Zondag
Gaudete, roze zondag, derde zondag van de
advent 2007
Gereformeerde
kerk te Heusden, Gasthuisstraat 3 5256 AS Heusden
16-12-2007 10 uur.
Voorbereiding
(Paaskaars
brandt al bij aanvang van de dienst)
Orgelspel
IntroIntroïtus::
Binnenkomst dienstdoend
ouderling, diaken en predikant
Mededelingen en welkom
door de ouderling. Hij eindigt met:Mededelingen en welkom
door de ouderling. Hij eindigt met:
Na het aansteken van de altaarkaarsen zingen wij
psalm 89:1 en 18.Na het aansteken van de altaarkaarsen zingen wij
psalm 89:1 en 18.
Ouderling steekt de beide
kaarsen op tafel aan.Ouderling steekt de beide
kaarsen op tafel aan.
Ouderling geeft voorganger een hand.
Gemeente gaat staan
IntroIntroïtuspsalm 89:1 en 18
Voorganger:
Wij zijn deze zondag Gaudete,
deze roze zondag, lichtpuntje in de paarse
tijd van inkeer, samengekomen in de naam van
de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Gemeente:
Amen
Moment van Stilte
Bemoediging:
Voorganger:
Onze Hulp is in de naam van de
Heer -
Gemeente:
Die Hemel en aarde gemaakt heeft!
Groet:
Voorganger:
De Heer zal bij u zijn.
Gemeente:
De Heer zal u bewaren.
Gemeente gaat zitten
Verootmoediging
Heer, wij hebben als schapen gedwaald,
en wij zijn ieder onze eigen weg gegaan..
Wij
konden of wilden de weg die de waarheid is,
en het leven, niet volgen.....
Toch
smeken wij u: leid ons weer op het rechte pad;
vergeef ons en blijf ons bij,
om Jezus Christus, onze Heer.
Om
Hem vragen wij u Heer:
vergeef ons al wat wij misdeden,
Gemeente:
En laat ons weer in vrede leven.
Amen.
Zo lief had God deze wereld, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat
ieder die in Hem gelooft aan het verderf ontkomt, en eeuwig leven hebben mag!
Tien woorden
Deuteronomium 5: 6 –21 nbv
God, onze Heer houdt ons
ernstig voor:
6
‘Ik ben de HEER,
uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij,
heeft bevrijd.
7
Vereer naast Mij geen andere goden.
8
Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding
van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde
of in het water onder de aarde.
9
Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet,
want Ik, de HEER, uw God, duld geen andere goden naast Mij. Voor
de schuld van de ouders laat Ik de kinderen
boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer ze
Mij haten;
10 maar als ze Mij liefhebben
en doen wat Ik gebied, bewijs Ik
hun Mijn liefde tot in het duizendste
geslacht.
11 Misbruik
de Naam van de HEER, uw God, niet, want wie Zijn Naam misbruikt laat Hij niet
vrijuit gaan.
12 Neem de sabbat
in acht, zoals de HEER, uw God, u heeft geboden; het is een heilige
dag.
13 Zes dagen lang kunt u werken
en al uw arbeid verrichten,
14 maar de zevende
dag is een rustdag, die gewijd
is aan de HEER, uw God;
dan mag u niet werken.
Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven
en slavinnen, voor uw runderen,
uw ezels en àl uw andere dieren, en ook
voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen; want uw slaaf en slavin
moeten evengoed rusten
als u.
15 Bedenk dat u zelf
slaaf was in Egypte totdat de HEER, uw God, u
met sterke hand en opgeheven arm
bevrijdde. Daarom heeft Hij u opgedragen
de sabbat te houden.
16 Toon eerbied voor uw vader
en uw moeder, zoals de HEER, uw God, u heeft geboden.
Dan wordt u gezegend met een lang leven
en met voorspoed in het land dat de HEER, uw
God, u geven zal.
17 Pleeg geen moord.
18 Pleeg geen overspel.
19 Steel
niet.
20 Leg over een ander
geen vals getuigenis af.
21 Zet uw zinnen niet op de vrouw
van een ander, en laat evenmin uw oog vallen op
zijn huis, of op zijn akker, zijn slaaf,
zijn slavin, zijn rund of zijn ezel,
of wat hem ook maar toebehoort.’
Tot zo ver Gods levenswoorden.
Woorden die ruimte scheppen, en veiligheid.
Ruimte en veiligheid die we elkaar lang niet altijd bieden.
Kyrië: Laten we dan de Heer om ontferming smeken…
Dienst van het Woord
Ons Lied bij de opening van
het woord is gezang 481:1 = Lied 838
Daar er
Kindernevendienst is,
vertrekken de kinderen nu naar hun eigen ruimte. Ze nemen hun kaars mee, die
wordt aangestoken aan de Paaskaars.
Lezing uit het Oude
Testament Amos 5:21 – 24 NB
Het
volk leeft niet naar Gods gebod. Via de profeet roept Hij hen en ons op: zoek
God en leef! Zoek het goede en leef!
Want aan religieuze uiterlijkheden en geurige offers heeft de Heer niets, als
het hart alleen zichzelf zoekt…
Daarom zegt de Heer:
21 Haten en verwerpen
zal Ik uw feesten,–
uw hoogtijdagen wil ik niet meer ruiken;
22 ja, als ge tot Mij opgangsgaven
laat opstijgen,
en uw broodgiften,– Ik heb er geen behagen
in;
de vredesgift, uw mestbeesten, kijk Ik niet
aan;
23 doe van Mij weg het getier
van je liederen,–
de muziek van je harpen wil ik niet
horen!
24 Moge recht
als water golven,–
gerechtigheid als een onverstoorbare beek!
Daar kunnen we het mee doen! Laten we dan psalm 67 zingen als een gebed
om genade en leiding…
Psalm
67
Epistellezing:
Jacobus 5: 7 –10 NBV
Hier is sprake van de ongeduldige verwachting van de komst van de Heer, een
adventstijd, waarin we nog steeds leven. Jacobus echter schrijft:
7 Heb geduld,
broeders en zusters, tot de Heer komt.
Denk eens aan de boer, die geduldig
blijft wachten op de kostbare opbrengst van zijn land,
tot de regens van najaar en voorjaar
zijn gevallen.
8 Wees nét
zo geduldig en houd moed,
want de Heer zal spoedig komen.
9 Klaag
niet over elkaar, broeders en zusters, want daarmee roept u het oordeel
over u af. Bedenk dat de rechter voor de deur
staat.
10 Neem
een voorbeeld aan het geduldige lijden
van de profeten die in de Naam van de Heer
spraken.
Tot hiertoe de lezing van de epistel.
Van de leerlingen van Jezus weten
we dat ze, na de Hemelvaart van
de Heer, samen wáchtten, en biddend en zingend de komst
van de Heer verbeidden.
Laten ook wij zingen, en wel:
Gezang 414 Wilt heden nu treden
voor God, de Here..
Gemeente gaat staan
Evangelielezing MattheEvangelielezing Mattheüs 11: 2 - 11
Het evangelie spreekt
over de eerste tijd van Jezus’ rondgang en verkondiging. Johannes
is intussen opgepakt, omdat hij de koning op diens vingers had getikt vanwege
overspel met de vrouw van diens broer. Jezus
gaat rond en geneest en preekt. We lezen:Het evangelie spreekt
over de eerste tijd van Jezus’ rondgang en verkondiging. Johannes
is intussen opgepakt, omdat hij de koning op diens vingers had getikt vanwege
overspel met de vrouw van diens broer. Jezus
gaat rond en geneest en preekt. We lezen:
22
Maar als Johannes in de gevangenis hoort
over de werken van de Christus, laat hij door zijn leerlingen
3 tot Hem zeggen: ben jij de
komende
of moeten we een ander verwachten?
4 Ten antwoord zegt Jezus
tot hen:
gaat heen en verkondigt Johannes
wat ge hoort en ziet:
5
blinden zien weer en lammen
wandelen, melaatsen worden gereinigd en doven
horen,
doden
worden opgewekt en armen wordt evangelie verkondigd;
6 en zalig is hij die niet struikelt
over Mij!
77
Als zij heengaan begint Jezus ermee tot de scharen
over Johannes te spreken:
waarvoor zijt gij uitgetrokken
naar de woestijn?–
om een rietstengel te aanschouwen,
heen en weer geslingerd door de wind?
8 maar waarvoor zijt gij dan
uitgetrokken?–
om een mens te zien gehuld in zachte kleren?–
zie, die de zachtste kleren dragen vind je in de huizen van de koningen!
9 maar waarvoor zijt ge dan
uitgetrokken?–
om een profeet te zien?–
ja, zeg Ik u, en veel méér dan een profeet;
10 hij is het over wie
geschreven staat
‘zie, Ik zend Mijn aankondiger voor je aanschijn uit
die jouw weg bereiden zal voor jou uit’;
11 zeker
is het, zeg Ik u:
onder wie uit vrouwen zijn geboren
is niemand ontwaakt groter dan Johannes
de Doper;
maar in het koninkrijk der hemelen
is de kleinste groter dan hij;
Zalig die het Woord van
God horen en er gehoor aan geven!Zalig die het Woord van
God horen en er gehoor aan geven!
Allen: (gezongen):
Gemeente gaat zitten
Wij zingen Gezang 286 helemaal
over het komende Godsrijk, ook in het hier en nu. Geef aan de wereld vrede Heer,
in deze donkere tijden! = Lied 1012
Uw Rijk komt, en het is nu...
Preek
GENADE ZIJ U EN VREDE
VAN GOD ONZE VADER EN VAN JEZUS
CHRISTUS, ONZE HEER,
DOOR DE HEILIGE GEEST.
Lieve gemeente, lieve
zusters en broeders, lieve vrienden in de verwachting…
Als een vrouw, of
een echtpaar tegenwoordig zwanger is, worden er al in een vroeg
stadium felicitatiekaartjes
gestuurd, want het is een vreugdevol gebeuren. En je moet er vooral
van genieten.
Je mág je niet eens meer moe en ongelukkig voelen, het moet
allemaal gloria victoria zijn, wat de klok
slaat. Heel vervelend voor de jonge
moeder, want de aanpassingen van het lichaam zijn nogal ingrijpend,
en de wisselingen in hormoonspiegels vragen af en toe om fikse
huilbuien en mokkende stiltes.
Maar daar heeft de buitenwereld geen
boodschap aan. Je bent in verwachting,
en je zúlt blij zijn, of je het leuk
vindt of niet.
Ook de kerk,
de gemeente, is in verwachting.
In vreugdevolle verwachting, zeker, maar dan niet het soort
verwachting waarbij je op de bank
kunt gaan zitten wachten tot het wonder
gaat gebeuren.
We wachten immers niet op de geboorte van een kind, ook
niet van een goddelijk Kind, zelfs
niet op de geboorte van dat Kind
in ons hartje, dat is allemaal al gebeurd,
als het goed is ook dat laatste.
Wij wachten op de komst
van de Koning van het heelal
in zichtbare
glorie.
En onze voorbereiding bestaat niet
uit het breien en borduren van warme
kleertjes waarin wij Hem kunnen inpakken, en inlijven in
ons leven, niet uit vrome liederen en mooie
liturgieën, maar het is de bedoeling
dat ons leven de komst van het
Koninkrijk Gods laat zien. De komst van het
Koninkrijk, dat in Bethlehem handen en voeten
kreeg, ménselijke handen en voeten, en dat
in Jezus een gezicht
kreeg, en woorden voor het leven van alledag,
het is de bedoeling dat ons leven dat Koninkrijk weerspiegelt.
Zichtbaar maakt voor de wereld om ons heen.
Waar maakt. Daar moet je met gepaste
aandacht ernst mee maken.
Soms roepen we: kwam
God nu maar eens!
Dat is dan meestal omdat we het leven beu zijn, zoals het nu
is, of omdat we geen oplossingen weten, geen remedie hebben voor
de ziekten van deze wereld, en omdat we het gevoel
hebben dat het wel lekker makkelijk is, wanneer het hier
op een nette manier voorbij
is.
Dat gevoel had de gemeente waar Jacobus zijn brief aan richtte in elk geval,
en dat kunnen we ons voorstellen, want het
was een ernstige tijd, een tijd van vervolgingen
om het geloof. Dan snak je naar bevrijding uit
die situatie! Kwam de Heer nu maar!
Maar ook wijzelf kennen bij tijd en wijle
dat gevoel wel. Vroeg of laat heb je dat.
Dat betekent dat we Gods
koninkrijk naar ons toe roepen, omdat het ons wel uit komt.
Niet omdat we er wezenlijk naar verlangen,
niet omdat we er warm voor lopen…
Niet omdat we naar Gods nabijheid
snakken, naar de vervulling van Gods diepste
wensen… en tja, dan kún je je voorstellen dat de Heer niet zo’n haast
maakt.
Als wij werkelijk
doen wat Hij graag wil, waar Zij
naar verlangt met heel Haar Wezen,
als we het recht laten stromen als een beek,
gerechtigheid als een rivier die
niet te stoppen is, dan wordt het een heel andere zaak. Dan wordt
het een heel andere wereld.
Een wereld waarin het goed toeven is
voor mens en dier, en zelfs voor Godzelf.
Zo’n wereld had Hij voor ogen toen Hij de tien levenswoorden
gaf, opdat wij vanuit de liefde en het respect
voor God in liefde en respect met elkaar
zouden omgaan.
En met heel de geschapen werkelijkheid.
Recht, u weet dat, is voor de ander mogelijk
maken wat wij voor onszelf wensen. Gerechtigheid
is daar nog een schep boven op.
Zo doet God het, zo
hoopt Hij het van ons te zien. Dat vraagt offers van ons.
Geen mensen- of dierenoffers, zoals in oude tijden, maar offers van comfort,
van dingen die wij begeren, maar die een ander tekort zouden
doen…
offers van aandacht en tijd en respect.
Offers van werkelijk luisteren, jezelf opzij
zetten.
En dat kan o! zo moeilijk zijn!
Vooral omdat het niet maar één keer is, of één keer in de zoveel tijd, maar
omdat het de dagelijkse werkelijkheid
betreft…
Het is, zoals in een huwelijk of een goede relatie.
Je doet en laat dingen voor elkaar. De meest waardevolle dingen
zijn dan niet de grote cadeaux, maar de kleine dagelijkse
daden van zelfopoffering, van de ander laten voorgaan,
van rekening houden met, van vooruitlopen
op… Omdat je van elkaar houdt.
God houdt zoveel van ons, van ieder
van ons, dat Hij niet anders kan en wil
dan hopen op onze vrije liefde voor Hem. Liefde
uit vrije keus.
Hij hoopt dat we tijd voor Hem vrij maken.
Dat we geduld hebben en moed
houden.
Dat we niet gaan twijfelen en vragen:
bestaat U wel?
Wachten we misschien op iemand anders?
Soms bekruipt de twijfel je.
Vooral als het lang duurt.
Anderhalf jaar geleden is
de broer van een vriendelijke kennis van ons in het niet
verdwenen tijdens een vacantie. Hij ging iets eerder
uit het water, wilde terug naar het hotel, dat vlakbij was,
en is nooit aangekomen. In het begin
wacht je als familie elke minuut, later elk uur op nieuws.
En nog na een jaar is de hoop niet helemaal opgegeven. Maar de wanhoop
en de twijfel slaan meer en meer toe. Na een jaar wordt zo iemand
‘vermoedelijk dood verklaard’.
Hoe lang wachten wij al niet op het aanbreken van de dag waarop Gods
koninkrijk voor iedereen zichtbaar
wordt?
En toch zegt Jezus tegen de leerlingen
van Johannes: “Kijk
dan! Blinden zien weer, en lammen wandelen, melaatsen
worden gereinigd en doven horen, ja, doden worden opgewekt
en aan armen wordt een goede boodschap verkondigd!”
Als dát gebeurt ís Gods koningschap elke dag weer zichtbaar
voor wie het zien wil.
Johannes was een boom van
een profeet. Geen riet
dat meebuigt met de wind, geen ja-knikker,
geen mee-loper. Maar als hij in de gevangenis op zichzelf is
teruggeworpen, dan is hij even nergens meer.
Dan laat hij zijn leerlingen naar Jezus
gaan, om te vragen of Hij het echt wel was, op Wie zijn boodschap
sloeg. Of hij zich niet heeft vergist …
Mensen twijfelen soms met
minder aanleiding.
En dan is er maar één remedie: gewoon aan het werk gaan. Zorgen dat onrecht
geen recht wordt, dat we tenminste protesteren, voorzover we het
niet zelf kunnen veranderen. Druk uitoefenen op de klimaattop op
Bali, en zelf het licht uitdoen, wanneer je een kamer verlaat. Werken
aan recht en gerechtigheid.
God zit er niet op te wachten dat we met
elkaar uitmaken of Hij bestaat of niet. En waaruit dat Bestaan dan mag
bestaan…
Wie de bijbel leest mag weten dat God bij het brandende braambos heeft
gezegd: Ik besta.
Ik ben.
En daarvoor heeft Hij een gewoon Hebreeuws woord gebruikt, dat mensen ook
kunnen gebruiken.
Ik ben Degene waarvan je met recht en reden kunt zeggen
dat Ik ben, zegt Hij. Zo ís Hij.
Natuurlijk kunnen we vroom theeketelen dat Gods bestaan van een heel andere
orde is dan het onze.
Dan had Hij een ander werkwoord kunnen gebruiken.
Natuurlijk is Gods bestaan groter
en meer dan het onze. We kunnen er het grootste deel zelfs niet
van vermoeden. Maar er zijn wél raakvlakken.
Met Zijn grote liefde is Hij ons bestaan binnen
gekomen. Als een weerloos Kind heeft Hij Zijn
toekomst in onze handen gelegd. Dat
mogen we geloven, dat mogen we vieren,
straks met het kerstfeest. Maar dan moeten we dat vertrouwen
ook niet beschamen. Dan moeten we aan
het werk, om de wereld een veilige plek te maken voor
kinderen, wáár ze ook geboren worden. Zij
zijn misschien de kleinsten in onze wereld en de grootsten
in het koninkrijk der hemelen.
Het is aan ons om te zorgen dat ze er niet aan gaan twijfelen.
Moge God ons in Zijn wijsheid bijstaan, met de Geest en Haar gaven, met Zijn
Zoon en diens voorbeeld.
Dan zal ons hart eeuwig zingen, tot Gods lof, en tot Zijn genoegen. Amen.
Orgelspel
Antwoordlied
gezang 424
Looft
overal, looft al wat adem heeft, looft
God die leeft. = Lied 862
Tijdens het naspel van het antwoordlied komen de
kinderen terug uit de kindernevendienst.
Dienst van Gebeden
en GavenDienst van Gebeden
en Gaven
Het Kinderlied is vandaag gezang 488B:1 uit het
Liedboek. Het past bij de naam van deze zondag: Verheugt U, Gaudete, 'wees blij' in gewoon
Nederlands.
= Lied 981.
En je kunt er op dansen en op springen.
Van mij hoef je niet stil te staan onder het zingen. Het is een lied dat
kinderen ook snappen. Speel het maar gezang 488B:1 uit het
Liedboek. Het past bij de naam van deze zondag: Verheugt U, Gaudete,
wees blij in gewoon Nederlands. En je kunt er op dansen en op springen.
Van mij hoef je niet stil te staan onder het zingen. Het is een lied dat
kinderen ook snappen. Speel het maar één keer voor, dan weten we allemaal hoe
het gaat.
Vanuit
die dankbaarheid gaan we nu uitkomen voor wat we geloven. Wat we allemaal sámen
geloven. De één gelooft dit een beetje meer, en de ander dat,
maar het geloof van de hele gemeente samen draagt onze stukjes en beetjes
geloof. Dus als je denkt: nou… geloof ik dat nu wel, zing dan maar gewoon mee,
want we vullen elkaars geloof aan. En samen maken we het waar als we zingen: Ik
geloof in God de Vader die een bron van vreugde is. Een lied van Jaap Zijlstra
dat bedoeld is als Belijdenislied
Geloofsbelijdenis (melodie gezang 293))
1.
Ik geloof
in God de Vader
die een bron van vreugde is,
louter goedheid en genade,
licht in onze duisternis.
Hij, de koning van de kosmos
- het gesternte zingt zijn eer -
heeft uit liefde mij geschapen
en tot liefde keer ik weer.
2. Ik geloof in Jezus Christus
die voor ons ter wereld kwam,
Zoon van God en Zoon des Mensen,
goede herder, offerlam.
Door te lijden en te sterven
- groot is het geheimenis -
schenkt Hij mij het eeuwig leven,
dat uit God en tot God is.
3.
Ik geloof
de Heil'ge Geest, die
God als gids gegeven heeft
en een kerk die in alle tijden
enkel op zijn adem leeft;
Ik geloof de schuldvergeving
en ook de herrijzenis.
Ik geloof een eeuwig leven,
dat in God geborgen is.
Inzameling van de Gaven
De wereld is wijd en Gods goedheid is groot.
Vanuit ons aandeel mogen wij helpen en delen,
nu in de collecte, straks weer anders…
Kerk in Actie: Missionair werk – dat is dankbaar werk.
Geef ze waar ze recht op hebben. Geef ze meer dan dat, en laat uw gerechtigheid
stromen als een rivier.
Dankgebed en smeking
over de gaven
Lieve God, wilt U alstublieft zegenen wat we hier bij elkaar hebben gebracht,
zodat het is tot eer van Uw Naam,
en zodat het Uw gemeente wereldwijd ten goede komt.
Laat het een offer zijn,
dat onze dankbaarheid en liefde uitdrukt,
door Jezus Christus, onze Heer. Amen
Voorbeden Iedere voorbede
wordt afgesloten met:
Lieve God, wij danken U voor de blijde verwachting waarin wij mogen leven: het
weten dat U er voor ons bent, en dat wij dat éénmaal met eigen ogen mogen
zien. Geef dat ook ons hart dat nu al ziet. Dat wij niet verscheurd worden door
twijfels, en door angstige gedachten.
Wij bidden U – vanuit onze vrijheid – voor allen die om welke reden ook in
de gevangenis terecht gekomen zijn, en gek worden van angst en eenzaamheid, die
bitter worden, die twijfelen aan God en mensen.
Zo bidden wij:
Heer,
om Uw liefde die zo groot is, dat U ons leven wilde delen, willen wij U danken.
Help ons ook zelf een bron van liefde en leven voor anderen te zijn.
We kunnen dat zo moeilijk alleen. Zo bidden wij:
Lieve
God, wij danken U, dat we van U mogen weten, dat het leven geen grote vergissing
is, maar dat U het hebt bedoeld en gewild. Dat het goed kan zijn, ook als wij
kwaad doen, uit onwil of onwetendheid.
Help ons dan het leven van anderen te behoeden en te omgeven met zorg en liefde,
zoals U dat met het onze doet. Wij bidden U:
Heilige
God, doe over ons komen Uw koninkrijk van recht en gerechtigheid. Neem ons bij
de hand, open ons de ogen, en leid ons in dat land waar verhalen werkelijkheid
zijn, waar bloed en water in wijn veranderen, en waar Drie toch Een kunnen zijn.
Waar toekomst heden is, en waar alles mogelijk is wat U ons belooft.
Zegen allen die U verwachten.
Zegen allen die een kindje mogen verwachten.
Maar zegen ook haar aan wie een kind door verkrachting werd opgedrongen. Droog de
tranen van hen die in leed zijn, van hen die pijn en ziekte verwachten, van hen
die chemo- en andere bedreigende therapieën moeten ondergaan, en van hen die de
dood onder ogen zien.
Voor hen allen en voor ons en onze kinderen, onze gemeente, onze woonplaats
bidden we tenslotte:
Stil gebed
In de stilte van deze ruimte die U
met ons delen wilt, openen wij ons hart voor U, opdat Uw Geest daarin lezen mag,
en ons gebed voor U verwoorden mag, zoals alleen Zij maar kan.
Onze Vader (NBV-versie):
Onze Vader in de hemel, laat uw naam geheiligd worden,
laat uw koninkrijk komen en uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel.
Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven
wie ons iets schuldig was.
En breng ons niet in beproeving, maar red ons uit de greep van het kwaad.
Amen.
Gemeente staat op
Slotlied gezang 122:1 Kom tot
ons, de wereld wacht = Lied 433
Uitzending en Zegen
Ga dan, in vreugde en verwachting naar de plek waar God jou en u nodig
heeft. …
Dat onze tong woorden van liefde
zal spreken,
dat onze handen daden van warmte
uitstralen,
dat onze ogen schitteren van licht,
dat onze oren gespitst zijn op signalen
van gerechtigheid
dat onze voeten zullen gaan op de weg
van de vrede.
Daartoe zegene ons de God van Mozes, Elia en
Jezus:
De Heer zegene u en Hij behoede u,
De Heer doe Zijn Aangezicht over u lichten en zij u genadig,
De Heer verheffe Zijn Aangezicht over u en geve u vrede.
Amen