Een tripje naar Roemenië.
Sinds
enkele jaren is lid van onze Waalse gemeente in Utrecht een Roemeense:
Rodica
Marcu. En zo is het gekomen…
Via haar is er contact gelegd met de priester en het schoolhoofd uit
haar straat
in een voorstadje van Brašov in Roemenië. Een paar jaar
geleden is een
delegatie van de gemeente er maar eens heen gegaan, om te kijken hoe en
wat. Dat
is zo bevallen, dat dit jaar weer een reis werd gepland. Want
werkelijke
relaties lopen via mensen die elkaar kénnen.
Drie-Tour in Driebergen zou het organiseren. Er zijn verschillende
bijeenkomsten aan vooraf
gegaan, en er zouden zo'n 33 mensen meegaan. Uiteindelijk werden het er
10…
zelfs de predikant was op het laatste moment door familiezaken
verhinderd.
En zo kwam het dat ook wij op reis gingen, want Ton wilde dolgraag mee,
om de
kloosters in Moldavië te bezichtigen, die hij alleen van plaatjes
kende. En
toen de predikant afviel, vond hij dat hij zondermeer mee moest, ook al
liet op
dat moment zijn gezondheid het af weten…
18 september 2003. Om kwart voor zeven staat er een limousine op de
brug, en
moeten we ingestapt zijn. Na de veel te korte nacht is dat nog een heel
probleem, ook al zijn we om 5 uur opgestaan, maar als ik om 6.40 uur in
het
donker bij de brug aankom met mijn koffers, komt Henk van Holland, de
voorzitter
van de kerkeraad, me al tegemoet. Dan is het halen van Ton geen enkel
probleem
meer, de rolstoel kan ruim mee, en even later is de andere opstapster:
An
Winkler, er ook. We kunnen warempel op tijd vertrekken. Wie had dat
gedacht?
Als, niettegenstaande de omweg, de files toeslaan op de grote weg
zijn we allemaal erg dankbaar dat de andere groep van Driebergen is
opgehaald,
en dat wij daar niet eerst nog heen hoefden. Dan was het nog veel
vroeger
geworden…
Onder het rijden wordt het langzaam licht.
En ondanks de files zijn we om half acht op Schiphol!
Dat heb je met zo'n prettige chauffeur.
Hij wordt netjes door Han Wolhoff van het nodige voorzien en zwaait ons
vriendelijk uit.
Bij Balie 12 wachten we op elkaar. Na enige tijd zijn op
één na alle
medereizigers bijeen.
We begroeten elkaar met kleine oogjes, want het is nog erg vroeg.
Gelukkig
kennen de meesten elkaar al van vorige ontmoetingen.
Er wordt vervolgens driftig gezocht naar Serafin, die uit Maastricht
moet komen,
en bij het Meeting Point zou zijn. Hester en Han lopen door elkaar heen
te
draven op zoek naar S. Uiteindelijk gaat Anton, de zoon van Hester, er
op uit
met de strikte opdracht terug te komen met zowel Han als Serafin. Het
duurt
even, maar het lukt. Serafin komt recht van de trein en wil dan toch
eerst nog
gaan pinnen. Ach ja…
Hester en Nel zijn opeens papieren kwijt, een gevoel dat we allemaal
wel kennen.
Natuurlijk is alles er.
Al snel gaan we dan maar in de rij staan voor het inchecken. Als
rolstoeler mag
Ton voor, in een andere rij. Heel chique. ;-) Bij de dure jongens met
hun snelle
tasjes…
We worden zo wel van de groep gescheiden, maar dat is nu eenmaal niet
anders. We
krijgen de keus tussen een speciale behandeling, waardoor we moeten
wachten in
een hokje, en dan op het laatste moment naar de gate gebracht
worden, of het
zelf verder opknappen. We kiezen maar voor het laatste, dat geeft wat
meer
beweegruimte al worden we wel door de douane geloodst.
Het is nu net 9. 45 uur, en we zijn bij de gate: D 49. We gaan
er als eersten
in, zei de mevrouw aan de balie. De anderen zijn er nog niet behalve
Hester en
Nel Vreugdenhil! Die zitten even verderop.
Ton blijft nog even naar de vliegtuigen kijken. De onze heet Merel, en
we zien
de koffers naar binnen gaan. (Niet
allemaal, zullen we later bemerken!)
Om 9 uur werden we door de douane gesleurd. Aangezien we verder niemand
zagen,
hebben we nog maar even een kopje koffie gedronken. 5,10 euro voor twee
kopjes.
Schiphol zal niet failliet gaan. Ook zag Ton nog even twee beren geen
broodjes
smeren. (Boven).Het was een wonder, en echte kunst! Tegen half tien
waren we bij
de gate en we zagen de (meeste) koffers naar binnen gaan, zoals ik al
schreef.
Om 10 uur mochten we langs het poortje, maar dankzij een kapotte stoel
moesten
we wachten tot bijna half elf eer we binnen mochten. De crew wachtte
gezellig
samen met ons. Een goede sfeer daar!
Intussen werd de boel aan elkaar getapet. Wij gingen er al in voordat
ze
helemaal klaar kwamen, en om 10.37 uur begon de rest van het publiek
binnen te
komen. En nu is het wachten tot we vol zijn. De onzen komen pas om 11
uur
binnen.
Het vliegtuig is erg vol. De groep zit een beetje verspreid door het
vliegtuig,
maar Henk (rechts) en Serafin (links) zitten vrij
dicht bij.
Met een vertraging van maar een tiental minuten vliegt de Merel
uiteindelijk op.
Om 12 uur hadden we de vrij smakelijke maaltijd achter de rug. Allemaal
fool
proof: geen messen of echte vorken.
Het is prachtig weer. En we hebben een vaag maar mooi uitzicht op onze
Oosterburen en de hunne... Dat maakt inzichtelijk waarom er voor Hem
die in de
Hoogte is gezeten er geen verschil
is tussen hoog en laag. Je ziet al nauwelijks hoogteverschil op onze
vlieghoogte!
Om 12.40 uur passeerden we Boedapest, en om 1 uur zetten we de daling
in.
Tegen half twee (plaatselijk 14.30) moeten we aankomen.
De Karpaten waren net in een bocht prachtig zichtbaar. Hier moet ergens
de
IJzeren poort zijn waar de Donau door de Bergen heen breekt, zegt
Ton... Maar
kun je van zo hoog toch niet zien. Het is een gevaarlijke passage -
zowel voor
de rivier als voor mensen.
Aan het eind van de reis zien we meer wolken dan eerder. Maar het moet
toch 22
graden zijn in Boekarest, waar het overigens een uur later is dan in
Nederland.
Het wordt er een uur eerder licht, vandaar.
Dat van die 22 graden Celsius klopte wel ongeveer.
Het duurde alleen nogal lang voordat we ervan konden genieten, want er
bleken 2
koffers in Amsterdam achter gebleven te zijn. Paniek alom dus. Heerlijk
dat
Serafin hier heeft gestudeerd en Roemeens spreekt! Er wordt toch
nog heel wat
afgekrakeeld in het kantoortje, links, hetgeen ik absoluut niet had
mogen
fotograferen. Jammer, maar het was al gebeurd.
Een aardige man, Vladimir Marin, kwam Ton (en mij dus!) halen voor
vervoer naar buiten. We komen door een kamer waar de douane nu net even
niet werkt. Dus
rennen we door onbeheerde poortjes, tot ergernis van een paar mensen
die zitten
te lunchen, of die iets anders onduidelijks doen. Vladimir heeft iets
van: dan
moeten ze maar klaar staan. Hij holt gewoon door. En binnen de kortste
keren
staan we dan met onze koffers klaar. Vladimir bemoeit zich ook nog met
de niet
gekomen koffers. Han staat er vervolgens op dat we eerst ons geld
pinnen op het
vliegveld. Hij maakt zich erg druk over de koers (die in de stad veel
beter zal
blijken) – en loopt (ons) te stressen als een nou ja, vul maar
in. Het lukte
om met kleine beetjes tegelijk (het equivalent van ongeveer 42 euro)
het
benodigde bedrag bij elkaar te krijgen. We waren meteen
(multi)miljonair:
1.000.000 Lei is ongeveer 30 euro. Het geld is van plastic gemaakt, met
een
doorkijkruitje. Het voelt ook erg plastiekerig aan. Toen het geld
binnen was,
bleek Henk weg, en de man die ons vervoeren zou naar het hotel
(gewapend met een
bordje Drie Tours) werd er wat wanhopig van. Het duurde wel even
voordat alles
geregeld was
en we in het hotel waren. Onderweg
zagen we nog het een en ander van Boekarest, dus dat pikten we meteen
mee.
Allereerst het Victorieplein, dat het hart van de stad vormt, en het
paleis, dat we nog terug zouden zien… Verder deze fraaie entree
van de
(ING?)bank, die een prachtig
Jugendstilpaleisje in gebruik had genomen.
Ons onderkomen voor deze nacht, het Ambassadorhotel, was een luxe
aangelegenheid.
De lift kreunde en steunde, maar er was veel vriendelijke hulp, ook
voor de
rolstoel! Er was zelfs een plankiertje voor de treden van de trap naar
de lift.
Om 5 uur zouden we worden gehaald voor een rondrit door Boekarest, dat
werd door
de vertraging 17.30 uur, en ook dat was nog te krap berekend. Wel een
erg aardig
idee, die tour!
Onze gids was een docent Engels die in Nijmegen Nederlands had
gestudeerd en hij
vertelde in een heel redelijk
verstaanbaar Nederlands een en ander over stad en
land. Natuurlijk begonnen we weer op het Victorieplein, waar destijds
de
dictator C. met kerst een soort hemelvaart probeerde met een
helicopter. Vanaf
de uiterste punt rechts, op de foto rechts . In het midden heb je de
Universiteits-bibliotheek die destijds in brand gestoken werd,
maar nu prachtig gerestaureerd is. Rechts daarvan het paleis van het
volk, het
huidige parlement. C. heeft daar wel de vlucht kunnen nemen, maar
uiteindelijk
is hij toch omgekomen/vermoord/terecht gesteld, al naar je eigen
invalshoek
in deze kwestie.
Tegenover dit gebouw van de volksvertegenwoordiging is het oude
koninklijke
paleis. Dat is nu het Roemeense Rijksmuseum, en het gebouw is netjes
opgeknapt.
Het is gebouwd in 1812, vergroot tot koninklijk paleis in 1882 door
Carol I, en
tussen 1930 en 1937 door Carol II verbouwd.
Het valt niet altijd mee om vanuit de bus plaatjes te schieten, dus
lang niet
alles is van enige kwaliteit, maar ik heb mijn best gedaan.
Voort ging het weer, langs een monument voor de gevallen vliegeniers in
een van
de wereldoorlogen. Beide wellicht. Het staat midden op een kruispunt,
en je
rijdt er recht op af. Wel indrukwekkend!
Om de een of andere reden kwamen we nog weer terug naar het
Victorieplein, met
nog een ander zicht op het parlementsgebouw.
We zagen in die buurt nog meer, en mooier gebouwen op onze verdere weg.
Dit
rechts was een lieve villa, en links een kerkje, zomaar tussen de grote
gebouwen, vlak voor het koninklijk paleis. De naam Cresculescu werd
genoemd,
maar of dat de naam van het kerkje is, of dat het slaat op de periode
van
ontstaan is me niet duidelijk geworden. Het dateert uit de
middeleeuwen, als ik
het wel heb. Op de volgende bladzij een betere foto, want toen stonden
we opeens
stil voor een verkeerslicht.
Er zijn in Boekarest nog maar heel weinig resten uit de Middeleeuwen te
vinden,
en ze zijn erg verspreid, dus werden we met trots gewezen op dit
kerkje. Verder
zagen we veel mooie villa's, want we moesten een positieve indruk
krijgen van
land en stad. Als je niet beter wist, zou je zo aannemen dat het
iedereen hier
naar den vleze gaat. Ons werd gewezen op het museum voor
kunstverzamelaars, het
museo colleccionilur of iets dergelijks aan de Calea Victoriei 111.
Daar zijn
vooral kunstcollecties met werk uit de Dobrudja. Ook de verschillende
ambassades
waren ruim behuisd. De Nederlandse natuurlijk niet, maar die is dan ook
in een
zijstraat. Helaas moesten we het museum voor het volk, ook wel: het
museum voor
het boerendorp, een soort openluchtmuseum, waar Ton en ik 25 jaar
geleden
geweest zijn, laten zitten: er was geen tijd voor. (Sos. Kisseleff 28)
Jammer,
want we hadden het verschil wel willen zien. Toen was het een vervallen
en
kennelijk in ongenade gevallen verzameling houten ruines van
boerenhuisjes uit
het hele land. We reden er nu langs, en herkenden de ingang, maar het
was
duidelijk dat er in de afgelopen tijd wel herstelwerkzaamheden zijn
gepleegd! Er
schijnen nu 65 objecten te zijn die de moeite waard heten te wezen.
Deze
romantische plaatjes komen uit het blad dat in het Taromvliegtuig
van Cluj naar
Timisoara en zo zou liggen op de terugreis, en dat we echt mee mochten nemen.
Graag zelfs! De manier waarop de dame op de eerste rij weggedrukt wordt
door de
kerels naast haar, die hun ellebogen gebruiken, is wel kenmerkend voor
het
Roemeens machismo. Wat dat betreft is er geen twijfel aan de
Zuid-Europese
afkomst van een deel van het volk!
Even later kwamen we bij de hoofdzetel van de Roemeens Orthodoxe kerk:
het
patriarchaat, gelegen aan een schuin oplopende weg, die we ons nog
herinnerden
van de keer dat we die líepen, Ton en ik…
Vandaar terugkerend zagen we de (Hongaarse) opera. Er werd iets van
George
Enescu gegeven. Het was de laatste
avond van een festival te zijner ere, werd
ons verteld.
Elders in de stad hebben we een openluchttheater gezien, waar die avond
eveneens
iets van hem werd gegeven, dat leek ons ook wel heel spannend.
Maar onverbiddelijk ging de gids voort, naar het hoogte-/dieptepunt van
de
bouwactiviteiten van de voormalige dictator. Voor dit optrekje had hij
zijn
inspiratie gevonden in Noord-Vietnam, en natuurlijk moest hij het nog
mooier en
beter hebben.
Dat resulteerde er in dat een kwart van de totale begroting hieraan
werd
opgeofferd. Een ramp voor het land, dus. Onderweg zagen we heel
verschillende
beelden van de stad.
Boekarest is vrij wijd opgezet, althans, de gedeelten die wij zagen.
Vanuit het busje zagen we een vaag soort suikertaart opdoemen aan een
groot
plein, maar toen we uitstapten en de dimensies van een en ander
doorhadden,
zagen we pas hoe groot het was. Onmogelijk om in een enkel beeld te
vangen, ik
had er verschillende foto's voor nodig, die ik maar aan elkaar heb
geplakt, om
er een geheel van te maken.
Meer naar links stond nog een gebouw, dat er bij hoorde, en aan 's mans
echtgenote – en met name haar 'wetenschappelijke' merites was
gewijd.
Interessant.
Tegen de langzaam ondergaande zon in kreeg het gebouw iets duisters,
maar dat
viel voor het goede begrip wel weg te poetsen via de
beeldbewerkingsoftware, met
ongeveer dit resultaat.
Hier tegenover was een half-circelvormig plein, afgezet met logge en
grote
gebouwen.
Maar die zullen hun charmes wel hebben gehad als je ze vanuit het
optrekje van
de president bekeek… De afstand is
vrij groot. Er is dan ook een behoorlijke woonwijk voor dit complex
tegen de
vlakte gegaan.
Het tegenlicht leverde nog een paar fraaie plaatjes, waarbij het lukte
een
lantarenpaal bijna door te 'zagen'. Het geeft een bizar effect.
Je ziet hoe snel de nacht valt.
We gingen dan ook weer richting stad, want onze gids had nog andere
dingen te
doen.
Onderweg zagen we een paar heel Oosters aandoende lage fonteinen in het
middengedeelte van de wijde allee rond het Eenheidsplein.
We werden gevoerd naar een restaurant, dat 'In de bierkar' heette, op
z'n
Roemeens. Carul cu Bere. Er hingen ook allerlei lantaarns aan de
buitenkant, in
de vorm van biertonnen. Uit 18zoveel, stond ergens.
Maar voor we naar binnen gingen, zag ik rechts nog een allerliefst
kerkje, met
een kloostergang. Het is toegewijd aan Sint Stefan Stavropoleos. Op
Internet
vond ik allerlei gegevens, maar geen foto. Ook niet in het boekje dat
Ton een
uurtje daarvoor had gekocht, door bemiddeling van An. We zijn daar nog
voor het
eten gaan kijken, en wij waren zeer onder de indruk. Achteraf had
Rodica Ton er
ook al over verteld. In elk geval waren we in dit intieme, donkere,
kerkje even
heel dicht bij de mensen van de stad, en bij Onze Lieve Heer, want het
was wel
een plekje waar je bidden kon. Een heel bescheiden non zat in een
hoekje bij de
uitgang onopvallend te wezen, met wat kaarsen en boeken. Een mooie
bijbel had ze
ook, voor een redelijke prijs, maar we zagen op tegen het gesleep.
Jammer genoeg
had ik op dat moment geen foto's meer tot mijn beschikking: de batterij
was
leeg. Naast de kerk lag een mini-pleintje met een kloostergang er aan.
Ook heel
intiem en sfeervol!
Stavropoleos Kirche Die wohl schönste Kirche der Stadt, eines der
gelungensten Bauwerke alter rumänischer Architektur. Sie hat ihren
Namen von
dem griechischen Mönch Ioanichie, der die Kirche stiftete und
später
Metropolit
von Stavropolis bei Saloniki wurde. Vorhalle mit reichem
Ornamentstück und
Eingangstüren mit fein ausgeführten Schnitzereien. (bron:
internet).
Maar we werden gemaand voor het diner: we waren al minstens een uur
later dan
was afgesproken. De overgang naar de overkant was groot. De ruimte
moest oud
aandoen, met Romaanse bogen, en verse beschilderingen. Allemaal erg
ruim en
luxe. In vorige(?) tijden zou het zeker een uitgaansgelegenheid voor
partijbonzen zijn geweest. Nu speelde er een orkestje dat in
klederdracht
meeslepende melodieën ten gehore bracht. Heel leuk, zolang het op
afstand
bleef, maar dat deed het niet. We meenden oorspronkelijk dat het
orkestje was
ingehuurd voor de tafel die het dichtst bij was (minstens 12 meter
verder), waar
Happy Birthday werd gespeeld, of iets dat daar op leek. Na een pauze
werden ook
wij van heel dichtbij vergast op Roemeense folklore. Ton deed zijn
batterijen
maar even uit… Toen Nel iets opmerkte over Zuid-Amerika, de
muziek van de
panfluit deed haar daaraan denken, begon men enthousiast het stuk
America uit de
Westside Story te spelen. Heel knap, op niet daarvoor bedoelde
instrumenten, dat
wel. Het leverde echter niet de verwachte extra fooi op.
Het eten was feestelijk om te zien en heel redelijk van smaak, al kwam
er een
extra schotel op tafel, waar we nog eens een miljoentje extra voor
moesten
betalen, tot grote ergernis van onze penningmeester. Aanvankelijk
dachten we
eerlijk gezegd, dat de salades e.d. die waren besteld op twee grote
schotels
werden geserveerd. Nou ja, het was gewoon een dievenbende, en hoe
minder woorden
er over worden vuil gemaakt, hoe beter.
Eenmaal in het hotel aangekomen dronken Ton en ik nog even thee,
terwijl we alle
apparaten oplaadden en genoten van het fraaie, op onze groep
afgestemde, tapijt!
Zo werd het nog laat, eer we in bed lagen.
19 sept. We moesten vroeg op, want we moesten weer verder. Wel ontbeten
we nog
gezellig samen. Buiten kon ook, maar dat vonden we toch wat frisjes.
Jammer
genoeg ontbrak de tijd om veel van Boekarest te zien. Han rende nog
naar de
bank, en een paar van ons liepen een stukje de straat uit, in de hoop
ansichtkaarten te kunnen vinden, maar daar was het te vroeg
voor. Aan de rand
van de stad zagen we dit indrukwekkende monument.
Een triomfboog uit 1936-39 aan het einde van de sos. Kisseleff
verheerlijkte de
Roemeense legers in de eerste wereldoorlog. Het gebouw van de vrije
pers, waar
vroeger iets heel on-vrij's in zat, lag nog weer iets verder in
Lenin-empire-stijl.
Daarna kwamen de landelijker streken, met eerst nog een fraai huis,
zoals
rechts,
maar later werden het steeds bescheidener optrekjes.
Om half 10 kwamen aan bij deze wegwijzer. 50 km naar Boekarest, en 10
naar
Ploesti, zegt die. Door de vlakte
rijden we nu naar deze grote industriestad toe. Onderweg zien we af en
toe
kraampjes en schaapskudden.
In mijn angst het absoluut niet vast te kunnen leggen, fotografeer ik
blindelings links en rechts vanuit de rijdende bus. Hier een stel
plaatjes. Zo
zien we kraampjes met groenten onderweg, en fruit. Ons is beloofd dat
we ook
allerlei souvenirs aangeboden zullen zien, en de chauffeur wordt
bezworen te
stoppen zodra hij iets ziet. Want alles is streekgebonden en uniek.
Niet dus.
Die schapen komen nog wel. Eerst zagen we industrie, en de on-schone
stad Ploesti.
Minder smerig dan in het verleden overigens, concluderen we. Zou Europa
toch
inspirerend werken?
Wie weet….
Het land is erg leeg
en vlak. Toch doet het niet erg Hollands aan… Misschien omdat er
zo veel van
is, achter elkaar. Soms zie je in de verte een paard…
Vervoer is er ook… En niet alleen via de weg… We zagen
opeens in de lucht
is wat ouder type vliegmachine… De herfst kleurt de bomen
soms heel fantastisch!
En dan heb je nog wat schaapskudden…
Dan zien we weer een stad. Is dat nu Balcol? Het moet kunnen! Driftig
wordt er
kaart gelezen… Serafin zit naast de chauffeur, en ze verstaan
elkaar goed, ook
dit is een probleem waar ze samen wel uitkomen. Het busje is met
eigenaar en al
ingehuurd, en de brave borst heeft deze route nog niet zo vaak gereden.
Een boel
andere ook niet, merken we later, maar hij slaat zich er met veel
aplomb door
heen.
We passeren een Zinkfabriek. Zink is een grondstof voor vrij veel
toepassingen, maar
behoorlijk giftig en milieu-onvriendelijk. En dus een fabriek midden in
de
eenzaamheid. Even later zien we nog meer industrie in de verte, en wat
dichterbij ook… De ja-knikkers waren vrolijk aan het werk. Er
zit olie in de
grond hier. Een oude binnenzee, ooit.
En dan verder weer links en rechts kudden schapen en zo. De vele
rivieren
behoren tot Roemenië's rijkdommen.
We waren nog lang niet op
onze plaats van bestemming, maar er was wel weer iets bergachtigs aan
de horizon
verschenen. De uitlopers van de Karpaten kwamen in zicht.
Zoals dikwijls elders, lag de weg naast een riviertje.
In de verte een kerkje…
Dan krijgen we opeens ook echte rotspartijen te zien..
En het spoor gaat door….
Even later een vrij uitgebreid kerkhof met een kerkje er bij.. We
stonden een
paar momenten stil, dus dat gaf de mogelijkheid even iets meer tot ons
door te
laten dringen…
We worden overweldigd door de schoonheid van de natuur…
11.17 uur is het intussen, en we gaan richting Sinaia. We zien bergen
en de
rivier, opeens plekken die herinneringen oproepen: dit heb ik eerder
gezien,
deze weg, dit hoekje, maar dan in wintertooi. Een heel verschil met de
prachtige
herfstkleuren, waarop ons oog wordt vergast. De hooioppers zijn een
beetje
eivormig, grappig.
We
zijn bij Sinaia, waar we verder niet zo heel veel van gezien
hebben…
Wel dit houten kerkje. Je bent er in een flits voorbij.
Het rivierdal werd even later weer wat wijder, en zo zagen we het spoor
naar
Brasov. De dennebomen zitten vol verse kegels, die een zilverachtige
gloed
hebben, en dus in de top goed zijn te zien.
Ik heb onderweg nog een waterverfje gemaakt: een combinatie
van 2 locaties. Die
heel erg brokkelige bergen net voorbij Sinaia, het leek wel
China, en even
verder: rotsen met heel fel rode en gele bomen.
Maar zo schoot de tijd lekker op, en
warempel: we kwamen door de Karpaten heen en weer in de bewoonde
wereld.
Brasov! Ons einddoel…
Nou nee, niet ons einddoel, want we gingen meteen door naar de school.
Dat was even slikken, want we hadden stiekem gedachten gekoesterd aan
dingen als
even uitpakken, je snel opfrissen, en dergelijke. Dat krijg je, wanneer
je de
handleiding niet goed leest… En we waren al een stuk later dan
voorzien.
De school lag ook niet direct in Brasov zelf, maar in Noua, dat toch
minstens
een kilometer of vijf verderop
ligt. En de juiste weg was ook maar niet zomaar gevonden. Het was hard
werken
voor de chauffeur en de kaartlezers, maar nadat iedereen zich er mee
bemoeid
had, werd de juiste afslag herkend.
We waren dus niet op 12 uur, maar om 12.45 u. bij de school waar we
uiterst
hartelijk ontvangen werden door kinderen en personeel. Een jongen stond
op de
uitkijk, en onze komst werd met opluchting begroet.
De kinderen stonden met rozen op ons te wachten - al uren. In elk geval
al een
uurtje, en ze moesten nog lang
wachten voordat ze hun begroeting in het Engels,
en hun rozen met een opgeluchte aan
ons kwijt konden, want natuurlijk bleken de volwassenen belangrijker.
De leraren en leraressen van de school stelden zich aan ons voor, en
met name de
leraressen Engels en Frans (Gloria Tudor, ze beheerst beide, maar mag
niet beide talen geven, zo zijn de regels) werden ons als interpreten
toegewezen. Verder het opperhoofd van de school (en naar ons later zou
blijken:
onze verder reis) : de heer Adrian Campeanu.
Henk bood als voorzitter van de kerkeraad allereerst een nummerbord aan
voor de school, opdat deze in het
vervolg door de post en de bezoekers makkelijker gevonden zou worden.
Een
grapje, dat er wel in ging.
Onze groep luistert ook beleefd naar de opwekkende woorden van het
schoolhoofd,
en van anderen die ons iets te zeggen hebben. Een oude bekende van Han
en Hester:
de priester Simion, staat naast Ton. Tja, diens 'papisa' was net even
foto's
nemen, zodat wij elkaar pas later in de armen zouden vallen. ;-)
Er werd veel gesproken, en de kinderen moesten lang wachten. Wij ook,
trouwens.
Daarna mochten we eindelijk naar binnen. Ton staat te trappelen. Dat
zou met al die trappen trouwens nog een probleem worden voor hem. Toen
we naar
het tweede deel van de school gingen, was Anton zo verstandig de
rolstoel voor
hem te halen.
Maar eerst moesten we nog zien waar de kinderen hun schoolmelk en
kleine broodje
kregen. Dat broodje werd gesponsord door de bierfabriek ter plaatse.
Die had ook de koekjes geschonken die wij veel later zouden mogen
proeven. De
ouders betalen meen ik wel iets aan de schoolmelk, maar niet veel, en
als ze
geen geld hebben wordt daar ook wel iets op gevonden.
Tekeningen verlevendigden de gangen, en ook zagen we in een trapgat
Latijnse
leuzen.
Non scholae sed vitae en dat soort pedagogische kreten. Latijn
is een keuzevak,
dat de Latijnse 'roots' moet blootleggen. Een keer in de week een
uurtje, misschien zelfs
twee. Het is wel duidelijk een school waar men zich veel aan gelegen
laat
liggen.
Er stond een grote tegelkachel op de gang. Die zagen
we in verschillende maten ook in de lokalen.
Van de grote dichter Mihai Eminescu hing er op de gang onder andere een
oproep tot het
gebruik van een verzorgde taal.
We zagen alle klaslokalen. Het begon bij het biologielokaal, met een
opgezette
auerhaan, een uil en nog zo een en ander. Daar werd geen les gegeven,
zodat we
vrijelijk in en uit konden lopen. In de kasten achterin was een
bedroefd klein
beetje aan preparaten te vinden, Een willekeurige school in Nederland
zou heel
wat kunnen afstoten, dat daar nog prima dienst kan doen.
Deze karakteristieke houding voor de auerhaan was natuurlijk te mooi
voor mij,
die het beest ook alleen maar ken van de Sisi-films en de encyclopedie,
om te
laten liggen…
In de volgende klas lagen er gezellige kleedjes over de schoolbanken.
Misschien
lag dat aan de juf. Ik heb geen idee wat er gegeven werd, maar de
kinderen
stonden bij onze binnenkomst beleefd op.
Wat dat betreft merkten we dat de kinderen heel goed gedrild waren. Ze
waren
schuchter, maar als je
naar hun naam vroeg, dan kreeg je meestal wel enige respons.
De priester wilde met genoegen poseren voor een project met Madonna's
– door
de
kinderen getekend – dat op een van de bovengangen hing.
Hij heeft vast wel eens in slechter gezelschap verkeerd.
De scheikundeles was helemaal opgelegd pandoer... :-)
Sommige kinderen, die een kunstje mochten doen, waren in een vorm van
laboratoriumjassen gekleed, die duidelijk niet tot de normale dracht
hoorden. Of ze ook maar íets
begrepen van wat ze deden? Misschien dat Han het weet. Ik betwijfelde
het.
Maar men heeft zich werkelijk bijzonder
uitgesloofd voor ons bezoek.
In het computer lokaal stond op het bord dat we welkom waren, en we
konden zien
dat de kinderen inderdaad bezig waren in Word, waar ze een .wmf-filetje
bewerkten, zodat ze een diploma hadden met hun naam er in.
We kregen allemaal twee tekeningen van de kinderen, keurig en practisch in
plastic, zodat we ze ook goed mee naar huis konden nemen. Een vaas met
bloemen
en herfstblaadjes kregen we. Jongens, dank je wel!
Dit was in de tekenklas.
Verder zien we hoe de kinderen melodietjes
op de PC maken. Het is nog een DOS-
programma, maar ach, ze voerden om de beurt een noot in, en aan het
eind hoorden
we de melodie. O wonder!
Daarna kwamen we in het bureau van meester Adriaan terecht, waar
kennelijk bij
een vorige gelegenheid en copieermachine was neergezet, dankzij Hans
bemiddeling. Het was geen Xerox, maar copieren heet hier xeroxen. Een
nuance in
het Roemeens, waar de goede sponsor niet blij mee geacht werd. Nou, als
ze zo
grootmoedig zijn een copieerapparaat te schenken, dan zullen ze daar
ook wel om
kunnen lachen. In elk
geval zijn ze er hier erg blij mee, dat was duidelijk!
Toen we dan het oude gebouw, uit de vijftiger jaren, van onder tot
boven bekeken
hadden, werden we naar buiten gevoerd, want aan de andere kant van het
sportveldje lag de dependance. Een simpel recht-toe-recht-aan gebouw
van beton,
waarin we vergast werden op zang en dans. Dat duurde vrij lang.
Maar de kinderen wachtten ook al zo lang, en er was overal maanden
toegewerkt
naar dit moment. Dus dansten de onzen ook vrolijk mee, toen het moment
daar was.
De
iets oudere kinderen zongen een potpourri van bekende Franse en Engelse
liederen voor
ons. Ook nog iets Roemeens, denk ik, maar wij moesten natuurlijk
allereerst
onder de indruk zijn van hun vreemde talen. Ze vonden het heerlijk als
ze iets
in het Engels tegen ons konden zeggen, die kinderen!
Daarna kwamen we dan eindelijk in de buurt van de koffie en de koekjes.
Maar dat
kon natuurlijk niet voordat er weer veel gesproken was. Het hoofd van de school
liet nog eens weten hoe welkom we waren.
En Henk vertelde dat hij daar heel blij mee was. Zowel de leerkrachten
als de
gasten deden hun best niet te laten merken hoe ze snakten naar de
versterking
van de inwendige mens. De fles met water ging tussendoor toch alvast
maar open.
Hester en Anton speelden voor Sinterklaas. Er waren cadeautjes voor de
school en
de kinderen.
Maar er bleken ook cadeautjes te zijn voor ons allemaal! De Roemenen
zijn een
zeer gastvrij en gul volk. We voelden ons soms wat overdonderd door
zoveel
goedheid. Misschien ook wel omdat we dachten daar in goedheid een en
ander heen
te brengen?
De leerkrachten zijn zeer gemotiveerd, en worden daarin gestimuleerd
door hun
voortvarende directeur. Ook het heil van het docentencorps gaat hem
duidelijk
ter harte. Deze school moet wel de beste en grootste school van de
omgeving
worden, al mag dat niet gaan ten koste van de kinderen.
De lestijden zijn van 's morgens 7 -
1 en van 1-6 ongeveer.. In 2 ploegen, anders kan het gebouw dit
allemaal niet
aan. De directeur van het
bejaardenhuis dat we die middag nog zouden bezoeken, zat voorin de zaal
bij
enkele leerkrachten. De priester zat achterin bij de leraren aan tafel.
Deze dr. Mija, van het bejaardenhuis, werd wat onrustig, want het
programma
voor deze middag hield in dat we om drie uur ontvangen zouden worden in
zijn
residentie, en dat was nog een heel eind rijden, zei hij zorgelijk
tegen me.
Dus zodra dat fatsoenshalve enigszins kon liet ik her en der vallen dat
we toch
echt weg moesten. Voor het zover was duurde het nog wel even.
Toen we het schoolplein weer overstaken naar de bus, zag ik nogmaals
een
duistere figuur met een geweer. Dat bleek een veiligheidsman - die
onopvallend
een en ander in het oog hield. Er is er altijd een aanwezig, en je
begrijpt dat
er van vandalisme en andere uitspattingen weinig sprake zal zijn. Tegen
half drie gingen we eindelijk weg. Richting Brasov, en dan
afslaan naar rechts, naar Sacele. Met een korte â. Op naar het
bejaardenhuis. We werden ontvangen met brood en zout als welkome
gasten, door een vriendelijke maar imposante matrone, met zo'n rechte,
witte
toeter op het hoofd.Daarna werden we officieel welkom geheten door
dokter Mija die er de oprichter van is.
Hij is nu in de 80, en het huis bestaat in 2003 precies 10 jaar. Hij
was 69 toen
hij vrijgelaten werd. Als student medicijnen in zijn laatste jaar werd
hij
opgepakt - net als een groot deel van de intelligentsia. Je kunt je dus
voorstellen dat hij het grootste deel van zijn leven in onvrijheid
heeft
doorgebracht. Hij vertelde er later over. We kregen brood, soep,
zoutjes en een heerlijke saus
met wat vlees.
Wij hadden eerst kennis zullen maken met de bewoners, en daarna om 6
uur eten,
maar dit programma onderdeel was doorkruist door de beslissing van het
schoolhoofd ons een barbecue aan te bieden in zijn tuin, die avond.
Tja. Dus
werd de lunch op school ingekrompen tot een aantal koekjes, lekker, en
koffie en water, en
kregen we een late lunch in Sacele. Vervolgens hield dr. Mija een lang
verhaal
over zijn ontberingen. Hij heeft 16 jaar in de gevangenis gezeten en
heeft 2
jaar gewerkt aan een te graven kanaal van Boekarest naar de Zwarte Zee.
Het is
er nooit gekomen. Er waren wel zo'n 200 zieken per dag. Ook al was hij
officieel
geen gekwalificeerd arts, (hij was nog tijdens zijn studie opgepakt),
hij
werd wel gedwongen als arts te werken, maar het was duidelijk dat de
omstandigheden waaronder dit gebeurde mensonterend waren. Hij vertelde
het
uitvoerig omdat de historici in Roemenië dit deel van hun niet zo
glorieuze
geschiedenis verzwijgen. Het emotioneerde hem zeer. en hij liep weg om
bij te
komen.
Intussen was er verwarring over de mogelijkheid voor Nel en Janine om
nog wat te
rusten. Die hadden al veel eerder aangegeven het niet meer te trekken,
maar
telkens werden ze met een kluitje in het riet gestuurd. Nee, in het
bejaardenhuis zouden ze zeker een uurtje kunnen liggen, maar het kwam
er niet
van. Uiteindelijk gingen we het huis bekijken - alleen had Ton de moed
niet om
naar boven te gaan. Na de aanblik van de schattige hondjes bij de
keuken hoefden
de schattige oudjes niet zo nodig meer voor hem.
We zagen er trouwens af en toe genoeg door de gangen scharrelen. De
anderen zijn
naar boven gegaan, en hebben een en ander bezichtigd. Ik bleef liever
bij Ton.
Juist toen we dachten dat er nu wel gerust
kon
worden werden we in de bus geladen.
Gelukkig dachten we er aan wat jassen en vesten uit de koffers te halen
voor de
avond in de open lucht. En daar gingen we dan: naar het huis van
meester Adriaan
in Noua. Daar hebben Ton en Nel, An en Janine dan eindelijk een uurtje
gerust in
het huis van de zoon van de familie Campeanu, terwijl de rest naar het
kerkhof
ging kijken om Rodica's graf te zien.
Dat heeft ze al gekocht, en uitgezocht, zoals hier de gewoonte is. Ze
hadden een
aardige ontmoeting met een heel jong meisje op dat kerkhof dat een en
ander
vertelde.
In het huis waar Ton rustig zat, en de anderen rustig lagen, hing een
bijzonder
zilveren? schild, met afbeeldingen van de verdrijving uit het paradijs.
Wij
hopen maar dat ze uit dit paradijs niet verdreven worden. De familie
was
overigens in het buitenland.
Na enige tijd waren we wat uitgerust en gingen we naar de tuin waar de
barbecue
werd voorbereid. Dat was rond 7 uur, maar al kwam er al snel iets te
drinken en
te knabbelen, het echte eetwerk moest nog langer wachten. Intussen werd
er in de
aangrenzende keukenruimte hard gewerkt, door de struise echtgenote van
Adrian,
Elena, en haar hulpen. Die waren er met hun echtgenotes, en ook was er
een
aardige blondine, die administratrice aan de school was.
Zij zaten allemaal links, bij elkaar. Wij zaten rechts. Ton en Henk
vormden de buffer, al zat Georgia ook aan onze kant...
En onze gastheer is zeer, zeer content.
Ook de voorzitter van het Consistoire is heel content, zo
te zien.
Natuurlijk moest er van tijd tot tijd geklonken worden.
Er was meer dan genoeg om dat mee te doen. Verschillende likeuren
stonden op
tafel, en eigengemaakte wijnen… Noroc dus! Geluk betekent dat.
Ook de Roemenen vonden het enigjes!
En toen moest het vlees nog op tafel komen…
Janine vraagt Henk, die naast haar zit, hoe lang hij denkt dat het nog
zal duren, maar hij moet er
het aimabel stilzwijgen toe doen. Het leven is vol verrassingen! Hij
wacht dus
wel af.
Nel vond een pepertje zo mooi, en had het graag willen schilderen. Ze
heeft er
intussen een foto van.
Gloria vraagt zich af waarom iemand dat zou willen, maar ziet
uiteindelijk het
licht. Nee, Georgia. Iemand heeft Gloria gezegd, en sindsdien ging het
mis met
die naam…
Han vindt dat er níéts mis gaat. Hij ziet met welgevallen
naar het goede dat
op tafel staat. Ionel, de chauffeur, beperkt zich noodgedwongen
tot Fanta. Hij is de klos en de
Bob. Wat dat betreft is hij ook heel consciëntieus. Gelukkig maar.
Henk mocht de
champagne ontkurken, maar dat deed hij zo beschaafd, dat mr. A. hem wel
even
wilde voordoen hoe dat moest.
Henk liet zich daardoor niet op het verkeerde pad brengen, dus het werd
'plop'
en niet: 'knal!' Het was veel te veel, alles bij elkaar,
maar wel heel gezellig. Het zijn lieve mensen, allemaal.
Georgia's echtgenoot, die kelner is in een restaurant, en
buitenlandervaring
heeft, kwam ook nog even. Zo te zien leest ze hem aardig de les, maar
het is nog
maar de vraag wie in dat gezin de baas is. Ze hebben een klein jongetje
van een
jaar of twee.
Hester bedankte haar goede vriend Campeanu namens ons allemaal voor de
vele
goede zorgen, en hij liet zich dat vrolijk welgevallen. We zágen
hem denken: me
Tarzan, you Jane...
Om ongeveer 10.50 gingen we weg
Maar voordien moesten we natuurlijk nog wel geloven aan een
groepsportret. En
wie mocht dat maken? Jawel, uw dienstvaardige dienares… ;-)
Georgia en haar man reden met ons nog een stukje mee richting Brasov...
Het is kennelijk een heel eind van Noua naar Brasov, want het is al
11.20 en we zijn nog in het midden van
Nergenshuizen. Nee we zijn
er... Hoera! Kreunend kruipen we de wagen uit.
We logeren in de Dynasty club in Harman, een kilometer of 10 buiten
Brasov,
juist aan de andere kant... (Toen we langs het station kwamen grapte
de chauffeur tegen Serafin: Boekarest
Noord. Dit vanwege de animositeit tussen Brasov en Boekarest, dat in
feite maar
een nieuwkomer is, vergeleken met
de rest van de steden in het land.)
In dit hotel is geen lift, maar we worden wel geholpen met de rolstoel.
Han en
Hester staan heel lief hun kamer af, die vlak bij de trap is, en die
een
badkamer heeft, die Ton zelfs met rolstoel en al kan gebruiken. Dat
zullen we
nog nodig hebben ook. Maar nu nog niet. We kunnen eindelijk onze
koffers
uitpakken, batterijen opladen, thee drinken en tot rust komen. Dat wil
zeggen:
zover de vliegen ons met rust laten. Ton gaat eerst nog maar eens iets
doen aan
de dienst van zondag. Dat is nu zijn grootste zorg, ook al heeft hij er
al heel
veel werk voor verricht.
Een stoel is er niet, tot onze verrassing, maar daar
hebben we dan de
rolstoel voor...
Half drie: De vlieg is wakker, en wij dus ook weer. Nu ja... Dé vlieg... het zijn er minimaal drie... Een kort nachtje! Ton ging om 2 uur slapen. Ik wat later...
Verder lezen? klik hier!