Zondag
20 na Trinitatis 21-10-2007
in
de Lutherse kerk te
Nijmegen
Organiste: mevrouw Krommenie, 12 kerkgangers.
(Ton
verwelkomt met een knipoog eerst de pastor loci in haar eigen kerk)
Epistel
Ephese 5: 8 - 21
8 want eens was u duisternis maar
nu bent u licht, door uw bestaan in de Heer. Ga de weg van de kinderen van het
licht.
9 Het licht brengt goedheid voort
en gerechtigheid en waarheid.
10 Onderzoek wat de wil van de Heer
is.
11 Neem geen deel aan de
vruchteloze praktijken van de duisternis maar ontmasker die juist,
12 want wat daar in het verborgene
gebeurt, is te schandelijk voor woorden.
13 Maar alles wat door het licht
ontmaskerd wordt, wordt openbaar,
14 en alles wat openbaar wordt, is
zelf licht. Daarom staat er:
‘Ontwaak uit uw slaap,
sta op uit de dood,
en Christus zal over u stralen.’
15 Let dus goed op welke weg u
bewandelt, gedraag u niet als dwazen maar als verstandige mensen.
16 Gebruik uw dagen goed, want we
leven in een slechte tijd.
17 Wees niet onverstandig, maar
probeer te begrijpen wat de Heer wil.
18 Bedrink u niet, want dat leidt
tot uitspattingen, maar laat de Geest u vervullen
19 en zing met elkaar psalmen,
hymnen en liederen die de Geest u ingeeft. Zing en jubel met heel uw hart voor
de Heer
20 en dank God, die uw Vader is,
altijd voor alles in de naam van onze Heer Jezus Christus.
21 Aanvaard elkaars gezag uit
eerbied voor Christus.
Psalmwoord: Ik wil mij buigen naar Uw heilige tempel, Uw Naam loven om Uw liefde
en trouw!
HALLELUJA!
Wij zingen gezang 288: 1, 2 en 5 Eens komt de grote zomer... = Lied
747
Het heilig evangelie staat geschreven bij: Lucas 18: 1 – 8
1 Hij vertelde hun een
gelijkenis over de noodzaak om altijd te bidden en niet op te geven:
2 ‘Er was eens een rechter in een
stad die geen ontzag had voor God en zich niets aan de mensen gelegen liet
liggen.
3 Er woonde ook een weduwe in die
stad, die steeds weer naar hem toe ging met het verzoek: “Doe mij recht in het
geschil met mijn tegenstander.”
4 Maar lange tijd wilde hij dat
niet doen. Ten slotte zei hij bij zichzelf: Ook al heb ik geen ontzag voor God
en laat ik mij niets aan de mensen gelegen liggen,
5 toch zal ik die weduwe recht
verschaffen omdat ze me last bezorgt. Anders blijft ze eindeloos bij me komen en
vliegt ze me nog aan.’
6 Toen zei de Heer: ‘Luister naar
wat deze rechter zegt, al minacht hij ook het recht.
7 Zal God dan niet zeker recht
verschaffen aan zijn uitverkorenen die dag en nacht tot hem roepen? Of laat hij
hen wachten?
8 Ik zeg jullie dat hij hun spoedig
recht zal verschaffen. Maar als de Mensenzoon komt, zal hij dan geloof vinden op
aarde?’
ZALIG DIE HET WOORD VAN GOD HOREN EN ER GEHOOR AAN GEVEN
Preek
GENADE
ZIJ U EN VREDE VAN GOD
ONZE VADER EN VAN JEZUS CHRISTUS,
ONZE HEER.
Tekst: Lucas 18:1 “altijd bidden”
Lieve vrienden,
1. In het gedeelte van het Lucasevangelie dat vandaag aan de orde is, verhaalt
Jezus over een weduwe die in een zich eindeloos voortslepende rechtszaak
verwikkeld was geraakt. Er zat geen schot in en de weduwe beschikte kennelijk
niet over het onfeilbare middel om de zaak snel vlot te trekken, want geld voor
omkoping bezat ze niet, en het enige wat haar overbleef was de rechter
voortdurend lastig te vallen, opdat hij tenslotte maar vonnis zou wijzen om van
haar af te zijn.
Jezus deelt ons mee hoe de rechter uit puur eigenbelang tot een snelle uitspraak
voor de weduwe komt. Het gaat Jezus hier op het eerste gezicht niet om de
gelijkenis op zichzelf; Lucas zegt met zoveel woorden dat Jezus Zijn toehoorders
ermee wilde aansporen om vooral te blijven bidden tot God, die Zich in
tegenstelling tot de onrechtvaardige rechter het lot van de mensen, die Hij
allen liefheeft, van harte aantrekt.
Als een onrechtvaardige rechter
zich tenslotte om het lot van een weduwe bekommert, die hem volmaakt koud laat,
hoeveel te meer zal God Zich dan in Zijn genade haastig toewenden naar Zijn
kinderen, die op Hem hun vertrouwen stellen! Dit wil Jezus ons inprenten.
Het lijkt er sterk op alsof wij Jezus’ woorden nu begrepen hebben. Alles
grijpt mooi in elkaar. Luistert U maar!
Jezus wil ons opwekken om het bidden tot God nooit op te geven. Dat ligt
helemaal in Zijn lijn. Bij Lucas is dat een telkens terugkerend thema. Van
onszelf weten we bovendien heel goed, dat we geneigd zijn het bidden na te laten
als we niet direct resultaat zien. En dat overkomt ons nogal eens.
Uiteraard weet Jezus dat ook. Zo’n vriendelijk extra duwtje in de rug is erg
nuttig voor ons.
Het kan geen kwaad, dat we van tijd tot tijd even aangespoord worden door de
woorden van Jezus Zelf. Laten we dan maar doen wat Hij ons voorhoudt.
2.a. Het is uiteraard een mooi en heilzaam teken van onze toewijding aan Jezus,
als wij Zijn aansporing in practijk brengen, maar Hij heeft het niet bij een
stevige aanmoediging gelaten.
Hij heeft nog meer gezegd, en dat moeten we vooral niet buiten beschouwing
laten. Zo is bijvoorbeeld het woord ‘gelijkenis’ gevallen. Iedereen die een
beetje thuis is in de bijbel, spitst dan dadelijk de oren. Dat woord geeft
immers aan, dat Jezus ons op deze plaats iets openbaart over het koninkrijk der
hemelen, iets belangrijks, dat anders aan onze aandacht ontsnapt zou zijn. Toen
ik het woord gelijkenis tegenkwam bij de voorbereiding van deze preek,
was ik zelf nog niet goed wakker.
Jezus had wat mij betreft de vergelijking met de onrechtvaardige rechter best
mogen weglaten bij Zijn aansporing om te volharden in het bidden tot God. Zonder
nadenken zei ik tot mezelf: ‘Ja, bidden, ja, dat is altijd goed!’
Maar als wij horen, dat Jezus wil, dat wij in het gebed volharden en dan
automatisch daarmee instemmen, verliezen we uit het oog dat ons bidden in het
kader staat van de komst van Gods koninkrijk. Daarop hebben de gelijkenissen
betrekking, en op het handelen van God met de mensen en de wereld die Hij
geschapen heeft is ons bidden een reactie. Hij doet aan hen, die in Hem geloven
de belofte, dat Zijn koninkrijk nabij is, en daaraan mogen wij Hem dag en nacht
herinneren, en bidden: Uw koninkrijk kome.
Het woord ‘gelijkenis’ wekte mij uit mijn slaperigheid. In het OT zowel als
in het Nieuwe, d.w.z. zowel bij de profeten als bij Jezus, wijst het gebruik
ervan op de openbaring van een goddelijke geheimenis, die ik gelukkig nog op
tijd opmerkte.
2.b. In hoofdstuk 18 van het Lucasevangelie treffen wij Jezus aan op Zijn
laatste reis naar Jeruzalem. Zijn toehoorders vermoeden heel sterk, en hopen
zelfs vurig, dat Jezus’ tocht naar de hoofdstad van beslissende betekenis zal
zijn voor het hele volk.
Met Zijn prediking gaat Hij in op de verwachting die Zijn toehoorders van Hem
hebben.
In de harten der Joden leefde een diep verlangen naar onafhankelijkheid. En ze
hoorden verrast op, toen Jezus optrad met de onmiskenbare allure van een
profeet. Zo’n geluid was al een paar eeuwen niet meer te horen geweest in
Israël…
Maar opeens klinkt de stem van God, nu niet alleen in de synagoge als een echo
uit het verleden, maar als een levende profetie wordt het komende koningschap
van God als nieuw verkondigd. God maakt Zich op om te heersen vanuit Jeruzalem.
Nu!
En Jezus is de drager van die boodschap, die bij velen de hoop wekt, dat het
binnenkort gedaan zal zijn met de heerschappij van de Romeinen, die Gods land
onrechtmatig bezet houden. En wie zien de Joden dan optrekken naar Jeruzalem? De
boodschapper Zelf, die met twaalf man als twaalf aartsvaders van een nieuw
Godsvolk naar de Godsstad onderweg is. En wat verwachten zij van Hem? Dat door
Hem de natie bevrijd zal worden. En wel binnenkort!
En Jezus weerspreekt hun verlangen geenszins. Bidt tot God, roept Hij hun toe,
bidt dag en nacht. God zal Zijn uitverkorenen niet laten wachten. Ik denk, dat
wij daaraan moeten toevoegen, dat de uitverkorenen niet langer zullen behoeven
te wachten dan nodig is, want wij maken uit de Evangeliën op, dat Jezus’
prediking zeker al drie jaar geduurd heeft. Maar deze reis zal het ervan komen.
Dat is de verwachting en Jezus voedt die verwachting.
Zoals aartsvader Jacob letterlijk vocht met God en Hem een zegen afdwong toen de
morgen aanbrak, zo breekt ook een nieuwe dag aan voor het koningschap van God,
als Jezus Jeruzalem nadert. En Hij spoort Zijn uitverkoren volksgenoten aan in
gebed dag en nacht God de zegen af te dwingen.
2.b. De gelijkenis van de onrechtvaardige rechter versterkt nog eens de indruk
dat God nu definitief gaat ingrijpen. Als zelfs een onrechtvaardige rechter, die
zich van mensen niets aantrekt en van God nog minder, tenslotte wel gehoor moet
geven aan een arme hulpeloze weduwe, zal dan God, de bij uitstek rechtvaardige
rechter niet uit Zichzelf al haast maken om voor Zijn uitverkorenen op te komen?
3. Het is echter raadzaam om het evangelie in zijn geheel te beschouwen. De
ervaring leert, dat God telkens weer op onverwachte wijze aan Zijn belofte
invulling geeft. Zo ook hier.
De rechtvaardige rechter vernietigt Zijn tegenstanders niet, maar tracht ze om
te vormen door hun de kans te geven als kinderen van het licht te leven.
De meest spraakmakende onder hen is vanouds de apostel Paulus geweest, die eerst
de Christenen vervolgde, maar zich later juist bij hen voegde.
Jezus’ dood aan het kruis, waarop de Heer Zelf Zijn discipelen voorbereidde
zonder dat zij er iets van begrepen, was het keerpunt. Van toen af waren er voor
God geen Joden en heidenen meer als fundamenteel gescheiden groepen, maar alleen
mensen, die bestemd waren om kinderen Gods te worden.
Een geweldloze predikant uit het verzet in het door de Duitsers bezette
Frankrijk zei die woorden tot de politiemannen, die in zijn dorp Joden kwamen
arresteren: Ik ken geen Joden hier, ik ken alleen mensen!
En zo redde deze Ds. Trocmé, gesteund door de dorpelingen van Le
Chambon-sur-Lignon velen van deportatie en erger.
Jezus’ dood aan het kruis wil van ons allen mensen maken en daarmee maakt
Jezus haast op Zijn laatste reis naar Jeruzalem.
Voordat dit besef doordringt tot de hele wereld gaan er mogelijk wel een paar
eeuwen meer voorbij dan tot nu toe. Maar wij blijven, om met Uw Ds. Akerboon te
spreken, het liedje van verlangen zingen.
En wij laten ons blijvend vermanen door Jezus en door de echo van Zijn woorden
in de Lutherroos van deze zomer.
Bidt dan dag en nacht.
Bidt in geloof aan het wereldomvattende komende koningschap van God, en volhardt
om onze Heer en Heiland niet te leur te stellen. Zal de Mensenzoon geloof vinden
op aarde? Laten wij als kerken niet in gebreke blijven.
Zijn koninkrijk kome!
Amen.
Alles wat wij hebben, hebben wij van God gekregen,
om door te geven, om met velen te delen
en er zo dubbel
van te genieten.
Ook nu en hier kunnen we gestalte geven aan dat delen:
in de collecte
Daarbij
zingen
wij gezang 294: 1 en 6 = Lied 756 Laat komen, Heer, Uw rijk...
Nu eerst de Collecte die is bestemd voor het gemeentewerk...
collecte
Gebed
over de gaven
Heer
God, wat wij hebben verdiend, wat wij hebben gekregen, is uit Uw genade.
Daarom kunt U er over beschikken, zoals U kunt beschikken over onze tijd, liefde
en aandacht.
Wijs ons de weg. Om Jezus’ wil Amen.
Voorbeden:
Here God, geheel volgens Uw wil bidden wij U, dat alles wat Uw Zoon gedaan heeft
voor mensen door ons in woord en daad verkondigd moge worden.
Maak ons allen bewust van onze hoge roeping om vrede te bewaren onder elkaar en
om vrede te stichten onder anderen.
Uw woord is een woord van verzoening. Leer ons eruit te leven, vooral ook in
situaties van vijandschap. En dat niet alleen wereldwijd, al kunnen wij ook
juist door te bidden tot de wereldvrede bijdragen, maar richt vooral onze blik
op ons eigen land, waar wij direct verantwoording voor dragen, en soms ook
kunnen ingrijpen. Laat ons bruggenbouwers zijn in onze multiculturele
samenleving.
Heer, leer ons bidden, en waakzaam zijn, want de krachten die in de wereld naar
vernietiging streven mogen niet onderschat worden.
Maar van U verwachten wij onze hulp.
En in Uw Naam bidden wij om Uw zegen voor heel de wereld, maar in het bijzonder
ook op ons eigen leven en maatschappelijk samen werken.
En wil de gelovigen die zich hier verzameld hebben om U te loven en te prijzen
bemoedigen met Uw woord, en met de maaltijd, die wij nu in geloof samen gaan
vieren in Jezus’ Naam.
Amen.
Vanuit dat geloof zingen
wij nu ons Credo: Gezang 258: 1 - 4
Halleluja, lof zij de Heer!
...Heer, driemaal heilig, wees geëerd;
U, die het gans heelal regeert,
moet al het schepsel zingen.
Dienst van de Tafel...
Geloofd
zijt Gij, Heer van hemel en aarde, dat Gij U over Uw schepselen ontfermd hebt en
Uw eengeboren Zoon als mens ter wereld hebt doen komen.
Wij danken U voor de verlossing, die Gij ons bereid hebt door het heilig offer
van het lichaam en bloed van onze Heer Jezus Christus, aan het kruishout
gebracht.
Wij loven U om Zijn heerlijke opstanding uit de doden, en om Zijn Hemelvaart tot
Uw eeuwig heiligdom, waar wij in Hem onze hogepriester, altijd tegenwoordig zijn
voor U.
In Zijn naam bidden wij U, Heer, zend ons Uw Heilige Geest en geef, dat wij
onder brood en wijn het waarachtig lichaam en bloed van Uw Zoon met waar geloof
en dankzegging ontvangen mogen.
Breng Uw uitverkorenen van de einden der aarde samen in Uw rijk en doe ons de
wederkomst van Uw Zoon in gelovig vertrouwen verwachten.
U zij eer in eeuwigheid. Amen.
Ik nodig U allen uit een kring met mij te vormen…
Hand in hand bidden wij:
ONZE VADER, DIE IN DE HEMEL ZIJT,
UW NAAM WORDE GEHEILIGD
UW RIJK KOME
UW WIL GESCHIEDE,
ZOALS IN DE HEMEL ZO OOK OP AARDE.
GEEF ONS HEDEN ONS DAGELIJKS BROOD
EN VERGEEF ONS ONZE SCHULDEN,
ZOALS WIJ VERGEVEN ONZE SCHULDENAREN
EN LEID ONS NIET IN VERZOEKING
MAAR VERLOS ONS VAN HET KWADE
In de
nacht, toen onze Heer Jezus Christus verraden werd, nam Hij het brood, dankte,
brak het en gaf het aan Zijn discipelen en zeide:
Neemt en eet, dit is Mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt; doet dit tot Mijn
gedachtenis.
Evenzo nam Hij de beker na de maaltijd,
dankte, gaf hun die en zeide:
Neemt en drinkt allen daaruit, want deze beker is het nieuwe verbond
in Mijn bloed, dat voor u vergoten wordt tot vergeving van zonden; doet dit, zo
dikwijls ge die drinkt,
tot Mijn gedachtenis.
Uitdeling,
besloten met de Avondmaalszegen:
De vrede van God, die alle verstand te boven gaat,
wil Uw harten en gedachten bewaren in Christus Jezus onze Heer.
Laten wij God danken met het
zingen van lied
Gezang 354B:
1 en 3 God zij gezegend! = Lied 375
DE GENADE
VAN ONZE HEER
JEZUS CHRISTUS
EN DE LIEFDE
VAN GOD DE VADER
EN DE Gemeenschap
VAN DE HEILIGE GEEST
IS EN BLIJFT MET U ALLEN. AMEN
Daarna werd gezellig koffie gedronken. Vers gezet.