Voor zover mogelijk willen we hier de laatste dienst plaatsen   
5 maart 2006.  Voorganger: Hein Cras.
Aanwezig: 11 mensen
Voor de dienst afkondigingen en vooroefenen.
Aan de vlam van de Paaskaars worden de lichten op tafel aangestoken
Voorbereiding:
De gemeente gaat staan en zingt:
 

Ingangspsalm (de gemeente gaat zitten)  psalm 91: 1 - 3  
Voorg: Laten we de Heer aanroepen om ontferming met de nood van deze wereld,  
....  
En laten wij Zijn Naam prijzen,  
want Zijn barmhartigheid heeft geen einde.


   
Zondagsgebed   

Heer God, hemelse Vader,
die uw Zoon in de wereld gezonden hebt
om de heerschappij van de duivel af te weren
en ons tegen die vijand te beschermen.
wij bidden U:
bewaar ons in alle aanvechting
en schenk ons uw Geest,
opdat wij de satan weerstand bieden,
hem door uw Woord verdrijven
en zo de overwinning op hem mogen behalen.

Dat vragen wij u door Jezus Christus onze Heer.  
Gem.: Amen.


Dienst van het Woord  
Lezing eerste Testament door iemand uit de gemeente: 

De eerste lezing is uit de profeet Jesaja (58:1-10)
1 Roep luidkeels, zonder je in te houden, verhef je stem als een ramshoorn.
Maak aan mijn volk zijn misdaden bekend, aan het volk van Jakob zijn zonden.
2 Zeker, ze zoeken mij dag aan dag, vol verlangen om te ontdekken wat ik wil,zoals een vreemd volk dat rechtvaardig leeft en het recht van zijn goden niet verzaakt. En ze vragen naar mijn rechtvaardige voorschriften en verlangen naar Gods nabijheid.
3 ‘Waarom ziet u niet dat wij vasten, en merkt u niet op dat wij ons onthouden?’
Omdat jullie op je vastendagen nog handeldrijven en jullie arbeiders afbeulen,
4 omdat jullie onder het vasten strijden en ruziën en vol vuur met elkaar op de vuist gaan. Als je op die manier vast, wordt je stem niet gehoord in de hemel.
5 Zou dat het vasten zijn dat ik verkies? Is dat een dag van onthouding: dat iemand het hoofd buigt als een riet en zich met een rouwkleed neerlegt in het stof? Noemen jullie dat soms vasten, is dat een dag die de HEER behaagt?
 6 Is dit niet het vasten dat ik verkies:  misdadige ketenen losmaken, de banden van het juk ontbinden, de verdrukten bevrijden, en ieder juk breken?
7 Is het niet: je brood delen met de hongerige, onderdak bieden aan armen zonder huis, iemand kleden die naakt rondloopt,  je bekommeren om je medemensen?
8 Dan breekt je licht door als de dageraad, je zult voorspoedig herstellen. Je gerechtigheid gaat voor je uit, de majesteit van de HEER vormt je achterhoede.
9 Dan geeft de HEER antwoord als je roept; als je om hulp schreeuwt, zegt hij: ‘Hier ben ik.’ Wanneer je het juk van de onderdrukking uitbant, de beschuldigende vinger en de kwaadsprekerij,
10 wanneer je de hongerige schenkt wat je zelf nodig hebt  en de verdrukte gul onthaalt, dan zal je licht in het donker schijnen,  je duisternis wordt als het licht van het middaguur.


Psalm of lied   het lied van het ware vasten 


Epistellezing   2 Korinthiërs 6:1-10.
1 Als Gods medewerkers sporen wij u dan ook aan: laat de goedheid die hij u bewijst niet tevergeefs zijn. 2 God zegt: ‘Wanneer de tijd daarvoor gekomen is, luister ik naar je, op de dag van de redding help ik je.’ Nu is de tijd daarvoor gekomen, nu is de dag van de redding. 3 Om onze verkondiging niet te schaden, geven wij niemand ook maar enige aanstoot. 4 We willen juist laten zien dat we dienaren van God zijn, door altijd te volharden: in tegenspoed, nood en ellende, 5 onder lijfstraffen, in gevangenschap en onder volkswoede, onder zware inspanningen, slaapgebrek en honger, 6 door oprechtheid en kennis, door geduld en vriendelijkheid, door de gaven van de heilige Geest en ongeveinsde liefde, 7 door de verkondiging van de waarheid en de kracht van God. We vallen aan en verdedigen ons met de wapens van de gerechtigheid, 8 we worden geëerd en gesmaad, belasterd en geprezen. We worden bedriegers genoemd maar spreken de waarheid, 9 we zijn vreemdelingen maar toch bij iedereen bekend, we sterven maar toch leven we, we worden gestraft maar niet ter dood veroordeeld, 10 we hebben verdriet maar toch zijn we altijd verheugd, we zijn arm maar toch maken we velen rijk, we bezitten niets maar toch hebben we alles.


Aankondiging van de Evangelielezing      (Gem. gaat staan)
allen: 


Evangelielezing    Marcus 1:12-13    
12 Meteen daarna dreef de Geest hem de woestijn in. 13 Veertig dagen bleef hij in de woestijn, waar hij door Satan op de proef werd gesteld. Hij leefde er te midden van de wilde dieren, en engelen zorgden voor hem.
Tot zover de woorden van het heilig Evangelie. 
  acclamatie: = Lied 339a

De gemeente gaat zitten.


 Gezang 401  (bewerking van ps 46) Een vaste burcht is onze God... = Lied 898

 

Preek   
Overweging op de eerste zondag van de vastentijd.
Omdat het de eerste zondag van de vasten is, wil ik nog eens met jullie praten over het feest van het vasten. Vasten heeft voor mij alles te maken met het feest van te leven.
De leerlingen van Johannes kwamen bij hem en vroegen: ‘Waarom vasten wij en de Farizeeën wel regelmatig, en uw leerlingen niet?’ Jezus antwoordde: ‘Bruiloftsgasten kunnen toch niet treuren zolang de bruidegom bij hen is?’
Ik denk: vasten doe je juist om het bruiloftsfeest te vieren en je voor te bereiden niet alleen op het feest van de opstanding, maar om juist nu al feestelijk opstandig te leven.
Het is merkwaardig om over vasten te praten als een feest. Maar ik heb hiervoor een paar belangrijke aanwijzingen. Allereerst de tekst van Matteüs 6 uit de bergrede: ‘Wanneer jullie vasten, zet dan niet zo’n somber gezicht als de huichelaars, want zij doen dat om iedereen te laten zien dat ze aan het vasten zijn. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als jullie vasten, was dan je gezicht en wrijf je hoofd in met olie, zodat niemand ziet dat je aan het vasten bent, alleen je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.’ Geen sombere gezichten dus, maar wel feestelijke. En bij dat feestelijke denk ik met name aan een tekst van Zacharia (8:19).  ‘De vastendagen … zullen voor heel Juda veranderen in blijde feestdagen vol vreugde en vrolijkheid.’   In een vorige vertaling stond: ‘De vastendagen … zullen voor het huis van Juda tot vreugde worden, in blijdschap en in feestelijke samenkomsten.’   Hier spreekt de profeet letterlijk over het feest van vasten.  Dit hebben de joden met de moslims gemeen: de vasten is een feestelijke tijd.
1. Wat is vasten?  Ik moet bekennen: vroeger had ik eerlijk gezegd hekel aan vasten. Ik vond het een nare sombere tijd, waar maar geen einde aan kwam. Je mocht niet snoepen en niet veel eten. Je moest je steeds iets ontzeggen, waar je juist op dat moment enorme zin in had.
Op een goed moment kwam er in mijn leven een omslag. Dat was toen ik ontdekte, dat het heerlijk is om je los te maken van wat met een modern woord ‘consumptiedwang’ heet. Max Horkheimer, een Duitse filosoof-socioloog zegt, dat een kapitalistische maatschappij gehoorzame producenten en gehoorzame consumenten nodig heeft. En voegt hij eraan toe: het  gezin (en de kerk) is er voor om dat de mensen te leren.
Op latere leeftijd merkte ik dat het heerlijk was om los te komen van de dwang om steeds maar weer meer te consumeren, je agenda overvol te proppen, avonden, dat ik niet vergaderde,  te verdoen met alleen maar achter de tv of de computer te zitten, alles doen om maar niet toe te komen aan waar het in het leven om gaat. Toon Hermans zei eens in een radio-interview: De televisie heeft ons avondloos gemaakt. Misschien hebt u net als ik herinneringen aan een jeugd zonder televisie. Dit is een voorbeeld, waar ik in een vastenperiode mezelf in oefende en dat ik met heel veel genoegen na die vastenperiode heb doorgezet. Dit maakte mijn leven feestelijker.
Het is één voorbeeld. Te veel en te vet eten en alcohol drinken was een ander voorbeeld, waar een vastenperiode me in trainde met een gewoonte te breken. Onmiddellijk voelde ik me een stuk beter. De belachelijk volle agenda was een ander punt, dat ik aanpakte. Overbodige ballast wegwerken dat is heel moeilijk voor me. Maar iedere keer dat ik het doe lucht het me weer op.
Het was ook een tijd om een wat meer na te denken over wat ga ik met mijn leven doen. Wandelingen en fietstochten hielpen daarbij en de boeken die ik las.
Ieder jaar realiseer je je dat je ouder wordt maar ook dat je er nog bent en dat je de genade krijgt zaken die fout zitten in je leven te veranderen, om te gooien, over een andere boeg te gooien. Het is een genadetijd. Ieder jaar opnieuw kun je weer iets aanpakken. Tot vreugde van jezelf en van anderen. Daarom spreekt de tekst van Zacharia mij aan.
Je doorbreekt ‘verslaafdheid’, slaaf zijn. Je maakt je vrij, verlost. Nietzsche maakte daarover eens een heel mooie opmerking. Hij zei: Als we ons los maken van de afhankelijkheid van als maar meer willen hebben, dan zouden we ons excuus moeten aanbieden aan de mensen die met hart en ziel aan alle mogelijke materie gebonden zijn.
Ik heb een oud gedicht van Jan Luyken (1649-1712) gevonden, dat dit op zijn manier uitdrukt.  Hij gebruikt het beeld van een kaarssnuiter. U kent wellicht dat apparaat, waarmee je de pit van een kaars kunt bijknippen als hij dreigt te gaan walmen. Het is een wat archaïsche tekst uiteraard. Als je daar doorheen luistert, komt er een prachtig stuk wijsheid naar boven.

De kaarssnuiter

      Knypt van het Pit den Dooden-kop,
      Zo helderd gy uw Kaars-licht op:
      Nypt van uw Hert de Overdaade,
      Die tot de lichte levens-schyn,
      Niet dienstelyk noch noodig zyn,
      Maar enkel hindernis en schade:
      Want al wat boven nooddruft is,
      Maakt in de Ziel een duisternis;

      Hier toe bevind men traage handen,  (maar wensen zijn hiertoe bereid) [?hc]
      Zo dat'er veel in dezen tyd,
      Gezeten zyn in somberheid,
      Wyl haare kaars niet recht kan branden.
      Het Licht dat puur en Enkel is,
      En vry van alle duisternis,
      Leerd ons het weg doen aller zaaken,
      Die tussen God, het hoogste Goed,
      En tussen 't menschelyk Gemoed,
      Een duisternis en scheiding maaken.


Ballast. Het knappe van heel veel reclame voor consumptieartikelen is, dat ze suggereren dat wij door ze te kopen gelukkiger worden. Terwijl ze juist als je je er teveel aan overgeeft echte vreugde in de weg staan. Over ware vreugde vond ik ook een mooie tekst uit een heel andere hoek. Het boeddhisme.
Wat houdt  innerlijke vreugde in?
Het is de innerlijke vreugde en blijheid, het geluk van de verwezenlijking, die uit het niet-gehecht-zijn van de geest voortkomt. Het is de gelukzaligheid die uit de meditatie voortkomt, uit de toewijding aan het onderricht van verlichte mensen [letterlijk staat er: de Verlichten], uit de helderheid en zekerheid waarvan de basis in deugd en oprechtheid ligt. Het is het gevoel van tevredenheid, de geestelijke instelling van deemoed en ruimhartigheid die in alles het goede ziet en zich van de eigen onvolmaaktheden bewust is. Het is de vreugde van geven, de instelling van anderen niet willen kwetsen en bereid te zijn iedereen te helpen die om iets vraagt.  (365 Boeddhistische wijsheden, p.23)
De vreugde om onthechting heeft direct iets te maken met de verrezen Heer. In die zin is de vastentijd ook al een feestelijke vooruitgrijpen op het feest van de opstanding. Paulus zegt: Christus wist dat na zijn lijden de heerlijkheid kwam. Dat gaf hem kracht. Daarin ging hij ons voor.
De vastentijd begint met het evangelieverhaal over de keuze waarvoor Jezus gesteld werd. We hoorden het in het evangelie.  Satan biedt hem aan:
Onbeperkte consumptie? Jezus zegt: “De mens leeft niet van brood alleen …”
Geweldig prestige van een wonderdoener? Jezus zegt: “Stel de Heer, uw God, niet op de proef.”
Alle macht en bezit van alle koninkrijken van de aarde? Jezus zegt: “Ga weg, Satan!”
2. Er zit nog een ander aspect aan vasten.  Minder consumeren bespaart geld. Daar word je rijker van. Maar, weet u, er is nog een ander feest. Het feest van het geven. ‘Geven is een feest voor twee’ stond eens in heel grote letters op een groot winkelpand op de Lange Viestraat in Utrecht, toen ik daar student was en het beeld van die levensgrote reclame is me altijd bijgebleven. Vasten wordt in het jodendom, het christendom en in de islam altijd verbonden met je inzetten voor de armen.
Dat heb ik bewonderd in de Duitse kerken, dat ze sinds het einde van de vijftiger jaren Advent en Vastentijd zeer intensief verbonden hebben met solidariteit met de armen. Later werd hun voorbeeld gevolgd in ons land. (Solidaridad en Vastenaktie)
Brot für die Welt en Misereor zijn daarvan het voorbeeld. Een citaat over de Duitse actie:  “Misereor biedt veel wegen aan  om dichter bij de mensen die in armoe leven te komen. Het erkennen dat armoede een onrecht is, betekent ook een vraag naar onze eigen levenstijl. Daarin ligt een kans voor het vasten: een nieuwe kijk op ons eigen leven ontwikkelen, het hart te openen voor de nood van andere mensen en nieuwe bereidheid tot solidariteit bij ons op te wekken.  
 Het geeft een feestelijk gevoel als je weet dat je eraan bij kunt dragen dat anderen niet onnodig lijden onder armoede, honger, ziekte, analfabetisme, slechte scholing en werkeloosheid.
 Deze verbinding tussen vasten en je inzetten voor een rechtvaardigere wereld wordt overduidelijk in de eerste lezing van vandaag gelegd.
 ‘Waarom ziet u niet dat wij vasten?’
‘Omdat jullie  … arbeiders afbeulen,
omdat jullie onder het vasten strijden en ruziën
en vol vuur met elkaar op de vuist gaan.’

 ‘Is dit niet het vasten dat ik verkies:
misdadige ketenen losmaken,
de banden van het juk ontbinden,
de verdrukten bevrijden,
en ieder juk breken?
Is het niet: je brood delen met de hongerige,
onderdak bieden aan armen zonder huis,
iemand kleden die naakt rondloopt,
je bekommeren om je medemensen?

Dan breekt je licht door als de dageraad,
je zult voorspoedig herstellen.
Dan geeft de HEER antwoord als je roept;
als je om hulp schreeuwt, zegt hij: ‘Hier ben ik.’

Wanneer je het juk van de onderdrukking uitbant, …
wanneer je de hongerige schenkt
wat je zelf nodig hebt
en de verdrukte gul onthaalt,
dan zal je licht in het donker schijnen,
je duisternis wordt als hert licht van het middaguur.’ (Jesaja 58)

 Ook bij de profeet Zacharia, die vasten als feest beloofde, wordt deze verbinding tussen vasten en inzet voor anderen heel duidelijk gelegd.
 2 De stad Betel had Sareser en Regem-Melech met zijn mannen afgevaardigd om de gunst van de HEER af te smeken, 3 en om aan de priesters in de tempel van de HEER van de hemelse machten en aan de profeten de volgende vraag voor te leggen: ‘Al jarenlang wordt er bij ons in de vijfde maand getreurd en gevast. Is het werkelijk nodig dat we dat blijven doen?’
4 Toen richtte de HEER van de hemelse machten zich tot mij: 5 ‘Zeg tegen de bevolking van dit land en tegen de priesters: “Wanneer jullie in de vijfde en de zevende maand rouwen en vasten, nu al zeventig jaar lang, doe je dat dan werkelijk voor mij? 6 Ook wanneer jullie eten en drinken, doe je dat toch omdat je het zelf wilt?” 9 ‘Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Spreek eerlijk recht, wees goed en zorgzaam voor elkaar; 10 onderdruk geen weduwen en wezen en ook geen vreemdelingen en armen, en wees er niet op uit om een ander kwaad te doen.’  En hij voegt eraan toe: Als je vreemdelingen en armen wel onderdrukt, dan wordt het land tot een woestenij.   
Als je vreemdelingen en armen wel onderdrukt, dan wordt het land tot een woestenij.  Jammer dat mevrouw Verdonk en met haar zovele anderen dit nooit in hun, christelijke – in dit geval katholieke - opvoeding hebben meegekregen. 
Mag ik jullie en mij toewensen, dat wij toe gaan leven naar dat grote feest van onze verlossing en een goede en vruchtbare tijd op weg naar het Paasfeest. 

AMEN.


Credo: (de gemeente staat op)  

de gemeente gaat zitten.


Voorbeden, eindigend op: zo bidden wij: Heer onze God, wij bidden U: verhoor ons. = Lied 367e
Voorbeden
 
Oneindige, we bidden u om kracht  om weerstand te kunnen bieden aan de duivelse machten. Zo bidden wij U…
Wij bidden u om vrede. Om de komst van uw rijk, waarin de goede machten overwinnen. Geef ons mensen uw inzicht om een einde te maken aan oorlog en aan conflicten. Doorbreek verharding. Zo bidden wij U…
God, onze vader en moeder, zuster en broeder, wij bidden u voor alle brandhaarden en schroeiplekken op deze wereld waar mensen met alle geweld elkaar naar het leven staan, voor gewonden en gemartelden, gevangenen en gevluchten, mensen in haat en angst, en voor allen die zich inzetten voor hulpverlening en verzoening. Zo bidden wij …
We bidden voor onszelf, dat we het feest van het leven serieus nemen en ons niet door van alles en nog wat laten afhouden van waar het om gaat. Zo bidden wij …
Wij bidden U een ogenblik in stilte …  Wil iemand intenties hardop willen noemen dan is daarvoor alle gelegenheid. Zo bidden wij …
Heer onze God, wij bidden U: verhoor ons. = Lied 367e


Inz
ameling van de gaven voor een diaconaal doel

(terwijl de tafel in gereedheid wordt gebracht; ook wordt er gemusiceerd tijdens de inzameling)


Voorg: Dankgebed.   
Heer God, hemelse Vader, aanvaard ons geloof en onze gebeden en zegen deze gaven, dit brood en deze wijn,  die wij U brengen tot eer van Uw naam en ten dienste van Uw gemeente.
Laat dit dankoffer U welgevallig zijn en een getuigenis van Uw liefde tot onze naasten.
Dat bidden wij U door Jezus Christus, Uw Zoon, onze Heer. Amen.  

Gemeente:        Amen.

Dankzegging:  (de gemeente gaat staan)  
 

allen:


Vg.: Wij danken U, heilige Vader, Heer onze God,  
om wille van Jezus Christus, Uw veelgeliefde Zoon,  
die Gij geroepen en gezonden hebt,  
om ons te dienen en te verlichten,   
om aan armen Uw koninkrijk te brengen,  
om aan gevangenen Uw verlossing te melden,  
om voor ons allen en voorgoed het evenbeeld te zijn  
en de gestalte van Uw mildheid en trouw.  
Wij danken U voor deze onvergetelijke mens  
die alles heeft volbracht wat menselijk is, ons leven, onze dood -  

wij danken U dat Hij zich met hart en ziel gegeven heeft aan deze wereld.  


Want in de nacht waarin Hij werd overgeleverd  
heeft Hij het brood in Zijn handen genomen.  

Hij heeft Zijn ogen opgeslagen naar U, God,  
Zijn almachtige Vader.  
Hij heeft U dank gezegd, het brood gebroken  
en het aan Zijn vrienden uitgedeeld met de woorden:  
“Neemt en eet, dit is Mijn lichaam voor u.  
Doet dit tot Mijn gedachtenis.”  

Zo nam Hij ook de beker, sprak een dankgebed uit en zei:  
“Deze beker is het nieuwe verbond in Mijn bloed,  
dat voor u en allen vergoten wordt tot vergeving van zonden.  
Telkens als gij deze beker drinkt zult gij het doen tot Mijn gedachtenis.”  

allen:


Vg: Bijeen tot Zijn gedachtenis komen wij tot U, o God, 
met dit brood en deze beker,
en wij bidden U:
gedenk het offer van de Zoon van Uw liefde
en aanvaard ons offer van lof en dank.

Zend Uw Geest op ons neer,
de Geest die levend maakt,  
en herschep ons tot mensen
die Uw Zoon laten voorgaan
en niet ophouden U te belijden en elkaar te behoeden,  
de ogen gericht op Uw Rijk dat komt.

Voeg ons dan samen met allen die ons zijn voorgegaan, met wie ons lief waren, en die we moesten verliezen... met de heiligen van naam en de ontelbare vergetenen, heel Uw mensenvolk, genodigd aan Uw maaltijd.
Gem.: Amen.

  
Voorg: Komt nu, want alle dingen zijn gereed. De gemeente vormt een kring.
V: Wenst elkaar de vrede
Men brengt elkaar de vredesgroet en bidt hand in hand:  

Communie   
waarna de diaken zegt: ‘Ga in de vrede van de Heer’.  
Terugkeer naar de zitplaatsen, Gemeente gaat zitten.  


Gedicht  
Van een jonge psychiatrische patiënt.   Ik heb het een paar keer gelezen en vond het steeds mooier. Het gaat over de grip op het leven kwijt zijn, over achterover leunen, over macht.
 
Chocoladevla
Ik baad
in een oceaan
van tijd

Iemand is 
zijn hersens kwijt

Achterover leunen
is een wil
tot kracht

Maar wat 
als je te maken krijgt
met macht.

Michel van Stratum, De viering van de tovenaar.
 
Vg: Laten wij samen bidden  
Allen: Lieve Heer, laat Uw woord voedzaam zijn als brood           
en Uw liefde ons doorgloeien als wijn.           
Dat wij vol zijn van U en open staan voor elkaar,  
        
door Jezus Christus, onze Heer.  Amen.


Allen gaan staan: Gezang 172 = Lied 538



Zegen
 
Hierna luisteren we zittend naar de muziek.
En er is koffie.