Voor eerdere diensten klik hier:

Zondag Rogate / Vocem jucunditatis

Organist: W. Konijn

Orgelspel
 
Afkondigingen en aansteken van de kaarsen.

Stilte

Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.  
Amen

Onze Hulp is in de Naam van de Heer              
die hemel en aarde gemaakt heeft.

Heer, vergeef ons al wat wij misdeden
en laat ons weer in vrede leven.
Amen

Zo lief had God deze wereld, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf ontkomt, en eeuwig leven hebben mag!

Introïtus:
De Antifoon voor deze zondag Rogate (bidt) of ook Vocem jucunditatis (uitgelaten juichkreet) luidt: Verkondig dit met luid gejuich, laat het horen, laat weten  tot aan de einden der aarde: De Heer koopt Zijn dienaar Jacob vrij!’(Jesaja 48:20b)

En de psalm (66:1-2,16-17,19-20) luidt:
(Voor de leider van de muzikanten. Een lied, een zangstuk.)
Heel de aarde, juich voor God, zing een lied op Zijn heerlijke Naam, een loflied dat Zijn glorie erkent…
Kom dan en luister naar mijn verhaal, iedereen die ontzag kent voor God, luister naar wat Hij gedaan heeft voor mij.
Nauwelijks had mijn mond Hem aangeroepen of een loflied lag op mijn tong.
God heeft mij verhoord, heeft geluisterd naar mijn bidden en smeken.
God zij gezegend: mijn gebed heeft Hij niet afgewezen en Zijn liefde heeft Hij mij niet ontzegd.
De Antifoon zingen wij nu samen als: lied 659:1

Dan is het terecht dat wij Gods eer zingen:    


Laten we de Heer aanroepen om ontferming met de nood van deze wereld, - die is groot -
maar laten wij dan ook Zijn Naam prijzen,
omdat er aan Zijn barmhartigheid geen einde komt!
 


Zondagsgebed:
Heer, die ons hoort als wij danken en bidden
U aanbidden wij om Uw goedheid, liefde en genade. Wil ons horen, als wij Uw lof zingen, vandaag in deze dienst, en ook deze week, als wij weer thuis zijn.
Kom met Uw Geest in ons hart, in ons midden, in ons leven, door Jezus Christus, onze Heer. Amen.

Lezing Oude Testament:
Joël 2: 21 – 27
Joël is een van de zogenaamde kleine profeten, en dat slaat dan niet op zijn gestalte, of om het belang van wat hij zegt, het slaat vooral op de lengte van de tekst die is overgeleverd. Het land heeft vreselijk te lijden gehad van sprinkhanenplagen, nooit was het zo erg, er is een hongersnood, en een deel van het volk ervaart dit als een straf van God. De profeet roept hen dan ook op tot bekering! Maar dan ook ècht, van binnen uit. Laten ze een vasten uitroepen, laat de hele gemeente, van jong tot oud, zich heiligen, niemand uitgezonderd. En God heeft dan medelijden, Hij is genadig, en laat de profeet zeggen:
21. Land, je hoeft niet bang te zijn: spring een gat in de lucht, wees juist blij, want de Aanwezige gaat grote dingen doen.
22. Jullie hoeven niet bang te zijn, vee van het veld, want weiden vol jong, màls gras ontkiemen in de woestenij, en fruitbomen dragen hun vrucht, vijg en wilde wijnstok geven hun beste krachten. 
23. En, mensen van Sion, spring een gat in de lucht, wees blij om de Aanwezige, jullie God! Want als genadegaven zal Hij herfstregen geven…        
Ja, Hij zal voor jullie zware regenbuien doen neerplenzen in herfst en winter, precies op tijd.
24. Dan zullen de dorsplaatsen vól liggen met graankorrels, en lopen de wijnpersen over van most en pasgeperste olie!
25. En dan zal Ik jullie de jaren vergoeden waarin de veelvraat, de vleugelaar en de vernietiger en de kaalscheerder hebben gevreten; (allemaal namen voor verschillende soorten sprinkhanen)…
Mijn grote rijkdommen zijn het waarmee Ik jullie vergoeden zal.
26. Ja, jullie zullen beslist te eten hebben, en plechtig de Naam prijzen van de Aanwezige, jullie God, die bewonderenswaardig voor jullie bezig zal zijn.     
Mijn volk zal in eeuwigheid niet voor schut staan!

(Als het aan God ligt. Tot hiertoe deze lezing. )

De Gradualespalm is psalm 107: 4, 6 en 7


Epistel: Openbaring aan Johannes 21:10-14 en 22-27 (HB)
De beschrijving van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. De tegenwoordige hemel en de tegenwoordige aarde waren er niet meer; en ook de zee was verdwenen. Toen kwam één van de zeven engelen, naar Johannes toe en zei: “Kom, ik zal u de bruid van het Lam laten zien, Zijn vrouw.” Wij lezen:
10 Hij droeg mij in de geest naar een grote, hoge berg en liet mij de heilige stad Jeruzalem zien, die van God uit de hemel naar beneden kwam. De stad schitterde als God Zelf.
11 Er kwam een gloed vanaf als van een zeer dure edelsteen, als van een kristalheldere diamant.
12 De stad was omgeven door een dikke, hoge muur met twaalf poorten en bij elke poort stond een engel. Op de twaalf poorten stonden de namen van de twaalf stammen van Israël.
13 Er waren drie poorten aan elke kant…

14. En de muur van de stad rustte op 12 fundamenten; die droegen de 12 namen van de 12 apostelen van het Lam…

22 Ik zag in de stad geen tempel, want de Here, de Almachtige God, en het Lam werden er overal vereerd.
23 De stad had geen zon- of maanlicht nodig, want zij werd verlicht door de schittering van God en het Lam is haar lamp.
24 De volken zullen in haar licht leven en de koningen van de aarde zullen hun rijkdom er naar toe brengen.
25 Haar poorten zullen de hele dag openstaan; zij zullen nooit worden gesloten, omdat er geen nacht zal zijn.
26 De rijkdom en de pracht van de volken zal in de stad worden gebracht.  
27 Maar er komt niets lelijks of slechts in; walgelijke mensen en leugenaars blijven er buiten.
Alleen de mensen die in het levensboek van het Lam staan, mogen die stad binnengaan.

Psalmwoord Zij die tot de Heer riepen in hun benauwdheid, moeten de Heer (nu) loven om Zijn goedertierenheid en om Zijn wonderen aan de mensenkinderen betoond. (ps 107: 6a, 8).
  HALLELUJA!



Wij zingen als loflied: lied 630


Het Heilig Evangelie staat geschreven bij: Johannes 14: 23 - 29.

Dit is het laatste deel van de rede over de laatste dingen, zoals we die vinden bij Johannes, op de avond van het Heilig Avondmaal.… Een van de leerlingen vraagt de Heer hoe het zit: dat zij Hem straks wél zullen zien, en anderen niet… (dat had Jezus namelijk net verteld…)
23.    Jezus nam het woord en zei tegen hem:
”Als iemand van Mij houdt zal die Mijn woord strict in ere houden en dan zal Mijn Vader van haar / hem houden, en Wij zullen naar die persoon toekomen, en Wij zullen woning maken bij hem of haar.
24.    Wie niet van Mij houdt, houdt Mijn woorden niet in ere, en het woord dat jullie horen is niet het Mijne, maar (dat) van Mijn Vader die Mij stuurde.
25.    Deze dingen heb Ik met jullie besproken terwijl Ik nog bij jullie ben,
26.    maar de Helper, de Heilige Geest, die de Vader in Mijn Naam zal sturen, Die zal jullie alle dingen onderwijzen en zal jullie alle dingen die Ik jullie gezegd heb in herinnering brengen.
27.    Vrede laat Ik jullie na, Mijn vrede geef Ik jullie. Niet zoals de wereld geeft geef Ik aan jullie;
laat jullie hart niet wanhopig laten worden, of bang.
28.    Jullie hoorden dat Ik jullie zei: Ik ga nu weg en Ik kom (weer) bij jullie terug.
Als jullie al die tijd van Mij hielden was je nu blij dat Ik naar de Vader ga, want de Vader is groter dan Ik.
29.    En nu heb Ik jullie gesproken vóórdat het gebeurt, opdat jullie vertrouwen mogen hebben, wannéér het gebeurt.

Zalig die het Woord van God horen en er gehoor aan geven!


Credo

In antwoord op Gods woord willen wij samen ons geloof belijden en zeggen:
Wij geloven in God - Schepper van hemel en aarde.
Heer over alle machten,
Die om ons van alle macht heeft afgezien
en in Jezus de prijs heeft betaald voor onze overtredingen.
Die in eenvoud tot ons kwam, en werd verraden en vermoord -
gekruisigd...
maar Hij overwon de dood!
Na drie dagen opgestaan ten leven verscheen Hij aan vriend en vijand;
weer in Zijn hemels rijk terug, zond Hij Zijn Geest,
die ieder mens bezielen wil tot leven in de Heer,
tot  een gemeenschap van heiligen,
door een doop, door vergeving van zonden,
tot leven in  der eeuwigheid. 
Amen


Preek
Genade zij u en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus, onze Heer, door de Heilige Geest.

Lieve Gemeente,

Als het verhaal van Joël ons iets wil leren, dan is het wel dat bidden kan helpen. Echt bidden. En ook: dat de verhoring van onze gebeden niet altijd zo snel gaat als we wel zouden hopen, zouden willen. Het gaat niet altijd zoals in psalm 66, waar de dichter zingt dat hij nog maar nét zijn gebed had uitgesproken, of hij kon al aan een loflied beginnen, omdat God hem uit de ellende had gered.
Je zou kunnen zeggen, dat de Openbaring aan Johannes laat zien hoe de verhoring van het gebed van Gods volk er uit gaat zien. Ooit
Maar wij hebben die nieuwe aarde en die nieuwe hemel nog niet omlaag zien komen. Gelukkig hebben we, ondanks alle verschrikkelijke rampen die mensen de laatste tijden zijn overkomen, en die mensen elkaar aandoen, ook nog niet meegemaakt wat er allemaal aan die grote Dag des Heren vooraf kan gaan. Dat ís nogal wat. Al komen kernrampen er dícht bij, zoals Tsjernobil en Fukushima (en zeker niet te vergeten: Hiroshima). En ook bij grote vulkaanuitbarstingen in het verleden wisten de mensen het zeker: nu gaat het gebeuren! Het licht van de zon werd grotendeels weggenomen, de maan werd bloedrood, nu, dat was allemaal door de Heer voorspeld
Zó zou het einde der tijden beginnen...

Ook in de openbaringen aan Johannes wordt de schop in de schepping gezet.
Alles verandert. Alles wat eng en gevaarlijk is verdwijnt. Alles wordt nieuw.
En het resultaat?
Het resultaat is een paradijs dat is aangepast aan mensen van onze tijd; of in elk geval aan mensen van de tijd van Johannes.
Een stad. Een nieuw Jeruzalem!
Een tempel is niet meer nodig, want God Zelf woont er. En het Lam. Jezus is dat, die Zich voor ons heeft opgeofferd.
Hij is er ook.
Aan het begin van ons menselijk bestaan, was er in het paradijsverhaal een tuin, midden in de rest van de wereld. Alles wat de mensheid nodig had, was in die tuin te vinden.
Daarbuiten hadden ze niets te zoeken.
Later zal blijken dat de wereld buiten die tuin hard en vol moeite kan zijn.
Na de zondeval, als de mensheid zich van Gods geboden afkeert, jaagt een engel hen weg, een engel met een vurig blinkend zwaard… U kent het verhaal…
En wat zien we in het toekomstvisioen van Johannes? Er is geen tuin, maar een stad.
De wereld ís veranderd, de mensheid is veranderd. De mensheid zoekt zijn heil in de stad. Wereldwijd zien we dat.
Die Stad van God is diamanthelder, die straalt, en ook is die stad helemaal veilig.
Een hoge muur beschermt de Stad.
Een muur met twaalf poorten.
Elke poort draagt de naam van een van de stamvaders van Israël. Buiten Israël om komen we er dus niet binnen! Maar dan Israël, zoals God het had bedoeld!
Daar kijk je van op, als je dat opeens ziet.

En onder die muur, dat is nog sterker, liggen de fundamenten, en die dragen de namen van de 12 apostelen van Jezus.
Ja, we hebben het eerste Verbond, het Oude Testament, nodig om de Stad binnen te komen. We kunnen niet zonder.

Maar het verhaal van en over Jezus Christus, het Evangelie dat door de apostelen is verspreid en dat door alle generaties gelovigen wordt doorverteld, dàt is de basis van onze toekomst.
Daar begint het. Daar ligt onze opdracht!          
En bij elke poort van de Stad staat een engel, die zorgt dat niemand naar binnen komt, die daar niets te zoeken heeft, omdat hij of zij niet is opgeschreven in het Levensboek.
In het Boek van het Lam.
Onze namen zijn daarin geschreven bij onze doop. Ze zijn geschreven met het bloed van het Lam. Voor altijd.
Maar wijzelf kúnnen die namen doorhalen, als we dat willen, door onze daden, of door wat we juist níet doen, door onze liefdeloosheid.
Weghalen kunnen we ze niet, want God heeft ‘Ja’ tegen ons leven gezegd; Hij heeft een hartgrondigJa’ gezegd bij onze doop, tegen u en u en jou en mij.
Tegen ieder van ons.
Maar… als wij ‘nee’ zeggen tegen God, en dat kan op allerlei manieren, dan zijn wij het zelf, die een streep zetten door onze naam, die een streep zetten door onze toekomst in het eeuwige leven.
Leven mét God, mét Jezus.
Mensen die God niet waard zijn, die dat niet eens willen, komen niet binnen in die eeuwige Stad. Logisch.
Daar blijft het niet bij.
Want werd eerst de mensheid de wereld ingejaagd, en verhinderde de engel dat ze terug kwamen in het paradijs, nu komt de wereld, de nieuwe aarde, naar de Stad toe, om al het goede dat hun is gegeven aan te bieden aan God.
De volkeren van die nieuwe aarde leven in het Licht van de Stad; Licht dat nooit dooft, want God is Zelf dat Licht, en er is geen nacht meer, geen angst, geen dood, geen gevaar.
De koningen van de aarde brengen hun rijkdommen en hun pracht naar de Stad toe, naar God toe, staat er.
Het is dan ook een goede aarde.
Een aarde waar het land niet meer heeft te vrezen voor vernietiging van welke soort ook, waar mensen niet meer vechten, niet meer hoeven te vluchten, maar blij zijn met wat ze hebben, en dat ook willen delen met God en de Zijnen.

Een wereld waar je alleen maar van kunt dromen, dacht u? Dat had u gedacht!

Jezus heeft het voor ons allemaal mogelijk gemaakt. Door Zijn kruisdood.

En vlak daarvoor heeft Hij Zijn leerlingen, - en daar willen wij toch wel graag bij horen, dacht ik zo, anders zaten we hier niet, - verteld hoe zij, hoe wij, aan die nieuwe schepping kunnen bijdragen.
Namelijk door lief te hebben.
God, allereerst, en dan elkaar 
Nu, dat valt ook de heiligen van het eerste uur niet altijd mee, leren we uit de Bijbel, dus als we wel eens een tikkeltje moeite hebben met een van de broeders of de zusters, dan zijn we in goed gezelschap, maar… je moet er natuurlijk wel iets aan doen.
Je moet vrede met elkaar sluiten.
Voor zover het van jou afhankelijk is’, voegt Paulus heel verstandig toe.

Mijn vrede geef Ik jullie, zegt Jezus.
Je vraagt je af wat Hij daarmee bedoelt. Want dat gaat niet om een vrede zoals het in deze wereld toegaat, met een bestand van loze woorden, dat hoogstens twee, drie dagen stand houdt!
Nee, de vrede die Jezus geeft is, als je het goed leest, niets en niemand minder dan de Heilige Geest.

Het is de Heilige Geest geweest die Jezus dreef om Zich te geven voor ons, voor u en mij. Zij is Gods wezen, Gods LiefdeGods hart dat Hij voor ons uitstort.
Zijzelf is de Liefde die werkelijke Vrede meebrengt. Pas als je met Gods liefdevolle ogen kunt en wilt kijken naar een moeilijke situatie waarin je bijvoorbeeld zelf zit, kun je er vrede mee gaan hebben.
Dan kun je ook daar nog iets goeds in zien. Dan kun je ook daar God nog zien.
Dan kun je liefhebben, zelfs je vijanden.
Dan kun je voor hen bidden, en het goede voor hen vragen…
Want dàn, dan doen we wat God van ons vraagt, wat Jezus ons voordoet, als Hij op het kruis zegt: “Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen”.

Door deze goddelijke Liefde is Jezus sterker gebleken dan de dood, door deze liefde kunnen wij blij zijn dat Hij ten hemel is gevaren, en niet meer als Mens bij ons is, want wij wéten dat de Heilige Geest bij ons wil komen wonen, met ons samen wil leven. In Gods Liefde.
Dan ben je nog veel dichter bij God.
Dan is God nog veel dichter bij je, dan wanneer Jezus naast je staat.
Zo intens is de Geest.
Vertrouw op Haar. God is zó héél dicht bij je, elk uur, elke minuut, elke ademtocht.
Je hoeft maar te zeggen: ‘Ja graag!’
Het gebed om de Heilige Geest wordt altijd verhoord. Zeker weten!
Kom, Heilige Geest, Kom! Wij bidden het om Jezus Christus, onze Heer!
Amen.

Stilte
 
Orgelmuziek.

De Heer heeft Zichzelf aan ons gegeven, zo willen wij ons aan Hem geven:
met hart en ziel en leven.
Opdat Hij ons en onze gaven aanvaardt tot eer van Zijn Naam,
en Zijn Heiligheid erover moge stralen,
        en Zijn Liefde weerspiegeld moge worden in ons leven en in onze gaven.      
Daarom hebt U nu het voorrecht Uw gaven te offeren, Uw geld, Uw goede voornemens, Uzelf.

Even iets over De Stichting Het Evangelie in Spanje: die bestaat al sinds 1871-72, eerst als comité, vervolgens als vereeniging, en sinds een jaar of tien als Stichting. Het comité werd opgericht toen mensen in Nederland hoorden van de wrede vervolgingen van Protestanten in Spanje. Die zijn tegenwoordig minder wreed, maar er wordt nog steeds gediscrimineerd. En ze hebben heel, heel veel geleden. De wonden zijn nog lang niet geheeld. De eerste keer dat ik in Spanje was met mijn lief, bezochten we een gemeente in het midden van niemandsland, een kleine groep mensen, ergens thuis, en ik herinner mij hoe een oudere vrouw naast me kwam zitten en zonder omwegen zei: Mevrouw, we hebben zó geleden!
Het zat haar hoog. Er mocht niet over gepraat worden, dat was gevaarlijk, maar aan ons kon ze het wel kwijt, dacht ze. Eindelijk gehoor!
Onder de regering van Zapatero, 2004-2011, kwam er voorzichtig een erkenning van dat leed, er mocht over gesproken worden, maar de regering die nu naar huis is gestuurd, heeft dat allemaal weer ongedaan gemaakt.
En zo gaat het telkens. Nog steeds gunt de regering de oude protestantse predikanten, die niet werden erkend, hun pensioenen niet.
Ook al zegt de Europese Raad voor de rechten van de Mens dat ze er weldegelijk recht op hebben.
Sinds 1871 proberen we onze Protestantse broeders en zusters te steunen met giften en gebed, vriendschap en persoonlijke contacten.
Dat is echt belangrijk voor ze.
Elk jaar hebben we een project waarvoor we collecteren, en dat zij zelf aanwijzen. Dit jaar is dat Frater Nadal, een project in Rubí, bij Barcelona, waar kansarmen van allerlei soort helemaal aan de rand van de samenleving op verschillende manieren hulp krijgen. Vluchtelingen zonder papieren, maar ook steeds meer Spanjaarden die door de crisis al jaren geen inkomsten meer hebben.
Dit jaar willen we vooral zorgen dat ze de mensen daar tenminste één keer per maand vers voedsel kunnen geven. Groente, fruit… Vorig jaar was het maar 3x in het hele jaar. Dat is veel te weinig. Helpt U mee? Ook U kunt echt verschil maken!

Na het gebed over de gaven zingen wij: lied 903: 1, 2, 3, 6.
Maar nu is er eerst de Collecte voor de kerk en voor het Evangelie in Spanje.
God heeft de vrolijke gever lief!

Gebed over de gaven
Lieve God, wilt U alstublieft zegenen wat we hier bij elkaar hebben gebracht,
zodat het is tot eer van Uw Naam,
en zodat het Uw gemeente wereldwijd ten goede komt..
Laat het een offer zijn, dat onze dankbaarheid en liefde uitdrukt, door Jezus Christus, onze Heer. 
Amen

Laten wij zingen lied 903: 1, 2, 3, 6. 
Zou ik niet van harte zingen...



Voorbeden
Liefdevolle God, wij danken U dat we weer mochten horen van Uw genade en goedheid.
Daarom durven wij Uw aandacht te vragen voor de verschroeide velden, de verdronken landen, de vernietigde oogsten, door geweld van mensen of van natuurrampen.
Wij bidden U: Vergeef ons al wat wij mis-deden, en laat ons weer in vrede leven op deze aarde.
Wij belijden met schrik dat we niet goed hebben gepast op al Uw goede gaven, in elk geval niet goed genoeg, om ze onbeschadigd door te geven aan de volgende generatie. Heer, vergeef ons!

Goede God, U hebt ons een mooie, schone wereld geschonken, wij danken U daarvoor.
Maar we zien hoe lucht en water, rivieren en zeeën, door ons allen samen worden vervuild, bezoedeld.
Vergeef ons, en leer ons zorgvuldig om te gaan met alles wat U ons ter hand hebt gesteld om er voor U op te passen.
Inspireer mensen als koning Willem-Alexander en vele anderen om vol respect om te gaan met Uw goede wereld, met water, lucht, mensen en dieren.
Spreek in de harten van machthebbers, wetgevers, bazen en ondergeschikten om het te leren met liefde om te gaan met Uw goede schepping.

Wij bidden U voor alle slachtoffers van oorlog en geweld, van uitbuiting en nonchalance. Mensen, voor wie geen plaats lijkt te zijn, zelfs niet hier.
Heer, ontferm U.

Genadige God, wij danken U voor Uw liefde in Jezus, voor Uw beloften, die worden vervuld, nu, later, ooit. Geef ons vertrouwen, geef ons de vrede die Jezus bedoelde, laat ons, leer ons leven in Uw Geest van liefde, dat Zij Haar wijsheid in ons hart legt, dat Zij ons gebed is en onze lofzang, vandaag en alle dagen van ons leven.
Wij bidden voor deze gemeente, voor al onze geliefden, voor de zieken, voor

Stil gebed

Laten we danken en bidden met Jezus onze Heer:

Onze Vader, die in de hemelen zijt,
Uw Naam worde geheiligd.
Uw Rijk kome, Uw wil geschiede,
gelijk in de hemel alzo ook op de aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren,
en leid ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van het kwade



Ons slotlied is lied  972: 7 en 8 Gij, Geest, die woorden leven doet zodat ons oor het Woord ontmoet... 

Zegen:
De God nu der hope vervulle U met louter vreugde en vrede in Uw geloof,
Hij geve U overvloed aan hoop,
Hij sterke Uw vertrouwen in de zachte krachten die overwinnen:
liefde, barmhartigheid en genade...
door de kracht van Gods heilige Geest  
Amen

Lied 972: 10 Geloofd zij God!