Voor de dienst eventuele afkondigingen en vooroefenen.
De laatste viering van de
Werkgroep Kerk voor de Mensen werd
op 18 october 2009 voorgegaan door Hein Cras en Irma Nietveld VDM
Organisten: Kees Mijderwijk en Jaap Jan Steensma
Musici: Luise Kimm – zang en Annelies Steensma - viool
Muziek
uit Partita III in c: Adagio
Georg Philipp Telemann (1681-1767)
Voorbereiding:
De gemeente gaat staan als de muziek ophoudt.
Ingangspsalm:
psalm
78:1-3
Laat
ons wat onze vaderen vertelden
doorgeven en aan onze kindren melden.
't
Getuigenis aan Israël geschonken, het heil dat van de hemel heeft geklonken,
het
is een licht dat ons ten leven leidt, - ons en alwie door ons wordt ingewijd.
O
Heer, hoezeer onwillig en weerbarstig, ontrouw van geest, van harte onstandvastig
is
het geslacht dat zich op U niet richtte, dat niet volbracht waartoe Gij het verplichtte,
uw
daden en uw tekenen vergat die Gij de vaderen bewezen had.
(gemeente
gaat zitten)
Voorg:
Laten we de Heer aanroepen om ontferming met de nood van deze wereld,
(hier
kunnen we in een moment van stilte voor onszelf of hardop enkele intenties
noemen)
En
laten wij Zijn Naam prijzen, want Zijn barmhartigheid heeft geen einde.
Kyrië:
Gloria:
Zondagsgebed
Grote God, U hebt als de meeste de minste willen zijn,
U hebt gedeeld en geleden, verdragen en vergeven,
alle tegenspraak, alle weerstand, van ons mensen;
sta niet toe dat wij uw goedheid misbruiken
en U de voet dwars zetten,
moedig ons aan om dienstbaar te zijn
in uw voetspoor, leer ons te leven
uit het geheim van uw liefde.
Dat vragen wij U door Jezus Christus onze Heer..
Gem.:
Amen.
Dienst
van het Woord
Eerste
lezingLezing
eerste Testament door iemand uit de gemeente:
Jeremia 8:4+6, 11, 9:5+6, 9+10, 22+23 Naardense Bijbel
8:4 Zeggen zul je tot hen:
zó heeft gezegd de ENE:
als mensen vallen, staan ze dan niet op,–
als iemand zich afkeert, keert hij dan niet terug?
8:5 Waarom dan heeft deze gemeente van Jeruzalem zich afgekeerd met
een afkering voor immer?–
zij houden vast aan bedrog, weigeren terug te keren.
8:6 Opmerkzaam heb ik gehoord, maar het klopt niet wat zij uitspreken:
er is niemand die berouw heeft over zijn kwaad
en zegt: wàt heb ik gedaan!–
ieder heeft zich afgekeerd en draaft maar door,
zoals een hengst dóórstormt in de strijd.
8:11 Ze willen de breuk in mijn gemeente
luchtigweg genezen
door te zeggen: vrede!, er komt vrede,– terwijl er geen vrede is.
9:5 Je zit daar midden in bedrog;
in hun bedrog hebben ze geweigerd mij te kennen, is
de tijding van de ENE.
9:6 Daarom,
zó heeft gezegd de ENE, de Omschaarde:
zie, ik ga hen louteren en keuren,– want wat moet ik anders doen, ge+
zien de dochter van mijn gemeente?
9:9 Over de bergen hef ik geween en weeklacht aan,
over de oases in de woestijn een klaagzang,
want ze liggen zo verlaten dat niemand er doorheen trekt,
nooit meer horen ze het geluid van levende have,–
van het gevogelte des hemels tot en met het vee
zijn ze gevlogen, gegaan.
9:10 Prijsgeven zal ik Jeruzalem, dat wordt tot steenhopen,
een woonstee van draken;
de steden van Juda geef ik prijs als woestenij zonder ingezetene.
9:22 Zo heeft gezegd de ENE:
een wijze beroeme zich niet op zijn wijsheid,
de held beroeme zich niet op zijn heldhaftigheid,–
en een rijke beroeme zich niet op zijn rijkdom.
9:23 Nee, laat hierop wie roemt zich beroemen:
in te zien en van mij te erkennen dat ik, de ENE, het ben
die vriendschap bewijst en recht en gerechtigheid op aarde bewerkt;
want daarin heb ik welbehagen, is de tijding van de ENE.
Gradualepsalm: ps. 107:1-4
Al wie verbijsterd zwierven ver buiten heg en steg
en haast van honger stierven, neervallend langs de weg, +
geen thuis, geen toevluchtsoord was hun nabijgekomen,
had Hij hen niet gehoord en bij de hand genomen.
Zij moeten God aanbidden, rondom Zijn altaar staan,
omdat Hij in hun midden Zijn wonder heeft gedaan:
maaltijd en lafenis meer dan zij durfden dromen;
de last van hun gemis heeft Hij hun afgenomen.
Laat ons nu voor den HERE Zijn goedertierenheid
toezingen en vereren de God die ons bevrijdt.
Want wie Zijn hulp verlangt, Hem aanroept in gebeden,
verlost Hij uit de angst en leidt Hij tot den vrede.
Epistellezing
20 Maar gíj hebt niet zó de Christus leren kennen,
21 als ge tenminste naar hem hebt gehoord
en in hem onderricht zijt zoals waarheid is in Jezus,
22 dat ge tegen uw eerdere gedrag in
het oude mens–zijn moet afleggen
dat tegen de bedrieglijke verlangens in te gronde gaat,
23 dat ge vernieuwd moet worden door de geest van uw denken
24 en het nieuwe mens–zijn moet aantrekken dat naar God geschapen is
in waarachtige gerechtigheid en heiligheid.
25 Daarom: legt de leugen af en
‘spreekt waarheid, ieder met zijn naaste’,
omdat wij ledematen van elkaar zijn;
26 ‘weest toornig maar zondigt niet’:
laat de zon over uw toorn niet ondergaan,
27 en geeft geen plek aan de duivel;
28 de dief moet niet meer stelen maar zich liever moe maken
door met de eigen handen het goed bijeen te werken,–
dan heeft hij iets om weg te geven aan wie gebrek heeft;
29 laat geen enkel rot woord uit uw mond voortkomen,–
alleen maar iets goeds, tot opbouw,
waar gebrek aan is; aan geeft dat genade aan allen die het horen;
30 bedroeft de heilige Geest van God niet
waarmee ge zijt gezegeld en gestempeld
tot aan de dag van de verlossing.
31 Laat alle wrok, drift, toorn, geschreeuw en lastering
met alle kwaad van dien van u worden weggenomen,
32 en weest jegens elkaar goedertieren,
barmhartig en elkander begenadigend,
zoals ook God in Christus u begenadigd heeft!
Aankondiging
van de Evangelielezing: Mattheüs 9:1-8 (Gem.
gaat staan)
Evangelielezing: Mattheüs 9:1-8 Naardense Bijbel:
1 Hij stapt het schip in, steekt over en komt aan in de eigen stad.
2 En zie, ze hebben tot hem
een verlamde gebracht,
neergeworpen op een draagbed.
Bij het zien van hun vertrouwen
zegt Jezus tot de verlamde:
vat moed, kind, j
óuw zonden worden vergeven!
3 En zie, enkelen van de schriftgeleerden
zeggen bij zichzelf: hij lastert!
4 Jezus weet wel van hun gedachten
en zegt: waarom zulke boze gedachten in uw harten?
5 want wat is eenvoudiger:
te zeggen ‘je zonden worden vergeven’
of te zeggen ‘ontwaak en wandel’?
6 maar opdat ge zult weten dat de mensenzoon volmacht heeft
om op aarde zonden te vergeven…
dαn zegt hij tot de verlamde:
ontwaak, neem je bed op en ga heen naar je huis!
7 En hij ontwaakt en gaat weg naar zijn huis.
8 De scharen die dat zien worden bevangen door ontzag
en verheerlijken God, dat hij zo’n volmacht aan de mensen heeft gegeven.
Zalig die het Woord van God horen en er gehoor aan geven!
De
gemeente gaat zitten.
uit de Harmonischen Gottesdienst (1726) Cantate 'Es ist ein schlechter Ruhm'
Georg Philipp Telemann am 19. Sonntage nach Trinitatis...
Recitatief
I
Es ist ein schlechter Ruhm,
dem Namen nach sich zu den Christen zählen,wenn deinem Christentum die wahren
Proben fehlen.
Vom Balsam muß die Kraft, vom Christentum das Leben, ob beide tüchtig, Zeugnis
geben.
Aria I -
vivace
Vergnügst du dich an
Heidenlüsten, so nenne dich nur keinen
Christen; denn Chrsitus kennt dich wahrlich nicht.
Erneure dich an Geist und Herzen, sonst gleichst du nur gemalten Kerzen, bei
welchen Glanz und Glut gebricht.
Da Capo
Recitatief
II
Wie ist der Stolz der
Sterblichen so blind! Bei Menschen will man gern
in solchen Kleidern prangen, die neu, die schön und prächtig sind. Vor Gott allein trägt
niemand Scheu, in alten Lumpen zu
erscheinen, das heißt: Es will sich keiner gern bemühen, den alten Menschen aus, den
neuen anzuziehen.
So kommt die größte Schar in Satans Lieberei einhergegangen, und dennoch gibt sie sich als Christi Diener aus. Doch ach, was nützt die Heuchelei, da der sie nicht dafür erkennen kann? Der Glaube zwar ist bloß das Kleid, worin man dort zur Rechten Gottes stehet; doch, wer in solchem Schmucke gehet, der trägt zugleich den Rock der Heiligkeit.
Enkele gedachten bij de lezingen en gezangen van deze zondag.
In de eerste lezing staat (ik volg in mijn overweging ook regelmatig de NBV): Zeg tegen hen: Dit zegt de HEER:
Als iemand valt, staat hij toch op?
Als iemand afdwaalt, keert hij toch terug?
Dit is een ontzettend mooie gedachte. Eigenlijk zou het vanzelfsprekend moeten zijn. Als je valt, sta je op. Als je wegloopt, kom je terug. Eenvou-digweg.
Niet bij de pakken neer blijven zitten. Niet je nestelen in wat slecht voor je is. Gewoon weer opstaan, terugkeren.
Maar niet te gemakkelijk en oppervlakkig. We worden uitgenodigd te wer-ken aan het radicaal afrekenen met oud zeer. Zeg niet te vlug: Alles gaat nu weer naar wens, als dat nog helemaal niet het geval is. Er staat:
Ze verklaren de wond van mijn volk lichtvaardig voor genezen,
ze zeggen: "Alles gaat naar wens." Nee, niets gaat naar wens!
Onderdrukking van wie of wat dan ook roept onderdrukking op. Er staat bij Jeremia letterlijk "Onderdrukking volgt op onderdrukking"
Freud en zijn volgelingen hebben hierover de meest indrukwekkende in-zichten beschreven. "Onderdrukking volgt op onderdrukking" .
Dat zaait verwoesting. Dat maakt zelfs van ons veilig thuis een ruïne. Van alle veilige plekken een woestenij.
Maar er wordt beslist niet opgeroepen om bij de pakken neer te zitten:
Leer elkaar dit klaaglied.
En dan komt een schitterend klaaglied! Het is veel meer een lied van hoop.
Leer elkaar dit klaaglied:
Wil iemand zich op iets beroemen, laat hij zich erop beroemen dat hij mij kent,
inziet dat ik, de HEER, dit land liefde schenk, rechtvaardigheid en recht,
want daar schep ik behagen in - spreekt de HEER.
Konden wij maar diep uit ons hart zo klagen. De Heer ons tot voorbeeld. Hem leren kennen, tot inzicht komen, dat het erom gaat liefde te schen-ken.
In de tweede lezing stelt Paulus, dat Jezus ons duidelijk maakt dat we on-ze vroegere levenswandel moeten opgeven. Een nieuwe mens aantrekken.
De oude mens afleggen, begraven. Onze geest en ons denken voortdurend vernieuwen.
We moeten de nieuwe mens aantrekken, die geschapen is zoals God dat wil in waarachtige rechtvaardigheid en heiligheid
Zoek in het spreken met elkaar naar waarheid. We horen immers bij el-kaar. Dat is ook mooi uitgedrukt. Zoek in het spreken met elkaar naar waarheid. We horen immers bij elkaar.Want wij zijn elkaars ledematen, staat er.
Als je boos wordt, ga dan de fout niet in. Ga niet slapen voordat je het goed gemaakt hebt.
Woorden kunnen verwoesting, onvrede, boosheid, wanhoop zaaien. Geef de duivel geen kans, zegt Paulus. Hij stelt er tegenover de kracht van goede, opbouwende woorden die goeddoen aan wie ze hoort, staat er. Thich Nhat Hahn, een bekende Vietnamese boeddhistische monnik, zegt hierover: Liefdevol spreken is een daad van vrijgevigheid.Wanneer zorgzaamheid onze drijfveer is, kunnen de dingen die we zeggen veel mensen gelukkig maken .
Maak Gods heilige Geest niet bedroefd.
Want, zegt Paulus, zij is het stempel waarmee U gemerkt bent voor de dag van de verlossing.
Dat is weer een mooi beeld en een mooi vooruitzicht: Gods Geest: zij is het stempel waarmee wij gemerkt worden voor de dag van de verlossing.
Laat alle wrok en drift en boosheid varen … en alle kwaadaardigheid. Wees goed voor elkaar en vol medeleven. Laten we elkaars herder zijn.
En dan staat er: vergeef elkaar zoals God u in Christus vergeven heeft. In het gebed, dat Christus ons leerde, staat letterlijk in de nieuwe vertaling Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was.
In het evangelie gaat het over een verlamde.
Verlamming overkomt ons als persoon en in allerlei sociale verbanden.
Als het contact van de zenuwbanen naar onze hersenen verstoord is, kun-nen we sommige lichaamsdelen niet meer bewegen.
Verlamming treedt op als ons lichaam iets anders doet dan wat we eigenlijk willen.
Of als wij iets anders doen dan wat we eigenlijk in ons diepste willen.
Er is ook sociale verlamming. Als we - bijvoorbeeld door onenigheid - geen contact meer hebben met elkaar, met anderen. Als er geen gesprek meer is. Dan raken we verlamd. Dan kan een gezin, een werksituatie, een
gemeenschap verlamd raken. Of een land, wanneer een dictator regeert.
Christus zag het begin van herstel van de verlamde namelijk zijn geloof en begint met het belangrijkste: 'Wees gerust, uw zonden worden u vergeven.' Daarna roept hij de verlamde op om op te staan.
Opstaan! Dan zijn we bij het begin van de lezing van Jeremia. Sta op! En bij de tweede lezing: We moeten de nieuwe mens aantrekken. Opstaan.
En een herder zijn voor elkaar, waarover we dadelijk zingen.
Ik heb eigenlijk nog niets gezegd over het feit dat dit onze laatste viering hier in dit verband is. Al kun je bij sommige teksten hieraan denken. Voor-al in de mooie vertaling van Pieter Ousoren.
5 Waarom dan heeft deze gemeente van Jeruzalem zich afgekeerd met een afkering voor immer?- zij houden vast aan bedrog, weigeren terug te keren.
6 Opmerkzaam heb ik gehoord, maar het klopt niet wat zij uitspreken:
er is niemand die berouw heeft over zijn kwaad
en zegt: wàt heb ik gedaan!- ieder heeft zich afgekeerd en draaft maar door,
zoals een hengst dóórstormt in de strijd.
11 Ze willen de breuk in mijn gemeente luchtigweg genezen
door te zeggen: vrede!, er komt vrede,- terwijl er geen vrede is.
6 (9:5) je zit daar midden in bedrog;
in hun bedrog hebben ze geweigerd mij te kennen, is de tijding van de ENE.
Natuurlijk kun je bij deze tekst denken aan onze geschiedenis - waarbij je moet bedenken dat je je moet hoeden voor het maken van vergelijkingen, omdat ze altijd mank lopen. Het lijkt wel of wij de lezingen uitgezocht hebben, maar we hebben echt het Luthers Dagboek gevolgd. Je kunt deze teksten als een waarschuwing zien. Je kunt zelfs ermee dreigen. Er dus misbruik van maken.
Nee: het gaat hier om een diepere boodschap voor alle mensen die zich lid noemen van een kerk of welke religieuze gemeenschap dan ook. Voor u en mij. Heb alsjeblieft geen pretenties. Wij hebben de waarheid niet in ons bezit. Vrede is een werkwoord.
Het gaat om iets diepers, waarover we lezen in het vervolg.
Nee, laat hierop wie roemt zich beroemen:
in te zien en van mij te erkennen
dat ik, de ENE, het ben die vriendschap bewijst
en recht en gerechtigheid op aarde bewerkt;
want daarin heb ik welbehagen, is de tijding van de ENE.
Als wij vriendschap betonen en recht en gerechtigheid op aarde bewerken dan zijn we herder voor elkaar als God.
Ik wil eindigen met een feestelijk gevoel van dankbaarheid uit te spreken voor al het goede dat we hier hebben beleefd en gevierd.
En met een gevoel van pijn over het verdriet dat we ook hebben gedeeld.
En met een feestelijk gevoel van een nieuw begin, vergeving, hereniging. Van een punt zetten achter een verleden.
Vergeven maakt de ander maar ook vooral jezelf vrij.
Ik hoop zo op een sterke band van eenheid tussen alle christenen, die daardoor geloofwaardiger worden, met alle respect voor elkaars eigenheid. En ik hoop op een manier van leven door ons allen in dienst van alle mensen en de hele aarde. Ik hoop dat wij ons verbinden met alle mensen van goede wil uit welke religieuze, wijsgerige, politieke of artistieke inspiratie dan ook. Ik hoop dat al die mensen zich met ons verbonden voelen. Met alle respect voor ieders eigenheid.
Loskomen uit onze verlamming, omdat we geloven. Geloven in een zo hard nodige nieuwe wereld, waarin we elkaar niet onderdrukken maar waarin de ene mens de ander tot herder is. Amen. Dat gaat gebeuren.
Op
het einde van de preek als beamen daarvan: ps 78: 14 en 25
God riep een koning die voor Hem zou strijden,
God riep een herder die zijn volk zou weiden,
om wolven van de schaapskooi af te weren -
een herder Israëls, een knecht des Heren:
David heeft zo de kudde Gods gehoed,
oprecht en wijs, in weid' en overvloed.
Voorbeden ,
Vader, U geeft ons onnoemelijk veel
maar U vraagt ook van ons dat we onze
verantwoordelijkheid nemen.
U vraagt dat wij opstaan als we vallen en niet
neer blijven liggen.
Dat we terugkeren als we afgedwaald zijn.
Dat we als we boos zijn niet de fout in gaan
en niet vol boosheid gaan slapen.
Dat we anderen hebben vergeven,
als we U vragen ons te vergeven.
Dat we weten dat we bij elkaar horen.
Dat we steeds een nieuwe mens worden,
geschapen zoals U dat wil.
Dat we opstaan uit iedere verlamming.
Zo bidden wij …
U die er altijd bent voor alle mensen en heel de schepping,
wij danken U voor al het goede
dat wij ontmoeten in heel de wereld
in elkaar en in onszelf.
Geef ons uw Geest om liefdevol aandachtig te zijn
voor al dat goede en dit uit te stralen hier en overal.
Zo bidden wij …
Heer, on ze God, wij bid den U: ver hoor ons.
U die er altijd bent voor alle mensen voor heel de schepping,
wij weten dat armoede een onrecht is
hier, elders, overal in welke vorm dan ook
tenzij zij vrijwillig is gekozen.
Geef ons uw Geest om bij te dragen aan het opheffen ervan.
U die al het lijden kent van zoveel mensen
maak ons vol mededogen zoals U.
Geef ons uw Geest van diepe aandacht ervoor.
Zo
bidden wij...
Wij danken U voor alle plaatsen
waar op dit moment op de aarde vrede heerst.
En voor de momenten in ons eigen leven en dat van anderen
waarop vrede heerst.
Wij vragen U geef ieder inzicht en kracht
om eraan te werken dat deze plaatsen en momenten zich uitbreiden.
Sta ons mensen bij.
Laat ons verbittering en uitzichtloosheid doorbreken.
Geef kracht eindeloos opnieuw te beginnen.
Zo bidden wij …
Wij danken U voor alle mensen die ons zijn voorgegaan
en die doorleven en werken in ons
van wie wij het leven mogen voortzetten en verder leven.
Neem hen op in uw liefdevolle warmte en licht
en neem ook ons mettertijd daarin op.
Wij noemen U met name:
ds. van der Lof, Arjan van Lagen, Gouke de Vries,
Hans Heintze en Berry Helleman, maar ook Jan Seyffert,
allen in dierbare herinnering.
Zo bidden wij …
Wij danken U voor het goede
dat we in onze gemeenschap hebben ontvangen
en we bidden U
maak ons nu deel van een grotere gemeenschap
en uiteindelijk van de gehele gemeenschap van mensen
die U loven en U willen dienen door te zijn als U
licht en warmte brengend voor allen en heel uw schepping.
Zo bidden wij …
Amen.
Dienst van de Tafel.
Inzameling van de gaven, (terwijl de tafel in gereedheid wordt gebracht; ook
wordt er gemusiceerd tijdens de inzameling) uit Partita III in c: Aria I - presto Georg Philipp
Telemann)
Bereiding van de Gaven en Collecte voor slachtoffers van het natuurgeweld op de Filippijnen…
voorganger:
Heer God, hemelse Vader, aanvaard ons geloof en onze gebeden en zegen deze gaven,
dit brood en deze wijn, die wij U brengen tot eer van Uw naam en ten dienste van Uw gemeente.
Laat dit dankoffer U welgevallig zijn en een getuigenis van Uw liefde tot onze naasten.
Dat bidden wij U door Jezus Christus, Uw Zoon, onze Heer. Amen.
Gemeente: Amen.
Voorg: Dankgebed
Heer God, hemelse Vader,
aanvaard ons geloof en onze gebeden en zegen deze gaven, dit brood en
deze wijn,
die wij U brengen tot eer van Uw naam en ten dienste van Uw
gemeente. Laat dit dankoffer U welgevallig
zijn en een getuigenis van Uw liefde tot onze naasten.
Dat bidden wij U door Jezus Christus, Uw Zoon, onze Heer. Amen.
Gemeente: Amen.
Dankzegging:
(de
gemeente gaat staan)
allen:
Vg.: Wij danken U, heilige Vader, Heer onze God,
om
wille van Jezus Christus, Uw veelgeliefde Zoon,
die
Gij geroepen en gezonden hebt,
om
ons te dienen en te verlichten,
om
aan armen Uw koninkrijk te brengen,
om
aan gevangenen Uw verlossing te melden,
om
voor ons allen en voorgoed het evenbeeld te zijn
en
de gestalte van Uw mildheid en trouw.
Wij
danken U voor deze onvergetelijke mens
die
alles heeft volbracht wat menselijk is, ons leven, onze dood -
wij
danken U dat Hij zich met hart en ziel gegeven heeft aan deze wereld.
Want
in de nacht waarin Hij werd overgeleverd
heeft
Hij het brood in Zijn handen genomen.
Hij
heeft Zijn ogen opgeslagen naar U, God,
Zijn
almachtige Vader.
Hij
heeft U dank gezegd, het brood gebroken
en
het aan Zijn vrienden uitgedeeld met de woorden:
“Neemt
en eet, dit is Mijn lichaam voor u.
Doet
dit tot Mijn gedachtenis.”
Zo
nam Hij ook de beker, sprak een dankgebed uit en zei:
“Deze
beker is het nieuwe verbond in Mijn bloed,
dat
voor u en allen vergoten wordt tot vergeving van zonden.
Telkens als gij deze beker drinkt zult gij het doen tot Mijn
gedachtenis.”
allen:
Vg:
Bijeen tot Zijn gedachtenis komen wij tot U, o God,
met
dit brood en deze beker,
en wij bidden U:
gedenk het offer van de Zoon van Uw liefde
en aanvaard ons offer van lof en dank.
Zend
Uw Geest op ons neer,
de Geest die levend maakt,
en herschep ons tot
mensen
die Uw Zoon laten voorgaan
en
niet ophouden U te belijden en elkaar te behoeden,
de
ogen gericht op Uw Rijk dat komt.
Voeg ons dan samen met allen die ons zijn
voorgegaan,
met wie ons lief waren, en die we moesten verliezen...
uit ons midden noemen we Gouke de Vries, ds. van der Lof, Hans Heintze,
Jan Seyffert, Arjan van Lagen, en Berry
Helleman…
… met de heiligen van naam en de ontelbare vergetenen,
heel Uw mensenvolk, genodigd aan Uw
maaltijd. Gem.: Amen.
Voorg: Komt nu, want alle dingen zijn gereed.
V:
Wenst elkaar de vrede
Men
brengt elkaar de vredesgroet en bidt hand in hand:
Communie Gedicht Vg:
Laten wij samen bidden
Allen
gaan staan: Slotlied: Wij moeten gaan GvL 655
Muziek: 'Fratres ego enim accepi' uit de Concerti ecclesiastici op.12 (1602) Lodovico Grossi da Viadana (ca. 1560-1627)
waarna
de diaken zegt:‘Ga
in de vrede van de Heer’.
Terugkeer
naar de zitplaatsen, Gemeente gaat zitten.
Nog voordat het licht wordt
nog voordat de morgen zich meldt
beginnen de vogels
eerst nog voorzichtig
één stem
dan al luider in koor
zij tillen het donker op
zingen de nacht ten einde
een psalm voor het licht
Hoe diep met de nacht ook verlegen
als er maar één mens rechtstandig
als er maar één durft beginnen
met de keel van de merel gaat zingen
blijft zingen als broeder King
dan rijt dat een scheur in het duister
reeds blinkt er een glimp van licht,
doorheen de nacht die weerhoudt
Hoe diep met onszelf ook verlegen
laten wij worden tot kelen
waarin het lied van het licht...
Allen: Lieve Heer, laat Uw woord voedzaam zijn als brood
en uw liefde ons
doorgloeien als wijn.
Dat wij vol zijn van
U en open staan voor elkaar,
door Jezus Christus,
onze Heer. Amen.
2. Laten we gaan. Geloof in de zegen
die onze God steeds toegezegd heeft,
in niemandsland soms worst'lend verkregen
maar die ons hoop, moed en waakzaamheid geeft.
Neem van hier mee, het vaste idee
Licht blijft de kern, vaak tastend beleefd.
3. Neem bij het gaan de mantel van vrede
die we behoedzaam om mogen slaan,
waarin de Naam vol kleur is gewezen.
Vage beschutting in mensenbestaan.
In de woestijn, vruchten en wijn:
vrede en zegen! Laten we gaan.
Zegen:
De Heer schenke ons
de behoedzaamheid van zijn handen,
de goedheid van zijn ogen,
de glimlach van zijn mond,
de vastheid van zijn stappen,
de vrede van zijn woorden,
de warmte van zijn hart,
het vuur van zijn Geest,
de vreugdevolle geheimenis
van zijn aanwezigheid.
Zegene ons de Vader, zijn Zoon en hun heilige Geest.
De gemeente gaat weer zitten. Er wordt nog gemusiceerd…
'Erhalt uns Herr, bei deinem Wort' Dieterich Buxtehude (1637-1707)
Erhalt’ uns, Herr, bei deinem Wort
und steure deine Feinde Mord,
die Jesum Christum deinen Sohn,
wollen stürzen von deinem Thron.
Beweis’ dein Macht, Herr Jesu Christ,
der du Herr allen Herren bist;
Beschirm’ dein’ arme Christenheit,
dass sie dich lob’ in Ewigkeit.
Gott heil’ger Geist, du Trüster werth,
gieb’ dei’m Volk ein’rlei Sinn’ auf Erd’
steh bei uns in der letzten Noth,
g’leit uns ins Leben aus dem Tod.
Als de muziek is afgelopen staan we op en lopen met de paaskaars de kapel uit, daar vertrouwen we de paaskaars toe aan de Waalse gemeente die ons zolang gastvrijheid heeft verleend.
De Lutherroos gaat mee naar de Hamburgerstraat,
begin en eindpunt van onze weg als werkgroep door Gods wereld.
En er is koffie.