zondag 4 na Trinitatis 15-6-2008  in de Lutherse kerk te Heusden

Organist: Joop de Zwart


Voorbereiding             
(Paaskaars brandt al bij aanvang van de dienst)

Orgelspel

Introïtus: Binnenkomst dienstdoend ouderling, diaken en predikant

Mededelingen en welkom door de ouderling. Dit eindigt met: Na ‘t aansteken der altaarkaarsen zingen wij psalm 27: 1 en 2

De kaarsen worden aangestoken en de voorganger krijgt een hand.

Gemeente gaat staan

Introïtuspsalm: psalm 27: 1 en 2



Wij zijn samengekomen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest
Amen

Genade zij U en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus onze Heer.
Amen.

Bemoediging:
Onze Hulp is in de naam van de Heer
Die Hemel en aarde gemaakt heeft

Gemeente gaat zitten

Gebed van toenadering
Machtige God, voor U liggen alle harten open,
alle verlangens zijn U bekend,
en geen geheim is voor U verborgen.
Moment van Stilte
Zuiver de overleggingen van ons hart
door de ingeving van Uw Heilige Geest,
zodat wij U van harte liefhebben
en grootmaken Uw heilige Naam.
Amen.

Zo lief had God deze wereld, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf ontkomt, en eeuwig leven hebben mag!

Ontferming en Genadeverkondiging
Kyriëgebed:
Laten wij de Heer om ontferming aanroepen voor de nood van de wereld:  oorlogen, onlusten, aardbevingen…
en Zijn Naam prijzen, want Zijn barmhartigheid kent geen grenzen!    

Wij beginnen de Dienst van het Woord met een lied om verlichting door de Heilige Geest bij de opening van het woord: Tussentijds 205 = Lied 942. 
We staan immers lang niet altijd open voor Gods boodschappen, we weten met ons verstand dat Hij goed voor ons is, maar ons gevoel heeft wel eens een andere insteek – vandaar dit lied vandaag.


Lezing uit het Oude Testament Jesaja 12: 1 - 6
De situatie is deze: In de dreiging van de ballingschap, en bij grote maatschappelijke onrust, is er een troostend visioen van vrede dat op den duur waarheid zal zijn.
U kent het wel: van de wolf en de berin die gezellig aanschuiven bij het lam en het kind, en niemand kwaad doen…
Het vervolg daarop lezen we nu uit de Naardense Bijbel:

1  Zeggen zul je te dien dage: ik dank U, ENE,
dat Ge toornig op mij zijt geweest,–
Uw toorn is gekeerd en Ge troost mij.
2  Zie, God is mijn heil, ik weet mij veilig en word niet verschrikt;
want mijn sterkte en mijn muziek is Hij, de ENE,
en Hij is mij tot heil.
3  Met vreugde zult Ge water scheppen,–
uit de bronnen van het heil.
4  Zeggen zult ge te dien dage:
brengt dank aan de ENE, roept Zijn Naam aan,
doet in de gemeenschappen Zijn werken weten;
maakt indachtig dat Zijn Naam hoogverheven is.

5  Maakt muziek voor de ENE
want grote dingen heeft Hij gedaan;
geweten zij dit op heel de aarde.
6  Juich en jubel, al wat zetelt op Sion;
want groot is in jouw midden de Heilige van Israël!

De Psalmist zingt ons voor: Vestig je hoop op God, eens zal ik Hem weer loven, mijn God die mij ziet en redt. (Ps 43:5b)
Halleluja!

Epistellezing Handelingen 2: 41 – 47 NB
Petrus heeft een preek gehouden op het Pinksterfeest.
Daar wordt met open mond naar geluisterd, en meer dan dat: de mensen willen er bij horen. We lezen:
41  Dus worden zij die zijn woord verwelkomen
ondergedompeld;
op diezelfde dag voegen zich zo’n drieduizend zielen bij hen.
42  Met volharding blijven ze bij het onderricht van de apostelen,
de onderlinge gemeenschap,
de breking van het brood en de gebeden.
43  Er komt ontzag over alle ziel;
door de apostelen komt er een veelheid van wonderen en tekenen.
44  Allen die zijn gaan geloven op die plek
hebben alles gemeenschappelijk gehad:
45  have en goed hebben ze verkocht
en uitgedeeld aan allen naargelang iemand nodig had.
46  Dagelijks volhardend en eendrachtig in het heiligdom
hebben ze voedsel tot zich genomen,
brood brekend van huis tot huis,
in jubel en in eenvoud van hart
47  God lofprijzend en genade hebbend bij heel de gemeente.
En de Heer heeft er van dag tot dag toegevoegd
die werden gered, op die plek.

Ons lied en ons gebed is: gezang 477 helemaal. = Lied 675

Gemeente gaat staan

Evangelielezing: Mattheüs 9: 35 – 10:15
In het voorafgaande deel geneest de Heer zieken, blinden, lammen, en wekt Hij het dochtertje van Jaïrus op uit de dood. Overal wordt over Hem gesproken, maar de overheid zegt dat Hij deze wonderen doet in de kracht van de duivel. We lezen:
35  Jezus trekt alle steden en dorpen rond;
Hij geeft onderricht in hun synagogen,
predikt het evangelie van het Koninkrijk
en geneest elke ziekte en elke kwaal.
36  Bij het zien van de scharen
is alles in Hem bewogen over hen,
omdat zij afgemat en opgejaagd zijn
‘als schapen die geen herder hebben’.
37  Dan zegt Hij tot Zijn leerlingen:
de oogst is overvloedig, maar werklui zijn er weinig;
38  bidt dan de Heer van de oogst
dat Hij werklui uitdrijft, Zijn oogst in!

10:1  Hij roept de twaalf leerlingen bij Zich  
en geeft hun gezag over onreine geesten,
om die uit te drijven
en elke ziekte en elke kwaal te genezen.
2  Van de twaalf uitgezondenen zijn dit de namen:
allereerst Simon die Petrus heet en zijn broer Andreas;
Jakobus van Zebedeüs en zijn broer Johannes;
3  Filippus en Bartolomeüs, Tomas en Matteüs de tollenaar,
Jakobus van Alfeüs en Taddeüs,
4  Simon de Kananeeër en Judas Isjkariot
die Hem ook heeft prijsgegeven.
5  Deze twaalf zendt Jezus uit met een afkondiging aan hen
waarin Hij zegt: ”Slaat geen weg naar de heidenen in,
en komt niet een stad van Samaritanen binnen;
6  gaat om te beginnen naar de
verloren schapen van het huis Israëls;
7  gaat heen en predikt, zeggend:
genaderd is het koninkrijk der hemelen!
8  zieken, geneest ze; doden, wekt die op;
melaatsen, reinigt ze, demonen, drijft ze uit;
hebt ge een gift aangenomen, geeft een gift weg!
(d.w.z. je hebt dit als een geschenk gekregen, geef het dan ook als een geschenk weg!)
9  voorziet u niet van goud, zilver en koper in uw gordels,
10  geen reiszak voor onderweg, geen twee hemden,
geen sandalen, geen staf;
want wie werkt verdient de kost wel die hij waard is;

11  als ge een stad of dorp binnenkomt,
zoekt uit wie daarin u waard is;
blijft dan daar totdat ge vertrekt;
12  het huishouden waar ge binnenkomt, begroet het;
13  en als het huishouden die waard is,
kome uw vrede daarover
maar als het die niet waard is, kere uw vrede tot u terug;
14  wie u niet ontvangt en niet naar uw woorden hoort,–
komt ge uit dat huis of die stad naar buiten,
stampt dan het stof van uw voeten!
15  het is zeker, zeg Ik u, dat het voor het land van Sodom en Gomorra op de dag des oordeels dragelijker zijn zal dan voor die stad!”
Zalig die het Woord van God horen en er gehoor aan geven!
Allen: (gezongen):

Gemeente gaat zitten

Ons lied komt uit de bundel Tussentijds: TT217 Wij die met eigen ogen de aarde zien verscheurd, maar blind en onmeedogend ontkennen wat gebeurt: dat oorlog is geboden, en vrede niet mag zijn... :-( wij bidden dat onze lieve aarde nog kans op redding heeft.

Preek
GENADE ZIJ U EN VREDE VAN GOD ONZE VADER EN VAN JEZUS CHRISTUS, ONZE HEER,
DOOR DE HEILIGE GEEST.


Lieve mensen, beste leerlingen van onze Heer…

Het koninkrijk van God is heel dichtbij…
Toen de leerlingen dat moesten gaan vertellen, in het kielzog van Johannes de Doper en van Jezus Zelf, zágen ze het al voor zich: het Romeinse rijk werd vervangen door een rijk van vrede, waar de berin lag naast het lam, en het kind door een adder niet meer dood gebeten werd: waar de ene mens de andere niet meer onderdrukte, en waar God alles in allen zou zijn, omdat de wereld vol was met een priesterlijk volk, met mensen, die in alles gericht waren op het dienen van hun God. (Van de Ene, zoals Piet Oussoren vertaalt...) … En Zijn Lof zongen …
Te beginnen met Israël.
Want de profeten van ouds hebben Gods dromen onder woorden gebracht, hoe door de vroomheid van Israël, door de leer die uitgaat van Jeruzalem, alle volkeren geraakt zouden worden, zodat ze zouden zeggen: neem ons bij de hand en vertel ons over jullie God. Breng ons naar Hem toe, zodat ook wij Hem kunnen dienen!
Dat is Gods diepste verlangen voor deze wereld…
Dat wisten ze, de leerlingen. En ja, als je zó toegerust op weg gaat, dan ben je daar vól van.
Dan wil je het wel van de daken schreeuwen…
Het is een zaak van dood of leven, van er op of er onder. Een zaak van eindeloos meer gewicht dan een wereldkampioenschap of zelfs maar een EK.
En dáár kunnen mensen al volkomen van uit hun dak gaan, vooral als er succes is…
In de straten van Bern weten ze daar intussen alles van…
;-)

In de straten van Jeruzalem ook, zoals we hoorden in de lezing uit het boek Handelingen

Nadat de leerlingen er door Jezus de Heer op uit gestuurd waren, kunnen we verder in het Evangelie lezen, hadden ze groot succes binnen Israël... En zo bereidden ze de komst van het koninkrijk voor…
Maar hier, op die Pinksterdag, worden ook anderen geraakt. Het verhaal gaat door. Allemaal mensen uit de Joodse traditie, die in het buitenland wonen, zijn in Jeruzalem aanwezig voor het Pinksterfeest. En ze horen de grote daden van God loven, ieder in hun eigen taal…
Een lofzang, net als in onze Jesaja-lezing.
Ik kom daar aanstonds op terug…

Eerst nog even over dat koninkrijk des Hemels
U weet, dat er in de bijbelse tijden en nog, in de cultuur waarin onze Heer opgroeide, zo’n groot ontzag was voor de Ene, de Heilige, de Aanwezige, dat men Zijn ware Naam niet noemde, maar liever omschreef.
Zoals in de Harry Potterboeken de veroorzaker van het kwaad niet bij de naam genoemd wordt, behalve door de heel dapperen. Lord Voldemort is een naam die je niet, of slechts huiverend uitspreekt.
En ook op het Nederlandse platteland zal men de duivel liever niet bij de horens nemen, maar eerder aanduiden als Jantje Pik en dergelijke…
Die huiver voor het kwaad én voor het Heilige zijn wij in onze samenleving nogal drastisch kwijt geraakt…
Wij, die met eigen ogen de aarde zien verscheurd, maar blind en onmeedogend ontkennen wat gebeurt: dat oorlog is geboden en vrede niet mag zijn, dat mensen mensen doden, en dat wij die mensen zijn…
Wij erkennen in ons dagelijks doen en laten helaas het récht van vuur en zwaard. We spreken zelfs over het onbestaanbare recht op beledigen! Dan kun je nagaan hoe ver we weg geraakt zijn van onze wortels!

Goed, de heilige eerbied voor God maakt, dat Jezus tot Zijn leerlingen spreekt over het koninkrijk des Hemels, of der Hemelen. Beide termen zijn een omschrijving voor Zijn Vader in de Hemel.

Ik denk dat wij hier zo lang hebben gesproken over God als onze Vader, dat wij Zijn hoogheid en heiligheid wat uit het oog zijn verloren.
We mogen ons inderdaad koningskinderen weten, als we daar dan ook naar leven
Dan is dat respect er ook, wanneer we onbekommerd spreken over God
God in de Hemel, en heel dicht bij ons. Hier zelfs…

Terug naar Gods koninkrijk.
Wat is dat?
Een koninkrijk is een gebied, waar mensen wonen die Iemand erkennen als hun heerser.
Iemand met wiens wensen je maar beter rekening kunt houden, als je in Zijn of Haar gebied wilt wonen.

Als ik voor mijzelf het Onze Vader bid, gebruik ik al jaren de formulering: Uw koninkrijk kome, waar Uw wil geschiedt op aarde zoals in de Hemel.
Want dat is het wezen van dat koninkrijk: dat Gods koningschap erkend wordt. En dat er dus rekening gehouden wordt, volledig, met Zijn wensen.

In de militaire dienst geldt de regel: de wens van de generaal is een bevel voor de ondergeschikten.
En dus is het onze levensopdracht, onze zelfgekozen levensopdracht, als het goed is, om Gods wil tot uitvoer te brengen, met evenveel liefde en inzet als dat in de hemel gebeurt. Aan Gods hof… De opdracht om lief te hebben…

Uw koninkrijk kome…
Dat is toch heel iets anders dan: Laat Uw koninkrijk komen. Als we dat zeggen. leggen we de hele verantwoordelijkheid in Gods handen.
Terwijl in de aanvoegende wijs die Jezus gebruikt ook ruimte is voor de Heer, die ons vraagt: en wat doe je daar zelf aan?
Want we hebben zelf een grote verantwoordelijkheid in deze. In onze erkenning van Gods koningschap wordt Zijn koninkrijk op aarde werkelijkheid.
En dat erkennen is niet iets dat we alleen met de mond doen, of met onze gezangen, maar het moet blijken uit onze daden. Uit de manier waarop we met elkaar en deze wereld omgaan.
Als in ons wordt herschapen de Geest die overleeft, dan heeft onze lieve aarde nog enige kans op redding.

Gods koninkrijk is heel nabij. Gods koningschap is vlakbij ons. Hoe gaan wij daar mee om?
Dat is de vraag die de opdracht van Jezus aan de leerlingen en aan ons stelt.
Gods koningschap is hier en nu, is de boodschap na Pasen en Pinksteren.
Hoe ga ik daar mee om?
Daar wordt U nú mee geconfronteerd, ik gisteren.

Mijn antwoord was, dat mag u best weten: dan moet ik wat er nog rest aan wrok en boosheid in mijn leven eerst en nu opruimen, en er is minstens één boek dat ik terug moet geven, al heb ik geen idee waar het is, en of de eigenaar er op zit te wachten
En ik moet de computer nog eens navlooien of er software op staat die niet eerlijk verkregen is…
En mijn maatregelen nemen.

Zo hebben we allemaal wel dingen in ons leven, die niet echt passen bij het koningschap van God.
Daar mag iedereen op eigen tijd en wijze aandacht aan besteden.
Want de Heilige wil dat wij met liefde en respect met elkaar omgaan. Dat is wezenlijk voor Zijn koningschap. Dat is Zijn wens, dat is voor ons Zijn bevel.

Liefde en respect voor God en de naaste in alles wat we doen en laten valt niet altijd mee.
Ook de eerste gemeente merkte dat.
Ze begonnen enthousiast: deden botje bij botje, want zo lang zou het niet duren…
Ze leefden geestdriftig van de genade, ze leefden uit Gods hand, en daar waren ze zich bewust van.
Maar als het wat langer duurt, dan maakt die blijde verwachting plaats voor angst en zorg
Als dat koningschap van God nu eens niet de verwachte vorm krijgt, wat dan?
Blijven we dan delen met velen, of wordt het weer: ikke, ikke, ikke… ?
En dan wordt er gesjoemeld. Om dood bij neer te vallen van schaamte, binnen de gemeente van Christus.
Het is niet eenvoudig. Al blijven er de eeuwen door kernen van mensen die het lukt. Vaak in kleine groepen, of in kloostergemeenschappen…

Dat koningschap… Het is het zelfde koningschap van God, dat in het vooruitzicht werd gesteld van de mensen in Jesaja’s tijd…
En als het zover is, zong hij, dàn zul je zeggen:
ik dank U, ENE, dat Ge toornig op mij zijt geweest,–
Uw toorn is gekeerd en Ge troost mij.
2  Zie, God is mijn heil, ik weet mij veilig en word niet verschrikt; want mijn sterkte en mijn muziek is Hij, de ENE,
en Hij is mij tot heil.
3  Met vreugde zult Ge water scheppen,–
uit de bronnen van het heil.
4  Zeggen zult ge te dien dage:
brengt dank aan de ENE, roept Zijn Naam aan,
doet in de gemeenschappen Zijn werken weten;
maakt indachtig dat Zijn Naam hoogverheven is.

5  Maakt muziek voor de ENE
want grote dingen heeft Hij gedaan;
geweten zij dit op heel de aarde. Laat het ze weten!
6  Juich en jubel, al wat zetelt op Sion;
want groot is in jouw midden de Heilige van Israël!
Dat is liturgie! Zo mogen we God dienen.
(Het Griekse
leitourgia betekent dienst!)
Maar wie dit stukje lofzang goed bekijkt, ziet ook dat daar onze liturgie, zoals we die hier vieren, op terug gaat.
De verootmoediging, de erkenning van Gods terechte toorn, het heil, de vrijspraak, de dank daarvoor, het benoemen van Gods grote daden, en het doorgeven daarvan aan anderen, en dan weer de lofzang.
Dat is nog altijd de basis van onze liturgie, welke vorm die dan ook hebben mag op dit moment…
Daarmee staan we met onze zondagse eredienst in de grote kring van de gelovigen wereldwijd.
Zodat de lof, Hem toegezongen, op aard’ nooit onderbroken wordt, maar steeds opnieuw door mensentongen gezongen en gesproken wordt…

Uw koninkrijk kome waar Uw wil wordt gedaan…
Dat is ook onze zaak, en onze taak
Wat onze rol daar exact in is, dat is iets tussen God en ieder van ons persoonlijk... ik twijfel er niet aan of God maakt het ons wel duidelijk, als we er naar vragen, maar het eerste dat we altijd moeten doen, dat is: er ruimte voor maken.
Dingen opruimen in ons leven die de vrije omgang met God en onze naasten hinderen.
Ook dat is voor iedereen verschillend.
Maar maak er haast mee. Begin er nu nog aan.
Er is Een die beter in ons eigen hart kan kijken dan wijzelf, en dat is de Heilige Geest, die de Heer ons heeft gezonden, omdat Zijn koningschap méér dan nabij is. Het is in ons midden… als we willen.
God helpt ons daarbij. Het gebed om de Geest is nooit tevergeefs.

Dus als we Haar vragen om onze lofzang en ons gebed vorm te geven, zal Ze ons ook helpen op te ruimen wat er in ons leven nog aan spinrag en troep rondspookt.
Dan leven we in de grote Gemeenschap der Heiligen, in God genade, en vol compassie met de wereld…
God is getrouw. We mogen op Zijn hulp rekenen. Om Jezus’ wil – en Amen, dat is waar…

Orgelspel

Antwoordlied: Gezang 304 God is getrouw, Zijn plannen falen niet... Ja,
De Heer regeert! En de Geest trekt met heel de kerk van land tot land als Gods gezant.

Dienst van Gebeden en Gaven

Wij mogen nu in daad en woord getuigen van dat koninkrijk en ons geloof er in….
Alles wat wij hebben, hebben wij immers van God gekregen,
om  door  te geven, om met velen te delen
     en er zo van te genieten.
Ook nu en hier kunnen we gestalte geven aan dat delen: in de collecte. Nu eerst de Collecte voor de diaconie, en bij de uitgang voor de kerk…  

Inzameling van de gaven

Dankgebed en smeking over de gaven
Heer, wat wij bij elkaar gebracht hebben, is meer dan geld,
wil er ook onze goede wil in zien,
   en onze dank voor Uw liefde.
Zegen het, zodat het vrucht draagt in overvloed
-hier en elders- om Jezus'  wil. 
Amen

Geloofsbelijdenis (laten we er bij gaan staan)
Ik geloof in God, die mens en wereld heeft geschapen, bedacht, gemaakt, gewild...

Ik geloof in God, die met mens en wereld een relatie aanging, er om geeft, er van houdt.

Ik geloof in God, die een Vader wil zijn, een Moeder, Geliefde, Zuster, Broeder..

Ik geloof in Jezus, mens geworden zoals wij.
Die in onze tijd, in onze wereld ons eigen leven heeft geleefd,
en is gekruisigd, voor de overheid een daad van willekeur,
voor Zijn leerlingen uiteindelijk een sprong in het duister, die onze redding werd -
dwars door dood en opstanding heen.

Ik geloof in die Geest van Liefde, die deel is van Gods wezen, die Jezus bezielde, die ook ons bezielen wil.

Ik geloof in mensen van Gods welbehagen, gewone mensen, die doen wat ze kunnen. Die leren luisteren naar de stem van God in de nacht van hun leven.
Mensen die er voor Hem en voor elkaar willen zijn.

Ik geloof dat de tijd maar tijdelijk is, en dat ons eeuwige liefde wacht, door dood en opstanding heen.

Zo waarlijk helpe ons God almachtig!
(De gemeente gaat weer zitten)

Voorbeden (Gvl361)
Goede God, Vader in de Hemel, Licht van ons leven,
Gids van ons hart en van ons bestaan,
wij danken U, dat wij mogen leren wat Uw wil is, dat we mogen weten dat ons leven voor U zin heeft, dat we er mogen zijn, omdat U van ieder van ons houdt.
Uw Zoon heeft het ons voorgeleefd, Uw Geest wil het ons duidelijk maken… open ons dan telkens weer het oor en het oog en het hart voor Uw woorden. Bind ze op onze ziel, zodat wij U nooit vergeten in de drukte van alle dag.
Kom, Geest van God, met Uw veelkleurige gaven en geef ons telkens weer wat we nodig hebben, om mens te zijn naar Uw beeld en gelijkenis…

Wij danken U, Heer, dat we U onze Hemelse Vader mogen noemen, en we bidden U, dat U alle vaders hier op aarde met Uw warmte en liefde en wijsheid wilt bijstaan, zodat ze hun vader-zijn met gratie en goedheid kunnen waar maken en zo een beeld zijn van Uw omgaan met mensen.
Wij bidden U voor al die mensen die zo ongelukkig zijn, omdat het mis ging met die vaderrol… Omdat ze geen steun kregen, maar werden afgekraakt, omdat ze geen bescherming kregen, maar werden misbruikt… Zo bidden wij:

Lieve God,
wij bidden U voor Uw gemeente hier: dat deze een plek mag zijn waar Uw koninkrijk zichtbaar is voor de wereld om ons heen. Wij bidden ook voor onszelf, en voor hen die we hier missen, dat U ons wilt leiden in al ons doen en laten.
We bidden U voor mensen die ons dierbaar zijn: voor Dirk-Jan Snel: hij lag in het ziekenhuis in Haarlem, en is intussen weer ontslagen, maar wij vragen U om hem in het verpleeghuis bij te staan, Zijn gezondheid te versterken en hem moedig en vrolijk te doen zijn.
Ook voor Gerrit van den Heuvel vragen we Uw zegen, nu hij eveneens in het ziekenhuis ligt, en zich grote zorgen maakt. Wij danken U voor het feit dat diaken Martien van Hoof, die een zware operatie heeft ondergaan, momenteel door Uw goedheid weer thuis is.
Wil ook hem sterken en bewaren in de toekomst, opdat in hun zwakheid Uw kracht wonderlijk openbaar wordt.
Zo bidden wij:


Wij danken U voor de wereld waarin wij mogen leven.
En wij bidden voor de aarde en de lucht en het water, die aan onze zorg zijn toevertrouwd. Geef wijsheid aan alle bestuurders, aan allen die beslissingen moeten nemen, en ook aan ons, in ons omgaan met mens en dier, plant en water, in ons koopgedrag en onze mededeelzaamheid, maak ons bescheiden en respectvol, opdat Uw wil wordt gedaan, hier op aarde zoals in de hemel. Zo bidden wij:


In de stilte van dit huis, in Uw aanwezigheid, vragen we U: zie in ons hart de vragen die er leven, de zorgen, de goede en de slechte dingen, en wees er Zelf het antwoord op…

Stil gebed

Onze Vader in de hemel, laat Uw Naam geheiligd worden,
Laat Uw koninkrijk komen en Uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel.
Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was.
En breng ons niet in beproeving,
maar red ons uit de greep van het kwaad.
Want aan U behoort het koningschap
de macht en de majesteit, tot in eeuwigheid. Amen

Gemeente staat op
Slotlied gezang 434 = Lied 868


Uitzending en Zegen 

Ga dan, gedragen door de vleugels van Gods goedheid en nabijheid, de wereld in,
om de nabijheid van Gods koningschap waar te maken, waar U zich ook maar bevindt…

DE  GENADE  VAN ONZE HEER JEZUS CHRISTUS
EN DE   LIEFDE  VAN GOD DE VADER 
EN DE  Gemeenschap  VAN DE HEILIGE GEEST
IS U TOT ZEGEN EN BLIJFT MET U ALLEN. 

Na afloop dronken we met veel plezier koffie - en dergelijke - bij Hanny en Edy in de tuin.

acme-web-design.info
acme-web-design.info