In
de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen
Onze hulp is in de naam van de Heer
die hemel en aarde gemaakt heeft
Heer, vergeef ons al wat wij misdeden
en
laat ons weer in vrede leven
Zo
lief had God deze wereld, dat
Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft
aan het verderf ontkomt,
en eeuwig leven hebben mag!
Dit
is de eerste zondag na Epiphanie
en onze Introďtus-psalm is psalm 72: 1, 4 en 7
Laten we de Heer aanroepen om ontferming met de nood van deze wereld,
en laat ons Zijn naam prijzen,
want aan Zijn barmhartigheid is geen einde!
zondagsgebed
God,
boven alle hemelse machten, richt in Uw goedheid Uw ogen op het verlangen van Uw
volk, opdat wij Uw wil kennen, en de kracht ontvangen die te volbrengen. Door
Jezus Christus, onze Heer. Amen.
lezing Oude Testament
Genesis 1: 1 - 5
1
In het begin schiep God de hemel en de aarde.
2 De aarde was nog woest en doods,
en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water.
3 God zei: ‘Er moet licht komen,
‘en er was licht.
4 God zag dat het licht goed was,
en hij scheidde het licht van de duisternis;
5 het licht noemde hij dag, de
duisternis noemde hij nacht. Het werd avond en het werd morgen. De eerste dag.
Wij zingen nu psalm 105: 1, 15 en 16
Epistel . 1
Corinthe 10: 1 - 6 .
Beste mensen,
Voorafgaande aan de Epistellezing wil ik U graag enkele daarin gebruikte
uitdrukkingen toelichten. De gekozen perikoop behoort tot de wat minder
toegankelijke bijbelteksten. Corinthe was een bruisende havenstad in de oudheid,
waar de prediking van de Christelijke vrijheid gemakkelijk kon omslaan in
losbandigheid. Tegenover de mening dat aan een Christen alles geoorloofd is, zet
Paulus de waarde van de discipline van een sportman of –vrouw. Let erop,
dat je niet gediskwalificeerd wordt tenslotte, zegt hij in hoofdstuk 9. Dat
was vele Israëlieten overkomen op hun tocht door de woestijn naar het beloofde
land. Zij waren begonnen onder de wolk,
d.w.z. de rookkolom, die overdag Gods aanwezigheid zichtbaar maakte. (’s
nachts zagen ze een vuurzuil.)
Ze waren gedoopt in de naam van Mozes
door de Rode Zee gegaan, staat er. Daarmee is bedoeld dat ze onder zijn leiding
een hechte eenheid waren geworden. Als geestelijke, dit is: uit de hemel
gezonden spijze hadden ze van God het manna, een soort broodachtig rijp,
ontvangen, en kwakkels, en als drank water, dat Mozes aan de rots deed
ontspringen als hij er met zijn staf op sloeg.
(Sommige
rabbijnen zeiden, dat de watergevende rots het volk begeleid had op de reis.Weer
anderen beweerden dat een waterstroom continu gevloeid had door de woestijn, tot
aan het beloofde land) (psalm 105 zegt óók iets dergelijks!)
Maar
toch was het Godsvolk onderweg zéér ontevreden geweest over God én
ongehoorzaam.
De Christenen hadden en soortgelijke zorg van God ervaren: gedoopt in
Christus’ naam en zo één volk geworden, gespijzigd met hemels brood in het
Heilig Avondmaal, en met wijn gelaafd.
Let erop, dat jullie niet óók gediskwalificeerd worden…
1
Broeders en zusters, ik wil graag dat u weet dat onze voorouders allemaal
door de wolk werden beschermd en allemaal door de zee trokken,
2 dat ze zich allemaal in de naam
van Mozes lieten dopen in de wolk en in de zee.
3 En ze aten allemaal hetzelfde
geestelijke voedsel
4 en dronken allemaal dezelfde
geestelijke drank. Ze dronken uit de geestelijke rots die hen volgde–en die
rots was Christus.
5 Toch wees God de meesten van hen
af, want hij liet hen bezwijken in de woestijn.
6 Dit alles strekt ons tot
voorbeeld: wij moeten niet uit zijn op het kwade, zoals zij.
Psalmwoord .
Halleluja! Komt, laten wij jubelen voor de Heer, juichen voor onze rots, onze
redding!
Halleluja!.
We
zingen gezang 319: 1 en 4 = Lied 273
het
heilig evangelie staat geschreven bij: Mattheüs
3: 13 - 17
13
Toen kwam Jezus vanuit Galilea naar de Jordaan om door Johannes gedoopt
te worden.
14 Maar Johannes probeerde hem
tegen te houden met de woorden:
‘Ik zou door u gedoopt moeten worden, en dan komt u naar mij?’
15 Jezus antwoordde: ‘Laat
het nu maar gebeuren, want het is goed dat we op deze manier Gods
gerechtigheid vervullen.’ Toen stemde Johannes ermee in.
16 Zodra Jezus gedoopt was en uit
het water omhoogkwam, opende de hemel zich voor hem en zag hij hoe de Geest van
God als een duif op hem neerdaalde.
17 En uit de hemel klonk een stem:
‘Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde.’
Zalig
die het woord van God horen, en er gehoor aan geven!
In
antwoord op Gods woord willen wij ons geloof belijden: met
het zingen van ons credo:
Preek
GENADE
ZIJ U EN VREDE
VAN GOD
ONZE VADER
EN VAN JEZUS
CHRISTUS,
ONZE
HEER.
Lieve
mensen,
Onlangs zag ik op de televisie een interview van Rik Felderhof met ds. Carel ter
Linden. Het vond plaats in een prachtige villa in Toscane, waar de laatste
regelmatig vertoeft om in alle rust zijn boeken te schrijven. (Nee! niet de
boeken waaraan iedereen automatisch denkt bij het horen van de naam Ter -
Linden. Ik bedoel niet: Het verhaal gaat, dát is van zijn broer Nico. Maar wel:
Wandelen over het water, met als ondertitel: Bijbelse beelden en hun geheim;
Een koningskind, het verhaal van Ruth verteld voor kinderen; Een vader
had twee zonen, bij illustraties van Rembrandt; en Een land waar je de
weg niet kent: over omgaan met rouwenden.)
Tijdens het gesprek maakte hij Felderhof attent op het feit, dat de bijbel een
moeilijk boek is, een erg moeilijk boek zelfs.
Het stelt de lezer voor vragen, die ondanks grote aandacht geen
bevredigend antwoord vinden. Bovendien is het soms bijna in geheimschrift
geschreven.
Felderhof keek er een beetje van op, geloof ik. De bijbel richt zich toch
tot iedereen?
En inderdaad geeft de hele reformatorische traditie ons de indruk,
dat we allemaal de bijbel, zonder al te veel moeite kunnen lezen
en begrijpen.
En de Nieuwe Bijbelvertaling wordt juist geroemd om haar leesbaarheid. Er
bestaat zelfs een populair liedje, dat we niet in onze gezangen-bundel
aantreffen, en dat de genoemde indruk preciseert. Ik denk aan de regel: Antwoord
op al onze vragen geeft ons Uw woord.
Dat klinkt nogal overdreven. Wanneer een grote ramp de mensheid overvalt en
iemand ons vraagt hoe zo’n catastrofe te rijmen is met Gods liefde voor
mensen, volstaat het niet maar even een tekst uit de bijbel te
citeren, die dat moeilijke vraagstuk in één klap oplost.
Ik zie wel, met innerlijke voldoening, dat een onvoorstelbaar grote
zeebeving een ware golf van medeleven met de slachtoffers oproept, maar een
bevredigend antwoord op de vraag naar het waarom van de ramp geeft
de bijbel mij niet.
Ook het eeuwenoude verhaal van de zondvloed biedt geen echt houvast. God
had er immers Zelf berouw van en liet een regenboog verschijnen als teken, dat
Hij nooit meer zulke krasse maatregelen zou nemen… En de recente
zeebeving dan? Met mijn verstand kan ik er niet bij!
Ja, de bijbel is een moeilijk boek, en Gods wegen zijn ondoorgrondelijk.
Rampen, die de mensheid overkomen, kúnnen toch wel iets te maken hebben met het
feit, dat mensen geneigd zijn zich van God ŕf te keren, maar hoe dat verband precies
in elkaar steekt, blijft rijkelijk ondoorzichtig.
De heilige Schrift vertelt mij niet zozeer, wat ik er van denken moet,
als wel wat ik er aan doen kan.
Onze liturgie houdt ons elke zondag voor, dat we bidden moeten om
Gods erbarmen met de nood van de wereld.
Zo worden we tevens impliciet uitgenodigd om Hem na te volgen in
liefde en ontferming met hen die in nood
geraakt zijn. En daarmee komt ons gevoel méér aan zijn trekken dan ons verstand.
Het verhaal van Johannes de Doper speelt ook in op de emotie. Onze
verbeelding ziet een echte ruige Oud-Testamentische figuur voor
ons oprijzen. Een profeet is hij, zoals er al een paar
eeuwen niet meer waren opgetreden.
Het volk keek in die tijd zelfs uit naar iemand van nog
groter betekenis. Geen profeet verwachtte het, maar de Messias,
een man die door God gezonden zou zijn, en die het volk zou bevrijden van
allerlei ellende, in het bizonder ook
van vreemde overheersing. En opeens was daar iemand in de woestijn
bezig met de aankondiging van zijn komst!
Hoog bezoek werpt zijn schaduw vooruit!
U herinnert zich nog wel, dat toen de koningin met haar rouwstoet
kort geleden door Delft reed, de hele stad al dagen
van te voren bemerken kon, dat er iets belangrijks te gebeuren stond.
Zo was Johannes, de voorloper, het teken
dat de Messias in aantocht was. Het was zijn taak het volk voor te
bereiden op de omwenteling, die Jezus teweeg zou brengen.
Johannes was een echte Oud-Testamentische
figuur, die de grote schoonmaak niet schuwde. Het hele hardleerse volk
moest er aan geloven. Hij sprak vrijmoedig
over de zondige, van God afgekeerde, toestand waarin Israël
verkeerde, en van de noodzaak tot bekering. Ze moesten zich laten
dopen.
En dat zou ook moeten betekenen, dat ze zich met hart en ziel
naar God zouden moeten toewenden.
Een onderdompeling in de Jordaan met een vroom uiterlijk, maar met een onveranderd
innerlijk, zou door God niet
geaccepteerd worden. Ze noemden zich kinderen van Abraham, en van afstamming
wáren ze dat ongetwijfeld, maar wáár was bij hen Abrahams geloof, en
waar was hun
vertrouwen op God?
En vooral: waar
was bij hen Abrahams gehoorzaamheid aan Gods gebod?
Een boeteprediker was Johannes de Doper!
De Messias, die hij aankondigde, zou het volk niet alleen bevrijden, maar
zou een daadwerkelijk einde maken aan alle ongerechtigheid.
Hij zou optreden als de rechtvaardige
rechter.
De Oud-Testamentische profetieën
zijn vol van belofte, en zien uit naar een heerlijke
toekomst, maar Johannes weet ook van de keerzijde.
De heerlijke toekomstmuziek is voor de bekeerde rechtvaardigen,
maar degenen die zich niet bekeren mogen bedenken,
dat de bijl aan de wortel van de bomen ligt, en dat de wan, die de
komende rechter in Zijn hand houdt, het kaf van het koren
zal scheiden om het kaf te verbranden in het vuur.
Dat is nog eens Oud-Testamentische taal waarbij onze vaderen zich geheel thuis
voelden! maar onze generatie weer (heel) wat minder.
Wij houden niet zo van donderpreken.
Ik heb u trouwens al gezegd, dat ik met déze
boodschap óók niet uit de voeten kan als ik iets moet zeggen over de zeebeving.
Er komen daarbij zoveel onschuldige kinderen in het gedrang.
Maar op een ander terrein heb ik er minder moeite mee, nl. als ik het heb
over de vervuiling van onze aarde.
Die ligt echt aan óns.
Die is het directe gevolg van ons
onverantwoordelijk handelen.
Daar komt wel heel langzaam verbetering in, dank zij pressiegroepen
uit de samenleving (want van de regeringen moet je het niet hebben!)
Op dit gebied heb ik ook wel een antwoord op de vraag: hoe kan God
het toelaten?
Eenvoudig gezegd: God vraagt van ons, dat wij naar Zijn woord luisteren
en er gehoor aan geven. Hij heeft ons als mensen in de wereld gezet en niet
als automaten,
die voorgeprogrammeerde handelingen verrichten.
Anders gezegd: God wil dat mensen Hem gehoorzamen uit vrije wil en uit liefde
tot Hem en tot hun medemensen.
Wie die weg niet wil gaan, mist zijn of haar doel.
Er is geen eeuwig leven voor hen, die het niet uit Gods hand willen ontvangen.
Bekeert U en laat u dopen! Zo luidt de emotionele boodschap van
Johannes, want anders….!
In die zetting zien we op een onverwacht ogenblik ook Jezus verschijnen
op de plaats in de Jordaan, waar deze doophandelingen gebeuren.
Johannes verwondert er zich ten zeerste over.
Daar staat opeens voor hem de man van wie hij gezegd heeft, dat Hij die na hem
komt sterker is dan hij; dat hij niet eens waardig is om als een slaaf de riem
van zijn sandalen los te maken; dat hij zelf zeker wel doopt met water, maar dat
die Ander met de Heilige Geest zal dopen en met vuur.
Daar staat voor hem de man die hij als de komende rechtvaardige Rechter
beschouwt, die de geweldenaars van de aarde weg zal doen, of zoals hij het zelf
uitdrukt, het kaf met onblusbaar vuur zal verbranden. En juist die man, die in
alles boven hem uitsteekt, vraagt hem de waterdoop aan Hem te verrichten. Gods
wegen zijn wel ondoorgrondelijk!
Jezus, die zonder zonde is, heeft toch zeker geen doop nodig tot bezegeling van
zijn bekering?
Dit is weer zo’n vraag, waar geen direct antwoord op komt.
Jezus zegt simpelweg: als Ik degene ben voor Wie je Mij houdt, heb Ik gewoon
recht op je gehoorzaamheid.
Gods gerechtigheid moet vervuld worden.
Dat woord is genoeg voor Johannes om tot de doop over te gaan. Misschien begreep
hij als Jood wel een beetje wat Jezus bedoelde, maar ik had er niet onmiddellijk
zicht op.
Pas toen ik me verdiepte in wat Paulus schreef aan de Christenen in Corinthe,
kreeg ik een vermoeden, wat dat beroep op Gods wil inhoudelijk zou kunnen
betekenen.
De apostel wijst de Corinthiërs op de verbondenheid van de uit Egypte
weggetrokken Israëlieten met hun God.
Een verbondenheid, die een voorafschaduwing is van de eenheid van Christus met
allen die in Hem geloven.
Er is een zekere parallellie te bespeuren tussen de bevrijding van hen die één
geworden zijn met God onder Mozes’ leiding toen ze wegtrokken uit het land van
hun slavernij, en de bevrijding uit de slavernij van de zonde en uit de
zinloosheid van het bestaan.
De Christenen vinden en vonden hun eenheid in wat Jezus Christus voor hen gedaan
heeft aan het kruis.
De Joden zijn in de woestijn bewaard en in leven gehouden door het manna; de
Christenen door het avondmaalsbrood.
De dorst van de Joden wordt gelest door het water dat Mozes uit de rots slaat;
die van de Christenen later door de avondmaalswijn, die in de tijd van Jezus
(sterk geconcentreerd is en dan) met water vermengd gedronken wordt, zoals heden
nog gebeurt in de RK eredienst…
Dat alles bracht mij op de gedachte, dat Jezus door Zijn doop zich één maakt
met het volk waarvoor Hij Zijn leven wil offeren. Zoals God met Zijn volk door
de Rode Zee trok en hun voortdurende weerspannigheid en ongehoorzaamheid in de
woestijn op voorspraak van Mozes verdroeg, zo brengt Jezus ons, die gelovig, en
ongelovig tegelijk, door de woestijn van het leven gaan tot in het koninkrijk
der hemelen, dat Hij verkondigt.
Wij vallen wel iedere keer terug en pogen dan weer op te staan. Maar Hij
blijft altijd aan onze zijde als wij ons maar tot Hem willen keren. Door zich
met ons te laten dopen gaf Hij ons een teken dat Hij alle schuld die wij maar op
ons kunnen laden voor Zijn rekening zou nemen.
Op Jezus’ bereidheid om met zoveel van huis uit onwillige mensen een nieuwe
wereld te bouwen gaan de hemelen open en daalt de duif neer, waarvan we bij de
overhandiging van de Nieuwe Bijbelvertaling aan de koningin hoorden hoe ze las
dat de Heilige Geest bij de Schepping broedend boven de chaos zweefde. Die duif
is het teken van Gods genade met de weerstrevende en altijd maar half
gehoorzamende mens.
Zij daalde neer vanuit de hoge op Gods geliefde Zoon toen Hij zich liet dopen,
en zij daalde neer op de kerk nadat onze Heer Jezus, de Christus, alles
volbracht had met Pasen. Daarom verwachten wij Christenen een nieuwe hemel en
een nieuwe aarde. Dat was de omwenteling, die wij in onze Heer Jezus vervuld
zien. En wijzelf streven ernaar nieuwe mensen te worden.
De Joden zien onze pogingen een beetje sceptisch aan, en misschien zou een
donderpreek van tijd tot tijd ons geen kwaad doen… Op deze vraag antwoord
Johannes bevestigend! Maar antwoord op ŕl onze vragen geeft de bijbel niet. Het
blijft een moeilijk te lezen boek, en Gods
wegen zijn ondoorgrondelijk, maar aan één ding houden we ons vast: Jezus is
met ons op weg naar een nieuwe wereld.
Amen.
Muziek
De kinderen komen binnen en gaan enthousiast collecteren.
Gezang 166: 1 en 2
= Lied 526
Gebed
over de gaven
Lieve
God, wilt U alstublieft zegenen wat we hier bijelkaar hebben gebracht,
zodat het is tot eer van Uw Naam,
en zodat het Uw gemeente wereldwijd ten goede komt.
Laat het een offer zijn, dat onze dankbaarheid en liefde uitdrukt,
door Jezus Christus, onze Heer. Amen
Laten we danken en bidden:
Slachtoffers van de storm die gister door Europa trok …
hulpverleners slachtoffers
Darfur en Tsunami
zieken
Onze
Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd
Uw Rijk kome
Uw Wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals wij vergeven onze schuldenaren
en leid ons niet in verzoeking
maar verlos ons van het kwade
Staande
zingen we ons Slotlied 339: 1 t/m 4 = Lied 412
Zegen:
De
genade van onze Heer Jezus Christus,
de liefde van God de Vader
en de gemeenschap van de Heilige Geest
is en blijft met u allen. Amen