Mis aan de Grot 20 mei 2016

‘Zijn deur staat altijd open’


Voor en tijdens de intredeprocessie van de concelebranten speelt de Regiments Fanfare Garde Grenadiers en Jagers.

BEGROETING

SCHULDBELIJDENIS

V.:    Broeders en zusters, belijden wij onze zonden, bekeren wij ons tot God om de heilige Eucharistie goed te kunnen vieren.

A.:    Ik belijd voor de almachtige God en voor u allen, dat ik gezondigd heb in woord en gedachte, in doen en laten,
door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld. Daarom smeek ik de heilige Maria, altijd maagd, alle engelen en heiligen en u, broeders en zusters, voor mij te bidden tot de Heer, onze God.

V.:    Moge de almachtige God zich over ons ontfermen, onze    zonden vergeven en ons geleiden naar het eeuwig leven.  Amen.    

LIED
Señor pidi pordon (door het koor ‘Sranan Rosoe’)

GEBED
Goede God, wij hebben gezondigd, wij zijn verlamd en niet meer bij machte uit eigen kracht weer op te staan. Wie immers kan verzoenen dan Gij alleen? Zie neer op ons geloof, wees voor ons een barmhartige Vader omwille van uw Zoon die de vergiffenis is van alle zonden: Jezus Christus, onze Heer. Die met U leeft en heerst in de eenheid van de heilige Geest, God, door de eeuwen der eeuwen. Amen.

Allen gaan zitten
EERSTE LEZING        2 Kor.5, 17-21

Broeders en zusters, wie in Christus is, is een nieuwe schepping: het oude is voorbij, het nieuwe is al gekomen. En dit alles komt van God. Hij heeft ons door Christus met zich verzoend en ons, apostelen, de dienst van de verzoening toevertrouwd. Ja, God was het die in Christus de wereld met zich verzoende: Hij telde de fouten van de mensen niet en ons gaf Hij de boodschap van de verzoening mee. Wij zijn dus gezanten van Christus, God roept u op door ons woord. Wij smeken u in Christus’ naam; laat u met God verzoenen! Hem die geen zonde heeft gekend heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij door Hem Gods eigen heiligheid zouden worden.

LIED: Psalm 103

Vz.    Barmhartige Heer, genadige God.
Allen: Barmhartige Heer, genadige God.

Ja, wat de hemel is voor de aarde,
dat is zijn liefde voor hen die geloven.

Zover als het oosten van het westen vandaan is,
zover van ons af werpt Hij al onze zonden.

Hij kent ons toch. Hij is niet vergeten
dat wij gemaakt zijn uit het stof van de aarde.

Mensen, hun dagen zijn als het gras,
zij bloeien als bloemen in het open veld.
Dan waait de wind en zij zijn verdwenen.

Maar duren zal de liefde van God
voor allen die zijn verbond bewaren,
zijn woord behartigen en het volbrengen.

Allen gaan staan
EVANGELIE:  Lucas 15, 1-3.11-32

In die tijd kwamen telkens weer tollenaars en zondaars van allerlei slag bij Jezus om naar Hem te luisteren. De Farizeeën en de Schriftgeleerden morden daarover en zeiden: ‘Die man ontvangt zondaars en eet met hen’. Hij hield hun deze gelijkenis voor: ‘Een man had twee zonen. Nu zei de jongste van hen tot zijn vader: Vader geef mij het deel van het bezit waarop ik recht heb. En hij verdeelde zijn vermogen onder hen. Niet lang daarna pakte de jongste zoon alles bij elkaar en vertrok naar een ver land. Daar verkwistte hij zijn bezit in een losbandig leven. Toen hij alles opgemaakt had kwam er een verschrikkelijke hongersnood over het land en hij begon gebrek te lijden. Nu ging hij in dienst bij een der inwoners van dat land die hem het veld instuurde om varkens te hoeden. En al had hij graag zijn buik willen vullen met de schillen die de varkens aten, niemand gaf ze hem. Toen kwam hij tot nadenken en zei: Hoeveel dagloners van mijn vader hebben eten in overvloed, en ik verga hier van de honger. Ik ga weer naar mijn vader en ik zal hem zeggen: Vader, ik heb misdaan tegen de hemel en tegen u; ik ben niet meer waard uw zoon te heten maar neem mij aan als een van uw dagloners. Hij ging dus op weg naar zijn vader. Zijn vader zag hem al in de verte aankomen en hij werd door medelijden bewogen; hij snelde op hem toe, viel hem om de hals en kuste hem hartelijk. Maar de zoon zei tot hem: Vader, ik heb misdaan tegen de hemel en tegen U, ik ben niet meer waard uw zoon te heten.
Doch de vader gelastte zijn knechten: Haalt vlug het mooiste kleed en trekt het hem aan, steekt hem een ring aan zijn vinger en trekt hem sandalen aan. Haalt het gemeste kalf en slacht het; laten we eten en feest vieren, want deze zoon van mij was dood en is weer levend geworden, hij was verloren en is teruggevonden. Ze begonnen dus feest te vieren.
Intussen was zijn oudste zoon op het land. Toen hij echter terugkeerde en het huis naderde hoorde hij muziek en dans. Hij riep een van de knechten en vroeg wat dat te betekenen had. Deze antwoordde: Uw broer is thuisgekomen en uw vader heeft het gemeste kalf laten slachten omdat hij hem gezond en wel heeft teruggekregen. Maar hij werd kwaad en wilde niet naar binnen. Toen zijn vader naar buiten kwam en bij hem aandrong gaf hij zijn vader ten antwoord: Al zoveel jaren dien ik u en nooit heb ik uw geboden overtreden, toch hebt gij mij nooit een bokje gegeven om eens met mijn vrienden feest te vieren.
En nu die zoon van u is gekomen die uw vermogen heeft verbrast met slechte vrouwen, hebt ge voor hem het gemeste kalf laten slachten. Toen antwoordde zijn vader: Jongen, jij bent altijd bij me en alles wat van mij is, is ook van jou. Maar er moet feest en vrolijkheid zijn, omdat die broer van je dood was en levend is geworden, verloren was en is teruggevonden.’

HOMILIE

VOORBEDE

OFFERANDE

De Regiments Fanfare Garde Grenadiers en Jagers brengt muziek en daarna zingt het koor.

LIED:
door het koor ‘Sranan Rosoe’

GEBED OVER DE GAVEN

Heer onze God, dit brood en deze beker wilt Gij vervullen met uw Geest tot het lichaam, voor ons gebroken, en het bloed, vergoten voor onze zonden. Geef ons oog voor uw barmhartigheid want Gij zijt eindeloos goed en steeds bereid ons te vergeven. Door Christus, onze Heer. Amen.

Allen gaan staan

PREFATIE


Vg.:  De Heer zal bij u zijn.
Allen:        De Heer zal u bewaren.
Vg.:  Verheft uw hart.
Allen:        Wij zijn met ons hart bij de Heer.
Vg:   Brengen wij dank aan de Heer, onze God.
Allen:        Hij is onze dankbaarheid waardig.

Heilige Vader, machtige eeuwige God, om recht te doe aan uw heerlijkheid, om heil en genezing te vinden zullen wij U danken, altijd en overal door Jezus Christus onze Heer. Die met ons onbestendig lot begaan, is vlees geworden, geboren uit de maagd; die, aan het kruis gestorven, ons gered heeft van de dood die eeuwig duren zou; die opgestaan voorgoed, ons doet voortleven tot in eeuwigheid. Daarom, met alle engelen, machten en krachten, met allen die staan voor uw troon, loven en aanbidden wij U en zingen U toe met de woorden:

SANTO      door het koor ‘Sranan Rosoe’

EUCHARISTISCH GEBED

Vg.:  Gij zijt waarlijk heilig, onze Heer, de bron van alle heiligheid. Heilig dan deze gaven, met de dauw van uw heilige Geest, dat zij voor ons worden tot Lichaam en Bloed van Jezus Christus onze Heer.

        Toen Hij werd overgeleverd en vrijwillig zijn lijden op zich nam, nam Hij het brood, sprak de dankzegging uit, brak het en gaf het aan zijn leerlingen met deze woor­den: 'Neemt en eet hiervan gij allen, want dit is mijn Li­chaam, dat voor u gegeven wordt'.

        Zo nam Hij na de maaltijd ook de kelk, sprak opnieuw de dankzegging uit, en gaf hem aan zijn leerlingen met deze woorden: 'Neemt deze beker en drinkt hier allen uit, want dit is de beker van het nieuwe altijddurende Verbond, dit is mijn Bloed dat voor u en alle mensen wordt vergoten tot vergeving van de zonden. Blijft dit doen om Mij te gedenken'.

        Verkondigen wij het mysterie van het geloof.

Allen:        Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen wij de dood des Heren, totdat Hij komt.

Vg.:  Zijn dood en verrijzenis indachtig, God, bieden wij U aan het levensbrood en de kelk van het heil. Wij danken U omdat Gij ons waardig keurt om voor uw aangezicht te staan en uw heilige dienst te verrichten.

Zo delen wij in het Lichaam en Bloed van Christus en wij smeken U dat wij door de heilige Geest worden vergaderd tot één enige kudde.

Denk toch, Heer, aan uw kerk, verspreid over
de hele wereld, dat haar liefde volkomen wordt,
één heilig volk met Franciscus, onze Paus
, de
bisschop van Lourdes, Nicolas, met alle
bisschoppen en met allen die uw heilig
dienstwerk verrichten.


Gedenk ook onze broeders en zusters die reeds ontsla­pen zijn in de hoop der verrijzenis, ja, alle gestorve­nen dra­gen wij op aan uw zorg. Neem hen aan en laat hen ver­schijnen in het licht van uw gelaat.
Wij vragen U, ontferm U over ons allen, opdat wij tezamen met Maria, de Moeder van Christus, met de heilige Jozef, haar bruidegom, met de apostelen, de heilige Bernadette, en met alle heiligen, die hier eens leefden in uw welbehagen, waardig bevonden worden het eeuwig leven deelachtig te zijn en U loven en eren. Door Jezus Christus, uw Zoon.

Door Hem en met Hem en in Hem zal uw naam geprezen zijn, Heer onze God almachtige Vader, in de eenheid van de heilige Geest, hier en nu en tot in eeuwigheid.
Allen:        Amen

ONZE VADER

V.:    Aangespoord door een gebod van de Heer en door zijn goddelijk woord onderricht durven wij zeggen:

A.:    Onze Vader, die in de hemel zijt;
Uw naam worde geheiligd;
Uw rijk kome;
Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood;
En vergeef ons onze schuld,
zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven;
En leid ons niet in bekoring;
maar verlos van het kwade.

V.:    Verlos ons, Heer, van alle kwaad, geef vrede in onze dagen, dat wij, gesteund door uw barmhartigheid, vrij mogen zijn van zonde, en beveiligd tegen alle onrust.
Hoopvol wachtend op de komst van Jezus, Messias, uw Zoon.
A.:    Want van U is het koninkrijk en de kracht en de Heerlijkheid in eeuwigheid. Amen.

GEBED OM VREDE

V.:  Heer Jezus Christus, Gij hebt aan uw apostelen gezegd:
        ‘Vrede laat Ik u; mijn vrede geef Ik u’, let niet op onze zonden maar op het geloof van uw kerk; vervul uw belofte: geef vrede in uw naam en maak ons één. Gij, die leeft in eeuwigheid.
A.:    Amen

V.:    De vrede des Heren zij altijd met u.
A.:    En met uw geest

D.:    Wenst elkaar de vrede

LAMCHI DI DIOS      door het koor ‘Sranan Rosoe’

COMMUNIE

Tijdens de communie speelt de Regiments Fanfare Garde Grenadiers en Jagers. Daarna zingen wij:

LIED: Wees gegroet o Sterre

Wees gegroet, o sterre, wees gegroet van verre.
Aan de hemel blinkt uw licht in het bange vergezicht.
Wees gegroet, wees gegroet, Maria.

Als de golven stijgen, hoger, hoger, dreigen,
schijn dan veilig voor ons uit, gun de zee geen droeve buit. Wees gegroet, wees gegroet, Maria.

Wees gegroet, o sterre, wees gegroet van verre.
Op uw zacht en zalig licht houden wij het oog gericht.
Wees gegroet, wees gegroet, Maria.

SLOTGEBED

God, onze Vader, wij danken U voor het levende brood en de heilzame beker, de overvloed van uw barmhartigheid. Geef ons uw heilige Geest opdat wij in uw Naam en om uwentwil op onze beurt aan anderen vergeven. Door Christus onze Heer. Amen.

ZENDING EN ZEGEN

LIED:  Te Lourd’ op de bergen

Te Lourd’ op de bergen verscheen in een grot,
vol glans en vol luister de Moeder van God.
Ave, ave, ave Maria! Ave, ave, ave Maria!

Fo’i shelu a baha ku grasia pa nos,
Maria, e Bírgen i mama di Dios.
Ave, ave, ave Maria! Ave, ave, ave Maria!

I Lourdes a bira lugá di fabor
pa sano i enfermo di fe i fervor.
Ave, ave, ave Maria! Ave, ave, ave Maria!

Aanvaard dan de hulde, o Moeder zo goed,
De hulde uwer kind’ren, verhoor onze groet.
Ave, ave, ave Maria! Ave, ave, ave Maria!