het graf niet zien.
U wijst mij de weg naar het leven:
overvloedige vreugde in uw nabijheid,
voor altijd een lieflijke plek aan uw zijde.”
Psalm 16, 9-11

        Nadat Josef van Arimatea het lichaam van het kruis had gehaald, wikkelde hij het in linnen en legde het in een rotsgraf dat nog nooit was gebruikt. Het was voorbereidingsdag en de sabbat zou zo aanbreken. De vrouwen die met hem uit Galilea waren gekomen, waren Jozef gevolgd en zagen het graf en hoe zijn lichaam erin werd neergelegd [ Lucas 23, 53-55].

L.      Respectvol met de doden omgaan, is voor militairen heel belangrijk. Traditioneel is het begraven van de doden een van de zeven werken van barmhartigheid. Militairen proberen altijd een omgekomen makker mee te nemen, zelfs ten koste van gevaar voor henzelf.
Het eerbetoon aan de gevallenen is indrukwekkend. Ik weet me nog heel goed te herinneren dat ik voor het eerst op Margraten kwam tijdens mijn militaire opleiding. De zee van kruizen op een perfect onderhouden veld in de Limburgse heuvels.  Toch is Margraten, met de ruim 8000 graven van Amerikaanse militairen niet de grootste oorlogsbegraafplaats in Nederland. Dat is Ysselsteyn, met meer dan 30.000 graven van Duitse soldaten, voornamelijk uit de Tweede Wereldoorlog. Daar aandacht voor hebben ligt natuurlijk veel moeilijker. Toch zijn we allen in de dood gelijk.


Lied. Niemand leeft voor zichzelf,
niemand sterft voor zichzelf.
Wij leven en sterven voor God onze Heer, aan hem behoren wij toe
(LET OP:  ALLEEN BIJ DE KLEINE KRUISWEG)
Vijftiende statie: De vrouwen waken bij het graf

L1.
    Wij aanbidden en loven U, Heer Jezus Christus,
A.     Omdat U door uw heilig kruis de wereld hebt verlost

L1.    Na de sensatie rond de veroordeling en de kruisiging van Jezus, na zijn overlijden en de daaropvolgende kruisafname en graflegging, is het stil geworden. Op de sabbat neemt iedereen de voorgeschreven rust in acht. Het evangelie schrijft niets over wat er op deze Stille Zaterdag gebeurde. Het lijkt wel, of de tijd is stilgezet. Huiverend voor het mysterie van de dood, blijven de levenden treurend achter. Maar de vrouwen, die hem vanuit Jeruzalem gevolgd zijn, waken en wachten. Hun liefde en verlangen gaan met hun geliefde Jezus mee, tot in zijn afdaling in de onderwereld. Van de weg terug, die hen naar boven en naar het leven voert, hebben zij nog geen weet. Hemel en aarde houden de adem in, alles slaapt, alles wacht.

L2     “De tijd stond stil”, zo beschrijft bijna elke militair achteraf zijn beleving als hij vertelt hoe zijn reactie was direct na die bermbom of die dodelijke schietpartij. Even lijkt alle waarneming te stoppen door dit veel te grote, gewelddadige, wat je overkomt. “Daarna,” zo vertellen ze, “schoten ze in actie, herinnerden ze zich automatisch al hun skills en drills en reageerden ze adequaat op de ontstane situatie.”
        We weten inmiddels dat de verwerking van een levensbedreigende situatie beter lukt, als degene die het meemaakt in staat wordt gesteld om handelend op te treden: het gebied beveiligen, gewonden verzorgen, terugschieten en maken dat je veilig wegkomt, liefst met medeneming van de doden en gewonden. Wie machteloos aan het geweld is overgeleverd, wie niks kan of mag doen, heeft het veel moeilijker. Ik denk aan militairen met een onvoldoende mandaat of met onvoldoende middelen. Maar ook denk ik aan de mensen die thuis het nieuws van een aanslag op de t.v. horen. Dat kan zelfs heel dichtbij zijn, in Parijs of Brussel. Ze spoeden zich naar het rampgebied, maar mogen er niet in. Dan kunnen ze nog slechts waken en wachten.
Op nieuws, op een teken van leven. Ze komen samen in stille marsen, leggen bloemen vlakbij de plek des onheils. Een gebaar van medeleven, een blijk van onverzettelijkheid. “We geven onze waarden niet op,” zo horen we het uit duizenden monden. “Al zijn we zijn geschokt en bang, we blijven tonen waar we voor staan.”

Waken en wachten, hopen en bidden, dit zijn de instrumenten van de overlevenden, die zich keren tegen de macht van de dood. “Gewond, maar niet overwonnen”, zoals op het Draaginsigne Gewonden  staat.
(LET OP: GROTE KRUISWEG VIJFTIENDE STATIE,
KLEINE KRUISWEG ZESTIENDE STATIE)

Zestiende Statie: Jezus staat op

L.      Wij aanbidden U en loven U, onze Heer, Jezus Christus
A.     Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebt verlost

L1.   
De engel richtte zich tot de beide Maria’s en zei: “Hij is niet hier, hij is immers opgestaan, zoals hij gezegd heeft. Kijk maar, dat is de plaats waar hij gelegen heeft. En ga nu snel naar de leerlingen en zeg hun: “Hij is opgestaan uit de dood.” [Matteüs 28, 5-7]

L2.    Soms duurt het wel erg lang. Het verdriet over een verloren kameraad is vaak na jaren nog niet voorbij. Ook het herstellen van een verwonding, ziekte of psychisch trauma duurt vaak lang. Soms langer dan één mensenleven…  Maar dankzij de paasboodschap, die de beide Maria’s als eersten hebben gehoord en daarna hebben verkondigd en die ook vandaag tot ons wordt gezegd, is er altijd hoop: niet de dood, maar het leven overwint.
Laten wij tot elkaar blijven zeggen dat er licht is aan het einde van de tunnel. Dat we mogen hopen op een betere tijd. Een tijd waarin alle wonden geheeld zijn. In ons leven is er al een glimp van verrijzenis te ervaren in elke daad van liefde, in elk moment van verzoening na soms jarenlange ruzie. Dan kan er een tijd komen waarin het geleden verlies niet is vergeten, maar wel zachter is, een goede herinnering wordt. Een tijd misschien waarin het verlies zelfs leerzaam of vormend geworden is. Dat is onze geloof, dat is onze hoop.

Lied.        Refr.: Heel de aarde jubelt en juicht voor de Heer, alleluia, alleluia!

Ja heel de aarde moet God wel prijzen, loven zijn machtig beleid,
Omdat Hij steeds, op wondere wijze, alles bestuurt in gerechtigheid. Refr.

Ja, God is goed, schenkt ons zijn zegen, toont ons zijn aanschijn van licht,
        Hij gaat ons voor op alle wegen, heeft uit de zonde ons opgericht. Refr.

       
Hij is de God, die ons verblijdde, die onze nood heeft verstaan;
        Die ons een hemels paasmaal bereidde en zonder vrees door de wereld laat gaan. Refr.
(LET OP: ALLEEN KLEINE KRUISWEG)
Zeventiende statie: Op weg naar Emmaüs

L1.
    Wij aanbidden en loven U, Heer Jezus Christus,
Omdat U door uw heilig kruis de wereld hebt verlost.

L1.   
Eenmaal met hen aan tafel nam hij het brood, sprak de zegen uit, brak het en gaf het hun. Nu gingen hen de ogen open en ze herkenden hem, maar meteen was hij uit hun gezicht verdwenen [Lucas, 24, 30-31].

      
Het ontroerende verhaal van de leerlingen op weg naar Emmaüs is speciaal hier in Lourdes aan de kleine kruisweg toegevoegd. Net als die leerlingen, hebben ook wij de kruisweg van Jezus meegemaakt en de boodschap van zijn opstanding gehoord. Eigenlijk al ons leven lang. Maar net als die leerlingen, blijven wij vaak steken in onze teleurstellingen en zijn wij steeds opnieuw ontgoocheld als onze goede bedoelingen, onze inzet, maar ook onze dromen, niet opleveren wat wij ervan verwacht hadden. “Wanneer komt Jezus met óns meelopen, breekt hij met ons het brood en zegent hij ons”, zo mopperen wij dan binnensmonds of hardop.
Misschien branden wij niet genoeg van verlangen om hem te ontmoeten, daar waar hij zich laat vinden: in onze gesprekken over zijn blijde boodschap, waarin wij elkaar bemoedigen. In onze volgehouden daden van liefde en tederheid, waarin wij elkaar opbeuren ten troosten. We mogen soms ontgoocheld zijn, maar we mogen nooit de hoop opgeven. Jezus gaat met ons mee, maar zodra we hem herkennen, verdwijnt hij uit het gezicht. “Raak mij niet aan,” zei hij tot Maria en tot ons. Blijf in beweging, blijf hem zoeken, om dan zelf steeds opnieuw gevonden te worden.

L2.    Als er iets is, dat veteranen samenbrengt, is dat de kameraadschap. Voor de een geldt dit meer dan voor ander, maar elke militair die de dienst verlaat, komt terecht in een niet zomaar op te vullen leegte. En de een trekt zich beter uit de slag, dan de ander, maar het gemis van de kameraden, de ruwe hartelijkheid, de gewaagde grappen, die arm om de schouder toen je het zo hard nodig had, blijft.
Vanuit het verlangen om deze kameraadschap terug te vinden, komen veel veteranen, soms na lange jaren, weer samen. Ze zoeken elkaar op, kijken elkaar in de ogen en slaan opnieuw de armen om elkaars schouders. Zij, die geen veteraan zijn, benijden hen er soms om. Dit is iets, waar zij niet in kunnen delen, zo lijkt het. Voor zover het over herinneringen gaat, is dit waar. Maar wanneer het gaat over het beleven van die kameraadschap vandaag de dag, gelukkig niet. Veteranen zetten zich onvermoeid in om hun dienstmakkers, maar ook hun partners, te steunen. Ze zetten acties op touw, zamelen geld in voor hulphonden voor kameraden die dit nodig hebben. Ze komen samen in inloophuizen, op wandeltochten, roeimarathons (de mariniers, afgelopen jaar) en wat al niet meer.
Veteranen, dank jullie voor dit bemoedigend voorbeeld van vriendschap door dik en dun. 
Wij kunnen ervan leren en ervan genieten, telkens als we erin mogen delen!
Laten we onze weg voortzetten, niet alleen, maar samen, in liefde en vriendschap.