Mis
aan de Grot
Vrijdag 17 mei 2019
OPENINGSLIED
Dit is de dag
Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt en gegeven.
Laat ons Hem loven en danken verheugd dat wij leven.
Diep in de nacht heeft Hij verlossing gebracht,
heeft Hij ons licht aangeheven.
Nu zend uw Geest, als een vuur, als een stem in ons midden.
Dat wij van harte elkander verstaan en beminnen.
En zo voortaan eren Gods heilige Naam.
En Hem in waarheid aanbidden.
BEGROETING
SCHULDBELIJDENIS
V.: Broeders
en zusters, belijden wij onze zonden, bekeren
wij ons tot God om de heilige Eucharistie goed te kunnen vieren.
A.: Ik
belijd voor de almachtige God en voor u allen, dat ik
gezondigd heb in woord en gedachte, in doen en laten,
door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote
schuld. Daarom smeek ik de heilige Maria, altijd
maagd, alle engelen en heiligen en u, broeders en
zusters, voor mij te bidden tot de Heer, onze God.
V.: Moge
de almachtige God zich over ons ontfermen, onze
zonden vergeven en ons geleiden naar het eeuwig
leven. Amen.
LIED
Kyrie eleison
GEBED
God, Gij zijt de oorsprong van onze vrijheid en van ons heil.
Verhoor ons vurig gebed: laat allen die Gij hebt verlost door het bloed van uw
Zoon, leven door U en zich in U verheugen over hun eeuwig behoud. Door onze Heer
Jezus Christus, uw Zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de heilige
Geest, God, door de eeuwen der eeuwen. Amen.
Allen
gaan zitten
EERSTE LEZING
Hand.
13, 26-33
In
die dagen, toen Paulus te Antiochië in Pisidië gekomen was, zei hij in de
synagoge: Mannen, broeders, zonen uit Abrahams geslacht en godvrezenden onder u:
tot ons is dit woord van verlossing gezonden. Want doordat de inwoners van
Jeruzalem en hun overheden Jezus niet erkend hebben maar veroordeeld, deden zij
de uitspraken van de profeten in vervulling gaan, die elke sabbat worden
voorgelezen. Ofschoon ze geen enkele rechtsgrond konden vinden voor de
doodstraf, hebben ze van Pilatus geëist dat Hij ter dood gebracht werd. Toen ze
alles hadden voltrokken wat over Hem geschreven staat, namen ze Hem van het
kruishout en legden Hem in een graf. Maar God wekte Hem uit de doden op en
gedurende vele dagen verscheen Hij aan hen die Hem van Galilea naar Jeruzalem
hadden vergezeld. Dezen zijn nu getuigen van Hem voor het volk. Wij dan
verkondigen u de blijde boodschap, dat God de belofte aan de vaderen gedaan,
voor ons, hun kinderen, vervuld heeft door Jezus te doen verrijzen, zoals ook
geschreven staat in de tweede psalm: Gij zijt mijn Zoon, Ik heb U heden verwekt.
LIED:
Psalm 103
Vz.
Barmhartige Heer, genadige God.
Allen: Barmhartige Heer, genadige
God.
Ja, wat de hemel is voor de aarde,
dat is zijn liefde voor hen die geloven.
Zover als het oosten van het westen vandaan is,
zover van ons af werpt Hij al onze zonden.
Hij kent ons toch. Hij is niet vergeten
dat wij gemaakt zijn uit het stof van de aarde.
Mensen, hun dagen zijn als het gras,
zij bloeien als bloemen in het open veld.
Dan waait de wind en zij zijn verdwenen.
Maar duren zal de liefde van God
voor allen die zijn verbond bewaren,
zijn woord behartigen en het volbrengen.
Allen gaan staan
EVANGELIE:
Johannes 14, 1-6
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: "Laat uw hart niet
verontrust worden. Gij gelooft in God, gelooft ook in Mij. In het huis van mijn
Vader is ruimte voor velen. Ware dit niet zo dan zou Ik het u hebben gezegd,
want Ik ga heen om een plaats voor u te bereiden. En als Ik ben heengegaan en
een plaats voor u heb bereid kom Ik terug om u op te nemen bij Mij, opdat ook
gij zult zijn waar Ik ben. Gij weet waar Ik heenga en ook de weg daarheen is u
bekend."
Tomas zei tot Hem: "Heer, wij weten niet waar Gij heengaat: hoe moeten wij
dan de weg kennen?" Jezus antwoordde hem: "Ik ben de weg, de waarheid
en het leven. Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij."
HOMILIE
VOORBEDE
KLAARMAKEN VAN DE ALTAARTAFEL
Er is geen collecte.
GEBED
OVER DE GAVEN
Wees barmhartig, Heer, en neem de offerande aan van uw volk. Wij
bidden U: laat ons, onder uw bescherming, niet de genade verliezen die wij
ontvangen hebben, en in het bezit komen van de eeuwige gaven. Door Christus,
onze Heer. Amen.
Allen gaan staan
PREFATIE
Vg.:
De Heer zal bij u zijn.
Allen:
De
Heer zal u bewaren.
Vg.:
Verheft uw hart.
Allen: Wij
zijn met ons hart bij de Heer.
Vg:
Brengen wij dank aan de Heer,
onze God.
Allen: Hij
is onze dankbaarheid waardig.
Heilige Vader, machtige eeuwige God, om recht te doe aan uw heerlijkheid,
om heil en genezing te vinden zullen wij U danken, altijd en overal door Jezus
Christus onze Heer.
Die met ons onbestendig lot begaan, is vlees geworden, geboren uit de maagd;
die, aan het kruis gestorven, ons gered heeft van de dood die eeuwig duren zou;
die opgestaan voorgoed, ons doet voortleven tot in eeuwigheid. Daarom, met alle
engelen, machten en krachten, met allen die staan voor uw troon, loven en
aanbidden wij U en zingen U toe met de woorden:
LIED:
Sanctus
EUCHARISTISCH GEBED
Vg.:
Gij zijt waarlijk heilig, onze Heer, de bron van alle heiligheid. Heilig
dan deze gaven, met de dauw van uw heilige Geest, dat zij voor ons worden tot
Lichaam en Bloed van Jezus Christus onze Heer.
Toen Hij werd overgeleverd en vrijwillig zijn lijden op zich nam, nam Hij
het brood, sprak de dankzegging uit, brak het en gaf het aan zijn leerlingen met
deze woorden: 'Neemt en eet hiervan gij allen, want dit is mijn Lichaam, dat
voor u gegeven wordt’.
Zo nam Hij na de maaltijd ook de kelk, sprak opnieuw de dankzegging uit,
en gaf hem aan zijn leerlingen met deze woorden: 'Neemt deze beker en drinkt
hier allen uit, want dit is de beker van het nieuwe altijddurende Verbond, dit
is mijn Bloed dat voor u en alle mensen wordt vergoten tot vergeving van de
zonden. Blijft dit doen om Mij te gedenken'.
Verkondigen wij het mysterie van het geloof.
Allen:
Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen
wij de dood des Heren, totdat Hij komt.
Vg.:
Zijn dood en verrijzenis indachtig, God, bieden
wij U aan het levensbrood en de kelk van het heil. Wij danken U omdat Gij
ons waardig keurt om voor uw aangezicht te staan en uw heilige dienst te
verrichten.
Zo delen wij in het Lichaam en Bloed van Christus en wij smeken U dat wij
door de heilige Geest worden vergaderd tot één enige kudde.
Denk toch, Heer, aan uw kerk, verspreid over
de hele wereld, dat haar liefde volkomen wordt,
één heilig volk met Franciscus, onze Paus, de
bisschop van Lourdes, Nicolas, met alle
bisschoppen en met allen die uw heilig
dienstwerk verrichten.
Gedenk ook onze broeders en zusters die reeds ontslapen zijn in de hoop der
verrijzenis, ja, alle gestorvenen dragen wij op aan uw zorg. Neem hen aan en
laat hen verschijnen in het licht van uw gelaat.
Wij vragen U, ontferm U over ons allen, opdat wij tezamen met Maria, de
Moeder van Christus, met de heilige Jozef, haar bruidegom, met de apostelen, de
heilige Bernadette, en met alle heiligen, die hier eens leefden in uw
welbehagen,
waardig bevonden worden het eeuwig leven deelachtig te zijn en U loven en
eren. Door Jezus Christus, uw Zoon.
Door
Hem en met Hem en in Hem zal uw naam geprezen zijn, Heer onze God almachtige
Vader, in de eenheid van de heilige Geest, hier en nu en tot in eeuwigheid.
Allen:
Amen
ONZE VADER
V.:
Aangespoord door een gebod van de Heer en door zijn
goddelijk
woord onderricht durven wij zeggen:
A.:
Onze Vader, die in de hemel zijt;
Uw naam worde geheiligd;
Uw rijk kome;
Uw wil geschiede op aarde
zoals in de hemel.
Geef ons heden ons
dagelijks brood;
en vergeef
ons onze schulden, zoals ook wij vergeven
aan onze schuldenaren
en breng ons niet in beproeving maar
verlos ons van
het kwade.
V.: Verlos
ons Heer van alle kwaad, geef genadig vrede in
onze dagen, dat wij gesteund door uw barmhartigheid, altijd vrij mogen zijn van
zonde
en beveiligd tegen alle angst en onrust,
terwijl wij uitzien naar de zalige vervulling van onze hoop, de komst van onze
Verlosser Jezus Christus.
A.:
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de
heerlijkheid in
eeuwigheid.
GEBED OM VREDE
V.: Heer Jezus Christus, Gij hebt aan
uw apostelen gezegd:
‘Vrede
laat Ik u; mijn vrede geef Ik u’, let niet op onze
zonden
maar op het geloof van uw kerk; vervul uw
belofte:
geef vrede in uw naam en maak ons één. Gij,
die leeft in eeuwigheid.
A.: Amen
V.: De vrede des Heren zij altijd met u.
A.: En met uw geest
D.: Wenst elkaar de vrede
LIED:
Agnus Dei
COMMUNIE
Tijdens de communie speelt het
koperkwintet van de ‘Regiments Fanfare Garde Grenadiers en Jagers’.
SLOTGEBED
Heer, blijf allen die Gij gered hebt met uw liefde omringen. Wij
bidden U: laat hen die verlost zijn door het lijden en sterven van uw Zoon, een
bron van vreugde vinden in zijn verrijzenis. Door Christus onze Heer. Amen.
ZENDING
EN ZEGEN
LIED:
Te Lourd’ op de bergen
Te
Lourd’ op de bergen verscheen in een grot,
vol glans en vol luister de Moeder van God.
Ave, ave, ave Maria! Ave, ave, ave Maria!
Zij riep Bernadette, een nederig kind,
‘Wie zijt Gij’ vroeg ’t meisje, die U daar bevindt?’
Ave, ave, ave Maria! Ave, ave, ave Maria!
‘Ik ben de onbevlekte en zuivere maagd:
gans vrij van de zonde heb ik God behaagd.’
Ave, ave, ave Maria! Ave, ave, ave Maria!
Woord van Welkom
Openingsgebed
Eerste Statie: Jezus wordt ter dood veroordeeld
L
Wij aanbidden U en loven U, onze Heer, Jezus Christus
A
Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebt verlost
L1
De hogepriesters hitsten de menigte op, dat Pilatus liever de
moordenaar Barabbas moest vrijlaten. Daarop zei Pilatus hun: “Wat wilt u dan
dat ik doe met hem die u de koning van de Joden noemt?” Zij schreeuwden weer:
“Kruisig hem!” Pilatus zei tegen hen: “Wat voor kwaad heeft hij dan
eigenlijk gedaan?” Maar zij schreeuwden nog harder: “Kruisig hem!” Omdat
Pilatus het volk tevreden wilde stellen, liet hij Barabbas vrij, en Jezus liet
hij geselen en leverde hij over om gekruisigd te worden.
L2 Op de brigade waar je werkt, nemen ze het niet zo
nauw met de nachtdiensten. Jij snapt er niks van. Hoe kunnen ze zo slordig
omgaan met hun verantwoordelijkheid? Voorzichtig spreek je mensen aan op hun
gedrag, maar ze doen of ze je niet horen. Schaamteloos komen mensen op dienst
met slaapzakken en kussens. Dat kan toch niet? Je merkt dat collega’s je sinds
die opmerkingen uit de weg gaan, je links laten liggen. Alsof jij degene bent,
die iets verkeerd doet. De commandant voelt ook nattigheid en spreekt jou er op
aan. “Wat gebeurt er daar bij jullie? Wat wordt er voor kwaad gedaan?” Je
kunt niet anders dan eerlijk antwoorden. Eindelijk is er iemand die naar je
luistert. De commandant geeft de brigade een milde berisping: want “wat voor
kwaad is er gedaan?”. Maar jouw positie wordt onhoudbaar: ‘verrader’ wordt
er gesist en ‘matennaaier’. Deze woorden ken je wel. Militairen gebruiken
het vaker naar collega’s van de marechaussee. Maar nu hoor je het uit jouw
eigen groep! Dezelfde commandant regelt een overplaatsing voor je naar een
andere plek. Want de collega’s willen van jou af. Je ligt er wakker van. Ook
zonder nachtdienst. Het woord ‘verrader’ blijft aan je kleven ook op de
nieuwe brigade. Terwijl je mensen alleen maar wilde wakker schudden.
L3
De vijand is niet altijd ‘de ander’, die aan de andere kant van
de streep staat. De vijand kan ook je naaste zijn. Iemand waarvan je denkt dat
hij is zoals jij. Soms komt de dreiging van binnenuit. Zo wordt Jezus
veroordeeld door zijn eigen mensen. Niet de Romeinen vinden Jezus bedreigend,
maar het volk waar Jezus zelf deel van uitmaakt!
Het kan heel moeilijk zijn om je eigen groep aan te spreken op wat ze niet
goed doen. Vaak houden we liever onze mond. Om zelf niet uit de groep te worden
verstoten. We weten wat er gebeurt als je opstaat tegen de groep. In plaats van
dat er naar jou geluisterd wordt, word je afgedankt. Alsof jíj de verrader
bent. Terwijl je toch het beste voor hebt met iedereen. Je wil alleen
waarschuwen. Jouw team beter maken. Wakker schudden.
Tweede Statie:
Jezus neemt het kruis op
L
Wij aanbidden U en loven U, onze Heer, Jezus Christus
A
Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebt verlost
L1
Ze namen dus Jezus over. Hij droeg zelf het kruis en ging de stad uit,
naar het zogeheten schedelveld, in het Hebreeuws Golgotha.
Nog geen week geleden hield je een triomfantelijke intocht in Jeruzalem. De
mensen stonden langs de kant van de weg toen je langs liep. Ze zwaaiden met
palmbladeren en riepen je toe: “Gezegend de koning, die komt in de naam des
Heren. Vrede in de hemel in eer voor jou in de hemel.” En nu, nu je begonnen
bent aan je laatste gang, staan ze er weer. Je bent sensatie geworden en je
wordt bespuwd en uitgejouwd.
L2
Eén van mijn taken in het vrouwenkamp was helpen sjouwen bij het
foerageren. Zwaar werk en we kregen om niets slaag van de Jap. Ik had het geluk
dat ik mijn oudste zoon heel af en toe kon zien, hij zat soms op de vrachtauto
om de zware zakken te lossen. Het laatste halfjaar werd ook mijn jongste zoon
bij me weggehaald. Hij was bijna tien, dat hielden ze heel precies bij. Het was
zo’n schat van een jongen en heel knap om te zien. Dat hij weg moest, was voor
mij de druppel die de emmer deed overlopen.
Hij kwam bij de oude heren terecht en zo klein als hij was, moest hij al helpen
in de ziekenbarak. De heren waren erg op hem gesteld. Af en toe gaven ze hem wat
geld. Maar als ze stierven, moest hij ze afleggen.
Stel je voor, een kind van tien jaar. En het waren geen normale lijken, maar
lichamen opgezwollen van vocht. Dat heeft hij maanden moeten doen, een kind dat
zijn leven nog moet beginnen.
L3
Soms kan een situatie van de ene op de andere dag veranderen. Zo heb je
je zoon nog bij je. In een kamp, dat is waar. Maar hij is nog bij je. De
volgende dag moet je ook van hem afscheid nemen. Uitziend naar toevallige
ontmoetingen, net als je eerste zoon die al eerder van je was gescheiden. Maar
je kunt trots zijn op de jongens. Hoe ze hun kruis opnemen. Ze zijn sterker dan
je dacht. En gelukkig zijn er ook altijd weer mensen die je goedgezind zijn, een
helpende hand reiken. Niet iedereen blijft aan de kant staan. Om te juichen of
uit te jouwen. Lijden en verdriet horen net zo bij het leven als voorspoed en
vreugde. Dat geldt voor iedereen. Maar wat betekent dit voor ons? Wanneer het
noodlot ons in de kladden grijpt? En kunnen wij in de lijdende mens onze naaste
zien? Durven wij meer te zijn dan toeschouwer? Kunnen wij Christus ontmoeten in
die naaste wanneer wij ons zijn lot aantrekken.
Derde Statie:
Jezus valt onder het kruis
L
Wij aanbidden U en loven U, onze Heer, Jezus Christus
A
Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebt verlost
L1
Verzwakt door het bloedverlies als gevolg van de geseling, struikel je
onder het gewicht van je kruis. Maar meer nog dan het bloedverlies, zuigt de
haat van de menigte rondom je al je kracht uit je weg.
De enige weg die voor je ligt is het vooruitzicht van een afschuwelijke dood.
Toch sta je weer op. Je kunt nu niet opgeven, je taak is nog niet volbracht.
L2
Het voertuig voor ons werd getroffen door een bermbom. Ik was er snel
bij. Een van de getroffen jongens was er verschrikkelijk aan toe. Hij zat onder
de bloedspatten door de kleine scherfjes in zijn huid. Geen ademhaling, geen
hartslag. Onder het reanimeren realiseer ik me dat hij het niet kan overleven.
‘Een reanimatie die voortkomt uit een trauma, slaagt nooit’. Het is een zin
die ik letterlijk heb onthouden uit mijn medicijnstudie. Ik zie het onder mijn
ogen gebeuren, maar de opdracht geven om te stoppen komt niet in me op. Tegen
beter weten in prik ik nog een infuus. Hij reageert nergens op. We leggen hem op
een draagbaar. Hij is ingeladen in de ziekenauto voordat ik er erg in heb.
‘Hij moet nog wel geïntubeerd worden’, schiet er door mijn hoofd. Zijn
infuus sneuvelt bij het inladen. ‘De kans dat een traumatische reanimatie
slaagt, is nihil’, repeteert het in mijn hoofd. Dat kan wel wezen, maar we
gaan niet rijden voordat die buis in zijn luchtpijp zit. In de veilige omgeving
van die operatiekamer tijdens mijn stage anesthesiologie al een dingetje, maar
een peulenschil vergeleken bij dit stoffige, hete en chaotische oorlogstafereel.
‘De kans dat een traumatische reanimatie slaagt is nihil’: deze woorden van
de anesthesioloog dreunen maar door mijn hoofd. En toch wil het niet opgeven. Ik
geef de ziekenauto pas het vertreksein als ik met veel moeite de buis heb
geplaatst.
L3
Vallen kun je op veel manieren. Vallen onder een verleiding. Vallen onder
het verpletterend gewicht van een boodschap van slecht nieuws: een ongeneeslijke
ziekte heeft zich geopenbaard, je vrouw is er met je beste vriend vandoor, je
zoon heeft zijn studie opgegeven, je dochter is opgenomen in de psychiatrie.
De vrouwelijke arts uit het bovenstaande verhaal valt onder de idealen die ze
tijdens haar opleiding heeft meegekregen, de artseneed die vraagt dat ze tot het
uiterste haar best moet doen voor een patiënt. Ze weet het, deze militair wil
ze niet opgeven. Tot het laatst toe, tegen beter weten in, blijft ze hoop
houden. Omdat ze niet anders kan. Omdat opgeven betekent hem aan de dood
verliezen. Stoppen is geen optie ook al weet ze wel dat het niet meer kan. De
grens is bereikt, maar wat is ze bang voor wat er achter die grens zit...
Vierde Statie:
Jezus ontmoet zijn moeder
L
Wij aanbidden U en loven U, onze Heer, Jezus Christus
A
Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebt verlost
L1
Uit de evangelische verhalen wordt duidelijk dat Maria, je moeder, je
heeft gevolgd op je tocht door Palestina. Ze was erbij toen je de Goede
Boodschap verkondigde van een God die als een Vader voor de mens is. En ook nu
volgt ze je, staat ze tussen het joelende publiek. Met een gebroken hart blijft
ze bij je op je laatste gang, op weg naar je einde. Ze loopt niet weg voor je
keuzes. Ze wil bij je blijven, ook al breekt het haar hart. Jij kunt niet anders
dan je weg te gaan tot het einde toe.
En zij kan ook niet anders dan met je mee lopen. Tot het einde toe. Met een
bloedend hart.
L2
Vorig jaar is mijn oudste zoon met leeftijdsontslag gegaan uit het Korps
Mariniers. Ik heb nog een zoon bij defensie, hij zit bij de landmacht. Hij gaat
voorlopig nog niet met ontslag. Hij heeft voor een nieuwe regeling gekozen,
waardoor hij nog een paar jaar langer mag dienen. Ik ben blij voor hem, hij is
een echte militair die geniet van zijn werk. Maar wat schrok ik toen hij het
vertelde. Mijn oudste zoon is zeven keer op uitzending geweest. En deze vijf
keer. Twaalf keer heb ik dus een zoon in een oorlogsgebied gehad. Cambodja,
Bosnië, Afghanistan, Somalië. Ik had nog nooit van deze landen gehoord en nu
staan ze op mijn netvlies gebrand. Het zijn namen die me nog altijd doen
huiveren.
Mijn zonen weten het niet hoor, maar wat ben ik bang geweest, al die twaalf
keren. Wat heb ik een hoop kaarsjes gebrand bij het Mariabeeld in de kerk. ‘Ik
heb de oorlog als jong meisje overleefd, neem nu alsjeblieft niet mijn zonen van
me af’. Tegen mijn zoon heb ik maar gezegd dat ik trots op hem ben en dat ik
blij ben dat hij langer kan blijven. En dat ik hem altijd zal steunen. Maar diep
in mijn hart……..[1]
L3
Altijd zijn het de moeders die achterblijven. Ze hebben het leven
gegeven, met liefde gevoed, de eerste wankele stapjes begeleid, getroost als er
gevallen werd, wakker gelegen bij de eerste avond uit. Onvoorwaardelijke liefde.
En de zorg die blijft. Tot het einde toe.
Vijfde Statie:
Simon van Cyrene helpt Jezus zijn kruis te dragen
L
Wij aanbidden U en loven U, onze Heer, Jezus Christus
A
Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebt verlost
L1
Toen ze hem wegvoerden, hielden ze een zekere Simon uit Cyrene aan,
die van zijn akker kwam; hem lieten ze het kruis achter Jezus aan dragen.
Er daagt hulp op, uit een onverwachte hoek. Een boer, die van zijn
land komt, moet van de soldaten je kruis helpen dragen. Je aanvaardt het, bent
blij met de krachtige schouders die je last van je overnemen. Maar hoeveel
liever was het je geweest, als iemand spontaan naar voren was gekomen om je te
helpen. Toch kijk je hem dankbaar aan. Voor hem is het ook niet leuk, samen met
jou deze vernedering te moeten ondergaan, ook al mag hij het kruis straks
wegleggen.
L2
Hagen, de Duitse industriestad waar ik als dwangarbeider was
tewerkgesteld, werd geregeld gebombardeerd door de geallieerden. Aan het einde
van de oorlog lieten de Amerikanen een bommentapijt vallen. In één keer werd
een heel stuk van de stad opgeblazen. Het is een wonder dat ik er levend ben
uitgekomen.
Stel je zo’n straat voor als de Kalverstraat in Amsterdam, met aan weerskanten
huizen van drie, vier, vijf verdiepingen hoog. En alles is vuur, grote tongen
likken omhoog, je voelt die hitte, en die enorme zuiging, een vuurstorm. En
daaruit moet je zien weg te komen. Er kwam iemand naast me lopen die me de weg
wees, dat is het wonderlijke. We hebben niet met elkaar gepraat, ik heb die
persoon nooit meer gezien, maar hij wees me de weg uit de vuurstorm. Misschien
heb ik het me allemaal maar verbeeld, ik weet het niet. Nee, ik ben er wel zeker
van, er was iemand die me de weg wees, alleen was ik er nooit uitgekomen.
L3
Op het moment dat je geen uitweg ziet, het niet meer alleen kan, daagt er
hulp. Soms uit onverwachte hoek. Iemand die je de weg wijst uit de vuurstorm.
Iemand die je weer op het spoor zet. Je last helpt dragen. Deze ‘reddende
engelen’ kunnen we overal om ons heen zien. Militairen, oplettende burgers,
mantelzorgers… Mensen die niet aan de kant blijven staan kijken. Maar een stap
naar voren doen.
Zesde Statie:
Veronica droogt het gezicht van Jezus af
L
Wij aanbidden U en loven U, onze Heer, Jezus Christus
A
Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebt verlost
L1
Voorwaar ik zeg u: “Al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten
van mijn broeders hebt gij voor mij gedaan”. De naam van Veronica zoeken
we tevergeefs in het evangelie, maar de traditie heeft haar op je laatste weg
geplaatst.
Tussen alle haat en het geschreeuw van de omstanders, bood ze je even
ondersteuning. Ze wiste het zweet en bloed van je gezicht. Even menselijk
contact, een aanraking. Op de onmenselijke weg van het lijden gaf ze je je leven
terug. Was je even toevertrouwd aan de zorg van haar handen. Maar hoe moeilijk
moet het voor Veronica zijn geweest, alleen maar je gezicht te kunnen afvegen.
Ze had zoveel meer willen doen om je leed te verzachten.
L2
In het mortuarium in Kandahar werd het lichaam van een Amerikaanse
militair binnengebracht. Hij had bij een vuurgevecht met de Taliban een kogel in
het hoofd gekregen. Zijn gezicht was onbeschadigd maar de achterkant van zijn
hoofd was helemaal weg. Toen we hem op de tafel hebben gelegd zat ik onder bloed
en vocht. Terug in Nederland heeft het beeld me nooit meer los gelaten. Een paar
jaar later heb ik zijn weduwe in Amerika op kunnen zoeken. Daar in haar huisje,
vol met herinneringen aan haar man heb ik haar verteld hoe smerig ik me heb
gevoeld door het bloed van haar partner. Over hoe ik me maar bleef wassen en dat
het me maar niet lukte het eraf te wassen.
Ik was belast met het bloed van haar levenspartner en dus stond ik hier. ‘If you don’t want it give it to me. I want his
blood’. Wat moest ik doen, wat voelde ik me onhandig.
Het had iets onnozels zoals we daar stonden. Ik legde mijn handen in die van
haar. ‘Take it’, zei ik maar, omdat ik niets beters wist te verzinnen.
Ze wreef met allebei haar handen over die van mij en het kippenvel trok door
mijn lijf. We huilden. Meer kan ik er niet van maken.[2]
L3
Soms is het niet genoeg. Soms zou je zo veel meer willen doen. Zou je
de tijd terug willen draaien. Het verdriet over willen nemen, het op je eigen
schouders willen laden. En als dat niet kan, je het lijden niet echt kunt
oplossen, is er de verleiding je hoofd af te wenden. Dan maar weer te gaan: je
kunt immers toch niks doen. Maar hoe belangrijk is het om niets meer te doen dan
er maar gewoon te zijn. En schutterend en aarzelend de ander bij de hand te
nemen. Je zorgzame hand uitsteken zodat iemand zich even gedragen kan voelen.
Zevende Statie:
Jezus valt voor de tweede maal
L
Wij aanbidden U en loven U, onze Heer, Jezus Christus
A
Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebt verlost
L1
Ondanks de hulp van Simon, val je weer. De soldaten schoppen je vloekend
overeind. Je moet doorgaan, want zij willen op tijd klaar zijn met hun taak,
zodat ze kunnen genieten van een welverdiende rust na gedane arbeid.
L2
De woorden van de vrouw van een Indië veteraan: “Ik zou verdrietig
moeten zijn dat mijn man dement aan het worden is. En dat ben ik ook wel,
natuurlijk. Maar aan de andere kant zie ik ook dat er zoveel herinneringen bij
hem aan het wegvallen zijn.
Herinneringen waar hij zo onder geleden heeft. Weet u, de laatste maanden heeft
hij geen nachtmerries meer gehad. We zijn begin jaren ‘50 met elkaar getrouwd.
En ik kan niet voor de geest halen dat hij ooit één rustige nacht heeft gehad.
Hij kon zo geplaagd worden in zijn slaap door de beelden uit Indië. Hij kon zo
in paniek zijn door zijn dromen, zo letterlijk om zich heen slaan, dat ik vaak
maar niets anders wist dan maar op hem te gaan liggen om hem te bedaren. Hij is
dement aan het worden. En ja dat is verdrietig. Maar wat geniet ik dat ik nu
eindelijk in de nacht gewoon tegen hem aan kan liggen.”
L3
Veel veteranen verlangen naar rust in hun hoofd en kalmte in hun lijf.
Dingen die ze hebben meegemaakt blijven door hun gedachten spoken. Vooral ’s
nachts neemt het hen in beslag. Zwetend worden ze wakker, bang om te gaan
slapen. Het gevoel van onveiligheid belemmert hen zich te ontspannen en zich
over te geven aan een droomloze slaap. Met slaapmedicatie verdoven ze hun
lichaam naar een kunstmatige ontspanning, verlamming van de verkrampte en mooie
ledematen. Met alcohol wordt de malende … gedachte…stroom … even .. ver…
traag .. d.
Achtste Statie:
Jezus ontmoet de wenende vrouwen
L
Wij aanbidden U en loven U, onze Heer, Jezus Christus
A
Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebt verlost
L1
Een grote massa mensen volgde hem; er waren vrouwen bij, die om hem
rouwden en treurden.
Jezus draaide zich om en zei tegen
hen: “Vrouwen van Jeruzalem, huil niet om mij, huil liever om uzelf en uw
kinderen. Want er komen dagen dat men zal zeggen: ‘Gelukkig de onvruchtbaren,
de schoot die niet heeft gebaard en de borsten die niet hebben gezoogd.’ Dan
zal men zeggen tot de bergen: ‘Val op ons’, en tot de heuvels: ‘Bedek
ons.’ Want als ze dit doen met het groene hout, wat moet er dan gebeuren met
het dorre?”
L2
De woorden van Majoor Maria Donk, militair gender adviseur vanuit de VN
in Libanon: “De VN-resolutie erkent de belangrijke rol van vrouwen bij het
voorkomen en oplossen van een conflict, dus daarmee de opbouw van vrede.
Lidstaten worden opgeroepen om vrouwen te betrekken bij alle processen rondom
conflictpreventie, vredesopbouw en vredeshandhaving. Zij moeten een plaats
krijgen aan de onderhandelingstafel. De VN streeft naar 16% vrouwelijke
blauwhelmen (dat is nu 4,5%). Als vrouwelijke militairen zijn wij makkelijker
benaderbaar voor de lokale vrouwen. De mannen praten met de mannen en wij met de
vrouwen. Dan helpt zo’n Nederlands vlaggetje op mijn mouw”. Met de laatste
opmerking verwijst majoor Maria Donk naar het positieve contact tussen de UNFIL
militairen met de Libanese bevolking.[3]
L3
Vrouwen lopen in een conflict dubbel gevaar. Fysiek minder sterk en
kwetsbaar voor seksueel geweld. Wanneer mannen sneuvelen, blijven zij, met de
kinderen, achter. Moederziel alleen. Na de rouw om het verlies van hun man komt
het verdriet en de zorg om hun kinderen en henzelf.
Maar behalve slachtoffers kunnen vrouwen belangrijk werk doen in
conflictsituaties. Gelukkig is er
steeds meer oog voor de zachte krachten van vrouwen in het conflictgebied waar
zij een verbindende rol kunnen hebben. Binnen de gemeenschap kunnen zij veel
invloed uitoefenen. Daarnaast zijn vrouwen voor militaire operaties een
belangrijke bron van informatie. Ook om die reden zijn vrouwen binnen de
krijgsmacht onmisbaar.
Hun inzet zien we ook in situaties van wederopbouw. Zoals nu in Syrië waar
weinig mannen over zijn die het opbouwwerk kunnen doen. De vrouwen nemen het
gereedschap op om hun land weer op te bouwen. Als bouwvakker, elektricien of
bakker.
Negende Statie:
Jezus valt voor de derde maal
L
Wij aanbidden U en loven U, onze Heer, Jezus Christus
A
Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebt verlost
L1
Je bent aan het eind van je krachten. Alles is uit je geperst. Aan het
eind van de steile weg zie je de plek opdoemen, waar ze dadelijk jouw kruis
oprichten. Het wordt je zwart voor de ogen en je gaat neer. Nooit meer opstaan,
alles vergeten, dat is het enige wat je verlangd. Maar nee, ik heb het aan mijn
Vader beloofd, ik sta weer op. Nog 100 meter, het kan, moet lukken.
Niet voor mezelf, maar voor de mensen, die mijn broeders en zusters zijn.
L2
Bij het sociaal-medisch ochtendoverleg hoor ik dat één van onze
soldaten is opgenomen in de role 2. Hij heeft een grote ontstoken steenpuist op
zijn achterwerk die chirurgisch behandeld moet worden. Als ik hem opzoek, loop
ik door het ziekenzaaltje waar twee locals zijn opgenomen. Ik passeer een
jongeman die door een longtop is geschoten. Hij vecht om adem, hij vecht voor
zijn leven. Daarnaast ligt een vrouw die net is binnengebracht. Ze is met
accuzuur overgoten, haar gezicht lijkt gesmolten. Het is de manier waarop hier
ruzie tussen twee vrouwen soms beslecht wordt. Onze soldaat, keurig afgescheiden
van de locals, ligt op zijn buik. Ik ben echt begaan met hem. Hij is wat
koortsig en heeft duidelijk pijn. Fijn dat ik wat voor hem kan betekenen. Terug
in mijn tent word ik overvallen door een plotseling onbehagelijk gevoel. De
jongeman met zijn schotwond en de met zuur overgoten vrouw hebben me gewoon niet
geraakt. Pas bij de soldaat met zijn steenpuist voelde ik compassie. Daar sta je
dan met je prachtige ideeën, dat ieder mens schepsel van God is; dat ieder mens
een naaste is. Na vijf maanden in deze uitzending is dat gewoon niet meer waar.
Mijn leven is op zijn kop aan het raken. Ik ben mezelf aan het verliezen, tot in
mijn diepste vezels![4]
L3
Jezus heeft zijn kruis gedragen voor ons. Zijn lijden kon ons verlossen.
Hij is de weg gegaan.
Niet vrijwillig; niet omdat hij het lijden heeft opgezocht. Het kruis zocht hem.
En hij heeft zich er niet voor verstopt. Hij deed dit niet voor hemzelf maar
voor ons die hij broeders en zuster noemt. Het stelt ons de vraag: ‘Wie noemen
wij broeder of zuster?’ Alleen de mensen uit onze eigen familieband, onze
kring van buren en vrienden. Of kunnen we ons hart groter maken en mensen
toelaten die verder van ons af staan? Nieuwkomers uit andere culturen en landen.
Mensen met een ander geloof of politieke voorkeur? Kunnen ook wij voor hen een
kruis dragen; iets doen waar we zelf niet beter van worden? Omdat Jezus ons dit
heeft voorgedaan. Ik sta op voor mijn broeders. Ik sta voor mijn zusters. Niet
voor mezelf maar voor de mensen. Dan staan we daadwerkelijk in het spoor van
Jezus.
Tiende Statie: Jezus wordt van zijn kleren beroofd
L
Wij aanbidden U en loven U, onze Heer, Jezus Christus
A
Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebt verlost
L1
Nadat ze hem gekruisigd hadden, verdeelden ze zijn kleren onder elkaar
door er om te dobbelen.
Het Rijk Gods is niet alleen een hemels rijk, maar eentje dat door mensen in
het hier en nu verwezenlijkt kan worden. Dat is misschien wel de kern van je
boodschap. Door ogenschijnlijk kleine levensregels, zoals ‘de naakten
kleden’. En dat nemen ze nu van je af. Naakt laten ze je aan het kruis hangen.
Om je kleren wordt gedobbeld. Het Rijk Gods ten einde?
L2
Op 23 juli was Rico op een verkeerd tijdstip op een verkeerde plaats en
werd een kogel van een vreselijk domme collega hem noodlottig en het enige wat
je dan wilt is zo snel mogelijk naar je zoon, maar dat was op dat moment
onmogelijk. Niets is meer zoals het was en zal ook nooit meer zo worden. Het
doet vreselijk veel pijn dat je niets voor je kind hebt kunnen doen en dat je er
niet voor hem was op het moment dat hij je nodig had. En al heeft hij daar maar
slechts 46 dagen zijn werk kunnen doen, ik durf te zeggen dat hij zijn steentje
heeft bijgedragen aan een klein stukje vrede op deze aarde. De geur aan de
kleding van Rico, toen dit allemaal terug kwam uit Cambodja, ruik ik nog. Vaak
heb ik gedacht om naar Cambodja te gaan, omdat ik die geur wil proeven en voelen
wat hij gevoeld heeft en naar de plek om te voelen waar zijn hart is gestopt met
het leven voor de mariniers.
L3
Kleding lijkt misschien maar een simpel omhulsel, om ons naakte lichaam
te bedekken, om ons warm te houden. Maar kleding betekent meer; zeker in het
leger. De uitstraling van het uniform verandert iemand; hij wordt van burger
militair. Het afnemen van iemands kleding is een ultieme vorm van verlies en
staat voor machteloosheid. Iemand zijn identiteit, wie hij is, wordt afgepeld.
Elfde Statie:
Jezus wordt aan het kruis genageld
L
Wij aanbidden U en loven U, onze Heer, Jezus Christus
A
Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebt verlost
L1
Er werden ook nog twee misdadigers weggevoerd om samen met hem ter
dood te worden gebracht. Toen ze op het zogenaamde Schedelveld kwamen, sloegen
ze hem daar aan het kruis, en ook die twee misdadigers, de een rechts en de
ander links van hem. Jezus sprak: “Vader, vergeef het hun, want ze weten niet
wat ze doen.”
Daar, hangend aan je kruis, volbreng je het onmogelijke: je vergeeft
je beulen. Hier wordt onze gewone-mensen-moraal van het gezond verstand en het
‘oog om oog, tand om tand,’ eens en voorgoed gekruisigd. Voortaan kan
niemand meer zeggen, dat vergeven niet kan, omdat dit toch echt te erg was. Jij
hebt het voorgedaan, we hoeven jou slechts na te volgen door ons kruis op te
nemen. Want jouw last is licht en jouw kruis is zacht. Niet voor jou, maar voor
ons, als wij in jou geloven. Help ons, Heer!
L2
Op vrijdagochtend, vlak voordat hij de poort van de kazerne binnen zal
gaan om de blauwe baret in ontvangst te nemen, overlijdt op het Opleidings- en
Trainings Centrum van de Koninklijke Marechaussee een cursist: Kelvin. Na een
week in het veld, lopen de
marechaussees in opleiding achter het trompetterkorps door een erehaag de
poort binnen, waarna ze worden gehuldigd. Maar Kelvin zal niet worden gehuldigd.
Vlak voor het einde valt hij om. Het lijkt onschuldig, maar Kelvin zal
overlijden aan hittestuwing.
Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Vele onderzoeken later volgt de conclusie
van het veiligheidsrapport; defensie aanvaardt aansprakelijkheid. Een schok voor
de verantwoordelijke kaderleden: ‘Wordt daarmee de vinger naar hen als
schuldigen gewezen?’ Want waar een slachtoffer is, is ook een dader; zo
redeneert de marechaussee. De kaderleden hebben het gevoel dat ze worden
veroordeeld. Is hun schuldgevoel al een kruis dat ze moeten dragen?
Er volgt een briefing en een groepsgesprek met de betrokken collega’s. Maar de
uitleg van de generaal, de arts en de onderzoekscommissie kunnen hun last niet
verlichten. Eén marechaussee, ex-leerling, kan het wel; hij neemt het woord om
de aanwezigen toe te spreken en zegt: “Ik
heb mezelf ook vaak afgevraagd of ik iets had moeten doen. Kelvin was mijn
buddy…! Maar niemand heeft dit kunnen voorkomen. Ook jullie als kader niet.
Wij zijn allemaal juist heel dankbaar voor wat jullie ons hebben geleerd. Wat er
met Kelvin is gebeurd. Daar kan niemand wat aan doen.”
L3
Als ik zou zeggen dat hier woorden van vergeving worden uitgesproken, zou
het weer naar schuld wijzen. Maar ik kan wel zeggen dat hier een last werd
verlicht, een kruis werd zacht gemaakt. Eindelijk is er weer toenadering tussen
de kaderleden en hun voormalige leerlingen. Er wordt op schouders geslagen en
hier en daar een onhandige knuffel. Geen verwijten, geen schuldige. Wel een
groep mensen die een kameraad is verloren. Want we wisten het niet. Niemand wist
wat er met Kelvin aan de hand was op het moment dat hij in elkaar zakt.
Twaalfde Statie:
Jezus sterft aan het kruis
L
Wij aanbidden U en loven U, onze Heer, Jezus Christus
A
Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebt verlost
L1
Vanaf het zesde uur viel er een duisternis over het hele land, tot aan
het negende uur toe. Omstreeks het negende uur
riep Jezus met luider stem uit: ‘Eli, Eli, lemach sabaktani’. Dat wil
zeggen: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten’. Enkelen uit de
omstanders die het hoorden, zeiden: ‘Hij
roept om Elia’. Onmiddellijk daarop ging een van hen een spons halen, drenkte
die in zure wijn, stak ze op een rietstok en bood hem te drinken. Maar de
anderen zeiden: ‘Laat dat. Wij willen eens zien of Elia hem komt redden’.
Jezus slaakte andermaal een luide kreet en gaf de geest.
~ Stilte ~
L2
Sterven hoort net zo bij ieders levensverhaal als geboren worden. Maar
wat is die dood in werkelijkheid soms meedogenloos hard. Voor leerlingen van
Jezus en zijn moeder, stopte hun leven toen Jezus met een luide kreet de geest
gaf.
De dood is de scherprechter in het leven die helaas niet alleen een genadig
gezicht heeft. Hij is ook rauw, verterend en laat mensen met lege handen staan.
Hij slaat toekomst aan diggelen.
Dertiende Statie: Jezus wordt van het kruis afgenomen
L1
Op afstand stonden daar ook veel vrouwen te kijken. Ze waren Jezus
gevolgd uit Galilea en hadden hem onderhouden. Daar waren ook Maria van Magdala,
Maria de moeder van Jakobus en Jozef en de moeder van de zonen van Zebedeus bij.
Toen het avond geworden was, kwam een rijk man uit Arimatea, die Jozef heette;
ook hij was leerling van Jezus geworden. Hij vervoegde zich bij Pilatus om het
lichaam van Jezus te vragen. Pilatus gaf toen bevel het af te staan.
L2
Tijdens een dag voor het thuisfront van uitgezonden militairen van
verschillende missies vraag ik de partners en ouders of hun militair wel eens
spreekt over de missie. Ik laat hen kiezen van ‘Helemaal nooit’ tot ‘juist
tot vervelends toe’. Uit de antwoorden blijkt dat de meeste militairen
nauwelijks spreken over de missie; ze houden hun thuisfront op afstand van het
werk. Samengevat in de gevleugelde uitspraak: ‘What happens in the army, stays
in the army’.
Een vrouw zegt: ‘Ik wil helemaal niet weten waarmee hij zich bezighoudt. Dan
zou ik me alleen maar meer zorgen maken’. Een ander vult aan: ‘Als mijn man
op uitzending is, kijk ik zelfs geen nieuws’. Deze vrouwen houden zelf afstand
van de missie om het voor henzelf draaglijker te maken. Een derde vrouw zegt dat
haar partner wel spreekt over de missie, die hem zo heeft veranderd. Maar, vult
zij aan, ik ken hem ook pas een paar jaar. Met zijn vorige vrouw sprak hij ook
niet. Blijkbaar is ook hier de afstand in tijd nodig om het gesprek te voeren.
Een vierde partner legt uit hoe zij zelf als militair zwijgzaam was, maar nu van
haar militaire partner wel meer openheid verlangt. Als militair weet zij hoe zij
haar vriendin moet benaderen.
L3
Vaak wordt gesproken over de missie thuis. Militairen realiseren zich
zelf ook dat zij niet de enige zijn die een zware missie hebben te voltooien,
dat geldt ook voor het thuisfront. Moeders die alleen de zorg moeten dragen voor
slapeloze baby’s of onwillige pubers die met een van de ouders van huis willen
profiteren van meer vrijheid. Niet altijd heeft de werkgever of de omgeving
aandacht voor de situatie van het thuisfront van de uitgezonden militair. En dan
zijn er nog de zorgen over hoe het met de militair gaat. Komt hij of zij wel
veilig en gezond weer thuis? De missie is voor het thuisfront soms moeilijk in
te schatten. Zij verblijven letterlijk op afstand. Maar soms houdt de militair
ze ook op afstand door weinig te vertellen over het werk, de spanning of de
verveling.
Wordt het daarmee makkelijker of moeilijker voor de militair en zijn
thuisfront…?
Afstand houden en nabij zijn. Openheid bieden maar niet opdringerig zijn.
Samenleven met een, soms beschadigde veteraan, vraagt veel van het thuisfront.
Veertiende Statie: Jezus wordt in het graf gelegd
V. wij
aanbidden en loven U, Heer Jezus Christus,
A. Omdat
U door uw heilig kruis de wereld hebt verlost
L1 Ook Nicodemus, die
indertijd ’s nachts naar Jezus toe was gekomen, was daar en had een mengsel
meegebracht van mirre en aloë, ongeveer honderd litra’s. Ze bonden het
lichaam van Jezus in linnen doeken, samen met de kruiden, zoals gebruikelijk is
bij een Joodse begrafenis. Op de plaats waar hij gekruisigd was lag een tuin, en
in die tuin een nieuw graf, waarin nog nooit iemand was bijgezet. Omdat het
Joodse voorbereidingsdag was en het graf dichtbij lag, legden ze Jezus daarin
neer.
L2 Mijn man was
erstig ziek. Een slopende ziekte, zo heet dat dat dan. Van de trotse man in
uniform bleef maar weinig over. Ik vond het zo erg voor hem dat hij zo veel
afviel. In het begin viel dat nog niet eens zo op. Zijn buikje verdween, hij
paste weer in zijn oude uniform! Maar later zou hij er wel twee keer in hebben
gepast. uiterlijk was hij nog maar een schim van de man die was geweest.
Gelukkig kon meestal de pijn wel goed bestreden worden. En hebben we veel met
elkaar kunnen praten. Het is een tijd waar ik nog steeds met veel liefde aan
terug kan denken. We hebben ook heel bewust samen de uitvaart voorbereid. We
hebben alles samen doorgesproken, de teksten uitgekozen, met de aalmoezenier van
zijn onderdeel gesproken. En we hebben de liederen uitgezocht: liedjes waar we
samen gek op waren. ‘Dancing queen’ van Abba, die op de radio was toen we
elkaar voor het eerste gezoend hebben. Bijzonder hè, dat je dat nog kunt
herinneren. We hebben het die laatste maanden weer vaak gedraaid. De uitvaart is
uiteindelijk een hele bijzondere dag geworden.
Intens verdrietig maar het was ook een feest om nog even heel dichtbij hem te
zijn geweest. En onder ‘Dancing Queen’ wist ik niet meer of ik moest huilen
of glimlachen….
L3
‘Aan ons eind en nieuw beginnen’. Deze mooie zin komt voor in een
lied van Huub Oosterhuis. Diep in ons geloof staat dit vertrouwen ge-etst: de
dood heeft niet het laatste woord. In de diepte van hun rouw doen de leerling
alles om hun Jezus, op zo verbijsterende wijze terechtgesteld, een passende
rustplaats te geven. Overspoeld door verdriet geeft aan elk gebaar een ongekende
tederheid. Zo doen wij dat nog, met onze geliefden. Hen een passende rustplaats
geven. En wij… we huilen en lachen… soms tegelijkertijd. ‘Aan ons eind en
nieuw beginnen’.
Vijftiende statie: De vrouwen waken bij het graf
(alleen kleine kruisweg)
L1.
Wij aanbidden en loven U, Heer Jezus Christus,
A.
Omdat U door uw heilig kruis de wereld hebt verlost
L1.
Na de sensatie rond de veroordeling en de kruisiging van Jezus, na
zijn overlijden en de daaropvolgende kruisafname en graflegging, is het stil
geworden. Op de sabbat neemt iedereen de voorgeschreven rust in acht. Het
Evangelie schrijft niets over wat er op deze Stille Zaterdag gebeurde. Het lijkt
wel, of de tijd is stilgezet. Huiverend voor het mysterie van de dood, blijven
de levenden treurend achter. Maar de vrouwen, die hem vanuit Jeruzalem gevolgd
zijn, waken en wachten.
Hun liefde en verlangen gaan met hun geliefde Jezus mee, tot in zijn afdaling in
de onderwereld. Van de weg terug, die hen naar boven en naar het leven voert,
hebben zij nog geen weet. Hemel en aarde houden de adem in, alles slaapt, alles
wacht.
L2
Ik heb een goede en lieve vriendin. Maar soms is ze een beetje traag
of onoplettend. Wanneer we vroeger afspraken, zat ik soms wel een half uur of
meer op haar te wachten. Zou ze komen? En wanneer dan? Zou ze me misschien
vergeten zijn? Ik kon me opgelaten voelen wanneer ik dan alleen in bijvoorbeeld
een cafeetje om me heen zat te kijken. Iedereen zag dat ik wachtte op iemand die
niet kwam opdagen. Voor mijn gevoel duurde dat wachten dan uren. ‘Zal ik maar
weer naar huis’ gaan dacht ik dan boos en teleurgesteld. Maar ze kwam altijd!
Gul lachend kreeg ik dan een kus en een knuffel en dan was ik de irritatie van
het wachten weer meteen vergeten. En had haar het te laat komen voor de 100e
keer al weer vergeven. Nu is het wachten heel anders; ik kan haar bellen waar ze
is, appen hoe laat ze komt en meestal stuurt ze me dan een foto dat ze onderweg
is. Een selfie met getuite lippen als voorschot op de zoen die ik krijg. Daar
heb ik er nu al heel wat van. Het is ook zo een lieve vriendin.
L3
Stille Zaterdag is de dag van het ultieme wachten. Wachten op wat komen
gaat. Gaat er wat gebeuren, of niet en wanneer dan…? Wij weten dat Stille
Zaterdag de dag voor Pasen is. Het wachten wordt beloond. Maar de vrouwen die
bij het graf van Jezus waakten, wisten dat niet.
Zij wisten alleen dat de sabbat een rustdag is, dus zij moesten wachten hoe dan
ook. Ik stel me voor dat deze vrouwen op hun handen moesten zitten. Zij wilden
naar het graf om het lichaam van Jezus te verzorgen. Maar de sabbat schreef rust
voor, dus wachtte zij af. Soms is het goed om ergens een dagje rust voor in te
bouwen. Iets even te laten betijen. Niet meteen te reageren of in actie te
komen. Maar wij laten ons deze rust nog maar nauwelijks voorschrijven. Internet
en de mobiele telefoon bieden weinig gelegenheid nog echt te wachten, geduld te
oefenen, elkaar aan te kijken in de bus of eens een praatje te maken met een
mede-wachtende. We gijzelen elkaar in eindeloze groepsapps waarin snelle en
gevatte reacties worden verwacht. We willen Foto’s delen die laten zien dat we
een groots en meeslepend leven hebben. We staan en zijn nog maar weinig stil.
De vrouwen doen ons dit voor: wachten, waken en te verlangen. Net als mijn
vriendin. Want laten we niet vergeten dat je tijdens wachten, waken en verlangen
getuigen kunt zijn van grootse gebeurtenissen, je eigen gedachten of andere
verrassingen.
Vijftiende/ zestiende statie: Christus
is verrezen!
(Grote kruisweg vijftiende statie,
kleine kruisweg zestiende statie.)
V. Christus is verrezen, halleluja!
A. Laten wij de Heer danken en
prijzen, halleluja!
L1 Toen de sabbat
voorbij was, kochten Maria uit Magdala, Maria van Jakobus, en Salome kruiden om
hem te gaan zalven. In alle vroegte op de eerste dag van de week gingen ze na
zonsopgang naar het graf. Ze zeiden tegen elkaar: “Wie zal voor ons de steen
bij de ingang van het graf wegrollen?” Toen ze opkeken, zagen ze dat de steen
weggerold was; hij was overigens buitengewoon groot. Toen ze het graf
binnengingen, zagen ze rechts een jongeman zitten met een wit kleed om, en ze
schrokken hevig. Maar hij zei hun: “Schrik niet. U zoekt Jezus van Nazaret,
die gekruisigd is. Hij is tot leven gewekt, hij is niet hier. Kijk, hier is de
plaats waar ze hem neergelegd hebben. Maar ga aan zijn leerlingen en aan Petrus
zeggen: “Hij gaat u voor naar Galilea. Daar zult u hem zien, zoals hij gezegd
heeft.” [Marc. 16, 1-7]
L2
Het wonder van de verrijzenis van Jezus
Christus uit de dood is de kern van ons geloof. Hoe mooi dit op het eerste
gezicht ook klinkt: Opstaan uit de dood en weer leven. Zo moeilijk is het als je
er wat langer bij stilstaat zoals wij nu hier doen bij deze statie. De gedachte
wringt wel bij mij. Want voor sommigen klinkt juist de dood als een verlossing
en is juist het leven het kruis dat we moeten dragen, met alle dieptepunten en
pijnmomenten die daarbij komen. We hebben daar net allerlei voorbeelden van
gehoord. In ons eigen leven kunnen we die moeilijke momenten misschien ook wel
zonder moeite herkennen. Het geloof in de opstanding uit de dood is echter
radicaal. Hoe donker onze ervaringen in het leven ook zijn, uiteindelijk is er
altijd het licht van de verrijzenis. Je zult weer rechtop staan. Het geloof
spoort ons ook aan om in onze eigen levens na te gaan waar het licht wél
scheen. Wie is de Simon van Cyrene in jouw leven die je plots te hulp schoot?
Wie zorgde er voor jou toen je het steeds weer niet zag zitten? Wie rechtte jouw
rug? Hoe donker de kruisweg voor Jezus ook was, hij had een taak te volbrengen
op aarde. Daarbij kreeg Hij de hulp die Hij nodig had. Is dat in ons leven niet
ook zo? Moeder Theresa zei eens in haar leven: “Ik weet dat God me niet meer
te dragen geeft dan ik aankan, ik wou alleen dat Hij niet zoveel vertrouwen in
me had…”
Laten we samen bidden om kracht van God en hulp van elkaar om in ons eigen leven
de verrijzenis te herkennen en om voor elkaar ook een teken te mogen zijn van
bevrijding en verlossing. Dat we er voor elkaar mogen zijn. Amen.
Zeventiende statie: Op weg naar Emmaus
(Alleen kleine kruisweg)
Het is bijzonder dat de kleine Kruisweg van
Lourdes het Emmausverhaal heeft toegevoegd als laatste statie in het
lijdensverhaal van Jezus. Maar als je er over nadenkt, maakt deze statie het
verhaal pas compleet. Omdat het verhaal niet ophoudt met de opstanding van Jezus
maar pas begint! De blijde boodschap gaat leven wanneer wij haar de wereld
inzenden.
Bijvoorbeeld zoals wij hier vandaag elkaar het verhaal vertellen en er bij
meeleven tijdens deze kruisweg. Waarbij we tegelijkertijd hebben meegeleefd met
de lasten die militairen, veteranen en hun thuisfront soms levenslang moeten
dragen.
Jezus heeft ons het ultieme lijden voorgeleefd, dit kan ons tot steun en troost
zijn omdat ieders leven lijden kent. Wij hebben allemaal te maken met tegenslag,
verlies, ziekte of verdriet. Dit kan zwaar zijn, maar we geloven dat we het niet
alleen hoeven dragen. Ook daarvoor zijn we in Lourdes, om ons te laven aan het
heilzame water van Jezus’ moeder Maria.
Gesterkt door het besef in het spoor van Jezus te staan, gaan wij door op onze
eigen weg. Terwijl we breken en delen van het levend brood dat Jezus zelf is
geworden, proviand voor onderweg, het teken dat Jezus leeft.
Levend brood en levend water op ons pad naar de vrede.
[1] Anne Doldersum, In de
voetsporen van Rico. Het dagboek van een moeder over het verlies van haar
zoon, 2013
[2]
Frans Kurstjens, Mijn groene pak. Een boek over moral injury. Dato, 2018.
[3]
Interview met Maria, gender adviseur in Al Naqoura Zuid-Libanon. In: Dubbel
vier, jaargang 20 nr. 1 - 2019
[4]
Uit het dagboek van een geestelijk verzorger
Mis in de Saint Joseph
‘Ik en de Vader zijn één’
Zaterdag 18 mei 2019
Voor de viering speelt het koperkwintet van de
‘Regiments Fanfare Garde Grenadiers en Jagers’.
OPENINGSLIED:
De vreugde voert ons naar dit huis
Dit huis van hout en steen, dat lang,
de stormen heeft doorstaan,
waar nog de wolk gebeden hangt,
van wie zijn voorgegaan.
Zal dit een huis, een plaats zijn waar,
de hemel open gaat,
waar Gij ons met Uw eng’len troost,
waar Gij U vinden laat.
Onthul ons dan Uw aangezicht,
Uw naam, die met ons gaat
en heilig ons hier met Uw licht,
Uw voorbedachte raad.
Dit huis slijt met ons aan de tijd,
maar blijven zal de kracht,
die wie hier schuilen verder leidt,
tot alles is volbracht.
BEGROETING
V: In
de Naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest.
A: Amen.
V: Vrede
zij u.
A: En
met uw Geest.
SCHULDBELIJDENIS
V: Broeders
en zusters, belijden wij onze zonden, bekeren wij ons tot God om de heilige
Eucharistie goed te kunnen vieren.
V: Heer,
die de rouwmoedigen troost, ontferm U over ons.
A: Heer,
ontferm U over ons.
V: Christus,
die gekomen zijt voor de zondaars,
ontferm U over ons.
A: Christus,
ontferm U over ons.
V: Heer,
die onze voorspreker zijt aan de rechterhand van de Vader, ontferm U over ons.
A: Heer,
ontferm U over ons.
V: Moge
de almachtige God zich over ons ontfermen, onze zonden vergeven en ons geleiden
tot het eeuwige leven.
A: Amen.
LIED Kyrie
eleison
GEBED
Almachtige eeuwige God, breng voortdurend het paasmysterie in ons tot
voltooiing. Door het doopsel hebt Gij ons willen vernieuwen; laat ons onder uw
bescherming vele vruchten voortbrengen en tot de vreugde komen van het eeuwig
leven. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U en de heilige Geest,
leeft in de eeuwen der eeuwen. Amen.
EERSTE
LEZING
Hand. 13, 44-52
De volgende sabbat kwam bijna de hele stad bijeen
om naar het woord van God te luisteren. Bij het zien van die grote menigte
werden de Joden zeer afgunstig en beantwoordden de uiteenzetting van Paulus met
beschimpingen. Toen verklaarden Paulus en Barnabas in alle vrijmoedigheid: Tot u
moest wel het eerst het woord van God gesproken worden, maar omdat gij het
afwijst en uzelf het eeuwige leven niet waardig keurt, daarom richten wij ons
voortaan tot de heidenen. Want aldus luidt de opdracht van de Heer tot ons: Ik
heb u geplaatst als een licht voor de heidenen, opdat gij tot redding zou
strekken tot aan het uiteinde van de aarde. Toen de heidenen dit hoorden, waren
zij verheugd en verheerlijkten het woord van God, en allen die tot het eeuwig
leven waren voorbestemd, namen het geloof aan. Het woord des Heren verbreidde
zich door heel die streek, maar de Joden hitsten de godvrezende vrouwen op die
uit de toonaangevende kringen kwamen en ook de voornaamste burgers uit de stad;
zij veroorzaakten een vervolging tegen Paulus en Barnabas en verjoegen hen uit
hun gebied. Dezen schudden het stof van hun voeten, ten teken dat zij met hen
gebroken hadden en gingen naar Ikonium. De leerlingen echter waren vervuld van
vreugde en van de heilige Geest.
LIED Psalm
67 (Heel de aarde jubelt en juicht voor de Heer)
Refr.: Heel de aarde jubelt en
juicht voor de Heer, alleluia,
alleluia.
Ja, heel de aarde moet God wel prijzen,
loven zijn machtig beleid,
omdat Hij steeds op wondere wijze
alles bestuurt in gerechtigheid. refr.
Ja, God is goed, schenkt ons zijn zegen;
toont ons zijn aanschijn van licht.
Hij gaat ons voor op alle wegen,
heeft uit de zonde ons opgericht. refr.
Hij is de God, die ons verblijdde,
die onze nood heeft verstaan;
die ons een hemels Paasmaal bereidde
en zonder vrees door de wereld laat gaan. refr.
Laat alle volken uw almacht vrezen,
aller lof zij U gewijd,
laat, Heer, uw naam bezongen wezen
in aller eeuwen eeuwigheid. refr.
Allen gaan staan
EVANGELIE
Joh. 14, 7-14
In
die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Als gij
Mij zoudt kennen, zoudt gij ook mijn Vader kennen. Nu reeds kent gij Hem en ziet
gij Hem.” Hierop zei Filippus: “Heer, toon ons de Vader; dat is ons
genoeg.” En Jezus weer: “Ik ben
al zo lang bij u en gij kent Mij nog niet, Filippus? Wie Mij ziet, ziet de
Vader. Hoe kunt ge dan zeggen: Toon ons de Vader?
Gelooft ge niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden die Ik
u zeg, spreek Ik niet uit Mijzelf, maar het is de Vader die, blijvend in Mij,
zijn werk verricht. Gelooft Mij: Ik ben in de Vader en de Vader is in Mij. Of
gelooft het anders omwille van de werken. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie in
Mij gelooft, zal ook zelf de werken doen die Ik doe. Ja, grotere dan die zal hij
doen, omdat Ik naar de Vader ga. En wat gij ook zult vragen in mijn Naam, Ik zal
het doen, opdat de Vader moge verheerlijkt worden in de Zoon. Als gij Mij iets
zult vragen in mijn Naam, zal Ik het doen.
HOMILIE
VORMSEL
Geloofsbelijdenis
Ik geloof in God de
almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde. En in Jezus Christus, zijn enige
Zoon, onze Heer, die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd
Maria, die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en
begraven, die nedergedaald is ter helle, de derde dag verrezen uit de doden,
die opgestegen is ten hemel, zit aan de rechterhand van God de almachtige
Vader, van daar zal Hij komen oordelen, de levenden en de doden. Ik geloof in
de heilige katholieke kerk, de gemeenschap van de heiligen, de vergeving van
de zonden, de verrijzenis van het lichaam en het eeuwig leven. Amen.
Handoplegging
Voorganger:
Laat ons bidden, dat onze God en Vader de Heilige
Geest uitstort over hen die door het
doopsel tot het ware leven zijn herboren en zijn kinderen zijn geworden.
Moge deze Geest hen bevestigen
door zijn rijke gaven
en zalven tot gelijkvormigheid
met Jezus Christus, de Zoon van God.
De voorganger strekt de handen uit.
Almachtige God,
Vader van onze Heer Jezus Christus,
Gij hebt uw dienaar herboren doen worden
uit het water en de Heilige Geest
en bevrijd uit de macht van de zonde.
Wij bidden U:
zend over hem de Heilige Geest, de Trooster,
schenk hem de geest van wijsheid en verstand.
Allen: Amen.
de geest van inzicht en sterkte.
Allen: Amen.
de geest van kennis,
van ontzag en liefde voor uw Naam.
Door Christus onze Heer.
Allen: Amen.
Zalving met het chrisma
VOORBEDEN
COLLECTE
Tijdens de collecte speelt het koperkwintet van de ‘Regiments Fanfare
Garde Grenadiers en Jagers’. De collecte is voor het heiligdom.
GEBED
OVER DE GAVEN
Heer, wij bidden U: heilig in uw goedheid deze gaven, aanvaard ze als een
geestelijk offer en maak ons tot een blijvende offergave voor U. Door Christus
onze Heer. Amen.
Allen
gaan staan
PREFATIE
V:
De Heer zij met u.
Allen: En met uw geest.
V: Verheft
uw hart.
Allen: Wij zijn met ons hart bij de
Heer.
V: Brengen
wij dank aan de Heer onze God.
Allen: Hij is onze dankbaarheid
waardig.
Heilige Vader, machtige eeuwige God, om recht te doe aan uw heerlijkheid, om
heil en genezing te vinden zullen wij U danken, altijd en overal door Jezus
Christus onze Heer.
Die met ons onbestendig lot begaan, is vlees geworden, geboren uit de maagd;
die, aan het kruis gestorven, ons gered heeft van de dood die eeuwig duren zou;
die opgestaan voorgoed, ons doet voortleven tot in eeuwigheid. Daarom, met alle
engelen, machten en krachten, met allen die staan voor uw troon, loven en
aanbidden wij U en zingen U toe met de woorden:
LIED: Sanctus
EUCHARISTISCH GEBED
God onze Vader, wij danken U met heel
ons hart, want Gij hebt ons tot leven geroepen, Gij hebt ons bestemd voor het
geluk in Jezus, uw Zoon, onze Heer.
In Hem zien wij uw goedheid en uw wil om ons allen te redden. Hij is het
verlossende woord, uw helpende hand. Nooit willen wij vergeten hoe Hij een werd
met ons in lijden en dood. Onze last maakte Hij tot de zijne, zijn trouw werd de
onze. Blijvend zijn wij U dank verschuldigd om Hem.
God onze Vader, wij vragen U: zend over dit brood en deze wijn de kracht van uw
heilige Geest; dat zij voor ons het Lichaam en Bloed worden van uw veelgeliefde
Zoon, Jezus Christus.
Toen het paasfeest op handen was kwam zijn uur. Hij had de zijnen in de wereld
bemind; nu gaf Hij hun een bewijs van zijn liefde tot het uiterste toe. In het
bewust zijn dat Hij van U was uitgegaan en naar U terugkeerde heeft Hij het
brood in zijn handen genomen, en zijn ogen opgeslagen naar U, God, zijn
almachtige Vader, de zegen uitgesproken, het brood gebroken en aan zijn
leerlingen gegeven met de woorden: Neemt en eet hiervan, gij allen, want dit is
mijn Lichaam, dat voor u gegeven wordt.
Zo nam Hij ook, toen zij gegeten hadden, de beker in zijn handen, Hij sprak de
zegen en het dankgebed, reikte hem over aan zijn leerlingen en zei: Neemt deze
beker en drinkt hier allen uit, want dit is de beker van het nieuwe
altijddurende verbond, dit is mijn Bloed dat voor u en alle mensen wordt
vergoten tot vergeving van de zonden. Blijft dit doen om Mij te gedenken.
Verkondigen wij het mysterie van het geloof.
Allen: Als
wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen wij de dood
des Heren, totdat Hij komt.
Trouw aan dit woord, Vader, gedenken wij Jezus Christus, uw Zoon, onze Heer:
zijn overgave in lijden en dood, de overwinning van zijn verrijzenis en de
glorie van zijn hemelvaart; wij bieden U deze gaven aan, het levende brood en de
heilzame beker, terwijl wij vol vertrouwen uitzien naar zijn komst in
heerlijkheid.
Zend nu, Vader, de trooster en helper in ons midden, uw heilige Geest. Wek de
gezindheid van Jezus Christus in ons hart. Sterk ons vertrouwen, verruim onze
liefde. Raak ons met het vuur van uw Geest en breng ons elkaar nabij.
Vrijmoedig in deze Geest bidden wij U, Vader, voor uw heilige kerk. Bescherm
haar en leid haar; geef haar vrede en eenheid over de hele wereld. Geef wijsheid
en kracht aan paus Franciscus, aan de bisschop van Lourdes Nicolas en aan allen
die Gij als herders in uw kerk hebt aangesteld.
Gedenk in uw goedheid ook degenen die een bijzondere plaats innemen in ons hart
en vergeet niet hen, die door de dood van ons zijn heengegaan.
Samen met heel uw volk, met de maagd Maria, de moeder van de Heer, met de
heilige Jozef, haar bruidegom, met de apostelen, martelaren, de heilige
Bernadette en al uw heiligen; samen ook met allen ter wereld die op U hun
vertrouwen hebben gesteld, vragen wij om uw barmhartigheid, erkennen wij uw
grootheid en brengen wij U onze dank door Jezus, uw Zoon, onze Heer.
Door Hem en met Hem en in Hem zal uw naam geprezen zijn, Heer onze God,
almachtige Vader, in de eenheid van de heilige Geest, hier en nu en tot in
eeuwigheid. Amen.
ONZE
VADER
V.:
Aangespoord door een gebod van de Heer en door zijn
goddelijk woord onderricht durven wij zeggen:
A.:
Onze Vader, die in de hemel zijt;
Uw naam worde
geheiligd; Uw rijk kome;
Uw wil geschiede op
aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons
dagelijks brood;
en vergeef
ons onze schulden, zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren en breng ons niet in
beproeving
maar verlos ons van
het kwade.
V.:
Verlos ons Heer van alle kwaad, geef genadig vrede in
onze dagen, dat wij gesteund door uw barmhartigheid, altijd vrij mogen zijn van
zonde
en beveiligd tegen alle angst en onrust,
terwijl wij uitzien naar de zalige vervulling van onze hoop, de komst van onze
Verlosser Jezus Christus.
A.:
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de
heerlijkheid in
eeuwigheid.
GEBED OM VREDE
V:
Heer Jezus Christus, Gij hebt aan Uw apostelen
gezegd: “Vrede laat ik u, mijn vrede geef ik u”.
Let niet op onze zonden, maar op het geloof van
uw kerk. Vervul uw belofte; geef vrede in uw
Naam en maak ons één, Gij die leeft in eeuwigheid.
V: De
vrede des Heren zij altijd met U.
Allen:
En met uw geest.
Diaken:
Wenst elkaar de vrede
LIED:
Agnus Dei
UITNODIGING TOT DE COMMUNIE
V: Zalig
zij, die genodigd zijn aan de maaltijd
van de Heer. Zie, dit is het Lam Gods,
dat wegneemt de zonden der wereld.
Allen: Heer, ik ben niet waardig dat Gij tot mij
komt,
maar spreek en ik zal gezond worden.
COMMUNIE
LIED
Wij groeten U o Koningin
Wij
groeten u, o Koningin, o Maria,
U moeder vol van teed’re min, o Maria:
Refrein:
Groet haar, o Cherubijn, prijs haar, o Serafijn,
Prijst met ons uw Koningin:
Salve, salve, salve Regina.
O moeder van barmhartigheid, o Maria,
En troost in alle bitterheid, o Maria.
Ons
leven, zoetheid, hoop en vreugd, o Maria.
Leid Gij ons op de weg der deugd, o Maria.
SLOTGEBED
Heer, wij hebben uw heilige gaven ontvangen.
Nederig vragen wij U: moge deze gedachtenisviering van uw Zoon, in
gehoorzaamheid aan zijn opdracht, de liefde in ons versterken.
Door Christus onze Heer. Amen.
MEDEDELINGEN
LIED:
Lied van de wegzending
Refrein:
Wij hebben voor u gebeden dat uw geloof niet bezwijkt.
En gij op uw beurt, tot inkeer gekomen,
versterk uw broeders, versterk uw zusters.
Wij hebben voor u gebeden dat uw geloof niet bezwijkt.
Gaat uit over alle landen - tot zover als de wereld reikt.
Verkondigt het Evangelie
dat het alles wat leeft bereikt.
Refrein.
En zegt: wie in Hem geloven - zijn gered voor het Koninkrijk.
De wonderen, blijde tekens
zijn dan binnen uw handbereik.
Refrein.
Verdrijf in Zijn Naam de duivels
dat het kwaad uit de wereld wijkt.
Legt handen op aan wie lijden,
dat het heil tot de hemel reikt.
Refrein.
ZENDING EN ZEGEN
WILHELMUS
Wilhelmus van Nassouwe,
ben ik van Duitsen bloed.
Den Vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood.
Een prinse van Oranje
ben ik vrij onverveerd,
Den koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.
Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God, mijn Heer!
Op U zo wil ik bouwen
verlaat mij nimmermeer!
Dat ik toch vroom mag blijven
uw dienaar t’aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.