Op 12 januari 2005, is in vrede heengegaan naar het Huis met de vele woningen, onze inspirerende broeder en profetische inspirator: Johannes Rudolf Wilhelm Heintze, na de ziekenzalving te hebben ontvangen, samen met zijn vrouw Stien, en in aanwezigheid van kinderen en kleinkinderen. God behoede hen allen. 
De herinnering aan hem zal altijd voor velen tot zegen zijn!

De begrafenis was op dinsdag 18 januari: om 14 uur in de Domkerk te Utrecht, daarna ging men naar de begraafplaats Oud Zuilen, waarna in het theehuis van de Domkerk gelegenheid was tot condoleren. Op verzoek van de familie: geen bloemen. Liever zag men een bijdrage voor een project in Indonesië, en daar is positief op gereageerd. 

 

Curriculum vitae:

Op woensdag 12 januari jl. is op 75-jarige leeftijd in Utrecht overleden dr.Hans Heintze, in 1929 in Nederlands Oost-Indië geboren, was ruim 30 jaar verbonden aan het Sterrenkundig Instituut. Hij werd in 1948 student aan wat toen nog de faculteit Wis- en Natuurkunde heette. Eind 1956 slaagde hij voor het doctoraal-examen sterrenkunde. Op 21 juni 1965 promoveerde hij bij prof. M.G.J. Minnaert op een proefschrift getiteld The extreme limb of the sun.
Zijn naam zal onlosmakelijk verbonden blijven aan de Utrechtse Van Stratenkijker, die eerst in Griekenland opgesteld stond en daarna in Ausser-binn (Zwitserland), waar vanaf 1979 tot 1993 204 studenten uit Utrecht, Nijmegen en Amsterdam waarnemingen verrichtten. Op basis van daar verkregen materiaal vonden twee promoties plaats: van Bram de Landtsheer (1983) en Rob van Gent (1989),waarbij Heintze als copromotor mocht optreden. Hij is op 18 januariin Oud-Zuilen ter aarde besteld. (aldus het faculteitsblad.)

Uit een artikel over professor Minnaert: 
De dissertatie van Hans Heintze ging over de flitsspectra van de uiterste rand van de zon: de ontsnappende straaltjes die, vlak voor de totale zonsverduistering optreden door de dalen in het maanoppervlak:18 ‘In 1954 werkte ik mee aan de eclipsexpeditie op Gotland. Ik hielp Minnaert bij het uitlijnen van de apparatuur. Dat gebeurde in een gewijde sfeer: je waardeert de vindingrijkheid waarin je jezelf bekwaamt en tegelijk besef je de nietigheid van de onderneming tegenover de onbegrensdheid van de kosmos. Met behulp van de opnamen heb ik gerekend aan het temperatuursverloop in de buitenste lagen van de zon.’
Heintze gaf vanaf zijn eerste studiejaar natuurkundeles. Zijn school was vlak bij de Sterrenwacht, dus kon hij voor en na schooltijd aan het werk: ‘Toen ik die flitsspectra fotometreerde, kwam ik elke ochtend om vier uur op de Sterrenwacht. Ik kreeg de sleutel. Toen ik tijdelijk in Brussel werkte spraken we elke twee weken in het weekeinde af: ‘U hebt er wat voor over, dan heb ik er ook wat voor over.’ Ik heb het niet beter meegemaakt dan met Minnaert.’