Dienst op zondag Invocavit in de Lutherse kerk te Zeist. Organist de heer J. Lijftogt. 

IN DE NAAM VAN DE VADER EN DE ZOON EN DE HEILIGE GEEST.
Amen
ONZE HULP IS IN DE NAAM VAN DE HEER
die hemel en aarde gemaakt heeft

Heer, vergeef ons al wat wij misdeden
en laat ons weer in vrede leven

Uw gebed is verhoord, want Jezus verzekert ons dat GOD DEZE WERELD ZO LIEF HAD, DAT  HIJ ZIJN ENIGGEBOREN ZOON GEGEVEN HEEFT, OPDAT IEDER DIE IN HEM GELOOFT AAN HET VERDERF ONTKOMT, EN EEUWIG LEVEN HEBBEN MAG!

Onze Introïtus-psalm deze zondag Invocavit (Roept men Mij aan: Ik antwoord) is psalm  21: 1, 3, 4



LAAT ONS DE HEER AANROEPEN OM ONTFERMING MET DE NOOD VAN DEZE WERELD,
EN LAAT ONS ZIJN NAAM PRIJZEN,
WANT AAN ZIJN BARMHARTIGHEID IS GEEN EINDE

zondagsgebed
Here God, hemelse Vader, die Uw Zoon in de wereld gezonden hebt om de heerschappij van Uw tegenstander te breken en ons tegen die vijand te beschermen, wij bidden U: bewaar ons in alle aanvechting en schenk ons de bijstand van Uw Geest, opdat wij de satan weerstand bieden.
Geef ons ook een helder inzicht in Uw Woord opdat wij zo de overwinning behalen door Jezus Christus, onze Heer. Amen.

lezing ot: Jesaja 42: 1 – 7 NBV
Korte inleiding tot de lezing. Het volk Israël, het volk van God, heeft vele beproevingen in zijn geschiedenis doorgemaakt. Twee daarvan worden in de Oud-testamentische geschriften met bijzondere aandacht begeleid. De eerste is het veertigjarig verblijf van de Israëlieten in de woestijn op hun tocht naar het beloofde land. In de lezing van het Marcusevangelie wordt op dit gebeuren vandaag ook gezinspeeld.
En het tweede dieptepunt is de ballingschap in Babylonië. Het boek Jesaja bevat te dien aanzien vier prachtige profetieën die bekend staan onder de naam van liederen over de Knecht des Heren. Het gedeelte van Jesaja waarin zij gevonden worden (hoofdstuk 44-50) heet heel toepasselijk het Troostboek, omdat God daarin de terugkeer van Zijn volk naar Jeruzalem belooft. Ook daarnaar wordt in de Evangelielezing verwezen. Jesaja 42 bevat het eerste lied dat aan de Knecht des Heren is gewijd. 

1 Hier is mijn dienaar, hem zal Ik steunen,
hij is Mijn uitverkorene, in hem vind Ik vreugde,
Ik heb hem met Mijn geest vervuld.
Hij zal alle volken het recht doen kennen.

2  Hij schreeuwt niet, hij verheft zijn stem niet,
hij roept niet luidkeels in het openbaar;

3  het geknakte riet breekt hij niet af,
de kwijnende vlam zal hij niet doven.
Het recht zal hij zuiver doen kennen.

4  Ongebroken en vol vuur
zal hij het recht op aarde vestigen;
de eilanden zien naar zijn onderricht uit.

5  Dit zegt God, de HEER,
die de hemel heeft geschapen en uitgespannen,
die de aarde heeft uitgehamerd
met alles wat zij voortbrengt,
die de mensen op aarde levensadem geeft,
en levensgeest aan allen die daar verkeren:

6  In gerechtigheid heb Ik, de HEER, je geroepen.
Ik zal je bij de hand nemen en je behoeden,
Ik neem je in dienst voor mijn verbond met de mensen en maak je tot een licht voor alle volken,

7  om blinden de ogen te openen,
om gevangenen te bevrijden uit de kerker,
wie in het duister zitten uit de gevangenis. 

Gradualelied: psalm 25: 2 en 10


epistellezing uit 1 Petrus 3: 13 – 22
Korte inleiding tot de lezing…
Deze brief, die waarschijnlijk inderdaad van de apostel Petrus afkomstig is, bedoelt een aantal gemeenten in Klein-Azië te bemoedigen.
De Christenen hebben daar te lijden onder vervolging, en de apostel roept hen op om die beproeving moedig te doorstaan. Zo krijgen ze deel aan het lijden van Christus en zullen ze met Hem eeuwig leven ontvangen. Petrus wijst hen ook op de zondvloed waaruit Noach gered werd met acht man. Dat moge hen herinneren aan hun doop die hun geweten schoon wast. Hij gaat verder:
13  Overigens, wie zou u kwaad doen als u zich volledig inzet voor het goede?
14  Maar zelfs als u zou lijden omwille van de gerechtigheid, dan bent u toch gelukkig te prijzen. Wees daarom niet bang voor de mensen en laat u door niets in verwarring brengen;
15  erken Christus als Heer en eer Hem met heel uw hart. Vraagt iemand u waarop de hoop die in u leeft gebaseerd is, wees dan steeds bereid om u te verantwoorden.
16  Doe dat dan vooral zachtmoedig en met respect, houd uw geweten zuiver; dan zullen de mensen die zich honend over uw goede, christelijke levenswandel uitlaten, zich schamen over hun laster.
17  Het is beter te lijden, indien God dat wil, omdat men goed doet dan omdat men kwaad doet.
18 Ook Christus immers heeft, terwijl Hij zelf rechtvaardig was, geleden voor de zonden van onrechtvaardigen, voor eens en altijd, om u zo bij God te brengen. Naar het lichaam werd Hij gedood maar naar de geest tot leven gewekt.
19  Hij is naar de geesten gegaan die (in de dood) gevangen zaten, om dit alles te verkondigen
20  aan hen die ten tijde van Noach weigerden te gehoorzamen, toen God geduldig wachtte en de ark gebouwd werd. In de ark werden slechts enkele mensen, acht in totaal, van de watervloed gered,
21  en dat water is een voorafbeelding van het water van de doop, waardoor u nu wordt gered. De doop wast niet het vuil van uw lichaam, het is een vraag aan God om een zuiver geweten. Hierom kunt u vragen dankzij de opstanding van Jezus Christus,
22  die de hemel is binnengegaan en nu aan Gods rechterhand zit, terwijl de engelen, machten en krachten aan Hem onderworpen zijn.

Ons zondagslied is gezang 401: 1 tot en met 4 Een vaste burcht is onze God = Lied 898
Gods rijk blijft ons behouden!

het heilig evangelie staat geschreven bij: Marcus 1: 9 – 15
Johannes predikt een doop tot bekering en heeft daar veel succes mee. Veel mensen komen naar hem toe en laten zich dopen in de Jordaan.
We lezen:
9  In die tijd kwam Jezus vanuit Nazaret, dat in Galilea ligt, naar de Jordaan om Zich door Johannes te laten dopen.
10  Op het moment dat Hij uit het water omhoogkwam, zag Hij de hemel openscheuren en de Geest als een duif op Zich neerdalen,
en er klonk een stem uit de hemel:
 ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.’
Meteen daarna dreef de Geest hem de woestijn in.
13  Veertig dagen bleef hij in de woestijn, waar hij door Satan op de proef werd gesteld. Hij leefde er te midden van de wilde dieren, en engelen zorgden voor hem.
14  Nadat Johannes gevangen was genomen, ging Jezus naar Galilea, waar hij Gods goede nieuws verkondigde.
15  Dit was wat hij zei: ‘De tijd is aangebroken, het koninkrijk van God is nabij: kom tot inkeer en hecht geloof aan dit goede nieuws.’
Zalig die het Woord van God horen en er gehoor aan geven!

In antwoord op Gods Woord willen wij ons geloof belijden:

Ik geloof in God,
        die wilde dat de wereld goed was,
        die mensen en dieren maakte,
        planten en bomen,
        vogels en vissen,      
en er van hield.

Ik geloof in God,
        die als een vader zorgen wil,
        die als een moeder ons omringt.

Ik geloof in Jezus -
        in wie Gods Liefde mens werd,
                om ons lot te delen
                ons leven, onze dood,
        die dwars door alles heen
        vast hield aan Zijn Vader -
en angst en dood overwon -
stervend aan het kruis.

Hij ging door de hel,
maar stond óp tot nieuw leven:
        de derde dag.

Ik geloof in de Geest
die Jezus ons zond,
        om ons dichter dan ooit
        bij God te doen zijn.
        Zij bidt en zingt en dankt in ons;
        geeft ons nieuw leven,
in eeuwigheid.

Daarom durven wij geloven
in goedheid, gerechtigheid, trouw....
... in Liefde en toekomst
zelfs voorbij de dood....
Daarom durven wij geloven in een kerk, waar mensen zijn
        als één lichaam, dat bestuurd wordt
                door Jezus, ons Hoofd....
... in een doop, die mensen nieuw maakt...
... in vergeving, in genade en hoop -
voor gewone mensen zoals wij.
Amen.

Preek
GENADE ZIJ U EN VREDE VAN GOD ONZE VADER EN VAN JEZUS CHRISTUS, ONZE HEER.


Lieve vrienden,

Jezus zegt in Marcus 1: 15: “Hecht geloof aan dit goede nieuws!”

Het Evangelie naar de beschrijving van Marcus begint met een luid trompetgeschal dat bedoeld is om ieders aandacht te trekken. Luistert u maar:
Begin van de BLIJDE BOODSCHAP
die over en door Jezus Christus,
Zoon van God,
verkondigd wordt.

Dat Evangelie, het Goede Nieuws, houdt natuurlijk in dat de prediking van Jezus het leven van alle mensen vernieuwt.
Niet alleen Zijn prediking, maar ook Zijn leven en sterven.
Niet alleen Zijn dood aan het kruis,
maar ook Zijn opstanding,
Zijn Hemelvaart en Zijn stichten van de kerk op de Pinksterdag, toen de Geest van God op alle discipelen nederdaalde als vuur uit de hemel.
Dat alles was het begin van een nieuwe schepping, en wij mogen daaraan deel hebben. Aanstonds worden wij genodigd aan een hemelse maaltijd met onze Heer.

 “Hecht geloof aan dit goede Nieuws!”
Jezus roept het ons toe, en wij doen er goed aan die Blijde boodschap te geloven, want het is een tijding van vreugde, (naar een vertaling van Marie van der Zeyde).

Dit 15de vers van hoofdstuk 1 (dat ik zojuist aanhaalde) is dus een herneming van de openingszin van het Marcusevangelie.
Die terechte uitbarsting van vreugde, waarvan Jezus getuigt in Gods Naam en in Gods kracht, vindt echter plaats met de woestijn als achtergrond.
Dat thema wordt sterk benadrukt. Eerst horen we van een stem in de woestijn. Daar roept iemand dat de Heer van plan is Zelf Zijn volk een bezoek te brengen. Dan verschijnt er een Elia-achtige figuur. Dat zien we aan zijn kameelharen mantel en lederen gordel. Door zijn voedsel van sprinkhanen en honing maakt hij duidelijk dat hij leeft van wat de woestijn oplevert. (En dat hij dus leeft van Gods genade.) Hij voltrekt bij de Jordaan een doop tot bekering aan duizenden mensen uit Jeruzalem en aan andere Israëlieten.
Wij noemen hem Johannes de Doper, maar de Oosters-Orthodoxe Christenen spreken liever over Johannes de Voorloper, want hij gaat voor Jezus, de Messias, uit.
Inderdaad meldt ook deze Zich later bij Johannes. Op het moment van deze speciale doop wijken de hemelen uiteen. De Geest daalt op Hem neer en direct daarna horen we alweer van de woestijn, want de Geest voert Jezus juist dáárheen. De woestijn is immers de traditionele verblijfplaats van Gods tegenspeler. Die krijgt nu veertig dagen de gelegenheid zijn kunsten op Hem te beproeven.

Het komt mij voor dat dit laatste punt juist voor vandaag van belang is. Het is immers de eerste zondag van de veertigdagentijd, die met het Paasfeest een einde neemt.
Die tijdsduur doet even denken aan Mozes’ verblijf op de Sinaï, maar daar zal de satan wel niet verschenen zijn!
Het getal veertig verwijst veeleer naar het aantal jaren dat Israël als volk in de woestijn doorbracht. Voor hen was dat een ware beproeving. Hebben ze zich in  al die tijd aan God weten vast te houden? Nee, dat is hun helaas niet gelukt. Maar Jezus doorstaat de beproevingen van de eenzaamheid wel. Laat Hij ons voorbeeld zijn in onze maatschappelijke situatie!
Het zal zeker goed voor ons zijn om nu in Zijn geest te leven, want de toekomst ziet er voor de mensheid niet bijzonder gelukkig uit.
De economische crisis is bepaald ernstig. Ons bancaire en financiële systeem lijkt simpelweg ingestort. Onze deskundigen raden ons de economie gaande te houden door bestedingen, maar onze inkomsten worden bedreigd. Dat gevaar strekt zich zelfs ook uit tot de pensioenen. Zo kan ik nog even doorgaan. Maar ik wil hier niet een zo volledig mogelijke opsomming geven van wat er allemaal mis kan gaan. Ik beperk me ertoe te constateren dat we met onze voeten al half in de woestijn staan. Dan is het volgens mij zinvol om ons geestelijk terdege voor te bereiden op wat ons nog te wachten staat. En misschien is het goed niet alleen te bidden, maar ook te vasten…  Onder vasten versta ik het tevreden zijn met een bescheidener bestaan dan tot dusver.

Jezus leefde, naar de bewoordingen van Marcus, in de woestijn samen met de wilde dieren.
Dat kan tweeërlei betekenen.

Één mogelijkheid is dat zo’n samenleven verwijst naar een uiteindelijk herstel van de paradijselijke toestand van voor de zondeval. Dat zou heel mooi zijn.
Maar de nadruk op het wilde karakter van de dieren doet mij kiezen voor een andere uitleg.
Als tweede mogelijkheid denk ik meer aan een waarschuwing als: pas op voor allerlei gevaren. In een ontregelde samenleving lopen zomaar opeens veel wilde dieren los rond. Maar heb géén angst: we mogen verwachten, dat wie de Geest ontvangen heeft bij de doop, door Gods engelen bijgestaan zal worden, net zoals onze Heer door hen gediend werd.

Wat ik in het tot nu toe gezegde naar voren gebracht heb, lijkt me voortreffelijk samengevat in de U vandaag voorgelezen woorden van Petrus: Wees niet bang voor de mensen. Erken Christus als Heer en eer Hem met heel uw hart. Dááraan heb ik niets toe te voegen.

Wel wil ik aandacht besteden aan de O.T.-lezing, want de tekst van Jesaja is nogal raadselachtig. Het gedeelte uit hoofdstuk 42 past in zekere zin heel goed bij wat we aantreffen in het verhaal van Jezus’ doop. Er staat in beide teksten dat God in Hem vreugde vond, en dat de Geest Hem vervulde. Het hoofdstuk 42 van Jesaja bevat één van de vier liederen die in dat boek aan de Knecht des Heren zijn gewijd. Die Knecht is naar Joodse mening het volk Israël, en naar de mening van de Christenen bevat de Knechtsgestalte een verwijzing naar Jezus, de Messias. Ik laat die controverse vandaag maar rusten, al geloof ik wel dat het gelijk grotendeels aan onze zijde is. Maar ik wil niet op die kwestie in gaan.

Er is namelijk nog iets anders te vermelden wat minstens even interessant is. In het tweede deel van het boek Jesaja, in het Troostboek dus, vinden we een bekende naam uit de wereldgeschiedenis. Dat is die van Kores, een vorst van Perzië, die door ons Cyrus genoemd wordt. Hij is voor het Joodse volk van enorme betekenis geweest.
Zijn verovering van Babylon in 538 voor Christus maakte een einde aan de ballingschap en gaf de nog overgebleven Israëlieten de kans om terug te keren naar hun land. Ze mochten Jeruzalem herbouwen, en de tempel eveneens!
Cyrus was een verdraagzame man en gebruikte meer diplomatie dan geweld.
Met zijn mildheid won hij de harten van zijn nieuwe onderdanen.
En ook God schepte behagen in hem.
Hoofdstuk 45 van Jesaja geeft hem zelfs de titel van Messias.
Dat is een hele onderscheiding voor iemand die niet tot Gods eigen volk behoort. 
Dat is een hele onderscheiding voor iemand die niet tot Gods eigen volk behoort.
Terecht verwonderen wij ons daarover. Maar goed, de titel Knecht des Heren, die naar Christelijk gevoelen aan Jezus toegekend wordt in hoofdstuk 42, gaat nog ver uit bo-ven de titel van Messias. Jezus draagt ze allebei: Hij is de Christus, en dat is de Griekse versie van het Hebreeuwse Messias. Maar Hij is daarenboven ook de Knecht die door het offer van Zijn leven een nieuw verbond stichtte tussen God en de mensheid. 
Daarin zijn wij opgenomen naast de Joden.
Maar nu stuit ik bij het lezen van hoofdstuk 42 op een raadsel dat ik zo even aangestipt heb. Wij hoorden dat de Knecht des Heren zijn stem niet verheft, maar Jezus verheft Zijn stem wel degelijk, in elk geval in een later stadium van Zijn optreden. En ten tweede horen we dat Hij het geknakte riet niet breekt, en de kwijnende vlaspit niet uitdooft. Nee, denk ik, dan, dat zal Jezus vast niet doen. 
Echter het heeft geen zin om in een profetische openbaring iets aan te kondigen wat in de grond van de zaak vanzelf spreekt. De genoemde uitingen worden intussen wel zinvol als ik denk aan Cyrus! Het walmende vlammetje van de Joodse hoop op terugkeer vanuit Babylon naar Jeruzalem blaast Cyrus krachtig aan. Dat is onverwacht, en een groot wonder. Van tevoren was er ook geen campagne geweest met beloften van die aard. 
Wat in Hoofdstuk 42 te lezen valt over de zachtmoedigheid van de Knecht des Heren is zomaar van toepassing op de Perzische Messias Cyrus, en veel minder op Jezus! Dit exegetische probleem heb ik niet kunnen oplossen. 
Wel staat vast dat God altijd terecht de eer voor Zich opeist, dat Hij en niemand anders de verlossing teweeg heeft gebracht.
Daaraan wil ik vanzelfsprekend niets afdoen, maar ik maak u erop attent, dat God dus kennelijk niet alleen verlichte mensen uit eigen kring gebruikt. Hij heeft een wijdere blik dan wij. Een van de verzoekingen, die ons in deze multiculturele periode van onze samenleving belagen is de hoogmoedige gedachte dat wij alles zo aanzienlijk veel beter doen dan volken met een heel andere achtergrond.
De ineenstorting van structuren die wij zorgvuldig hadden opgebouwd, maar niet met evenveel zorg behoed hebben, zou ons tot lering moeten zijn. In de V.S. van Amerika durven ze het aan met een president wiens ‘roots’ voor de helft in Afrika liggen. Als iemand hier nu bedenkingen bij heeft en gevaren ziet opdoemen, herinner ik U nog even aan de woorden van Petrus. Het is mijn vaste overtuiging, dat alles wat wij voorstaan als Christenen, alleen geldt binnen het kader van zijn vermaning: 'Erken Christus als uw Heer en eer Hem met geheel Uw hart'. 
Ik pleit niet voor keuzes die buiten God omgaan...

Voor zover U mijn voorzichtige suggestie om eens wat aandacht aan het vasten te besteden in de veertigdagentijd niet opvolgt, heb ik tenslotte dus nog een vriendelijke aansporing tot nederigheid voor u, geput uit de rijke bron van levend water die ontspringt in het Oude Testament en die zich in het Nieuwe Testament manifesteert in Jezus Christus onze Heer. Ook al schiet ons begrip te kort: wijz ijn in Jezus Christus geborgen. 
Aanstonds zal Hij ons behalve het Brood des levens ook nog eeuwige vreugde schenken in de Wijn van Zijn koninkrijk.

Hecht dus geloof aan het goede nieuws, aan de tijding van vreugde, die klinkt in onze woestijn, en looft God om Zijn genade...
Amen.


Muziek

Gezang 90: 1 en 2 Is God de Heer maar voor mij, wat zou mij tegen zijn? = Lied 902


Collecte
Gods liefde is groot en strekt zich uit tot alle mensen,
   wij kunnen daarin delen:
dag aan dag met vriendelijkheid en aandacht,
geld en geduld,
nu kunnen we er gestalte aan geven, als een goed begin,  in de collecte!

Gebed over de gaven

Lieve God, wilt U alstublieft zegenen wat we hier bij elkaar hebben gebracht,
  zodat het is tot eer van Uw Naam,
en zodat het Uw gemeente wereldwijd ten goede komt.

Laat het een offer zijn, dat onze dankbaarheid en liefde uitdrukt,
door Jezus Christus, onze Heer.  Amen

Voorbeden.
Lieve God, Wij willen U aanbidden en danken om alle goede dingen die U ons geeft naar lichaam en geest, en vooral voor de blijde boodschap die we mochten horen. Geef dat het krachtig in ons werkt, en ons een diep begrip geeft van Jezus Christus, die door Zijn dood onze gerechtigheid, door Zijn opstanding ons leven en door Zijn Evangelie onze wijsheid geworden is.
Bron van barmhartigheid, wij bidden U dat U Uw kerk met allen die U dienen, wilt bezielen door Uw Geest, opdat Uw heilig Woord er naar waarheid wordt gebracht. Dat daardoor geloof en werkzame liefde versterkt mag worden in ons allen. Zegen allen die geroepen zijn om op hun eigen plek in kerk en samenleving te dienen, en met name hen die worden opgeleid tot het ambt dat de verzoening preekt.
Ook bidden wij U voor zending, en dienst aan de naaste. Voor Israël, Uw volk, en zijn omgeving, om Uw beloften aan Abraham, Izaäk en Jacob, aan Sara, Rebekka, Rachel en Lea... Dat zij tot zegen zijn... Wij bidden U voor Banki Moon en de Verenigde Naties, evenals voor Obama en Amerika. Mogen zij Israël en de Palestijnen tot vrede brengen.
Wij bidden U voor onze koningin en ons land, voor allen die macht en verantwoordelijkheid hebben, dat zij die mogen uitoefenen in Uw kracht en wijsheid, opdat gerechtigheid en vrede overal ter wereld moge groeien.
Zegen de opvoeders van de jeugd met liefde, vertrouwen, met gevoel voor humor en het vermogen tot relativeren. Wij bidden voor werkgelegenheid endankbaarheid voor het voedsel dat wij dagelijks van U krijgen.
Denk in Uw goedheid aan alle mensen in nood...

Maak de zieken geneigd zich aan U toe te vertrouwen en troost hen die in rouw gedompeld zijn.
Wij denken in het bijzonder aan de familie Man. Het gaat op het ogenblik misschien wat beter met hen, maar we willen hen toch met name noemen.
Wees ook, o Heer, met Wims ernstig zieke schoonzoon, en met Frans en Wim die zoveel zorg aan hem besteden.
Wij wijden nu een stil gebed aan allen die ons ter harte gaan…


En wil vooral ook de slachtoffers en nabestaanden van de vliegtuigramp bij Schiphol nabij zijn.
Weer in Uw genade alles van ons af wat leven en geloof bedreigt.
Blijf dan bij ons, in alle voor- en tegenspoed, opdat wij in vreugde voor U leven, in Uw genade sterven en Uw Rijk binnengaan door Jezus Christus, Uw Zoon, met U en de Heilige Geest, waarachtig God, hooggeloofd in eeuwigheid.
Amen.

Viering van het Heilig Avondmaal

Machtige God,
met alle eerbied noemen wij Uw Naam,
die Gij gegeven hebt aan wat er leeft en ademhaalt.
De hemel en het land, het licht van deze dag en ook wijzelf, God,
zijn er dank zij U, die al van mensen houdt vóór zij geboren zijn.
Wij noemen U van harte onze God en Vader,
die doet wat Gij zegt en ons in leven houdt,
die naar ons zoeken blijft tot Gij ons in den vreemde vindt,
omwille van Uw Zoon, de eerste van ons allen.
In stad en land, in mensen en machten,
in levenden en doden wordt Gij vermoed en uitgesproken,
tot deze aarde eens de stad van vrede is,
het nieuw Jeruzalem,
waar alle leed geleden is en al ons kwaad vergeten.
Luister dan ook als wij U zegenen, God en zeggen zonder einde:

Heer onze God, Gij zijt heilig en goed –
en zo bekend met ons dat onze namen staan geschreven in Uw hand.
Geen mens zult Gij vergeten dank zij Jezus Christus,
de Zoon van Uw genade, die Gij hebt voortgebracht
en uitgezonden hebt
om tranen te drogen van mensen die geslagen zijn,
om het hart te helen van mensen die gebroken zijn,
om brood te worden voor vandaag en de vrede zelf te zijn.
Wij danken U dat Hij ons ruimte geeft en vrijheid schept.
Wij danken U dat Hij de naam geworden is voor heel ons leven,
ten einde toe.

Want in de nacht dat Hij Zijn leven gaf,
nam Hij brood in Zijn handen.
Hij zegende U, Hij brak het
en gaf het aan Zijn leerlingen met de woorden:

Neemt en eet hiervan, gij allen,
want dit is Mijn lichaam
dat voor u gegeven wordt.

Ook nam Hij de beker,
zegende U weer,
en gaf hem aan Zijn leerlingen met de woorden:

Neemt deze beker en drinkt hier allen uit,
want deze beker is het nieuwe verbond in Mijn bloed
dat voor u en voor allen vergoten wordt tot vergeving van de zonden.
Blijft dit doen om Mij te gedenken.
Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker,
verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt,
en vieren wij Zijn opstanding, omdat Hij leeft.


Heer onze God,
zo gedenken wij Hem die weet wat lijden is en de dood heeft gezien,
die Gij hebt opgewekt en een naam gegeven hebt
hoog boven alle namen.
Jezus de Heer is Hij, Die Is En Blijven Zal,
- Uw rechterhand -
en tot Hij komt, verkondigen wij Hem
door deze levensbeker
en door dit brood dat wordt gedeeld.
Wij bidden U:
zend dan Uw Geest in ons, die over deze aarde gaat,
en maak ons tot een volk dat recht doet om gerechtigheid;
maak leven en welzijn toch groter en sterker dan oorlog en dood;
en laat ons mensen zijn die woningen bouwen voor Uw stad van vrede;
breek het geweld in ons en breng ons thuis bij U
uit kracht van Hem, de Mensenzoon, hier in ons midden.
Dan zal Uw Naam geheiligd zijn op aarde,
en komen zal uw koninkrijk
door Hem en met Hem in kracht en in Geest
tot in eeuwigheid. Amen

Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd
Uw Rijk kome,  Uw Wil geschiede,
zoals in de hemel zo ook op aarde.
geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals wij vergeven onze schuldenaren
en leid ons niet in verzoeking
maar verlos ons van het kwade

De vrede van de Heer zij altijd met u.
En met uw geest.

Lam Gods.


Komt nu, want alle dingen zijn gereed.

Communie


Ja, laat ons danken met de woorden van psalm 103:

Prijs de HEER, mijn ziel,
prijs, mijn hart, Zijn heilige Naam.

Prijs de HEER, mijn ziel,
vergeet niet één van Zijn weldaden!
Amen.



Ons slotlied is: gezang 75: 1, 2 en 3 U kennen, uit en tot U leven... = Lied 653
Gij zijt het brood van God gegeven,  de spijze van de eeuwigheid...
Vervul van dit geheimenis  uw kerk die in de wereld is.

Zegen:

De heilige God van Israël,
de Vader van alle mensen,
wil ons behoeden met Zijn liefde,
wil ons dragen met Zijn Geest,
wil ons voorgaan in Zijn Zoon.
Alle dagen van ons leven.
Amen.

Daarna was er koffie...