19-5-2006 vrijdag...
We mogen ook vandaag heel vroeg opstaan want
het programma is:
6.45 u weg met vlaggenwacht en muziek
7.15 mis
8 u ontbijt.
10 u nieuwe kruisweg salle Kolbe in het oude acceuil...
12 u lunch
12.45 komt het vliegtuig met de zieken en anderen die niet met de bus kwamen,
zij komen om 13.45 uur aan bij hotel Roissy als het goed is.
13 excursie naar de Gavarnie (daarvoor moet men zich opgeven) en dan 's avonds
eten en andere dingen...
Het liep anders...
We werden veel te laat wakker: 6 uur! Waren we door de wekker heen geslapen?
Geen idee! We haasten ons te pletter maar tegen de tijd dat we beneden zijn was
men net 2 minuten eerder vertrokken.
Dus werden het rolstoelraces, en we haalden ze nog nét in bij hotel Peyramale,
zodat we ons hijgend en blazend konden invoegen achter de muziek...
Op onze weg naar de grot kwamen we de Kroaten tegen, die voor ons hadden
gevierd. En we vonden het al zo vroeg en zo koud!
De
Nederlandse mis bij de grot begon op tijd, maar ook al hield Mgr. Kuttschrütter
die de homilie hield zich prima aan de hem toegemeten 7 minuten, met een uitstekende preek! (we
hebben hier wel eens minder gehoord!) die klokslag 7 uur begon, toch kwamen we
in tijdnood. Kennelijk had iemand vergeten van te voren de dienst te klokken. En
de Fanfare van het Korps Nationale Reserve (Natres) concerteerde indrukwekkend
lange voorspelen, terwijl ook niet altijd duidelijk werd wanneer wij mochten
invallen met ons lied. Dat was jammer, want het waren prachtige teksten.
Het effect was in een geval dat wij halverwege een vers waren, toen de
muziek stopte. ;-)
Nu ja, ze hebben er van geleerd, en dat is nooit weg. En de klank van de muziek
was bijzonder mooi. :-)
Alsjeblieft, Ministerie van Defensie, mogen ze volgend
jaar weer mee?
De altijd zingende vogels, merels, lijsters en kwikstaarten onder andere, gaven
een knipoog van omhoog aan de stilte voor de grot.
Ton was aan mij ontrukt en werd met rolstoel en al weggevoerd en vlak voor de
muziek gezet, met de vlaggewacht er naast. Kennelijk was iemand bang dat ze weg
zouden rijden... ;-) Maar ze hadden een goed uitzicht op het gebeuren. Er wordt
bijzonder goed voor de rolstoelers gezorgd! Op de foto hieronder gaan we achter
de muziek aan weer terug naar het hotel. Zo mooi en strak zijn we nog nooit op-
en afgedraafd.
Na
het ontbijt gaan we om 9.30 uur samen weg. Dit jaar is het idee van de pastorale
commissie om de Grote Kruisweg van Espelugues, die voor rolstoelers tegenwoordig
verboden is, maar die voor velen het hoogtepunt van de bedevaart is, te
vervangen door een overdenken van de Kruisweg in salle Kolbe, in het oude
Acceuil, zodat heel onze groep, voorzover al in Lourdes, dat samen kan
beleven.
Een Nederlandse kunstenares was gevraagd daar doeken voor te schilderen. Het
werden er meen ik zeven, die door de verschillende aalmoezeniers en geestelijken
werden overdacht.
Maar
voordat we naar binnen gingen, moest de paaskaars die we hadden meegenomen om
hier Nederland present te stellen, en te worden geofferd, met Mgr. Kuttschrütter
op de foto. En met nog een boel anderen.
't Was een mooie kaars, maar wel weer traditioneel zuinig en klein, alsof niet elke bedevaartganger graag een paar euro's extra had overgemaakt voor een wat groter exemplaar! Nou ja, vroeger waren ze wel eens nog kleiner...
Zo'n joekel als van de Ieren hoeft niet, maar Nederland blonk weer eens uit door bescheidenheid in deze... :-(
De rolstoelers staan met hun begeleiders klaar om als eersten na de muziek naar binnen te gaan. De jonge cadetten zijn goed en gemotiveerd gezelschap, waar Ton ook veel plezier in heeft. Hier staat Ton Boonen achter hem.
Goed,
de Kruisweg dus: 1: De Heer wordt onschuldig veroordeeld. De afbeelding
toont een kind in Haïti, dat er niet om gevraagd heeft om in een
oorlogssituatie op te groeien. Daarbij werd gelezen uit het evangelie naar Lucas
hoe Jezus voor Pilatus moest verschijnen. Dit was het patroon van alle volgende
staties. (Achter aalmoezenier Kerklaan zie je op de grond statie 2 en 3 naast
elkaar).
Was het door de emotie of door de hitte? Een van onze bedevaartgangsters werd
onwel, en de extra rolstoel, waar we grapjes over hadden gemaakt, omdat de
rugzakken van arts en verpleegkundige daar prinsheerlijk op vervoerd waren, werd
opeens levensnoodzakelijk. Dat is de andere kant van een dergelijke
bedevaart.
Nadat zij was weggebracht om in het ziekenhuis verzorgd te worden, ging men toch
verder met de tweede statie: (Jezus valt onder kruis.), waarbij we een
familie zagen, gezeten voor de televisie, die het thuisfront verbeeldde, op zoek naar nieuws;
een thuisfront dat in
ondragelijke onzekerheid kan leven, en daarmee een zwaar kruis draagt. En passant werd er verzucht dat het
Ministerie daar wel eens meer aandacht voor mocht hebben.
3 Een vrouw schrijft een brief: ontmoeting met de vrouwen van Jeruzalem waarbij
de bede klonk:
Laat ons kijken met Uw ogen, ook naar onszelf.
4 Jezus aan wordt met bruut geweld aan het kruis vast genageld. Dat spreekt
vanzelf. Het gedicht werd gelezen: 'Ik
wil mij gaan vertroosten in Jesu lijden groot. Al heeft 't gestaan ten boosten,
het kan nog worden goed!'..
5 We zien een gekruisigde, want de Heer moet sterven op het kruis. Het is
een barbaars lijden, en de vraag komt op:
waar is God in al dat lijden? Er werd een gebeurtenis aangehaald van iemand die
in de oorlog werkte buiten het concentratiekamp. Die ontmoette op kerstavond een
groep Duitsers, die hen normaal niet bekeken, maar nu zei iemand:
Fröhliches Weihnachten, en misschien ben u volgend jaar net zo vrij als wij.
6 We zien een berg, 2 latten die samen een kruis vormen en 12 paaltjes. Het is volbracht!
Dit herinnerde de betreffende aalmoezenier aan Irak. Men was daar bezig geweest
met het ontmantelen van een barak in Ur (waar aartsvader Abraham vandaan
kwam!) en was vervolgens in Koeweit op Goede vrijdag waar men om 3 u de
kruisweg bad. 2 latten vormden het kruis en
12 paaltjes de staties.
7 De ogen van een levende. Het graf is leeg. Het Johannes evangelie zegt:
hij zag en geloofde. Johannes is vol hoop in dat moment. Petrus zag het ook, maar hij was als
de eerste statie: gevangen in een onmogelijke situatie. Jules Post
vertelde vanuit dit vertrekpunt hoe zijn schoonmoeder leerde relativeren. En hoe
wij door Pasen en de Opstanding kunnen
leven uit hoop en liefde, met nieuwe mogelijkheden.
Daarna stelt
de vlaggenwacht zich weer op en gaat de muziek en ons allen voor naar de
'bruloirs'. Dat zijn de grote ijzeren bakken, rechts van de grot, waar de
kaarsen worden gebrand. We zien er prachtige en grote kunstwerken opgaan in vuur
en vlam en er rest ook dan na een dag niets dan een plasje was op de bodem. (En
een reach nichoach natuurlijk. ;-))
Wij
brengen ons bescheiden offertje (links) op onze beurt. Eigenlijk was de planning om de
kaars naar de grot te brengen, maar daar kwamen we niet in. Er was een andere
dienst aan de gang. Dus ging het zo, en dat was ook goed.
Opgewekt spoedden we ons daarna naar het hotel. Begeleid door een oude vriend
van vroeger: Hans Kleemans, die op eigen gelegenheid was gekomen, maar wel in
alles met ons mee deed. We zouden op zondag nog veel aan hem te danken hebben!
Het
eten kwam om 12.15 u op tafel, en daarna gingen we met spoed naar hotel Roissy, waar we
nog 5 kwartier moesten wachten voordat de zieken en hun begeleiders aankwamen.
Ze hadden tegenwind. Daar kun je als vliegtuig last van hebben, net als andere
vogels. De muziek vrolijkte velen op.
Het werd een uitbundige happening, daar op het pleintje voor het hotel, tot
groot genoegen van vele militairen en burgers uit andere landen, die enthousiast
luisterden en keken naar het spel en het manoeuvreren van de band. Dit was wel
weer een heel ander staaltje van hun kunnen dan de muziek bij de grot en in de
dienst.
Intussen kwamen ook allerlei anderen langs lopen of marcheren. Van de
ex-leden van de Pauselijke garde, die een eigen uniform en vaandel hebben, tot
allerlei paarse heer-lijkheden.
Een van de bijzondere aspecten van de Militaire Bedevaart is het kijken naar de
uniformen.
Jaren geleden kwam het 'bloemetjespak' in zwang, het gevechtstenue, en niemand
heeft er moeite mee als de jongens en meisjes dat dragen in de vrije uren, maar
een paar jaar lang hadden ze niets anders bij zich. Dat was toegestaan, maar ze
werden er zelf niet vrolijk van, als ze zagen hoe mooi anderen er uit zagen.
Gelukkig zie je onze mensen bij officiële gelegenheden weer tenminste het
dagelijks tenue dragen, en de adelborsten hadden ook hun 'zondagse pak' bij
zich, waarmee ze heel erg mooi waren!
Eindelijk kregen we het bericht: het vliegtuig is geland! Als eersten kwamen
generaal Adema, de voorzitter van het bedevaartcomité en zijn echtgenote plus
bisschop Punt. Zij hadden een auto gecharterd, en waren er dus een hele tijd
voordat de bus met de rest van het gezelschap aan kwam.
Commodore Mulder was met zijn eigen vliegtuigje gekomen, dus die stond, met Ton,
de luchtmacht al te representeren. Tot onze verrassing kwam toen ook een
heel contingent van Gods Eigen Wapen uit de lucht vallen en uit de bus stappen.
;-)) Toen waren de evenwichten weer hersteld.
We begroetten veel
dierbare vrienden die we in jaren niet gezien hadden, en ook een paar waar we
nog wel regelmatig contact mee hebben. Dit alles omlijst door vrolijke
muziek!
Vervolgens haastte we ons naar het postkantoor, en onderweg keken we, zoals we ook tijdens het
lange wachten al hadden gedaan, overal naar de perfecte Madonna. We hebben er
honderden gezien!
De een keek scheel, de ander alsof ze een héél vieze mop hoorde, een derde zo
dom, dat je niemand wilt aandoen daar naar te moeten kijken... Er waren
behulpzame winkeliers, en heel vervelende, opdringerige, die het me moeilijk
maakten me te beheersen... (en dat was toch echt wel de bedoeling)...
Het postkantoor ligt hoog, en we gingen via een ruime omweg er heen, want de
hellingen in Lourdes vragen veel van je vermogen een rolstoel te sturen en
duwen. Gelukkig was het postkantoor open en nadat we voor ruim 43 euro aan
postzegels hadden gekocht (en niet eens voor mijzelf! dat kon Bruin even niet
trekken), (maar ik spaar nog steeds postzegels, hint,
hint; met name gebruikte!) hebben we een uurtje besteed aan plakken en versturen. Een paar
kaarten die we bij ons hadden waren geadresseerd aan vrienden die we die middag
hadden mogen begroeten, en aangezien ik de postzegels wat al te krap had
ingekocht, en de rijen voor de loketten alleen maar langer waren geworden,
besloten we die kaarten nog maar even te gaan bestellen op weg naar ons hotel,
en zo gingen we via de steile weg terug naar hotel Roissy. Het water stond in
mijn handen, toen een van de handvatten los schoot! Dat was minder leuk. Maar we
zijn veilig beneden gekomen, en we hebben onze roeping als postbode kunnen
vervullen, al waren de personen zelf niet bij de hand. Iemand anders zou de
kaarten doorgeven, en dat is uiteindelijk ook gebeurd.
Om 19 uur gingen we eten. Het eten is in hotel Lucia goed van kwaliteit. Daarna
hebben we nog tot 9 uur gepraat met aalmoezenier van Rooij, die een prettige man
is, maar we moesten toch naar boven, want Ton werd echt benauwd. Thee en de
puffer leken het geneesmiddel. De thee werd natuurlijk van onvervalst
Lourdeswater gezet, en dat scheelt weer...
Ook ik bleek uitgeput, dus van een tochtje naar de grot kwam niets meer: om 23.20
uur lag ik in bed.
Zaterdag 20-5 2006 zijn we
met moeite opgestaan Ton was benauwd.
Ontbijt 7.45 u en om 8.30 uur gingen we op
weg. De muziek wachtte ons op bij hotel Peyramale.
Michael Stork rijdt vandaag Ton. Het is opeens mooi weer en de dienst
in de kapel van St. Jozef begint om 8.55 uur.
Bisschop Punt had een puntige
preek: 1.
God bemint je
2. Je bestaat voor de eeuwigheid.
3. Je bent verlost. Dat is van belang voor wie zich bewust is van gebrokenheid van
het bestaan
4. Je draagt kracht van de Heilige Geest in je. Daardoor kom je dichter bij God. Soms
gebeurt er een wonder, maar soms grijpt God niet in. Hij gebruikt ook ons leed tot
verlossing, dat geeft dan kracht, en die wenst de bisschop ons ook toe.
Natuurlijk
zong Ton Voets het Ave Maria, want als dat niet op het programma staat, komt er
opstand.
Het Wilhelmus was voor ons ouderen - juist in de meimaand - een moment
van diepe ontroering. We zijn vrij om het te zingen, we zijn vrij om onze
Nederlandse vlag te laten wapperen. En geen Duitser en geen ander die ons dat
verhindert, Gode zij dank. Wie niet beseft dat het ook anders kan zijn, ontgaat
de geladenheid van zo'n moment...
Daarna: op naar de foto! De Heer was genadig: er was een lichte bewolking, zodat
de foto niet zou worden bedorven door diepe zwarte slagschaduwen onder de
petten.
Helaas werd onze goede vriend Jaap Peters onwel... Hij staat nog net links
vooraan op
de foto met de mensen in uniform, want daar stond hij op, maar hij kreeg ter
plekke een tweede epileptische aanval, terwijl hij nog maar nauwelijks was
bekomen van de eerste, net aan het eind van de dienst... Hij wordt met zijn
gezin onverwijld naar het ziekenhuis in de stad gebracht.
Enigszins van ons stuk gebracht groeperen we ons daarna voor de foto met alle
deelnemers-op-een-na. Eigenlijk op twee na, want een van de jongens in uniform
voelde zich niet erg lekker, en wilde het risico niet lopen dat hij voor het
front van de camera in elkaar zou zakken. Hij had ongetwijfeld gelijk: een mens
kent zijn en haar eigen lichaam het beste.
Hierna is er traditiegetrouw een receptie, dit keer rechts achter de Pius X, richting pont Michel.
We spraken met de heer Gaspari en zijn aardige echtgenote. Met een
charmante jongen die 2 jaar geleden een auto-ongeluk had gekregen, e.v.a.
Natuurlijk werd er ook gespeecht, door de voorzitter van de bedevaart, door de
staatssecretaris die mee was, (hij bood ons op eigen kosten de receptie aan) en door de toekomstige voorzitter van de
bedevaart, die een beminnelijk mens bleek. Ook de adelborsten en de cadetten
zetten hun beste beentje voor, en schonken onbekende dames alle aandacht, alsof
het hun lievelingstantes waren.
Er werd veel en bewust gemengd door alle partijen.
Tot onze verrassing was ook
John von Pey aanwezig, die als 'kaasmeisje' rondliep. Hij was als kwartiermaker
eerder vertrokken, en zodoende hadden we hem ook niet gezien in de bussen. De
jongens van de muziek bleven een beetje onder elkaar, en uit de zon. Op een
gegeven moment vertrokken ze als geleide van de bisschop die terug ging naar
zijn hotel. De receptie was nog niet afgelopen, maar de etenstijden waren niet
in alle hotels daaraan aangepast.
Bij ons was het eten dank zij de interventie van aalmoezenier Horssen uitgesteld tot 1
uur. Toen deed hij de mededelingen voor de dag zoals hier te zien. Hij had ook
een gave om telkens een rake tekst te vinden en voor te lezen, en om ons
zodoende weer iets extra's mee te geven.
We hadden dus nog een half uurtje, tegen de tijd dat we bij het hotel waren, en Ton wilde nog even wandelen
aan de overkant van de rivier. Zijn spieren moeten wel geoefend worden! Dus
heeft hij inderdaad een kwartiertje heen en een kwartiertje terug gelopen, en
dat was goed voor hem.
Nu is het half drie geweest, Ton slaapt als een engel, en ook mijn ogen vallen
dicht.
Maar ik moest toch maar gaan, zei de Heer.
Ik liep nog maar even langs hotel Roissy om te vragen naar Jaap Peters, en
hoorde dat hij nog in het ziekenhuis was. Jan en Vera waren niet te vinden,
en dus zei ik naar de (grote) Kruisweg te gaan, en ik kreeg 3 mensen mee. Had ik zo niet gedacht!
We hebben er ruim anderhalf uur over gedaan. Een tikje regen deed geen kwaad. We hebben onze zieken maar mee
genomen in onze gebeden en ons hart. Ton ook.
Het was een diepe ervaring van vertrouwen.
En ook hier raakten de uitersten van Lourdes elkaar: we hoorden de vrolijke
marsmuziek van beneden, en de klokken van de kerken, terwijl we het lijden en
sterven van de Heer overdachten - en wat dat voor ons eigen leven kan
betekenen...
Bij het open graf plukte Mieke voor ons vieren een madeliefje. Het zit in mijn identiteitstag.
Wat ontroerend!
Daarna hebben we samen nog iets gedronken, geïnformeerd naar Jaap (geen
nieuws), en toen moest ik mij haasten om nog op Mariabeeldjes-jacht te gaan en om
tenminste voor de kleinkinderen een souveniertje te kopen. Het werden
schapen voor de kerststal. Helaas waren er geen zeven meer, maar
slechts vier, zodat het er een per gezin werd. Karig, maar het was niet anders.
Ik
was het nog op tijd in het hotel voor 18.30 uur. Het eten was i.v.m. de
lichtprocessie op dit vroege moment gesteld.
In het hotel werden kaarsen verkocht, en dat was reuze makkelijk. Natuurlijk
konden typische Nederlanders ze in de stad hier en daar wel voor een paar
centjes minder krijgen, maar daar voelde niet iedereen zich toe geroepen.
Wij gingen daar niet aan mee doen. Ton voelde zich gedrongen om naar het
ziekenhuis te gaan, om Jaap Peters te bezoeken. Dat viel nog niet mee... de weg
was heel erg stijl. Ton moest zelfs een paar maal lopen. Ik trok (duwde) het niet.
Het was goed dat we kwamen. Jaap was net weer uit zijn coma bijgekomen, en zelfs
geneigd tot grapjes. We wilden hem echter niet lang ophouden, rust was
natuurlijk het beste voor hem, dus gingen we na een kort gebed weer heen. Maar toen we
buiten waren, zei Ton: Paraplu vergeten! En zo gingen we even terug, om tot de
conclusie te komen dat de familie intussen langs een andere weg gekomen was.
Toen is Ton met een van hen naar de verpleging gegaan, en zo kon er een
vertaalslag gemaakt worden, waardoor Jaap die nacht optimaal verzorgd werd. Geintje
van Onze Lieve Heer. ;-)
Daarna gingen we echt weg. Toen we het ziekenhuis verlieten, en ik met enige
wanhoop naar de
steile afdaling voor me keek, hoorde ik iemand Vlaams
klappen. Die kan ik vragen of er een minder steile weg is, dacht ik. Het bleek
een Belgische arts te zijn met een verpleger van de Belgische Ziekenbedevaart.
Hij bood aan te helpen met de rolstoel, want een betere weg is er niet, en hij nam even later de
rolstoel helemaal over. Hij moest ook al zijn krachten gebruiken, dus nam ik
bij de Pont St Michel Ton maar weer over. Een beetje schuldig
voelde ik me wel dat ik dat niet eerder had gedaan. Later zagen we hem nog zitten op een hotelterras, een eindje voor
hotel Peyramale. ;-)
Op de Pont st. Michel kwamen we terecht in de lichtprocessie. We hadden zo aan kunnen schuiven, er werd al een plekje voor Ton gemaakt, maar die had maar één wens: thee! (En bed! En dus: er tussenuit!) We liepen de Esplanade tot het eind, en daar lukte het me met behulp van enkele jongemannen die de afzettingen verzorgde, het cordon te doorbreken. De thee was nog te ver weg, dus dronken we alvast een kopje koffie bij de Italiaan, voordat we terug gingen naar het hotel.
Het is me zelfs niet meer gelukt een smoesje te sturen naar Tonio, die onze
wederwaardigheden van de dag (met een maximum van 130 karakters) op het web zou
zetten. Ik ben er drie keer aan begonnen, viel telkens in slaap en drukte dan op
een verkeerd knopje, zodat alles ook weer weg was. Tja, zo kan dat gaan.
Morgen verder...