Voor
zover mogelijk willen we hier de laatste dienst plaatsen
Voor de dienst afkondigingen en vooroefenen.
Aan de vlam van de Paaskaars worden de lichten op tafel
aangestoken
Voorbereiding:
De gemeente gaat staan
Ingangspsalm: psalm 54
(de gemeente gaat zitten)
Voorg: Laten we de Heer aanroepen om ontferming met de nood van deze
wereld,
....
En laten wij Zijn Naam prijzen,
want Zijn barmhartigheid heeft geen einde.
Kyrië en Gloria:
Gloria
Zondagsgebed
Heer God, U hebt ons niet alleen bevrijd, God, maar ons ook verheven
tot uw dochters en zonen. Wil ons dan zo bezielen dat wij ons gedragen
als bevrijde mensen.
Dat vragen wij u door Jezus Christus, onze Heer.
Gem.: Amen.
Dienst van het Woord
Lezing eerste Testament door iemand uit de gemeente:
De eerste lezing is uit de profeet Jesaja 35, 4 - 7a
4 Zeg tegen het moedeloze volk: ‘Wees sterk en vrees niet,
want jullie God komt met zijn wraak. Gods vergelding zal komen, hijzelf
zal jullie bevrijden.’ 5 Dan worden blinden de ogen geopend,
de oren van doven worden ontsloten.
6 Verlamden zullen springen als herten, de mond van stommen zal
jubelen: waterstromen zullen de woestijn splijten,
beken de dorre vlakte doorsnijden.
7 Het verzengde land wordt een waterplas, dorstige grond wordt
waterrijk gebied;
We zingen tussenzang: Gezang 53 Zijt Gij waarop de wereld wacht
(Liedboek)
Epistellezing
Epistel van Jakobus 2, 1 - 5
1 Broeders en zusters, het geloof in Jezus Christus, onze glorierijke
Heer, staat niet toe dat u mensen op hun uiterlijk beoordeelt. 2 Stel
dat uw samenkomst wordt bezocht door iemand die prachtige kleren en
gouden ringen draagt, en tegelijkertijd door een arme in vodden. 3 Als
u dan de eerste met alle zorg omringt en tegen hem zegt:
‘Neemt u plaats, hier zit u goed,’ terwijl u tegen
de tweede zegt: ‘Ga daar maar staan, of ga maar bij mijn
voetenbank op de grond zitten,’ 4 maakt u dan geen
ongeoorloofd onderscheid en wordt uw oordeel niet door verkeerde
overwegingen bepaald? 5 Luister, geliefde broeders en zusters: heeft
God niet juist hen die naar wereldse maatstaven arm zijn, uitgekozen om
rijk te zijn door het geloof en deel te krijgen aan het koninkrijk dat
hij heeft beloofd aan wie hem liefhebben? Maar u behandelt arme mensen
met minachting.
Aankondiging van de Evangelielezing
(Gem. gaat staan)
allen:
Evangelielezing:
Het heilig evangelie is volgens Marcus 7, 31 - 37
31 Hij vertrok weer uit de omgeving van Tyrus en ging via Sidon naar
het Meer van Galilea, dwars door het gebied van Dekapolis. 32 Daar werd
iemand bij hem gebracht die doof was en gebrekkig sprak, en men smeekte
hem om deze man de hand op te leggen. 33 Hij nam de man apart, weg van
de menigte, stak zijn vingers in diens oren en raakte met speeksel zijn
tong aan. 34 Hij sloeg zijn blik op naar de hemel, zuchtte diep en zei
tegen hem: ‘Effata!’, wat betekent: ‘Ga
open!’ 35 Meteen gingen zijn oren open, zijn tong kwam los en
hij kon normaal spreken. 36 Hij beval de omstanders om aan niemand te
vertellen wat er gebeurd was; maar hoe strenger hij het hun verbood,
hoe meer ze het rondvertelden. 37 De mensen waren geweldig onder de
indruk en zeiden: ‘Alles wat hij doet is goed: zelfs doven
laat hij horen en stommen laat hij spreken.’ Tot zover de
woorden van het heilig evangelie.
Acclamatie:
De gemeente gaat zitten.
We zingen nu: Hij die de blinden weer liet zien (Tussentijds
76)
Overweging
Eerlijk gezegd bevangt me vaak als ik hier voor mag gaan angst over wat
ik zal kunnen zeggen in jullie midden. Deze week had ik dat ook weer.
Het is iedere keer weer een worsteling met mezelf. Gea verwijst me, als
ik het er met haar over heb, steevast naar ‘Haar van
boven’. En ik ben er heilig van overtuigd, dat dat zo werkt.
Deze keer zat ik even in een dip door eigenlijk teveel aan mijn hoofd.
Ik zag het niet zitten om aan mijn overweging te werken. Toen las ik de
woorden van Jesaja: 4 Zeg tegen het moedeloze volk:
‘Wees sterk en vrees niet, want jullie God … zelf
zal jullie bevrijden.’ ‘Wees sterk en vrees
niet..’ Hij die dit zegt, is het die mijn mond opent, mijn
blindheid geneest, mijn doofheid doorbreekt. Bij Jesaja gaat het over
de bevrijding van het joodse volk uit de Babylonische gevangenschap en
deze tekst roept op tot vreugde over de uiteindelijke bevrijding van
het volk. Daarmee vergeleken zijn mijn kopzorgen peanuts.
Toen ik deze tekst las werd ik gesterkt en voelde ik
vertrouwen.
De tekst is zo geweldig mooi. Met de poëtische vormgeving,
zoals we die ook kennen uit de psalmen, en met beelden van vruchtbare
schoonheid van de schepping en van wonderbaarlijke genezing wordt de
uiteindelijke bevrijding, de eindverlossing aangekondigd.
1 De woestijn zal zich verheugen,
de dorre vlakte vrolijk zijn,
de wildernis zal jubelen en bloeien,
2 als een lelie welig bloeien,
jubelen en juichen van vreugde.
De woestijn tooit zich met de luister van de Libanon,
met de schoonheid van de Karmel en de Saron.
Men aanschouwt de luister van de HEER,
de schoonheid van onze God.
3 Geef kracht aan trillende handen,
maak knikkende knieën sterk.
4 Zeg tegen het moedeloze volk:
‘Wees sterk en vrees niet, want jullie God komt met zijn
wraak.
Gods vergelding zal komen,
hijzelf zal jullie bevrijden.’
Libanon, de Karmel, de Saron worden genoemd. De gedachte aan de oorlog
die daar voortdurend heerst en van tijd tot tijd de kop opsteekt staat
schril tegenover deze tekst. Maar de droom, de Messiaanse droom is zo
reëel aanwezig, houdt de mensen van toen en nu en van alle
tijden staande. Temidden van de ellende zijn er altijd mensen die de
moed erin houden en die zich vastklampen aan deze droom. Ik heb al lang
het verlangen eens naar Israël te gaan maar wil dat alleen
doen als Palestina en Israël allebei bevrijd zijn. Als de
woestijn, die daar nu is, zich verheugt. Als waar wordt: Geen leeuw of
roofdier zal daar komen,
geen enkel wild dier dwaalt er rond,
ze blijven er allemaal weg,
alleen zij die verlost zijn zullen daar gaan.
Toch is de droom werkelijkheid. Ze zijn er daar de mensen die in vrede
geloven! Ik heb hen ontmoet. Meerdere malen. Ik heb hen op de televisie
gezien en in de krant over hen gelezen. En onbeschrijflijk is de
blijdschap die ik dan voel. Ik kan ongelooflijk verlangen naar een reis
daarnaar toe. Zoals ik nu kan genieten van een reis naar Duitsland,
Spanje, Griekenland, Portugal, Chili, enzovoort, landen, die een tijd
voor mij taboe zijn geweest. Wat de stad van vrede betreft kan ik nu al
genieten van het vooruitzicht daar eens naartoe te gaan.
U merkt de somberheid waarmee ik begon aan mijn overweging te schrijven
is helemaal weg.
We hoorden:
Dan worden blinden de ogen geopend,
de oren van doven worden ontsloten.
Verlamden zullen springen als herten,
de mond van stommen zal jubelen … In het evangelie maakt
Jezus deze profetie waar. Het rijk van God is nabij en het is er al! De
kiemen zijn er. Het rijk is er. Hier en daar: in ons eigen leven, in
het samenzijn hier, in de blik van een kind, in het in de armen houden
van een kind, in het spelen met een kind, in het genieten van
schoonheid, in de diep gevoelde vreugde, waarmee mensen hier en elders
deze teksten met elkaar lezen, die hoop brengen in hun arme bestaan.
Het rijk is er op zovele manieren, op zovele ogenblikken.
Blinden kunnen weer zien, doven kunnen weer horen. Je kunt dat
geestelijk uitleggen: we zijn allemaal blind en doof bijvoorbeeld voor
de bevrijdende boodschap van Jezus Christus. Je kunt het letterlijk
uitleggen en op een wonder hopen, zoals die in de tijd van Jezus
gebeurden. Ik denk dat er ook vandaag aan de dag wonderen gebeuren.
Minstens kunnen we daarom bidden. Ik denk ook, dat er mensen zijn die
niet bij hun handicap of ziekte in zak en as neerzitten, maar opstaan
en er met een scheppende geest iets van maken. Zij bidden dan: uw rijk
kome en maken dat waar! Jezus benadrukt beide. Het geestelijke en het
lichamelijke. In en in triest is het om doof en blind te zijn voor het
rijk, dat er al is, en om niet te knokken dat het rijk zich uitbreidt.
We onthouden onszelf en anderen daarmee een hemel op aarde.
Waterstromen zullen de woestijn splijten,
beken de dorre vlakte doorsnijden.
Het verzengde land wordt een waterplas,
dorstige grond wordt waterrijk gebied.
Een van de dingen waardoor er geen hemel op aarde is, is de grote
tegenstelling arm rijk. Daartegen neemt Jacobus in zijn brief
stelling.
1 Broeders en zusters, het geloof in Jezus Christus, onze glorierijke
Heer, staat niet toe dat u mensen op hun uiterlijk beoordeelt. 2 Stel
dat uw samenkomst wordt bezocht door iemand die prachtige kleren en
gouden ringen draagt, en tegelijkertijd door een arme in vodden. 3 Als
u dan de eerste met alle zorg omringt en tegen hem zegt:
‘Neemt u plaats, hier zit u goed,’ terwijl u tegen
de tweede zegt: ‘Ga daar maar staan, of ga maar bij mijn
voetenbank op de grond zitten,’ 4 maakt u dan geen
ongeoorloofd onderscheid en wordt uw oordeel niet door verkeerde
overwegingen bepaald? 5 Luister, geliefde broeders en zusters: heeft
God niet juist hen die naar wereldse maatstaven arm zijn, uitgekozen om
rijk te zijn door het geloof en deel te krijgen aan het koninkrijk dat
hij heeft beloofd aan wie hem liefhebben? Maar u behandelt arme mensen
met minachting. De eerste christenen begrepen dit. Handelingen 4: 32 De
groep mensen die het geloof had aanvaard, leefde eendrachtig samen.
Geen van hen beschouwde zijn bezittingen als zijn persoonlijk eigendom,
want ze hadden alles gemeenschappelijk. 33 De apostelen bleven met
grote kracht getuigen van de opstanding van de Heer Jezus, en God
begunstigde allen rijkelijk. 34 Niemand onder hen leed enig
gebrek.
Niemand onder hen leed enig gebrek… Armoede is misschien wel
een van de meest dreigende gevaren van onze tijd. Juist omdat iedereen
de tegenstelling nu ziet.
Heel het oude testament en het nieuwe testament preken dit. Toch heeft
de kerk zich verrijkt en gecorrumpeerd. Ik hoef dat Lutheranen niet te
zeggen. Woede daarover vervulde Luther. Ik hoorde van een rijk klooster
in Latijns Amerika, waar de paters de sterke arm inschakelden om arme
landbezetters van hun land te jagen. Ik neem het de vorige Paus nog
steeds enorm kwalijk, dat hij niet begreep hoe evangelisch en hoe
oudtestamentisch de bevrijdings-theologie was.
Jezus is in dit opzicht duidelijk. De mensen waren geweldig onder de
indruk en zeiden: ‘Alles wat hij doet is goed: zelfs doven
laat hij horen en stommen laat hij spreken.’Hij had dat
Jesaja citerend over zichzelf gezegd. (Lucas 4:18) ‘De Geest
van de Heer rust op mij, want hij heeft mij gezalfd. Om aan armen het
goede nieuws te brengen heeft hij mij gezonden,
om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het
herstel van hun zicht,
om onderdrukten hun vrijheid te geven, … Ik hoop dat Jezus
door de Geest van zijn Vader en hemzelf ons van onze blindheid en
doofheid geneest en ons voortdurend aanzet te werken aan het paradijs
hier voor ons en voor allen. Ja voor een hemel op aarde.
Ik heb een profane associatie. Tijdens vakanties kunnen wij ons
paradijselijk voelen. Onderzoek heeft ontdekt, dat de goede effecten
van de vakantie maximaal zo’n drie weken duren. Een
vrouwelijke psychiatriehoogleraar van de Radbouduniversiteit geeft in
dit verband een advies: creëer iedere dag momenten als in de
vakantie waarop je je helemaal losmaakt van allerlei besognes.
Bijvoorbeeld als je ergens moet wachten bij een kassa, in de file, voor
een te late trein. Zet dan je verstand op nul en laat je gedachten de
vrije loop, zoals je dat in de vakantie doet. Dit in plaats van je te
ergeren aan het wachten. Trek er iedere dag tijd voor uit om je te
ontspannen. Dat is een kunst, die je kunt leren en oefenen. Het levert
veel op. Heeft dit iets met het paradijs te maken? Ik denk van wel. Ik
hoor straks wel van jullie of jullie het daarmee eens zijn. Vanmiddag
Utregs Geluk …Gedragswetenschapper: geluk is eerder genieten
van een croissant en een krant dan een geweldige piekervaring, omdat
daarna altijd een dip komt.. Tot slot nog een keer:
4 Zeg tegen het moedeloze volk:
‘Wees sterk en vrees niet, want jullie God
zal komen,
hijzelf zal jullie bevrijden.’ 5 Dan worden blinden de ogen
geopend,
de oren van doven worden ontsloten.
6 Verlamden zullen springen als herten,
de mond van stommen zal jubelen:
waterstromen zullen de woestijn splijten,
beken de dorre vlakte doorsnijden.
7 Het verzengde land wordt een waterplas,
dorstige grond wordt waterrijk gebied …
8 Daar zal een gebaande weg lopen,
‘Heilige weg’ genaamd, geen onreine zal die
betreden.
Over die weg zullen zij gaan,
maar dwazen zijn er niet te vinden.
9 Geen leeuw of roofdier zal daar komen,
geen enkel wild dier dwaalt er rond,
ze blijven er allemaal weg,
alleen zij die verlost zijn zullen daar gaan.
10 Zij die de HEER heeft bevrijd, keren terug.
Jubelend komen zij naar Sion,
gekroond met eeuwige vreugde.
Gejuich en vreugde trekken de stad binnen,
gejammer en verdriet vluchten eruit weg.
Amen
Credo: (de gemeente staat op)
de gemeente gaat zitten.
Voorbeden, eindigend op: zo bidden wij:
Vader, U houdt niet op ons de weg te wijzen naar uw rijk op onze aarde.
Laat uw rijk komen op onze aarde en leer ons genieten van wat uw
bedoeling is, zoals de engelen dat in de hemel doen: vol overgave, vol
liefde! Zo bidden wij ....
Wij bidden U voor onze gemeente, dat wij waar maken wat U ons leert. Zo
bidden wij ....
Kom heilige Geest, doorgloei ons hart met uw goddelijke liefde. Vader,
zend uw Geest uit en alles zal worden herschapen en U zult het
aanschijn van de aarde vernieuwen en wij zullen, als we ons openstellen
voor Uw inspiratie, daaraan bijdragen.
Vader U hebt de wereld verblijd door de komst van Uw Zoon. Geef dat wij
door de Geest van U beiden ware wijsheid bezitten en ons altijd
verheugen over haar licht, kracht en troost. Zo bidden wij
....
Wij danken U voor alle plaatsen waar op dit moment op de aarde vrede
heerst. En voor de momenten in ons eigen leven waarop vrede heerst. Wij
vragen U geef ieder inzicht en kracht om eraan te werken dat deze
plaatsen en momenten zich uitbreiden. Sta ons mensen bij. Breek door
verbittering heen. Geef kracht eindeloos opnieuw te beginnen.
Zo bidden wij ....
Wij bidden: verlicht de geest van terroristen en geef ze het inzicht
dat ze een onheilvolle weg volgen. Verlicht de geest van de
veroorzakers van terrorisme en geef ze het inzicht dat ze een
onheilvolle weg volgen. Zo bidden wij ....
Wij bidden U voor Uw gemeente, hier bijeen. Wij bidden voor wie hier
niet aanwezig kunnen zijn. Wij bidden U voor ieder, die hoe dan ook aan
onze zorgen is toevertrouwd. Wij bidden u voor de zieken, voor de
mensen die grote problemen hebben en vooral voor hen die wanhopig zijn.
Wij bidden u voor de mensen om hen heen: hun familie en vrienden.
Geef
hun allen uw sterkte. Zo bidden wij ....
Wij bidden U een ogenblik in stilte …
Wil iemand intenties
hardop willen noemen dan is daarvoor alle gelegenheid.
Zo bidden wij
…
stil gebed...
Amen
Inzameling van de gaven voor een diaconaal doel. (terwijl de tafel in
gereedheid wordt gebracht; ook wordt er gemusiceerd tijdens de
inzameling)
Voorg: Dankgebed.
Heer God, hemelse Vader, aanvaard ons geloof en onze gebeden en zegen
deze gaven, dit brood en deze wijn, die wij U brengen tot eer van Uw
naam en ten dienste van Uw gemeente.
Laat dit dankoffer U welgevallig zijn en een getuigenis van Uw liefde
tot onze naasten.
Dat bidden wij U door Jezus Christus, Uw Zoon, onze Heer. Amen.
Gemeente: Amen.
naar boven
Dankzegging: (de gemeente gaat staan)
allen:
Vg.: Wij danken U, heilige Vader, Heer onze God,
om wille van Jezus Christus, Uw veelgeliefde Zoon,
die Gij geroepen en gezonden hebt,
om ons te dienen en te verlichten,
om aan armen Uw koninkrijk te brengen,
om aan gevangenen Uw verlossing te melden,
om voor ons allen en voorgoed het evenbeeld te zijn
en de gestalte van Uw mildheid en trouw.
Wij danken U voor deze onvergetelijke mens
die alles heeft volbracht wat menselijk is, ons leven, onze dood -
wij danken U dat Hij zich met hart en ziel gegeven heeft aan deze
wereld.
Want in de nacht waarin Hij werd overgeleverd
heeft Hij het brood in Zijn handen genomen.
Hij heeft Zijn ogen opgeslagen naar U, God,
Zijn almachtige Vader.
Hij heeft U dank gezegd, het brood gebroken
en het aan Zijn vrienden uitgedeeld met de woorden:
“Neemt en eet, dit is Mijn lichaam voor u.
Doet dit tot Mijn gedachtenis.”
Zo nam Hij ook de beker, sprak een dankgebed uit en zei:
“Deze beker is het nieuwe verbond in Mijn bloed,
dat voor u en allen vergoten wordt tot vergeving van zonden. Telkens
als gij deze beker drinkt zult gij het doen tot Mijn
gedachtenis.”
allen:
Vg: Bijeen tot Zijn gedachtenis komen wij tot U, o God,
met dit brood en deze beker,
en wij bidden U:
gedenk het offer van de Zoon van Uw liefde
en aanvaard ons offer van lof en dank. Zend Uw Geest op ons neer,
de Geest die levend maakt,
en herschep ons tot mensen
die Uw Zoon laten voorgaan
en niet ophouden U te belijden en elkaar te behoeden,
de ogen gericht op Uw Rijk dat komt.
Voeg ons dan samen met allen die ons zijn voorgegaan, met wie ons lief
waren, en die we moesten verliezen... met de heiligen van naam en de
ontelbare vergetenen, heel Uw mensenvolk, genodigd aan Uw maaltijd.
Gem.: Amen.
Voorg: Komt nu, want alle dingen zijn gereed. De gemeente vormt een
kring.
V: Wenst elkaar de vrede
Men brengt elkaar de vredesgroet en bidt hand in hand:
Communie waarna de diaken zegt: ‘Ga in de vrede van de
Heer’.
Terugkeer naar de zitplaatsen, Gemeente gaat zitten.
Gedicht
Vg: Laten wij samen bidden
Allen: Lieve Heer, laat Uw woord voedzaam zijn als brood en uw liefde
ons doorgloeien als wijn. Dat wij vol zijn van U en open staan voor
elkaar, door Jezus Christus, onze Heer. Amen.
Allen gaan staan:
slotlied: Wat vrolijk over U geschreven staat = Lied 324
Zegen
Hierna luisteren we zittend naar de muziek.
En er is koffie.