Gerrit Cornelis Bakker * 1923
in Soerabaja Java † 7 april 2020 te Zeist
in goed gezelschap.
Hij heeft een heel bijzonder leven
gehad.
Als jonge vent zou hij, omdat hij geboren en getogen was in Soerabaja, in
Australië zijn opleiding bij de Marine volgen, en toen moest hij zich op een
dag hals over kop met zijn beste vriend vervoegen bij de opleiding.
Zijn moeder heeft de jongens nog een lunch gegeven en Psalm 91 voorgelezen.
Deze Psalm (zie onderaan) is profetisch geweest voor velen, maar vooral voor zijn leven.
In plaats van met de boot naar
Australië te gaan, werden ze door een Japanse onderzeeër onderschept. Hij
heeft samen met zijn beste vriend als dwangarbeider gewerkt in Nagasaki en heeft
de atoombom overleefd.
Vanaf de bevrijding heeft hij, zoals hij het uitdrukte, niet in zijn achteruitkijkspiegel
gekeken, maar alleen vooruit. Hij was zeer dankbaar dat hij het kamp overleefd
had.
Hij heeft geen zelfmedelijden gehad en heeft ook geen wraak- of haatgevoelens gekoesterd jegens de Japanners (hoewel hij vaak werd afgetuigd omdat hij zo lang was).
Hij heeft na de oorlog leuke banen
gehad bij de Marine, heeft veel gevlogen en in het buitenland gewoond (het laatst
met zijn gezin in de USA).
Met 50 jaar werd hij gepensioneerd en toen is hem gevraagd bij de Rijkspolitie te komen werken, waar hij wederom een mooie en interessante baan had tot zijn 65e. Hij heeft zelfs nog tot zijn 70e in een vliegexamen- commissie gezeten.
Natuurlijk hield hij wel contact met
de oude sobats, die ook erg op hem gesteld waren.
(deze foto komt van hun
Facebookpagina)
Zij dochter Frances schrijft over hem:
Hij was klaar om naar Onze Lieve
Heer te gaan. Zijn lijf was zwak, maar zijn geest sterk.
Hij had het boek van Billy Graham
gelezen ‘ Nearing Home’ en dat sprak hem aan.
De dames van de buurtzorg waren
allemaal enorm op hem gesteld, en ik heb heel veel brieven en kaarten ontvangen
waarin duidelijk was hoe geliefd mijn vader was.
Het is zo mooi: mijn vader wist
vanuit zijn stoel het geloof te verspreiden onder de meisjes en wist ze te
bemoedigen. Ze hadden nog nooit iemand meegemaakt die niet bang was voor de dood
en ondanks zijn leeftijd nog interesse had in wat ze deden, en ze nog veel te
vertellen wist.
Mijn vader was altijd dankbaar en klaagde nooit en had een heerlijke humor
(wij hadden vaak nog lol). Ik had altijd mooie gesprekken over het geloof met
hem.
Ook zocht ik mooie boeken voor hem uit en hadden het erover. Het laatste boek
was Paulus.
Zijn lijf was op maar hij keek
altijd naar wat hij wel kon en dat was lezen en luisteren en nu blijkt een
inspiratie voor jonge mensen.
De begrafenis was heel mooi. Hij
wilde geen dominee want hij zei ‘ wie kent mij nou?’ en we hebben het mooi
en intiem gehouden bij het graf met prachtig weer en mooie bloemen; psalm 91 en
121 voorgelezen en het Onze Vader gebeden. Waren met totaal 7 (met
begrafenisonderneemster). Mijn broer en zus kregen pas later de kaart op verzoek
van mijn vader (ze hoefden van hem dan ook niet aan het graf te staan).
Thuis hebben we champagne gedronken
op een behouden vaart. De begrafenis onderneemster had nog nooit zo’n warme,
intieme en liefdevolle begrafenis meegemaakt. Zij bleef er bij en door de
verhalen over mijn vader vond ze het jammer hem niet gekend te hebben.
Mijn vader heeft gelukkig geen lang
ziekbed gehad. Mijn man en ik waren erbij toen hij overleed samen met de 2
vrouwen van de buurtzorg die erg gesteld waren op hem.
We huilden met z’n vieren toen hij ingeslapen was.
Hij had een zoon en twee dochters.
Het kampsyndroom van zijn echtgenote, die op Sumatra geïnterneerd was, resulteerde tot zijn grote spijt uiteindelijk in een echtscheiding.
Psalm 91 Nieuwe
Statenvertaling.
1 Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten,
zal overnachten in de schaduw van de Almachtige.
2 Ik zeg tegen de HEERE: Mijn toevlucht en mijn burcht,
mijn God, op Wie ik vertrouw!
3 Want Híj zal u redden van de strik van de vogelvanger, van
de zeer verderfelijke pest.
4 Hij zal u beschutten met Zijn vlerken, onder Zijn
vleugels zult u de toevlucht nemen,
Zijn trouw is een schild en een pantser.
5 U zult niet vrezen voor het beangstigende van de nacht,
voor de pijl die overdag aan komt vliegen,
6 voor de pest, die in het donker rondgaat,
voor het verderf dat midden op de dag verwoest.
7 Al zullen er duizend vallen aan uw zijde en
tienduizend aan uw rechterhand –
bij u zal het onheil niet komen.
8 Slechts met uw ogen zult u het aanschouwen, u zult
de vergelding aan de goddelozen zien.
9 Want U, HEERE, bent mijn toevlucht. De
Allerhoogste hebt u tot uw woning gemaakt.
10 Geen onheil zal u overkomen, geen plaag zal uw
tent naderen.
11 Want Hij zal voor u Zijn engelen bevel geven dat
zij u bewaren op al uw wegen.
12 Zij zullen u op de handen dragen, zodat u uw voet
aan geen steen stoot.
13 Op de felle leeuw en de adder zult u trappen,
u zult de jonge leeuw en de slang vertrappen.
14 Omdat hij liefde voor Mij opgevat heeft, zegt God, zal Ik hem bevrijden;
Ik zal hem in een veilige vesting zetten, want hij kent Mijn Naam.
15 Hij zal Mij aanroepen en Ik zal hem verhoren, in
de benauwdheid zal Ik bij hem zijn,
Ik zal hem eruit helpen en hem verheerlijken.
16 Ik zal hem met lengte van dagen verzadigen, Ik
zal hem Mijn heil doen zien.