Een tripje naar Roemenië.

Sinds enkele jaren is lid van onze Waalse gemeente in Utrecht een Roemeense: Rodica Marcu. En zo is het gekomen…
Via haar is er contact gelegd met de priester en het schoolhoofd uit haar straat in een voorstadje van Brašov in Roemenië. Een paar jaar geleden is een delegatie van de gemeente er maar eens heen gegaan, om te kijken hoe en wat. Dat is zo bevallen, dat dit jaar weer een reis werd gepland. Want werkelijke relaties lopen via mensen die elkaar kénnen.
Drie-Tour in Driebergen zou het organiseren. Er zijn verschillende bijeenkomsten aan vooraf gegaan, en er zouden zo'n 33 mensen meegaan. Uiteindelijk werden het er 10… zelfs de predikant was op het laatste moment door familiezaken verhinderd.
En zo kwam het dat ook wij op reis gingen, want Ton wilde dolgraag mee, om de kloosters in Moldavië te bezichtigen, die hij alleen van plaatjes kende. En toen de predikant afviel, vond hij dat hij zondermeer mee moest, ook al liet op dat moment zijn gezondheid het af weten…

18 september 2003. Om kwart voor zeven staat er een limousine op de brug, en moeten we ingestapt zijn. Na de veel te korte nacht is dat nog een heel probleem, ook al zijn we om 5 uur opgestaan, maar als ik om 6.40 uur in het donker bij de brug aankom met mijn koffers, komt Henk van Holland, de voorzitter van de kerkeraad, me al tegemoet. Dan is het halen van Ton geen enkel probleem meer, de rolstoel kan ruim mee, en even later is de andere opstapster: An Winkler, er ook. We kunnen warempel op tijd vertrekken. Wie had dat gedacht? Als, niettegenstaande de omweg, de files toeslaan op de grote weg  zijn we allemaal erg dankbaar dat de andere groep van Driebergen is opgehaald, en dat wij daar niet eerst nog heen hoefden. Dan was het nog veel vroeger geworden…
Onder het rijden wordt het langzaam licht.
En ondanks de files zijn we om half acht op Schiphol!  Dat heb je met zo'n prettige chauffeur.
Hij wordt netjes door Han Wolhoff van het nodige voorzien en zwaait ons vriendelijk uit.
Bij Balie 12 wachten we op elkaar. Na enige tijd zijn op één na alle medereizigers bijeen.
We begroeten elkaar met kleine oogjes, want het is nog erg vroeg. Gelukkig kennen de meesten elkaar al van vorige ontmoetingen.
Er wordt vervolgens driftig gezocht naar Serafin, die uit Maastricht moet komen, en bij het Meeting Point zou zijn. Hester en Han lopen door elkaar heen te draven op zoek naar S. Uiteindelijk gaat Anton, de zoon van Hester, er op uit met de strikte opdracht terug te komen met zowel Han als Serafin. Het duurt even, maar het lukt. Serafin komt recht van de trein en wil dan toch eerst nog gaan pinnen.  Ach ja… 
Hester en Nel zijn opeens papieren kwijt, een gevoel dat we allemaal wel kennen.
Natuurlijk is alles er.
Al snel gaan we dan maar in de rij staan voor het inchecken. Als rolstoeler mag Ton voor, in een andere rij. Heel chique. ;-) Bij de dure jongens met hun snelle tasjes…
We worden zo wel van de groep gescheiden, maar dat is nu eenmaal niet anders. We krijgen de keus tussen een speciale behandeling, waardoor we moeten wachten in een hokje, en dan op het laatste moment naar de gate gebracht worden, of het zelf verder opknappen. We kiezen maar voor het laatste, dat geeft wat meer beweegruimte al worden we wel door de douane geloodst.
Het is nu net 9. 45 uur, en we zijn bij de gate: D 49. We gaan er als eersten in, zei de mevrouw aan de balie. De anderen zijn er nog niet behalve Hester en Nel Vreugdenhil! Die zitten even verderop.
Ton blijft nog even naar de vliegtuigen kijken. De onze heet Merel, en we zien de koffers naar binnen gaan. (Niet allemaal, zullen we later bemerken!)
Om 9 uur werden we door de douane gesleurd. Aangezien we verder niemand zagen,
hebben we nog maar even een kopje koffie gedronken. 5,10 euro voor twee kopjes.
Schiphol zal niet failliet gaan. Ook zag Ton nog even twee beren geen broodjes smeren. (Boven).Het was een wonder, en echte kunst! Tegen half tien waren we bij de gate en we zagen de (meeste) koffers naar binnen gaan, zoals ik al schreef. Om 10 uur mochten we langs het poortje, maar dankzij een kapotte stoel moesten we wachten tot bijna half elf eer we binnen mochten. De crew wachtte gezellig samen met ons. Een goede sfeer daar!
Intussen werd de boel aan elkaar getapet. Wij gingen er al in voordat ze helemaal klaar kwamen, en om 10.37 uur begon de rest van het publiek binnen te komen. En nu is het wachten tot we vol zijn. De onzen komen pas om 11 uur binnen.
Het vliegtuig is erg vol. De groep zit een beetje verspreid door het vliegtuig, maar Henk (rechts) en Serafin (links) zitten vrij dicht bij.
Met een vertraging van maar een tiental minuten vliegt de Merel uiteindelijk op.
Om 12 uur hadden we de vrij smakelijke maaltijd achter de rug. Allemaal fool proof: geen messen of echte vorken.
Het is prachtig weer. En we hebben een vaag maar mooi uitzicht op onze Oosterburen en de hunne... Dat maakt inzichtelijk waarom er voor Hem die in de Hoogte is  gezeten er geen verschil is tussen hoog en laag. Je ziet al nauwelijks hoogteverschil op onze vlieghoogte!
Om 12.40 uur passeerden we Boedapest, en om 1 uur zetten we de daling in.
Tegen half twee (plaatselijk 14.30) moeten we aankomen.
De Karpaten waren net in een bocht prachtig zichtbaar. Hier moet ergens de IJzeren poort zijn waar de Donau door de Bergen heen breekt, zegt Ton... Maar kun je van zo hoog toch niet zien. Het is een gevaarlijke passage - zowel voor de rivier als voor mensen.
Aan het eind van de reis zien we meer wolken dan eerder. Maar het moet toch 22 graden zijn in Boekarest, waar het overigens een uur later is dan in Nederland. Het wordt er een uur eerder licht, vandaar.
Dat van die 22 graden Celsius klopte wel ongeveer.
Het duurde alleen nogal lang voordat we ervan konden genieten, want er bleken 2 koffers in Amsterdam achter gebleven te zijn. Paniek alom dus. Heerlijk dat Serafin hier heeft gestudeerd en Roemeens spreekt! Er wordt toch nog heel wat afgekrakeeld in het kantoortje, links, hetgeen ik absoluut niet had mogen fotograferen. Jammer, maar het was al gebeurd.
Een aardige man, Vladimir Marin, kwam Ton (en mij dus!) halen voor vervoer naar buiten. We komen door een kamer waar de douane nu net even niet werkt. Dus rennen we door onbeheerde poortjes, tot ergernis van een paar mensen die zitten te lunchen, of die iets anders onduidelijks doen. Vladimir heeft iets van: dan moeten ze maar klaar staan. Hij holt gewoon door. En binnen de kortste keren staan we dan met onze koffers klaar. Vladimir bemoeit zich ook nog met de niet gekomen koffers. Han staat er vervolgens op dat we eerst ons geld pinnen op het vliegveld. Hij maakt zich erg druk over de koers (die in de stad veel beter zal blijken) – en loopt (ons) te stressen als een nou ja, vul maar in. Het lukte om met kleine beetjes tegelijk (het equivalent van ongeveer 42 euro) het benodigde bedrag bij elkaar te krijgen. We waren meteen (multi)miljonair: 1.000.000 Lei is ongeveer 30 euro. Het geld is van plastic gemaakt, met een doorkijkruitje. Het voelt ook erg plastiekerig aan. Toen het geld binnen was, bleek Henk weg, en de man die ons vervoeren zou naar het hotel (gewapend met een bordje Drie Tours) werd er wat wanhopig van. Het duurde wel even voordat alles geregeld was en we in het hotel waren.  Onderweg zagen we nog het een en ander van Boekarest, dus dat pikten we meteen mee.
Allereerst het Victorieplein, dat het hart van de stad vormt, en het paleis, dat we nog terug zouden zien… Verder deze fraaie entree van de (ING?)bank, die een prachtig Jugendstilpaleisje in gebruik had genomen.
Ons onderkomen voor deze nacht, het Ambassadorhotel, was een luxe aangelegenheid.
De lift kreunde en steunde, maar er was veel vriendelijke hulp, ook voor de rolstoel! Er was zelfs een plankiertje voor de treden van de trap naar de lift.

Om 5 uur zouden we worden gehaald voor een rondrit door Boekarest, dat werd door de vertraging 17.30 uur, en ook dat was nog te krap berekend. Wel een erg aardig idee, die tour!
Onze gids was een docent Engels die in Nijmegen Nederlands had gestudeerd en hij vertelde in een heel redelijk verstaanbaar Nederlands een en ander over stad en land. Natuurlijk begonnen we weer op het Victorieplein, waar destijds de dictator C. met kerst een soort hemelvaart probeerde met een helicopter. Vanaf de uiterste punt rechts, op de foto rechts . In het midden heb je de Universiteits-bibliotheek  die destijds in brand gestoken werd, maar nu prachtig gerestaureerd is. Rechts daarvan het paleis van het volk, het huidige parlement. C. heeft daar wel de vlucht kunnen nemen, maar uiteindelijk is hij toch omgekomen/vermoord/terecht gesteld, al naar je eigen invalshoek
in deze kwestie.

Tegenover dit gebouw van de volksvertegenwoordiging is het oude koninklijke paleis. Dat is nu het Roemeense Rijksmuseum, en het gebouw is netjes opgeknapt. Het is gebouwd in 1812, vergroot tot koninklijk paleis in 1882 door Carol I, en tussen 1930 en 1937 door Carol II verbouwd.
Het valt niet altijd mee om vanuit de bus plaatjes te schieten, dus lang niet alles is van enige kwaliteit, maar ik heb mijn best gedaan.
Voort ging het weer, langs een monument voor de gevallen vliegeniers in een van de wereldoorlogen. Beide wellicht. Het staat midden op een kruispunt, en je rijdt er recht op af. Wel indrukwekkend!

Om de een of andere reden kwamen we nog weer terug naar het Victorieplein, met nog een ander zicht op het parlementsgebouw.

We zagen in die buurt nog meer, en mooier gebouwen op onze verdere weg. Dit rechts was een lieve villa, en links een kerkje, zomaar tussen de grote gebouwen, vlak voor het koninklijk paleis. De naam Cresculescu werd genoemd, maar of dat de naam van het kerkje is, of dat het slaat op de periode van ontstaan is me niet duidelijk geworden. Het dateert uit de middeleeuwen, als ik het wel heb. Op de volgende bladzij een betere foto, want toen stonden we opeens stil voor een verkeerslicht.
Er zijn in Boekarest nog maar heel weinig resten uit de Middeleeuwen te vinden, en ze zijn erg verspreid, dus werden we met trots gewezen op dit kerkje. Verder zagen we veel mooie villa's, want we moesten een positieve indruk krijgen van land en stad. Als je niet beter wist, zou je zo aannemen dat het iedereen hier naar den vleze gaat. Ons werd gewezen op het museum voor kunstverzamelaars, het museo colleccionilur of iets dergelijks aan de Calea Victoriei 111. Daar zijn vooral kunstcollecties met werk uit de Dobrudja. Ook de verschillende ambassades waren ruim behuisd. De Nederlandse natuurlijk niet, maar die is dan ook in een zijstraat. Helaas moesten we het museum voor het volk, ook wel: het museum voor het boerendorp, een soort openluchtmuseum, waar Ton en ik 25 jaar geleden geweest zijn, laten zitten: er was geen tijd voor. (Sos. Kisseleff 28) Jammer, want we hadden het verschil wel willen zien. Toen was het een vervallen en kennelijk in ongenade gevallen verzameling houten ruines van boerenhuisjes uit het hele land. We reden er nu langs, en herkenden de ingang, maar het was duidelijk dat er in de afgelopen tijd wel herstelwerkzaamheden zijn gepleegd! Er schijnen nu 65 objecten te zijn die de moeite waard heten te wezen. Deze romantische plaatjes komen uit het blad dat in het  Taromvliegtuig van Cluj naar Timisoara en zo zou liggen op de terugreis, en dat we echt mee mochten nemen. Graag zelfs! De manier waarop de dame op de eerste rij weggedrukt wordt door de kerels naast haar, die hun ellebogen gebruiken, is wel kenmerkend voor het Roemeens machismo. Wat dat betreft is er geen twijfel aan de Zuid-Europese afkomst van een deel van het volk!

Even later kwamen we bij de hoofdzetel van de Roemeens Orthodoxe kerk: het patriarchaat, gelegen aan een schuin oplopende weg, die we ons nog herinnerden van de keer dat we die líepen, Ton en ik… 
Vandaar terugkerend zagen we de (Hongaarse) opera. Er werd iets van George Enescu gegeven. Het was de laatste avond van een festival te zijner ere, werd ons verteld.
Elders in de stad hebben we een openluchttheater gezien, waar die avond eveneens iets van hem werd gegeven, dat leek ons ook wel heel spannend.
Maar onverbiddelijk ging de gids voort, naar het hoogte-/dieptepunt van de bouwactiviteiten van de voormalige dictator. Voor dit optrekje had hij zijn inspiratie gevonden in Noord-Vietnam, en natuurlijk moest hij het nog mooier en beter hebben.
Dat resulteerde er in dat een kwart van de totale begroting hieraan werd opgeofferd. Een ramp voor het land, dus. Onderweg zagen we heel verschillende beelden van de stad.
Boekarest is vrij wijd opgezet, althans, de gedeelten die wij zagen.
Vanuit het busje zagen we een vaag soort suikertaart opdoemen aan een groot plein, maar toen we uitstapten en de dimensies van een en ander doorhadden, zagen we pas hoe groot het was. Onmogelijk om in een enkel beeld te vangen, ik had er verschillende foto's voor nodig, die ik maar aan elkaar heb geplakt, om er een geheel van te maken.
Meer naar links stond nog een gebouw, dat er bij hoorde, en aan 's mans echtgenote – en met name haar 'wetenschappelijke' merites was gewijd. Interessant.
Tegen de langzaam ondergaande zon in kreeg het gebouw iets duisters, maar dat viel voor het goede begrip wel weg te poetsen via de beeldbewerkingsoftware, met ongeveer dit resultaat.
Hier tegenover was een half-circelvormig plein, afgezet met logge en grote gebouwen.
Maar die zullen hun charmes wel hebben gehad als je ze vanuit het optrekje van de president bekeek…  De afstand is vrij groot. Er is dan ook een behoorlijke woonwijk voor dit complex tegen de vlakte gegaan.
Het tegenlicht leverde nog een paar fraaie plaatjes, waarbij het lukte een lantarenpaal bijna door te 'zagen'. Het geeft een bizar effect.
Je ziet hoe snel de nacht valt.
We gingen dan ook weer richting stad, want onze gids had nog andere dingen te doen. Onderweg zagen we een paar heel Oosters aandoende lage fonteinen in het middengedeelte van de wijde allee rond het Eenheidsplein. 

We werden gevoerd naar een restaurant, dat 'In de bierkar' heette, op z'n Roemeens. Carul cu Bere. Er hingen ook allerlei lantaarns aan de buitenkant, in de vorm van biertonnen. Uit 18zoveel, stond ergens.
Maar voor we naar binnen gingen, zag ik rechts nog een allerliefst kerkje, met een kloostergang. Het is toegewijd aan Sint Stefan Stavropoleos. Op Internet vond ik allerlei gegevens, maar geen foto. Ook niet in het boekje dat Ton een uurtje daarvoor had gekocht, door bemiddeling van An. We zijn daar nog voor het eten gaan kijken, en wij waren zeer onder de indruk. Achteraf had Rodica Ton er ook al over verteld. In elk geval waren we in dit intieme, donkere, kerkje even heel dicht bij de mensen van de stad, en bij Onze Lieve Heer, want het was wel een plekje waar je bidden kon. Een heel bescheiden non zat in een hoekje bij de uitgang onopvallend te wezen, met wat kaarsen en boeken. Een mooie bijbel had ze ook, voor een redelijke prijs, maar we zagen op tegen het gesleep. Jammer genoeg had ik op dat moment geen foto's meer tot mijn beschikking: de batterij was leeg. Naast de kerk lag een mini-pleintje met een kloostergang er aan. Ook heel intiem en sfeervol!
Stavropoleos Kirche Die wohl schönste Kirche der Stadt, eines der gelungensten Bauwerke alter rumänischer Architektur. Sie hat ihren Namen von dem griechischen Mönch Ioanichie, der die Kirche stiftete und später Metropolit von Stavropolis bei Saloniki wurde. Vorhalle mit reichem Ornamentstück und Eingangstüren mit fein ausgeführten Schnitzereien. (bron: internet).

Maar we werden gemaand voor het diner: we waren al minstens een uur later dan was afgesproken. De overgang naar de overkant was groot. De ruimte moest oud aandoen, met Romaanse bogen, en verse beschilderingen. Allemaal erg ruim en luxe. In vorige(?) tijden zou het zeker een uitgaansgelegenheid voor partijbonzen zijn geweest. Nu speelde er een orkestje dat in klederdracht meeslepende melodieën ten gehore bracht. Heel leuk, zolang het op afstand bleef, maar dat deed het niet. We meenden oorspronkelijk dat het orkestje was ingehuurd voor de tafel die het dichtst bij was (minstens 12 meter verder), waar Happy Birthday werd gespeeld, of iets dat daar op leek. Na een pauze werden ook wij van heel dichtbij vergast op Roemeense folklore. Ton deed zijn batterijen maar even uit… Toen Nel iets opmerkte over Zuid-Amerika, de muziek van de panfluit deed haar daaraan denken, begon men enthousiast het stuk America uit de Westside Story te spelen. Heel knap, op niet daarvoor bedoelde instrumenten, dat wel. Het leverde echter niet de verwachte extra fooi op.  
Het eten was feestelijk om te zien en heel redelijk van smaak, al kwam er een extra schotel op tafel, waar we nog eens een miljoentje extra voor moesten betalen, tot grote ergernis van onze penningmeester. Aanvankelijk dachten we eerlijk gezegd, dat de salades e.d. die waren besteld op twee grote schotels werden geserveerd. Nou ja, het was gewoon een dievenbende, en hoe minder woorden er over worden vuil gemaakt, hoe beter.

Eenmaal in het hotel aangekomen dronken Ton en ik nog even thee, terwijl we alle apparaten oplaadden en genoten van het fraaie, op onze groep afgestemde, tapijt!  Zo werd het nog laat, eer we in bed lagen.

19 sept. We moesten vroeg op, want we moesten weer verder. Wel ontbeten we nog gezellig samen. Buiten kon ook, maar dat vonden we toch wat frisjes. Jammer genoeg ontbrak de tijd om veel van Boekarest te zien. Han rende nog naar de bank, en een paar van ons liepen een stukje de straat uit, in de hoop ansichtkaarten te kunnen vinden, maar daar was het te vroeg voor. Aan de rand van de stad zagen we dit indrukwekkende monument.

Een triomfboog uit 1936-39 aan het einde van de sos. Kisseleff verheerlijkte de Roemeense legers in de eerste wereldoorlog. Het gebouw van de vrije pers, waar vroeger iets heel on-vrij's in zat, lag nog weer iets verder in Lenin-empire-stijl. 
Daarna kwamen de landelijker streken, met eerst nog een fraai huis, zoals rechts, maar later werden het steeds bescheidener optrekjes.
Om half 10 kwamen aan bij deze wegwijzer. 50 km naar Boekarest, en 10 naar Ploesti, zegt die.  Door de vlakte rijden we nu naar deze grote industriestad toe. Onderweg zien we af en toe kraampjes en  schaapskudden. 
In mijn angst het absoluut niet vast te kunnen leggen, fotografeer ik blindelings links en rechts vanuit de rijdende bus. Hier een stel plaatjes. Zo zien we kraampjes met groenten onderweg, en fruit. Ons is beloofd dat we ook allerlei souvenirs aangeboden zullen zien, en de chauffeur wordt bezworen te stoppen zodra hij iets ziet. Want alles is streekgebonden en uniek. Niet dus.

Die schapen komen nog wel. Eerst zagen we industrie, en de on-schone stad Ploesti.
Minder smerig dan in het verleden overigens, concluderen we. Zou Europa toch inspirerend werken? Wie weet….

Het land is erg leeg en vlak. Toch doet het niet erg Hollands aan… Misschien omdat er zo veel van is, achter elkaar. Soms zie je in de verte een paard…
Vervoer is er ook… En niet alleen via de weg… We zagen opeens in de lucht is wat ouder type  vliegmachine… De herfst kleurt de bomen soms heel fantastisch!
En dan heb je nog wat schaapskudden…
 
Dan zien we weer een stad. Is dat nu Balcol? Het moet kunnen! Driftig wordt er kaart gelezen… Serafin zit naast de chauffeur, en ze verstaan elkaar goed, ook dit is een probleem waar ze samen wel uitkomen. Het busje is met eigenaar en al ingehuurd, en de brave borst heeft deze route nog niet zo vaak gereden. Een boel andere ook niet, merken we later, maar hij slaat zich er met veel aplomb door heen.
We passeren een Zinkfabriek. Zink is een grondstof voor vrij veel toepassingen, maar behoorlijk giftig en milieu-onvriendelijk. En dus een fabriek midden in de eenzaamheid. Even later zien we nog meer industrie in de verte, en wat dichterbij ook… De ja-knikkers waren vrolijk aan het werk. Er zit olie in de grond hier. Een oude binnenzee, ooit.
En dan verder weer links en rechts kudden schapen en zo. De vele rivieren behoren tot Roemenië's rijkdommen.
We waren nog lang niet op onze plaats van bestemming, maar er was wel weer iets bergachtigs aan de horizon verschenen. De uitlopers van de Karpaten kwamen in zicht. 
Zoals dikwijls elders, lag de weg naast een riviertje.
In de verte een kerkje…
Dan krijgen we opeens ook echte rotspartijen te zien..
En het spoor gaat door….
Even later een vrij uitgebreid kerkhof met een kerkje er bij.. We stonden een paar momenten stil, dus dat gaf de mogelijkheid even iets meer tot ons door te laten dringen… We worden overweldigd door de schoonheid van de natuur…
11.17 uur is het intussen, en we gaan richting Sinaia. We zien bergen en de rivier, opeens plekken die herinneringen oproepen: dit heb ik eerder gezien, deze weg, dit hoekje, maar dan in wintertooi. Een heel verschil met de prachtige herfstkleuren, waarop ons oog wordt vergast. De hooioppers zijn een beetje eivormig, grappig.

We zijn bij Sinaia, waar we verder niet zo heel veel van gezien hebben… Wel dit houten kerkje. Je bent er in een flits voorbij.
Het rivierdal werd even later weer wat wijder, en zo zagen we het spoor naar Brasov. De dennebomen zitten vol verse kegels, die een zilverachtige gloed hebben, en dus in de top goed zijn te zien.

 

Ik heb onderweg nog een waterverfje gemaakt: een combinatie van 2 locaties. Die heel erg brokkelige  bergen net voorbij Sinaia, het leek wel China, en even verder: rotsen met heel fel rode en gele  bomen.
Maar zo schoot de tijd lekker op, en warempel: we kwamen door de Karpaten heen en weer in de bewoonde wereld. Brasov! Ons einddoel…

Nou nee, niet ons einddoel, want we gingen meteen door naar de school.
Dat was even slikken, want we hadden stiekem gedachten gekoesterd aan dingen als even uitpakken, je snel opfrissen, en dergelijke. Dat krijg je, wanneer je de handleiding niet goed leest… En we waren al een stuk later dan voorzien. De school lag ook niet direct in Brasov zelf, maar in Noua, dat toch minstens een kilometer of vijf  verderop ligt. En de juiste weg was ook maar niet zomaar gevonden. Het was hard werken voor de chauffeur en de kaartlezers, maar nadat iedereen zich er mee bemoeid had, werd de juiste afslag herkend.
We waren dus niet op 12 uur, maar om 12.45 u. bij de school waar we uiterst hartelijk ontvangen werden door kinderen en personeel. Een jongen stond op de uitkijk, en onze komst werd met opluchting begroet.
De kinderen stonden met rozen op ons te wachten - al uren. In elk geval al een uurtje, en ze moesten nog lang wachten voordat ze hun begroeting in het Engels, en hun rozen met  een opgeluchte aan ons kwijt konden, want natuurlijk bleken de volwassenen belangrijker. De leraren en leraressen van de school stelden zich aan ons voor, en met name de leraressen Engels en Frans (Gloria Tudor, ze beheerst beide, maar mag niet beide talen geven, zo zijn de regels) werden ons als interpreten toegewezen. Verder het opperhoofd van de school (en naar ons later zou blijken: onze verder reis) : de heer Adrian Campeanu.
Henk bood als voorzitter van de kerkeraad allereerst een nummerbord aan voor de school, opdat deze in het vervolg door de post en de bezoekers makkelijker gevonden zou worden. Een grapje, dat er wel in ging.
Onze groep luistert ook beleefd naar de opwekkende woorden van het schoolhoofd, en van anderen die ons iets te zeggen hebben. Een oude bekende van Han en Hester: de priester Simion, staat naast Ton. Tja, diens 'papisa' was net even foto's nemen, zodat wij elkaar pas later in de armen zouden vallen. ;-)
Er werd veel gesproken, en de kinderen moesten lang wachten. Wij ook, trouwens.
Daarna mochten we eindelijk naar binnen. Ton staat te trappelen. Dat zou met al die trappen trouwens nog een probleem worden voor hem. Toen we naar het tweede deel van de school gingen, was Anton zo verstandig de rolstoel voor hem te halen. Maar eerst moesten we nog zien waar de kinderen hun schoolmelk en kleine broodje kregen. Dat broodje werd gesponsord door de bierfabriek ter plaatse. Die had ook de koekjes geschonken die wij veel later zouden mogen proeven. De ouders betalen meen ik wel iets aan de schoolmelk, maar niet veel, en als ze geen geld hebben wordt daar ook wel iets op gevonden.
Tekeningen verlevendigden de gangen, en ook zagen we in een trapgat Latijnse leuzen.
Non scholae sed vitae en dat soort pedagogische kreten. Latijn is een keuzevak, dat de Latijnse 'roots' moet blootleggen. Een keer in de week een uurtje, misschien zelfs twee. Het is wel duidelijk een school waar men zich veel aan gelegen laat liggen.
Er stond een grote tegelkachel op de gang. Die zagen we in verschillende maten ook in de lokalen. Van de grote dichter Mihai Eminescu hing er op de gang onder andere een oproep tot het gebruik van een verzorgde taal.

We zagen alle klaslokalen. Het begon bij het biologielokaal, met een opgezette auerhaan, een uil en nog zo een en ander. Daar werd geen les gegeven, zodat we vrijelijk in en uit konden lopen. In de kasten achterin was een bedroefd klein beetje aan preparaten te vinden, Een willekeurige school in Nederland zou heel wat kunnen afstoten, dat daar nog prima dienst kan doen.
Deze karakteristieke houding voor de auerhaan was natuurlijk te mooi voor mij, die het beest ook alleen maar ken van de Sisi-films en de encyclopedie, om te laten liggen…
In de volgende klas lagen er gezellige kleedjes over de schoolbanken. Misschien lag dat aan de juf. Ik heb geen idee wat er gegeven werd, maar de kinderen stonden bij onze binnenkomst beleefd op.
Wat dat betreft merkten we dat de kinderen heel goed gedrild waren. Ze waren schuchter, maar als je naar hun naam vroeg, dan kreeg je meestal wel enige respons.
De priester wilde met genoegen poseren voor een project met Madonna's – door de
kinderen getekend – dat op een van de bovengangen hing.  Hij heeft vast wel eens in slechter gezelschap verkeerd.
De scheikundeles was helemaal opgelegd pandoer... :-)
Sommige kinderen, die een kunstje mochten doen, waren in een vorm van laboratoriumjassen gekleed, die duidelijk niet tot de normale dracht hoorden. Of ze ook maar íets begrepen van wat ze deden? Misschien dat Han het weet. Ik betwijfelde het.
Maar men  heeft zich werkelijk bijzonder uitgesloofd voor ons bezoek.
In het computer lokaal stond op het bord dat we welkom waren, en we konden zien dat de kinderen inderdaad bezig waren in Word, waar ze een .wmf-filetje bewerkten, zodat ze een diploma hadden met hun naam er in. We kregen allemaal twee tekeningen van de kinderen, keurig en practisch in plastic, zodat we ze ook goed mee naar huis konden nemen. Een vaas met bloemen en herfstblaadjes kregen we. Jongens, dank je wel! Dit was in de tekenklas.
Verder zien we hoe de kinderen  melodietjes op de PC maken. Het is nog een DOS- programma, maar ach, ze voerden om de beurt een noot in, en aan het eind hoorden we de melodie. O wonder!
Daarna kwamen we in het bureau van meester Adriaan terecht, waar kennelijk bij een vorige gelegenheid en copieermachine was neergezet, dankzij Hans bemiddeling. Het was geen Xerox, maar copieren heet hier xeroxen. Een nuance in het Roemeens, waar de goede sponsor niet blij mee geacht werd. Nou, als ze zo grootmoedig zijn een copieerapparaat te schenken, dan zullen ze daar ook wel om kunnen lachen.  In elk geval zijn ze er hier erg blij mee, dat was duidelijk!
Toen we dan het oude gebouw, uit de vijftiger jaren, van onder tot boven bekeken hadden, werden we naar buiten gevoerd, want aan de andere kant van het sportveldje lag de dependance. Een simpel recht-toe-recht-aan gebouw van beton, waarin we vergast werden op zang en dans. Dat duurde vrij lang. Maar de kinderen wachtten ook al zo lang, en er was overal maanden toegewerkt naar dit moment. Dus dansten de onzen ook vrolijk mee, toen het moment daar was.
De iets oudere kinderen zongen een potpourri van bekende Franse en Engelse liederen voor ons. Ook nog iets Roemeens, denk ik, maar wij moesten natuurlijk allereerst onder de indruk zijn van hun vreemde talen. Ze vonden het heerlijk als ze iets in het Engels tegen ons konden zeggen, die kinderen! 
Daarna kwamen we dan eindelijk in de buurt van de koffie en de koekjes. Maar dat kon natuurlijk niet voordat er weer veel gesproken was. Het hoofd van de school liet nog eens weten hoe welkom we waren.
En Henk vertelde dat hij daar heel blij mee was. Zowel de leerkrachten als de gasten deden hun best niet te laten merken hoe ze snakten naar de versterking van de inwendige mens. De fles met water ging tussendoor toch alvast maar open.
Hester en Anton speelden voor Sinterklaas. Er waren cadeautjes voor de school en de kinderen.
Maar er bleken ook cadeautjes te zijn voor ons allemaal! De Roemenen zijn een zeer gastvrij en gul volk. We voelden ons soms wat overdonderd door zoveel goedheid. Misschien ook wel omdat we dachten daar in goedheid een en ander heen te brengen?
De leerkrachten zijn zeer gemotiveerd, en worden daarin gestimuleerd door hun voortvarende directeur. Ook het heil van het docentencorps gaat hem duidelijk ter harte. Deze school moet wel de beste en grootste school van de omgeving worden, al mag dat niet gaan ten koste van de kinderen.
De lestijden zijn van 's morgens 7  - 1 en van 1-6 ongeveer.. In 2 ploegen, anders kan het gebouw dit allemaal niet aan.  De directeur van het bejaardenhuis dat we die middag nog zouden bezoeken, zat voorin de zaal bij enkele leerkrachten. De priester zat achterin bij de leraren aan tafel. Deze dr. Mija, van het bejaardenhuis, werd wat onrustig, want het programma voor deze middag hield in dat we om drie uur ontvangen zouden worden in zijn residentie, en dat was nog een heel eind rijden, zei hij zorgelijk tegen me. Dus zodra dat fatsoenshalve enigszins kon liet ik her en der vallen dat we toch echt weg moesten. Voor het zover was duurde het nog wel even.
Toen we het schoolplein weer overstaken naar de bus, zag ik nogmaals een duistere figuur met een geweer. Dat bleek een veiligheidsman - die onopvallend een en ander in het oog hield. Er is er altijd een aanwezig, en je begrijpt dat er van vandalisme en andere uitspattingen weinig sprake zal zijn. Tegen half drie gingen we eindelijk weg. Richting Brasov, en dan afslaan naar rechts, naar Sacele. Met een korte â. Op naar het bejaardenhuis. We werden ontvangen met brood en zout als welkome gasten, door een vriendelijke maar imposante matrone, met zo'n rechte, witte toeter op het hoofd.Daarna werden we officieel welkom geheten door dokter Mija die er de oprichter van is. Hij is nu in de 80, en het huis bestaat in 2003 precies 10 jaar. Hij was 69 toen hij vrijgelaten werd. Als student medicijnen in zijn laatste jaar werd hij opgepakt - net als een groot deel van de intelligentsia. Je kunt je dus voorstellen dat hij het grootste deel van zijn leven in onvrijheid heeft doorgebracht. Hij vertelde er later over.  We kregen brood, soep, zoutjes en een heerlijke saus met wat vlees. Wij hadden eerst kennis zullen maken met de bewoners, en daarna om 6 uur eten, maar dit programma onderdeel was doorkruist door de beslissing van het schoolhoofd ons een barbecue aan te bieden in zijn tuin, die avond. Tja. Dus werd de lunch op school ingekrompen tot een aantal koekjes, lekker, en koffie en water, en kregen we een late lunch in Sacele. Vervolgens hield dr. Mija een lang verhaal over zijn ontberingen. Hij heeft 16 jaar in de gevangenis gezeten en heeft 2 jaar gewerkt aan een te graven kanaal van Boekarest naar de Zwarte Zee. Het is er nooit gekomen. Er waren wel zo'n 200 zieken per dag. Ook al was hij officieel geen gekwalificeerd arts, (hij was nog tijdens zijn studie opgepakt), hij werd wel gedwongen als arts te werken, maar het was duidelijk dat de omstandigheden waaronder dit gebeurde mensonterend waren. Hij vertelde het uitvoerig omdat de historici in Roemenië dit deel van hun niet zo glorieuze geschiedenis verzwijgen. Het emotioneerde hem zeer. en hij liep weg om bij te komen. Intussen was er verwarring over de mogelijkheid voor Nel en Janine om nog wat te rusten. Die hadden al veel eerder aangegeven het niet meer te trekken, maar telkens werden ze met een kluitje in het riet gestuurd. Nee, in het bejaardenhuis zouden ze zeker een uurtje kunnen liggen, maar het kwam er niet van. Uiteindelijk gingen we het huis bekijken - alleen had Ton de moed niet om naar boven te gaan. Na de aanblik van de schattige hondjes bij de keuken hoefden de schattige oudjes niet zo nodig meer voor hem. We zagen er trouwens af en toe genoeg door de gangen scharrelen. De anderen zijn naar boven gegaan, en hebben een en ander bezichtigd. Ik bleef liever bij Ton. 

Juist toen we dachten dat er nu wel gerust  kon worden werden  we in de bus geladen.
Gelukkig dachten we er aan wat jassen en vesten uit de koffers te halen voor de avond in de open lucht. En daar gingen we dan: naar het huis van meester Adriaan in Noua. Daar hebben Ton en Nel, An en Janine dan eindelijk een uurtje gerust in het huis van de zoon van de familie Campeanu, terwijl de rest naar het kerkhof ging kijken om Rodica's graf te zien.
Dat heeft ze al gekocht, en uitgezocht, zoals hier de gewoonte is. Ze hadden een aardige ontmoeting met een heel jong meisje op dat kerkhof dat een en ander vertelde.
In het huis waar Ton rustig zat, en de anderen rustig lagen, hing een bijzonder zilveren? schild, met afbeeldingen van de verdrijving uit het paradijs. Wij hopen maar dat ze uit dit paradijs niet verdreven worden. De familie was overigens in het buitenland.
Na enige tijd waren we wat uitgerust en gingen we naar de tuin waar de barbecue werd voorbereid. Dat was rond 7 uur, maar al kwam er al snel iets te drinken en te knabbelen, het echte eetwerk moest nog langer wachten. Intussen werd er in de aangrenzende keukenruimte hard gewerkt, door de struise echtgenote van Adrian, Elena, en haar hulpen. Die waren er met hun echtgenotes, en ook was er een aardige blondine, die administratrice aan de school was. Zij zaten allemaal links, bij elkaar. Wij zaten rechts. Ton en Henk vormden de buffer, al zat Georgia ook aan onze kant...
En onze gastheer is zeer, zeer content.
Ook de voorzitter van het Consistoire is heel content, zo te zien.

Natuurlijk moest er van tijd tot tijd geklonken worden.
Er was meer dan genoeg om dat mee te doen. Verschillende likeuren stonden op tafel, en eigengemaakte wijnen… Noroc dus! Geluk betekent dat. Ook de Roemenen vonden het enigjes! 

En toen moest het vlees nog op tafel komen…

Janine vraagt Henk, die naast haar zit, hoe lang hij denkt dat het nog zal duren, maar hij moet er het aimabel stilzwijgen toe doen. Het leven is vol verrassingen! Hij wacht dus wel af.
Nel vond een pepertje zo mooi, en had het graag willen schilderen. Ze heeft er intussen een foto van. Gloria vraagt zich af waarom iemand dat zou willen, maar ziet uiteindelijk het licht. Nee, Georgia. Iemand heeft Gloria gezegd, en sindsdien ging het mis met die naam…
Han vindt dat er níéts mis gaat. Hij ziet met welgevallen naar het goede dat op tafel staat. Ionel, de chauffeur,  beperkt zich noodgedwongen tot Fanta. Hij is de klos en de Bob. Wat dat betreft is hij ook heel consciëntieus. Gelukkig maar.
Henk mocht de champagne ontkurken, maar dat deed hij zo beschaafd, dat mr. A. hem wel even wilde voordoen hoe dat moest. Henk liet zich daardoor niet op het verkeerde pad brengen, dus het werd 'plop' en niet: 'knal!' Het was veel te veel, alles bij elkaar,  maar wel heel gezellig. Het zijn lieve mensen, allemaal.
Georgia's echtgenoot, die kelner is in een restaurant, en buitenlandervaring heeft, kwam ook nog even. Zo te zien leest ze hem aardig de les, maar het is nog maar de vraag wie in dat gezin de baas is. Ze hebben een klein jongetje van een jaar of twee.
Hester bedankte haar goede vriend Campeanu namens ons allemaal voor de vele goede zorgen, en hij liet zich dat vrolijk welgevallen. We zágen hem denken: me Tarzan, you Jane... 
Om ongeveer 10.50 gingen we weg
Maar voordien moesten we natuurlijk nog wel geloven aan een groepsportret. En wie mocht dat maken? Jawel, uw dienstvaardige dienares… ;-)

Georgia en haar man reden met ons nog een stukje mee richting Brasov...
Het is kennelijk een heel eind van Noua naar Brasov, want het is al 11.20 en we zijn nog in het midden van Nergenshuizen. Nee we zijn er... Hoera! Kreunend kruipen we de wagen uit. 
We logeren in de Dynasty club in Harman, een kilometer of 10 buiten Brasov, juist aan de andere kant... (Toen we langs het station kwamen grapte de chauffeur tegen Serafin: Boekarest Noord. Dit vanwege de animositeit tussen Brasov en Boekarest, dat in feite maar een nieuwkomer  is, vergeleken met de rest van de steden in het land.)
In dit hotel is geen lift, maar we worden wel geholpen met de rolstoel. Han en Hester staan heel lief hun kamer af, die vlak bij de trap is, en die een badkamer heeft, die Ton zelfs met rolstoel en al kan gebruiken. Dat zullen we nog nodig hebben ook. Maar nu nog niet. We kunnen eindelijk onze koffers uitpakken, batterijen opladen, thee drinken en tot rust komen. Dat wil zeggen: zover de vliegen ons met rust laten. Ton gaat eerst nog maar eens iets doen aan de dienst van zondag. Dat is nu zijn grootste zorg, ook al heeft hij er al heel veel werk voor verricht.
Een stoel is er niet, tot onze verrassing, maar daar hebben we dan de rolstoel voor...

Half drie: De vlieg is wakker, en wij dus ook weer. Nu ja... Dé vlieg... het zijn er minimaal drie... Een kort nachtje! Ton ging om 2 uur slapen. Ik wat later...

Verder lezen? klik hier!