liturgie zondag 19 na Trinitatis 2005 te Heusden Lutherse kerk.
organist: Joop de Zwart

Aanwezig: 18 lieve mensen....

 

 

IN DE NAAM VAN DE VADER EN DE ZOON EN DE HEILIGE GEEST.
Amen
ONZE HULP IS IN DE NAAM VAN DE HEER
die hemel en aarde gemaakt heeft

Heer, vergeef ons al wat wij misdeden
en laat ons weer in vrede leven

Zo lief had God deze wereld, dat  Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf ontkomt,
en eeuwig leven hebben mag!

Onze Introïtus-psalm deze 19de zondag na Trinitatis en tens Israëlzondag, is psalm 78: 1, 2 en 3
De psalm bezingt de boodschap uit de wereld van God gekomen en hier beneden openbaar geworden. De psalm hoort bij het Joodse paasfeest, en gedenkt de bevrijding van Israel uit Egypte. 


LAAT ONS DE HEER AANROEPEN OM ONTFERMING MET DE NOOD VAN DEZE WERELD,
EN LAAT ONS ZIJN NAAM PRIJZEN,
WANT AAN ZIJN BARMHARTIGHEID IS GEEN EINDE.

zondagsgebed
Heer, Gij, die in erbarmen en liefde voor ons mensen handelt en spreekt, wij bidden om Uw licht over ons bestaan. Het licht dat Gij deedt opgaan in Israël, Uw volk, en waarin wij mogen delen door Jezus Christus, Uw Zoon.  Open voor ons de woorden van Uw verbond, de woorden van Torah en profetie, en doe ons Uw liefde ervaren waardoor Gij de wereld herscheppen zult. Wij bidden U dit door Jezus Christus Uw Zoon, die in de eenheid met U en de Heilige Geest  leeft en regeert, God in de eeuwen der eeuwen. Amen.

lezing Oude Testament Jesaja 5: 1 - 7 NBV
Een liefdeslied van Israël en ZIJN geliefde GOD… Ook hier is sprake van Gods plan en Israels verzet. 
1  Voor mijn geliefde wil ik zingen
het lied van mijn lief en zijn wijngaard.
Mijn geliefde had een wijngaard,
gelegen op vruchtbare grond.

2  Hij bewerkte de grond, haalde de stenen eruit
en plantte een edele druivensoort.
Hij bouwde er een wachttoren,
hakte ook een perskuip uit.
Hij verwachtte veel van zijn wijngaard,
maar die bracht slechts wrange druiven voort.

3  Welnu, inwoners van Juda en Jeruzalem,
spreek recht tussen mij en mijn wijngaard.

4  Wat kon ik meer aan mijn wijngaard doen,
wat heb ik te weinig gedaan?
Ik verwachtte zo veel van mijn wijngaard,
waarom bracht hij slechts wrange druiven voort?

5  Luister, ik zal jullie vertellen
wat ik met mijn wijngaard ga doen:
Ik ruk de doornhaag uit en breek de muur af,
zodat hij verbrand en vertrapt kan worden.

6  Ik zal hem laten verwilderen,
er wordt niet meer gesnoeid, niet meer gewied,
dorens en distels schieten er op.
De wolken zal ik opdragen
geen regen op hem te laten vallen.

7  Israël is de wijngaard van de HEER van de hemelse machten,
de uitgelezen aanplant zijn de inwoners van Juda.
Hij verwachtte recht, maar oogstte onrecht,
hij zocht rechtsbetrachting, maar vond rechtsverkrachting.

Wij zingen uit psalm 118 de verzen 6 en 8. Psalm 118 is een van de psalmen die werden gezongen bij het Paasfeest. 
 


epistel: Colossenzen 4: 6 – 18
Paulus heeft de gemeente vanuit de plaats waar hij gevangen zit goede raad gegeven en rondt die af met:
6  en als u wilt weten hoe u op de mensen (van buiten de kerk) moet reageren
(dan is het antwoord): vriendelijk, maar beslist.
7  Tychikus, onze geliefde broeder, onze trouwe helper en mededienaar van de Heer, zal u alles over mij vertellen.
8  Hem stuur ik naar u toe om u over onze omstandigheden in te lichten en om u moed in te spreken,
9  samen met Onesimus, onze trouwe en geliefde broeder die een van u is; zij beiden zullen u vertellen hoe het hier gaat.
10  Aristarchus, mijn medegevangene, Barnabas’ neef Marcus (over wie u al instructies hebt gekregen: ontvang hem gastvrij wanneer hij bij u komt)
11  en Jezus Justus groeten u; zij zijn de enige Joden die met mij meewerken voor Gods koninkrijk, en ze zijn dan ook een grote troost voor me geweest.
12  Epafras, een dienaar van Christus Jezus en een van u, groet u; in al zijn gebeden strijdt hij voor u en bidt hij dat u als volmaakte mensen en met volle overtuiging zult vasthouden aan alles wat God wil.
13  Ik kan van hem getuigen dat hij zich erg voor u inspant en ook voor de mensen in Laodicea en Hiërapolis.
14  Ook Lucas, onze geliefde arts, en Demas groeten u.
15  Wilt u de broeders en zusters in Laodicea groeten, en ook Nymfa en de gemeente die bij haar thuis samenkomt?
16  Wanneer deze brief bij u is voorgelezen, moet u ervoor zorgen dat hij ook in de gemeente van Laodicea wordt voorgelezen, en dat u de brief aan hen te lezen krijgt.
17  En zeg tegen Archippus: ‘Let erop dat u de taak die u van de Heer hebt ontvangen, ook vervult.’
18  Een eigenhandig geschreven groet van mij, Paulus. Denk aan mijn boeien!
Genade zij met u.

Psalmwoord: Heer, Uw trouw duurt eeuwig. Laat het werk van Uw handen niet los…
(ps138:8b)
Halleluja!


Ons zondagse loflied is gezang 408: 1 tot en met 6 Nu laat ons God, de Here, aanbidden en Hem eren... = Lied 863


Het Heilig Evangelie staat geschreven bij: Mattheüs 21: 33-43. (Bereid U voor op een hevige storm!)

33  Luister naar een andere gelijkenis. Er was eens een landheer die een wijngaard aanlegde en hem omheinde. Hij groef er een kuil voor de wijnpers en bouwde een uitkijktoren. Toen verpachtte hij hem aan wijnbouwers en ging op reis.
34  Tegen de tijd van de druivenoogst stuurde hij zijn knechten naar de wijnbouwers om zijn vruchten in ontvangst te nemen.
35  Maar de wijnbouwers grepen de knechten, ze mishandelden er een, doodden een ander en stenigden een derde.
36  Daarna stuurde de landheer andere knechten, een grotere groep dan eerst, maar met hen deden ze hetzelfde.
37  Ten slotte stuurde hij zijn zoon naar hen toe, met de gedachte: Voor mijn zoon zullen ze wel ontzag hebben.
38  Toen de wijnbouwers de zoon zagen, zeiden ze onder elkaar: “Dat is de erfgenaam! Kom op, laten we hem doden en zo zijn erfenis opstrijken, ”
39  en ze grepen hem vast, gooiden hem de wijngaard uit en doodden hem.
40  Wanneer nu de eigenaar van de wijngaard komt, wat moet hij dan met die wijnbouwers doen?’
41  Ze antwoordden: ‘De onmensen! Laat hij ze op een mensonwaardige manier ombrengen en de wijngaard verpachten aan andere wijnbouwers, die de vruchten wel aan hem afdragen wanneer het daar de tijd voor is.’
42  Daarop zei Jezus tegen hen:
‘Hebt u dit nooit in de Schriften gelezen:
“De steen die de bouwers afkeurden
is de hoeksteen geworden.
Dankzij de Heer is dit gebeurd,
wonderbaarlijk is het om te zien.”

43  Daarom zeg ik u: het koninkrijk van God zal u worden ontnomen, en gegeven worden aan een volk dat het wel vrucht laat dragen.
Zalig die het woord van God horen, en er gehoor aan geven!


In antwoord op Gods woord willen wij ons geloof belijden met het zingen van gezang 481: 1 en 3 O Grote God, die liefde zijt... = Lied 838


Preek

GENADE ZIJ U EN VREDE VAN GOD ONZE VADER EN VAN JEZUS CHRISTUS, ONZE HEER.

Lieve mensen,

Bijna alle brieven van Paulus, die in het NT opgetekend staan, eindigen met een opsomming van personen met wie hij contact heeft gehad. Hij groet hen allen hartelijk. 
Het komt zelden voor, dat een dergelijke lijst van groeten in een kerkdienst onder de lezingen is opgenomen. Eigenlijk heb ik dat zelf nooit meegemaakt. Dat het nu vanmorgen wel gebeurd is, ligt dan ook niet aan het gemeenschappelijk rooster van lezingen, dat ons door de Raad van kerken aanbevolen is. Het is eigenlijk helemaal mijn eigen initiatief geweest.
  Uiteraard kwam ik niet zonder enige aanleiding op deze gedachte. U speelt er zelf als gemeente een belangrijke rol bij. Ik moest een paar weken geleden immers verstek laten gaan bij een feestelijke dienst hier in dit kerkgebouw. Ik was daarvoor uitgenodigd en had ook laten weten, dat ik graag zou komen, maar tot mijn grote teleurstelling bleek ik op het moment zelf niet in staat te zijn tot het ondernemen van de reis. Inmiddels heeft mijn huisarts krachtdadig ingegrepen, en als gevolg daarvan mag ik dan vandaag weer voor U staan om U het Woord te verkondigen.
  De mij toegediende medicijnen – paardenmiddelen onder ons gezegd! – hebben mij er in een week voorlopig redelijk bovenop geholpen. Maar voor mijn geestelijk welbevinden was het daarnaast toch ook heel belangrijk, dat ik tijdens mijn ziekte van zoveel mensen medeleven ondervonden heb. Er is voor mijn herstel gebeden, ik ontving kaarten, en zowel in Heusden als in Utrecht lieten vrienden en bekenden mij groeten.
Mijn vrouw, die op die zondag in Gorcum voorging, kwam terug met de verzekering dat ook daar aan mij gedacht was. Dat gaf mij het aangename gevoel opgenomen te zijn in een breed netwerk van vrienden en vriendinnen, die zich voor mijn persoonlijke lotgevallen interesseren, en mijn nood (want dat was het wel!!!) aan God voorleggen.
Op zulke ogenblikken blijkt de kerk werkelijk een gemeenschap der heiligen te zijn.
En al die groeten en gebeden die in de Nieuw Testamentische brieven voorkomen, vormen het onweerlegbare bewijs, dat het al vanaf de stichting van de kerk zo geweest is.
De Heilige Geest  van liefde en genade verbindt ons met God en met elkaar, zelfs door de eeuwen heen!  Temidden van een stormachtige wereld is er een plaats waar de vrede van onze Heer Jezus ons bewaart voor Zijn komend koninkrijk.

Het zou kunnen zijn, dat U bij zoveel betoon van hartelijk medeleven een wat zoetelijke indruk overhoudt van de wijze waarop leden van de gemeente met elkaar omgaan! Het was echter niet altijd zo vredig, want in de Handelingen der apostelen wordt een diepgaand meningsverschil tussen de apostel Paulus en de evangelist Marcus vermeld. Uit de lezing van vandaag blijkt echter, dat de relatie tussen hen beiden hersteld is. En uit de Nieuwe Bijbelvertaling komt ook naar voren, dat wederzijds verschuldigde vriendelijkheid beslistheid op principiële punten niet uitsluit. Zo staat het in de NBV.
De grondtekst gaat eigenlijk verder en zegt dat onze woorden met zout gekruid moeten worden. Overdrijf ik, als ik zeg dat gepeperde taal ook een schat is van de kerk?
(Luther wist daar alles van!)
        Het Evangelie van vandaag laat ook forse klanken horen.
Natuurlijk ontbreekt Gods genade voor ongehoorzame mensen niet, maar wat een contrast met al die vriendelijke groeten over en weer, van Christenen die elkaar van harte genegen zijn. We zouden kunnen zeggen, dat in het gesprek tussen Jezus en de schriftgeleerden de stenen van de straat door de ruiten van de synagoge naar binnen vliegen.
Dat moet ons niet verbazen, want het gaat in deze gelijkenis over economische belangen.
De wijngaard, die met zoveel zorg geplant is, moet zijn vruchten opleveren. Waar belangen in het spel zijn, blijven conflicten niet uit.
De arbeiders in de wijngaard maken gebruik van de afwezigheid van de eigenaar, en houden de opbrengst van de onderneming liever tot hun eigen beschikking. De wet werkt uiteindelijk zelfs in hun voordeel. Het is in hun belang, als er geen zoon is om de vader op te volgen. Als namelijk een onderneming na enige tijd zonder eigenaar achterblijft, worden de werknemers als rechtsopvolgers aangemerkt. Dat bespaart de overheid een langdurige en misschien wel vergeefse zoektocht naar degene die de belasting verschuldigd is. Bij de Farizeeën die zich beijveren voor het recht dat van God uitgaat, vallen dit soort practische Romeinse oplossingen, natuurlijk niet in goede aarde.
Zij willen strenge en niets-ontziende bestraffing van hen die het moedwillig op het eigendom en zelfs op het leven van hun volksgenoten voorzien hebben.
De Farizeeën staan van ganser harte aan de kant van Gods volk, als er behoefte is aan weerstand tegen heidense gebruiken. Jawel, máár...

Er speelt hier nog een tweede conflict doorheen. De Farizeeën kanten zich evenzeer tegen Jezus, die  hun de komst van het Koninkrijk van God aankondigt. Ook op dit punt geven de partijen elkaar in felheid niets toe.
Alles wel beschouwd is de gelijkenis die Jezus als een raket op Zijn gesprekspartners afvuurt een trefzeker wapen in de strijd met Zijn tegenstanders. De enige enigszins  vriendelijke opmerking, die er in staat, is de wellevende veronderstelling van de patroon van de wijngaard, dat Zijn zoon toch wel ontzien zal worden.
Maar overigens staat iedereen, die in dit verhaal een rol vervult, op scherp, ook Jezus, die immers Zijn gesprekspartners ertoe brengt zich te laten meeslepen door hun gevoel voor rechtvaardigheid. Pas als Hij ze na het door henzelf uitgesproken vonnis doet inzien dat Zijn gelijkenis ook op hen persoonlijk kan worden toegepast, beseffen ze, dat juist zij de profeten, de dienstknechten van God, vervolgd, gestenigd en gedood hebben, en dat zij nu op het punt staan ook nog Gods Zoon ter dood te brengen aan het kruis.
Op Zijn vraag wat God dan met zulke mensen zal doen, hebben ze met eigen mond tevoren toegegeven, dat ze daarvoor terecht gestraft zouden worden.
Het koninkrijk zal dan worden gegeven aan hen die er de vruchten van voortbrengen.
En in de loop der eeuwenheeft het aantal christenen uit de heidenen het aantal van de christenen uit het Jodendom verre overtroffen. Maar brengen wij die vruchten van de Heilige Geest  nu ook op?
Laat ons bidden, dat wij deze gave waardig blijken, en dat de kerk hier op aarde het voorportaal is van de hemelse vrede, die God aan Zijn gelovigen toegezegd heeft.
De Genade zij met ons allen.

Dit gebed ontslaat ons vanzelfsprekend niet van een antwoord op de gestelde vragen. Brengen wij de vruchten op van Israels wijngaard?
Een blik op de kerkgeschiedenis laat helaas zien, dat de christenheid in de loop van de tijden in haar roeping om Gods liefde aan alle mensen zonder onderscheid te betonen ernstig te kort is geschoten.
Het is vandaag Israëlzondag, en juist nu past het ons daarom berouw te tonen over de wijze waarop de kerk zich in de geschiedenis tegenover het Jodendom opgesteld heeft.

Op dit terrein doen zich al gauw misverstanden voor.
Zo heb ik in vroeger jaren altijd als er over de inquisitie in Spanje gesproken werd, gedacht dat de slachtoffers in de eerste plaats protestanten waren, die in de tijd van de Reformatie door de RKKerk werden vervolgd.
Dat beeld is pas een jaar of twintig geleden bijgesteld, toen ik in een Joodse publicatie las, dat de inquisitie aanvankelijk ten doel had de Joden te controleren, die in de tijd van het katholieke koningspaar Ferdinand en Isabella voor de keus gesteld werden zich te bekeren tot het Roomse christendom of Spanje te verlaten. Juist de zogenaamde bekeerden moesten toen scherp in de gaten gehouden worden. Wie weet hielden ze in het geheim vast aan Joodse gebruiken!
Joden waren de eerste slachtoffers van de geestelijke terreur die overheid en kerk gezamenlijk uitoefenden. De Hervormingsgezinden in de kerk kwamen daar pas enige tijd later bij.
Dit misverstand is door studie en een beter inzicht gemakkelijk te corrigeren.
Maar de misvatting waarvoor ik nu uw aandacht vraag, is de eeuwen door levend gebleven, haast tot op de dag van heden.

Het gaat mij om de in de kerk wijdverbreide gedachte, dat de Joden het voorrecht van Gods volk te zijn voorgoed verloren hebben toen zij onze Heer Jezus aan het kruis brachten. Haast als vanzelf komt dit denkbeeld op bij de toehoorders en lezers van de gelijkenis van de onrechtvaardige pachters. Zeggen de Farizeeën niet zelf, dat de onrechtvaardige pachters booswichten zijn, die een strenge straf verdienen, en dat de Heer van de wijngaard terecht andere pachters voor hen in de plaats zal aannemen?
Even verderop neemt Jezus diezelfde woorden over en zegt dat het koninkrijk Gods aan anderen gegeven zal worden, die er de vruchten van opbrengen. Bovendien heeft de vriendelijke waarschuwing van de Patroon geklonken, die helaas ten onrechte! verwachtte dat Zijn Zoon en erfgenaam toch wel ontzien zou worden. Ten overvloede heeft Jezus nog gewezen op de mysterieuze profetie van de hoeksteen, of zo u wilt van de sluitsteen van de nieuwe tempel, die door de bouwlieden weggegooid was, maar van Godswege een centrale plaats in het gebouw zou ontvangen.
Ik zou me kunnen voorstellen dat de betekenis van die tekst uit psalm 118 U niet direct duidelijk is, maar ik twijfel er geen moment aan, dat de theologen uit Jezus’ tijd heel goed begrepen hebben, dat Hij met die steen zichzelf bedoelde en op die manier nog eens uitdrukkelijk waarschuwde voor het begaan van de misdaad van de (komende) kruisiging. Zegt Jezus hier dan niet, dat het Jodendom een afgeschreven religie is?
Laat Hij niet duidelijk uitkomen, dat de christelijke kerk de plaats van het oude Godsvolk der Joden heeft ingenomen?
De heidenen die in de God der Joden zijn gaan geloven hebben de oorspronkelijke partners van het verbond die Gods wil niet respecteerden (en Gods Zoon al helemaal niet!) afgelost en vervangen…
Zo is het eeuwenlang gelezen.
Ondanks Jezus’ prediking zijn Zijn volksgenoten doorgegaan op de weg, die het volk al lang geleden was ingeslagen. Ook Jesaja had vergeefs gewaarschuwd. En ballingschap was het gevolg geweest. In hetzelfde stramien spraken de middeleeuwers in de christelijke wereld over Joden om zich heen, die in ballingschap de ghetto’s bevolkten.
Deze gedachtengang wordt echter door één ding gelogenstraft. Een enkele vraag volstraat om haar te ontkrachten. Een vraag die al door Jezus geopperd is: Brengt dit nieuwe volk, dat in de kerk vergaderd is, dan de vruchten van het koninkrijk op? Mijn vraag is:
Kan onze Heer tevreden zijn over ons?
Eigenlijk niet, denk ik.
Ik zei het zojuist al: de geschiedenis getuigt tegen ons. Pogroms tot in de 20ste eeuw met als dieptepunt de shoa, de systematische poging tot uitroeiing van het Joodse volk, zijn volstrekt onverenigbaar met de stelling dat christenen uit de heidenen de plaats van het oude verbondsvolk zouden hebben ingenomen.
Maar heeft de kruisiging van Jezus dan niet de verwerping van het Jodendom bewerkstelligd?
Was dat geen misdaad, die het oude verbond op losse schroeven zette?
Als we zo spreken, hebben we niet begrepen, waarom Jezus aan de gelijkenis van de onrechtvaardige pachters de profetie van de hoeksteen toevoegt.
Deze profetie uit psalm 118, die door de Joden gezongen werd op het Paasfeest, kondigt aan, dat God de grootste misdaad in de geschiedenis, de kruisiging van Zijn Zoon zal weten om te zetten in overwinning op de dood, en in een universele kwijtschelding van schuld, die gelijkelijk Joden en heidenen betreft.
Hij zegt dus niet dat het Jodendom een afgeschreven religie is.
En al evenmin dat de kruisiging het einde is van het Jodendom als volk van God. Noch dat wij als christenen de vacant geworden plaats hebben mogen bezetten.
Hij verkondigt een uitweg voor allen die in de schuld geraakt zijn: voor hen die verantwoordelijk waren voor Zijn kruisiging, (voor wie Jezus Zelf om vergeving vroeg), en voor hen die in onze tijd bij de shoa betrokken zijn geraakt.
Zijn boodschap is een goede boodschap voor allen, die zichzelf voor Gods aangezicht schuldig verklaren. Gods spreekt ze vrij. De hoeksteen van het nieuwe gebouw is Jezus Zelf in ZIJn allen omvattende liefde. Zeg dan met die hele kerk:
Vergeef ons, Heer, al wat wij misdeden! Laat ons in Uw vrede leven.
Amen

Muziek

GODS LIEFDE IS GROOT EN STREKT ZICH UIT TOT ALLE MENSEN,
   WIJ KUNNEN DAARIN DELEN:

DAG AAN DAG MET VRIENDELIJKHEID EN AANDACHT,
GELD EN GEDULD,
NU KUNNEN WE ER GESTALTE AAN GEVEN, ALS EEN GOED BEGIN,  IN DE COLLECTE

We zingen daarbij met Israël: Psalm 150:1 en 2
collecte



Gebed over de gaven
LIEVE GOD, WILT U ALSTUBLIEFT ZEGENEN WAT WE HIER BIJELKAAR HEBBEN GEBRACHT,
  ZODAT HET IS TOT EER VAN UW NAAM,
EN ZODAT HET UW GEMEENTE WERELDWIJD TEN GOEDE KOMT.
LAAT HET EEN OFFER ZIJN, DAT ONZE DANKBAARHEID EN LIEFDE UITDRUKT,
DOOR JEZUS CHRISTUS, ONZE HEER.  AMEN

Laten we danken en bidden:
God van Abraham, Izaak en Jacob, wij danken U, dat wij geboren mochten worden in de grote familie van mensen, die U de Uwe noemt. wij bidden dat de kinderen van Abraham in het Midden-Oosten de weg naar de vrede zullen vinden, dat het geweld ophoudt, dat mensen elkaar in de ogen en in het hart zien Laat de vrede gestalte krijgen in beginnende tekenen van nieuwe gezindheid als weerschijn van de vrede van Uw rijk dat gekomen is en komt. Wij bidden voor de nieuwe verhouding die wij als kerk zoeken met Uw volk Israël. Laat het gesprek tussen Joden en Christenen vruchtbaar zijn voor beiden, opdat zij in het gesprek en de ontmoeting nieuw zicht ontvangen op hun bestemming.
Wij zijn vaak ongeduldig met elkaar.
Wij danken U dat U geduldig en genadig bent, en wij bidden U om Uw Geest van Liefde, opdat wij iets mogen leren en ontvangen van dat geduld, en van die genade.




Dat wij zo volgelingen mogen worden van Hem die ons leerde bidden en zingen:
Onze Vader in de hemel,
laat Uw naam geheiligd worden,

laat Uw koninkrijk komen
en Uw wil gedaan worden
op aarde zoals in de hemel.

Geef ons vandaag het brood
dat wij nodig hebben.

Vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij hebben vergeven
wie ons iets schuldig was.

En breng ons niet in beproeving,
maar red ons uit de greep van het kwaad.

Ons slotlied is gezang 473: 1 en 5 Neem mijn leven, laat het, Heer... toegewijd zijn aan Uw eer... = Lied 912



zegen:
DE  GENADE  VAN ONZE HEER JEZUS CHRISTUS
EN DE   LIEFDE  VAN GOD DE VADER                                    
EN DE  Gemeenschap  VAN DE HEILIGE GEEST
IS EN BLIJFT MET U ALLEN. 

En dan is er koffie... :-)