Dienst in Tiel 16 januari 2005 Laatste zondag na Epifanie.

Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen

onze hulp is in de naam van de Heer
die hemel en aarde gemaakt heeft

Heer, wij hebben als schapen gedwaald,
en wij zijn ieder onze eigen weg gegaan..
Wij konden of wilden de Weg die de Waarheid is,
en het Leven, niet volgen.....
Toch smeken wij u: leid ons weer op het rechte pad
vergeef ons en blijf ons bij,
om Jezus Christus, onze Heer. Amen

De Almachtige God schenke ons Zijn genade
Amen

Zo lief had God deze wereld, dat  Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf ontkomt, en eeuwig leven hebben mag!

Introïtuspsalm 145: 1 en 3



Laat ons de Heer aanroepen om ontferming met de nood van deze wereld, en laat ons Zijn naam prijzen, want aan Zijn barmhartigheid is geen einde.

zondagsgebed
Heer onze God, die Uw Zoon vanuit de Hemel overstraald hebt met licht, wij bidden U: geef ons dat wij de openbaring van Zijn heerlijkheid in geloof aanvaarden en in eenheid en gemeenschap met Hem Zijn kruis en opstanding zullen delen in Zijn verheerlijking. Door Jezus Christus, onze Heer. Amen.

lezing Oude Testament Nieuwe Bijbelvertaling Genesis 1: 1 - 13
1   In het begin schiep God de hemel en de aarde.
2  De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water.
3   God zei: ‘Er moet licht komen, ‘en er was licht.
4  God zag dat het licht goed was, en hij scheidde het licht van de duisternis;
5  het licht noemde hij dag, de duisternis noemde hij nacht. Het werd avond en het werd morgen. De eerste dag.
6   God zei: ‘Er moet midden in het water een gewelf komen dat de watermassa’s van elkaar scheidt.’
7  En zo gebeurde het. God maakte het gewelf en scheidde het water onder het gewelf van het water erboven.
8  Hij noemde het gewelf hemel. Het werd avond en het werd morgen. De tweede dag.
9   God zei: ‘Het water onder de hemel moet naar één plaats stromen, zodat er droog land verschijnt.’ En zo gebeurde het.
10  Het droge noemde hij aarde, het samengestroomde water noemde hij zee. En God zag dat het goed was.
11  God zei: ‘Overal op aarde moet jong groen ontkiemen: zaadvormende planten en allerlei bomen die vruchten dragen met zaad erin.’ En zo gebeurde het.

12  De aarde bracht jong groen voort: allerlei zaadvormende planten en allerlei bomen die vruchten droegen met zaad erin. En God zag dat het goed was.
13  Het werd avond en het werd morgen. De derde dag.

We zingen:  .psalm 98: 1, 3 en 4.



epistel .Titus 3: 4 - 7.
4  Maar toen zijn de goedheid en mensenliefde van God, onze redder, openbaar geworden
5  en heeft hij ons gered, niet vanwege onze rechtvaardige daden, maar uit barmhartigheid. Hij heeft ons gered door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwende kracht van de heilige Geest,
6  die hij door Jezus Christus, onze redder, rijkelijk over ons heeft uitgegoten.
7  Zo zijn wij door zijn genade als rechtvaardigen aangenomen en krijgen we deel aan het eeuwige leven waarop we hopen.

psalmwoord . Psalm 146: 1 Halleluja!  Loof de HEER, mijn ziel. 10  De HEER is koning tot in eeuwigheid, je God, Sion, van geslacht op geslacht. Halleluja!

lied 158: 1 t/m 4 Christus, met eer gekroonde, Zoon Gods in eeuwigheid 


het heilig evangelie staat geschreven bij: Johannes 2: 1 - 11

1  Op de derde dag was er een bruiloft in Kana, in Galilea.  
De moeder van Jezus was er,
2  en ook Jezus en Zijn leerlingen waren op de bruiloft uitgenodigd.
3  Toen de wijn bijna op was, zei de moeder van Jezus tegen Hem: ‘Ze hebben geen wijn meer.’
4  ‘Wat wilt u van me?’ zei Jezus. ‘Mijn tijd is nog niet gekomen.’
5  Daarop sprak Zijn moeder de bedienden aan: ‘Doe maar wat Hij jullie zegt, wat het ook is.’
6  Nu stonden daar voor het Joodse reinigingsritueel zes stenen watervaten, elk met een inhoud van twee à drie metrete.
7  Jezus zei tegen de bedienden: ‘Vul de vaten met water.’
Ze vulden ze tot de rand.
8  Toen zei Hij: ‘Schep er nu wat uit, en breng dat naar de ceremoniemeester.’ Dat deden ze.
9  En toen de ceremoniemeester het water dat wijn geworden was, proefde–hij wist niet waar die vandaan kwam, maar de bedienden die het water geschept hadden wisten het wel–riep hij de bruidegom
10  en zei tegen hem: ‘Iedereen zet zijn gasten eerst de goede wijn voor en als ze dronken zijn de minder goede. Maar u hebt de beste wijn tot nu bewaard!’
11  Dit heeft Jezus in Kana, in Galilea, gedaan als eerste wonderteken; Hij toonde zo zijn grootheid en zijn leerlingen geloofden in Hem.

Zalig die het woord van God horen, en er gehoor aan geven!


 Credo:

Preek
GENADE ZIJ U EN VREDE VAN GOD ONZE VADER EN VAN JEZUS CHRISTUS, ONZE HEER.

Lieve mensen,

Onlangs zag ik op de televisie een gesprek van Rik Felderhof met de U allen welbekende ds. Carel ter Linden.
In de loop van dat interview vond Ds. ter Linden aanleiding om op te merken, dat de bijbel een moeilijk boek is. Maar gelukkig zijn er predikanten. Zij zijn bestemd om uitleg te geven van de door hen uit de Heilige Schrift voorgelezen teksten. Daar zijn ze voor opgeleid.
Hij preciseerde die mededeling verder nog door te stellen, dat de bijbel eigenlijk in een soort codetaal geschreven is. Aan de universiteit worden wij dominees wegwijs gemaakt in de ontcijfering van de eigenlijke boodschap die dat moeilijke boek ons wil brengen.

Het klonk heel plausibel. Het is natuurlijk prettig te weten waar je voor dient. Ik heb wel eens iemand in dit verband plechtig horen spreken over een moeilijke doch mooie taak. Ongetwijfeld deelde ik tijdens het interview een zeker gevoel van voldoening met mijn zeer gewaardeerde collega. Ja, hij verstaat zijn vak, en ja, daar zijn wij voor: uitleggen van de tekst, en decoderen van het geheimschrift. Zo kun je onze rol met betrekking tot de bijbel wel omschrijven.
Daar wil ik dan ook mee beginnen, maar aan het einde van mijn preek kom ik er nog op terug.
Over uitleggen gesproken: vanmorgen ligt er wat dat betreft al dadelijk werk op me te wachten.
In het verhaal van de bruiloft te Kana in Galilea staat een heel lastig te verklaren zin. Het zijn vooral Rooms-katholieke christenen die er moeite mee hebben, maar alle andere uitleggers zitten er toch ook een beetje mee. Ik bedoel de nogal koele reactie van Jezus op het van warm medeleven getuigende woord van Zijn moeder, wanneer ze ontdekt dat de wijn bijna op is.
Zo’n oosterse bruiloft duurde wel zeven dagen achtereen.
Een hele week gasten te drinken geven slaat een fikse bres in de voorraad. Uit de tekst zou je kunnen afleiden dat Jezus en Zijn discipelen onverwacht in de buurt waren gekomen. Toen werden ze uiteraard uitgenodigd, maar er was niet op hen gerekend.
Vandaar Maria’s  interventie.
Misschien gebeurde dit incident wel op de laatste dag, zo tegen het einde van het feest, maar de blamage zou er niet minder om zijn. Ik kan er van meepraten, want op mijn 25 jarige bruiloft bood ik tegen het eind van de avond een van de gasten persoonlijk iets te drinken aan, maar de witte wijn, waar haar verlangen naar uitging, bleek op te zijn. Ik ging door de grond!
Later hoorde ik, dat iemand en bestelwagentje voor de uitgang van de gelegenheid, waar wij ons bevonden, had zien staan. Het was hem opgevallen, dat daarin een groot aantal flessen werd ingeladen. Maar hij had geen verband met mijn feest gelegd…
Moeder Maria was dus begaan met de acute nood van het bruidspaar en aarzelde geen ogenblik om te doen, wat de Lutherse liturgie ons elke zondag op het hart drukt, wanneer zij ons laat bidden: Heer ontferm u over de nood van deze wereld.
Volgens de nieuwste vertaling antwoordde Jezus toen heel afstandelijk: Wat wilt u van me? Mijn uur is nog niet gekomen.
Dat klinkt erg cru.
De NBG vertaling, die we tot nu toe in de kerk gebruikt hebben, is maar een fractie beleefder in de aanspraak, maar pinniger van inhoud:
Vrouw, wat heb ik met U van node?
De Groot Nieuwsvertaling maakt het nog erger: Vrouw, is dat uw zaak of mijn zaak?  Het ontbreekt er nog maar aan, dat ze Jezus zouden laten zeggen: Mens, dat is ons probleem toch niet!
Misschien gaat die brutale taal erin als koek bij de hedendaagse jeugd, maar mijn generatie zou dan zeggen tegen Jezus: zo spreekt men niet tegen zijn moeder.
En Ds. Pieter Oussoren heeft voor mij dan ook bijna de juiste formulering gevonden in zijn prachtige tekstgetrouwe weergave van het oorspronkelijke Grieks:
Betekent dit iets tussen mij en U, vrouwe?
Bijna, zei ik, want het woord vrouwe is me te ouderwets en ook een beetje te verheven. Ik kies voor: mevrouw. Daar zit afstand in, maar ook eerbied. Wel merk ik in Jezus’ antwoord een zweem van een verontschuldiging op.
Hij zegt immers: Mijn uur, namelijk het moment dat door Mijn hemelse Vader wordt bepaald, is nog niet gekomen.
Maar desondanks hoort Maria er een belofte in.
Als menselijke mogelijkheden zijn uitgeput, kan er toch van Godswege een oplossing komen. Daarom vraagt ze de bedienden alles te doen wat Hij maar zou kunnen opdragen.
U begrijpt dat onze Rooms-Katholieke broeders en zusters in dit verhaal graag een bewijs uit de H.Schrift opdiepen, dat Maria voor ons een voorspraak bij Jezus is, en dat Hij aan een verzoek van haar kant geen weerstand kan bieden. Ik zie dat niet zo.
Jezus’ antwoord aan Zijn moeder is me daarvoor te afhoudend. Sommige RK exegeten voelen ook wel, dat hier iets wringt. Als ik er met Uw goedvinden nog even over door mag gaan, vertel ik u, dat ik in een Amerikaans commentaar uit die hoek van de kerk het voorstel las om het antwoord van Jezus te halveren.
Maria zegt dan verschrikt: Er is geen wijn meer!
Jezus vraagt haar vervolgens even geduld te hebben totdat Zijn uur is aangebroken en Maria begrijpt, dat haar Zoon er aanstonds wel iets aan gaat doen, op haar voorspraak dus!
De parochie kan bij zo’n preek opgelucht adem halen, want ze wisten het wel: Maria’s voorspraak helpt, Jezus kan haar echt niets weigeren.
Overigens denk ik niet dat een Nederlandse pastoor zo met een bijbeltekst zou durven omgaan.
Het wordt echter hoog tijd om ons eens af te vragen waar het in dit verhaal dan wel om gaat.
En nu kom ik toe aan de codetaal waaraan Ds. ter Linden refereerde. Opvallend is de grote hoeveelheid wijn waarvan gesproken wordt, en daarnaast ook de kwaliteit, die de hofmeester als deskundige niet ontgaat.
Zeg: Wijn in gigantische overvloed, en allemaal van het beste, en iedere Jood die de Torah en de profeten kent, weet dadelijk dat hier zich iets aankondigt waarop ze allemaal hopen. De Messias is in aantocht, en Hij brengt het Messiaanse tijdperk vol heil en zegen met zich mee.
De heilstijd staat op aanbreken en de tekenen daarvan zijn voor allen, die in God geloven, zichtbaar. Er gebeuren immers wonderen net zoals in de dagen, dat God met hen door de woestijn trok. Kwam er niet water in overvloed uit de steenrots, toen Mozes daar met zijn staf op sloeg? En ligt hier niet in stenen vaten de immense voorraad wijn besloten, die grote hoeveelheid kostbare drank, die het water in waarde te boven gaat als teken van Gods genade? De rabbijnen zien in wijn een verhulde toespeling op de Torah. De Torah zal rijkelijk vloeien als God Zich weer verbindt aan Zijn volk. Als in een nieuw huwelijk.

Zo moet u het, dunkt mij, lezen. Hier is Gods glorie bij de mensen, net als in de woestijn na de uittocht uit Egypte, toen verborgen in de wolk overdag en ’s nachts in de vuurkolom, nu in heerlijkheid verschenen in de gestalte van Jezus, het licht der wereld.
Te zien voor ieder, die vasthoudt aan God en aan het verbond, dat bij de Sinaï gesloten is.

De Heer, die het licht der wereld is, opent bovendien een perspectief voor de hele mensheid. Alle mensen zijn bestemd om Gods kinderen te worden. Ook dat is Messiaanse overvloed, die aan de wereld geschonken wordt op een huwelijksdag als deze derde dag van de week. Joden trouwen met voorliefde op dinsdag. Als u goed geluisterd hebt naar de Oude Testament lezing van zoëven, hebt U kunnen horen, dat God met de derde dag dubbel ingenomen was, want tot tweemaal toe staat er ópgetekend, dat God zag dat Zijn schepping goed was. Het was de dag waarop de aarde het aanzijn ontving om later de mens vaste grond onder de voeten te geven, en ook ontsproot daar toen de vruchtbare begroeiing, die mens en dier van voedsel zou voorzien. Als U eenmaal de codesleutel in handen hebt, gaan de deuren naar de betekenis van dit verhaal aan alle kanten open. Waar Jezus is, is overvloed. De wijn van Kana vloeit tot op vandaag uit de stenen vaten. Wijzelf en alle geslachten van mensen, die na ons komen, zullen er van drinken zonder dat ze opraakt.

De tekst roept ons ook niet voor niets in herinnering, dat de stenen vaten te maken hadden met de reinigings-gebruiken van de Joden. Wie in Gods nabijheid verkeert moet rein zijn. Het uur waarop Jezus die reiniging tot stand zou brengen zou nog aanbreken. Tot aan de kruisiging en de uitstorting van de Heilige Geest toont Jezus Zijn glorie in tekenen.
Maar in de kruisiging wordt Zijn bloed werkelijk vergoten. Voor ons, sindsdien voorgoed verzoend met God.
De rabbijnen dachten bij de wijn aan de Torah, voor de Christenen verwijst de wijn naar de kruisiging van onze Heer. In zijn brief aan Titus houdt Paulus zijn leerling voor, dat wij Christenen door Gods goedheid gered zijn en begiftigd met de Heilige Geest, waardoor wij als nieuwe mensen mogen leven, onbezwaard door ons verleden en toegerust voor een stralende toekomst.

Wie de moeite neemt om stil te staan bij het verhaal van de bruiloft te Kana, ontdekt telkens weer nieuwe aspecten van de komst van Jezus naar onze aarde.
Zo roept het woord bruiloft de vraag op, wie de eigenlijke bruidegom is en gaan wij inzien, dat Jezus de bruidegom is die een feestmaal aanrecht voor de hele mensheid. Het zal haar aan niets ontbreken.
Hij nodigt ons aan Zijn tafel en geeft ons in overvloed te drinken van de wijn van Zijn koninkrijk.
Met hem hebben wij een toekomst, maar zonder Hem is ons bestaan uitzichtloos en zelfs zinloos.
U begrijpt, dat de rijkdom van motieven, die in de Heilige Schrift zelfs al in één enkel verhaal opgetast liggen, stof heeft gegeven, en zal blijven geven, voor talrijke preken. We behoeven niet bang te zijn, dat ooit de diepte van de openbaring van God uitputtend gepeild zal zijn. En ik volsta voor vandaag dan ook met de uitleg van Jezus’ antwoord op Maria’s  warme bekommernis om het bruidspaar, dat gebrek aan wijn dreigde te krijgen en met de verwijzing naar de rijkdom van het Evangelie, dat de mensheid een toekomst belooft, als zij Jezus als haar koning aanvaardt.
En ik wek U op, dat te doen!

Aan het begin van mijn preek beloofde ik u nog even terug te komen op de rol van predikanten bij onze schriftverklaring. Aan het einde wil ik vragen om wat ik gezegd heb over codetaal niet verkeerd op te vatten. U zou in de verleiding kunnen komen te denken, dat de schrijver van het Johannes - evangelie bedoeld heeft zijn gedachten over de betekenis van Jezus in verhaalvorm op te schrijven. Dat leidt makkelijk tot de opvatting dat de zin van het verhaal belangrijker is dan de gebeurtenis die het beschrijft. Het omgekeerde is echter het geval.
De gebeurtenis staat voorop, het wijnwonder heeft zich voltrokken en de rijke overvloed is het teken van de aanwezigheid van de Messias. De rijke hoeveelheid en de allerbeste kwaliteit van de wijn zijn de codewoorden, die ons op de komst van de Bruidegom van Israël en op de Messiaanse tijd attent maken. Onze critische, en vooral rationalistische geest aanvaardt dat maar moeilijk. 
Juist het onverklaarbare echter wijst op Gods ingrijpen in de geschiedenis van Israël en van de mensheid. Iedereen, die bij een noodtoestand op wonderbaarlijke wijze is gered, is in staat aan te voelen, dat God zich beweegt op een plan, dat alle verstand te boven gaat. God heeft een onbegrijpelijke liefde voor mensen die zich tegen Hem verzetten en die zelfs onze goede heer Jezus om het leven gebracht hebben.
Jezus’ discipelen geloofden in Hem, en de wonderen die Hij deed passen bij Hem.
Laten wij ook maar in Hem geloven. Dan zal Hij ons redden uit de nood en ons Zijn wonderen tonen.
Amen.

Muziek

ALLES WAT WIJ HEBBEN , HEBBEN WIJ VAN GOD GEKREGEN,
OM  DOOR  TE GEVEN, OM MET VELEN TE DELEN
     EN ER ZO VAN TE GENIETEN.
OOK NU EN HIER KUNNEN WE GESTALTE GEVEN AAN DAT DELEN:   IN DE COLLECTE 
We zingen daarbij: gezang 289: 1, 2 en 4

collecte

Gezang 289:  1, 2  en  Morgenglans der eeuwigheid, licht aan 't eeuwig Licht onttogen = Lied 213 
 


G
ebed over de gaven

LIEVE GOD, WILT U ALSTUBLIEFT ZEGENEN WAT WE HIER BIJ ELKAAR HEBBEN GEBRACHT,
  ZODAT HET IS TOT EER VAN UW NAAM,
EN ZODAT HET UW GEMEENTE WERELDWIJD TEN GOEDE KOMT.
LAAT HET EEN OFFER ZIJN, DAT ONZE DANKBAARHEID EN LIEFDE UITDRUKT,
DOOR JEZUS CHRISTUS, ONZE HEER.  AMEN

Laten we danken en bidden:
....

ONZE VADER, DIE IN DE HEMEL ZIJT,
UW NAAM WORDE GEHEILIGD
UW RIJK KOME
UW WIL GESCHIEDE, GELIJK IN DE HEMEL
ALZO OOK OP AARDE.
GEEF ONS HEDEN ONS DAGELIJKS BROOD
EN VERGEEF ONS ONZE SCHULDEN,
GELIJK OOK WIJ VERGEVEN ONZE SCHULDENAREN
EN LEID ONS NIET IN VERZOEKING
MAAR VERLOS ONS VAN HET KWADE

Slotlied gezang 151: 1, 2 en 3 O Christus, woord der eeuwigheid, dat naar ons uitging in de tijd... = Lied 826

Zegen:
De  genade  van onze Heer Jezus Christus,
de liefde van God de Vader
en de  gemeenschap van de Heilige Geest
is en blijft met u allen.