Dienst zondag Reminiscere 12 maart 2006 in Heusdens
Lutherse kerk. Maar we doen dan dienst voor de Gereformeerde
kerk aldaar. Het
is een gemeenschappelijke dienst, zoals die meerdere malen per jaar worden
gevierd, en ook een Avondmaalsdienst. Ton neemt dat deel om technische redenen
waar.
Orgelspel
Welkom en mededelingen – degene die de
mededelingen doet kondigt de psalm aan.
Intochtpsalm: psalm 25: 4 (gemeente gaat staan)
Stil
persoonlijk gebed.
Bemoediging:
v: Onze hulp is in de Naam van de Heer
g: Die Hemel en aarde gemaakt heeft.
v: Die Trouw is voor eeuwig
g: Die niet loslaat het werk van Zijn handen.
v: De Heer zij met U.
g: Ook met u zij de Heer.
(Gemeente gaat zitten)
Drempelgebed.
Denk aan Uw barmhartigheid, Heer,
aan Uw liefde door de eeuwen heen…
God, verlos Israël, verlos heel Uw Godsvolk wereldwijd,
verlos het van al zijn angsten.
Verootmoediging
Heer, vergeef ons al wat wij misdeden
en laat ons weer in vrede leven.
Amen
Genadeverkondiging
Zo lief had God deze wereld, dat Hij Zijn
eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf
ontkomt, en eeuwig leven hebben mag!
Tien woorden. Naar Maarten Luther.
Tien levenswoorden gaf de Heer, de God van Israël,
die keer dat Mozes tot Hem bad en riep, hoog op de berg van Sinaï.
Wij horen naar het Woord
van God, en wij gehoorzamen aan Zijn gebod.
Ik ben alléén uw God en Heer. Aanbid geen and’re goden meer,
vertrouw uw leven aan Mij toe en heb Mij lief. Want Ik ben goed.
Wij horen naar het Woord van God, en wij gehoorzamen aan Zijn gebod.
Misbruik de Naam des Heren niet als vreugdekreet en bij verdriet.
Wat God doet, dat is welgedaan. Hij ziet u steeds in liefde aan.
Wij horen naar het Woord van God, en wij gehoorzamen aan Zijn gebod.
Één dag zal heilig voor u zijn – gewijd aan God en Zijn geheim –
waarop een ieder rusten mag: dat is de zevende en laatste dag.
Wij horen naar het Woord van God, en wij gehoorzamen aan Zijn gebod.
En toon uw ouders allebei uw eerbied en genegenheid,
vergeet hen heel uw leven niet. Dat is wat God u nu gebiedt.
Wij horen naar het Woord van God, en wij gehoorzamen aan Zijn gebod.
Beheers uw woede, heb geduld, want haat en wraak verwekken schuld;
zoek vrede en vergiet geen bloed; doe ook uw vijanden steeds goed.
Wij horen naar het Woord van God, en wij gehoorzamen aan Zijn gebod.
Bewaar de mens u toevertrouwd; kom tot elkaar, wordt samen oud;
waar liefde woont gebiedt de Heer Zijn zegen. Hem zij alle eer.
Wij horen naar het Woord van God, en wij gehoorzamen aan Zijn gebod.
Besteel uw naaste niet en buit hem ook niet ongenadig uit.
Gedenk de armen in uw land en geef met hart en met verstand.
Wij horen naar het Woord van God, en wij gehoorzamen aan Zijn gebod.
Geef steeds een waar getuigenis aangaande wie uw naaste is;
verlos hen van de valse schijn alsof ze schuldig zouden zijn.
Wij horen naar het Woord van God, en wij gehoorzamen aan Zijn gebod.
Gun iedereen zijn klein geluk en maak het niet door afgunst stuk.
Wees blij met eigen huis en haard en bid dat God u ook bewaart.
Wij horen naar het Woord van God, en wij gehoorzamen aan Zijn gebod.
Al deze regels geven aan dat God met mensen is begaan.
Bedenk Zijn woorden dag en nacht. Zijn last is licht, Zijn juk is zacht.
Wij horen naar het Woord van God, en wij gehoorzamen aan Zijn gebod.
Wij willen leven naar dit woord, dat eens door Mozes is gehoord.
Zo helpe ons Christus onze Heer. Wij wachten op Zijn wederkeer.
Amen.
Dienst van het Woord.
Wij bidden zingend om Gods leiding bij het lezen van Zijn Woord met Gezang 481:1
= Lied 838
Lezing
Oude Testament: Exodus 24: 12 – 18 NBV
Het volk van God is in de woestijn
bij de berg van God.
Mozes wordt voor de feitelijke verbondssluiting door de Eeuwige
uitgenodigd om naar voet
van de berg
toe te komen, samen met Aäron, Nadab en Abihoe, en 70
vertegenwoordigers van het volk.
Ze hebben het mandaat van het volk, dat heeft gezegd: Wij horen naar het
Woord van God, en wij gehoorzamen aan Zijn gebod.
Mozes
heeft namelijk alles wat God hem al had gezegd opgeschreven
en voorgelezen
aan het volk. Ze weten waar ze aan beginnen! Mozes en de zijnen brengen
dan de offers die horen bij het sluiten van het verbond. Daarbij
vloeit het bloed
van onschuldige
offerdieren.
Het nieuwe Gods-volk eet en drinkt feestelijk
van de offers.
En God vindt dat uitdrukkelijk goed!
Dan gaat het verder:
12 De HEER zei tegen Mozes: ‘Kom naar Mij
toe, de berg op, en wàcht daar;
dan zal Ik je de stenen platen geven waarop Ik
de wetten en geboden heb geschreven
om het volk te onderrichten.’
13 Samen met zijn dienaar Jozua
ging Mozes de berg van God op.
14 Tegen de oudsten zei hij:
‘Wacht hier tot wij terugkomen, Aäron en
Chur blijven bij u. Mocht iemand een uitspraak in een geschil
willen, dan kan hij zich tot hen wenden.’
15 Terwijl Mozes de berg op
ging, werd deze overdekt door een wolk:
16 de majesteit
van de HEER rustte op de Sinai.
Zes dagen lang bedekte de wolk
de berg.
Op de zevende dag riep de HEER Mozes
vanuit de wolk.
17 En terwijl de Israëlieten
de majesteit van de HEER zagen, als een laaiend
vuur op de top van de berg,
18
ging Mozes de wolk binnen en klom
hij verder omhoog.
Veertig dagen en veertig
nachten bleef hij op de berg.
We zingen van de glorie van God: psalm 24: 1 en 2
Lezing Nieuwe Testament: Marcus 9: 2 – 10 De
gemeente staat
Het is na de belijdenis
van Petrus: U bent de Christus!
De Heer heeft de leerlingen ingelicht over Zijn gang naar Jeruzalem, en Zijn
aanstaande dood. En dat alleen wie Hem volgt en zijn of haar leven op het spel
durft zetten, het zal behouden. Want je hebt niets aan vette winst hier, als je
het eeuwige leven niet krijgt…
2 Toen de zesde dag was aangebroken,
nam Jezus Petrus, Jakobus en Johannes
met zich mee een hoge berg op, waar ze
helemaal alleen waren. Voor hun ogen veranderde Hij
van gedaante,
3 Zijn kleren gingen helder wit glanzen,
zo wit als geen enkele wolwasser op aarde voor elkaar zou kunnen
krijgen.
4 Toen
verscheen Elia aan hen, samen met Mozes,
en ze spraken met Jezus.
5 Petrus nam het woord en
zei tegen Jezus: ‘Rabbi, het is goed dat wij hier zijn; laten we drie
tenten opslaan, een voor U, een voor Mozes
en een voor Elia.’
6 Hij wist niet goed wat hij moest zeggen,
want ze waren door schrik overweldigd.
7 Toen viel de schaduw van
een wolk over hen, en uit de wolk
klonk een stem: “Dit is mijn geliefde Zoon, luister
naar Hem!”
8 Ze keken om zich heen en
zagen opeens niemand meer, behalve Jezus,
die nog bij hen stond.
9
Toen ze de berg afdaalden, zei
Hij tegen hen dat ze aan niemand mochten vertellen wat ze hadden gezien
voordat de Mensenzoon
uit de dood zou zijn opgestaan.
Wij sluiten de lezingen af met het zingen en bidden van gezang
481:2: Maak ons volbrengers van dat woord, getuigen van Uw vrede. = Lied
838:2
De gemeente gaat zitten.
Verkondiging
Genade zij u en vrede
van God onze Vader en van Jezus
Christus, onze Heer,
door de Heilige Geest.
Lieve gemeente van Jezus Christus, onze Heer, volk van Gods vredesverbond...
Mensen die er bij horen. Bij Hem, en bij elkaar.
Maar eerst wil ik iets zeggen tegen de kinderen,
(als ze er zijn)…
Zijn jullie wel eens op een berg geklommen?
Misschien met de wintersport met je ouders, of in de zomervacantie…
En anders heb je de bergen wel gezien op de televisie, denk ik. En
dan weet je, dat het niet zo makkelijk is, om tegen een
berg op te klimmen.
Je wordt er doodmoe van, en het is soms ook echt wel eng.
Je doet het niet zomaar. Je moet het echt graag willen.
Omdat je er weer af kunt glijden
of skiën misschien, of omdat je heel ver
kunt zien als je boven bent, of omdat je het gevoel hebt dat je echt
iets hebt gepresteerd, als het je lukt…
En sommige mensen hebben het gevoel
dat ze, als ze boven op een berg zijn, wat dichter
bij God zijn.
Niet omdat ze een beetje hoger zijn, en dus een paar meter dichterbij,
want we kunnen de plaats van de hemel niet zomaar aanwijzen.
Maar misschien merk je daar beter dat God
dichtbij je is, omdat het zo stil is. Omdat er geen mensen
tegen je praten, de radio en TV
niet in je oren toeteren, en je hebt natuurlijk ook geen mp3-speler
aanstaan.
Je bent alleen, en alles is heel stil. Dan praat je makkelijker
tegen God. Soms hoor je Hem ook tegen jou
praten.
En dat zijn kostbare momenten. Om vast
te houden. Om te onthouden voor later,
als je het allemaal niet meer zo zeker weet.
We hoorden vanmorgen dat Mozes de berg op ging
om God te ontmoeten. Maar hij zág
Godzelf niet. Hij was als in een wolk.
Hij zag wel de lichtglans van Gods glorie. Die voerde een super show
op voor het volk, met veel lawaai en veel
lichteffecten, nou, daar kunnen de beste bands
van de wereld nog niet tegen op, als die
optreden. En dan vergaat horen en zien je ook al.
Dat heb je vast wel eens gezien op de
televisie…
En ook Jezus gaat de berg op. Om God
te ontmoeten. Om te bidden. Want voor een goed
gesprek met God heb je de stilte
nodig.
Daarvoor hoef je niet persé een berg op te
gaan, soms gaat dat in je bed, met je hoofd onder de dekens, of
met je ogen dicht ook prima.
Je moet er wel iets voor doen. Je moet willen luisteren.
En alles wat kan afleiden moet je uitzetten, weg
doen.
Zo worden we steeds meer kinderen
van God.
En dan kan het gebeuren, dat je je liefste wens vervuld
ziet.
Zoals Mozes. Die had God graag willen zien, toen…
Op de berg in de woestijn gebeurde dat niet, maar heel veel later wel. Want Mozes
zàg Jezus. Hij kwam met Hem praten op die
andere berg waar we van hoorden.
En Jezus is God,
op zo’n manier dat je ogen niet blind
worden van het licht, en je oren niet doof. Je kunt heel dicht
bij Hem komen. Toen Hij nog op aarde leefde, konden de mensen Hem gewoon
aanraken. Maar we kunnen nog steeds heel dicht bij Hem wezen en met Hem
praten. Want toen de Heer Jezus naar de hemel
ging, gaf Hij Zijn Geest. Zijn diepste Ik,
om altijd bij je te zijn.
Je hoeft geen berg op te klimmen om met de Geest
van God te praten. Die is overal en hoort je altijd. Daar mag je op rekenen! Als
je dàt onthoudt, dan weet je waar het om gaat. Dat je nooit alleen bent...
En nu hoeven jullie verder niet op te letten, al mag het wel, maar nu ga ik nog
wat verder met de preek voor de grote mensen.
Die moeten nog veel meer leren over God dan kinderen…
want ze vergeten zo gauw…
Als jullie willen, liggen hier vooraan wat papieren en viltstiften, dan kun je
een mooie tekening maken voor ds. Rianda die nog ziek is.
(Maar ze bleven liever op hun plaats, ze waren al te groot...)
Lieve mensen, Godsvolk, zoals ik al zei…
Inderdaad, Mozes heeft zijn hartsverlangen vervuld
gezien, lang na zijn verdwijnen van deze aarde. Want bij God
is dood niet dood en begraven. Hij is een
God van levenden.
Daarom is ook het Godsvolk niet dood, maar is
het overal aanwezig waar Gods
woorden worden gehoord en nagevolgd.
Overal waar ook Jezus wordt gevolgd, die wij noemen
mogen: het Levende Woord van God. De Weg
naar God. De Waarheid, die Gods beloften een
voor een waar maakt en vervult.
Wij vinden de weg naar God niet altijd
even makkelijk in ons leven van alle dag.
Je moet er vaak moeite voor doen. Juist
de discipline van de dagelijkse aandacht,
van regelmaat en reinheid in je geestelijk
leven, van bidden en lezen, tijd en ruimte maken
voor God, kost ons in deze roerige tijden
wellicht meer moeite dan ooit.
Ook Jezus , zelfs Jezus, had het nodig om bij te tanken.
Om tijd voor de omgang met God te maken.
Mozes werd opgeroepen tot de ontmoeting
met God op de berg, Jezus beklimt de berg uit zielsverlangen
naar die ontmoeting met Zijn hemelse Vader.
Ook Hij moest moeite doen om God te vinden.
Juist in de dagelijkse claim van al
die mensen die genezing van lichaam en ziel
en relaties bij Hem zochten te vinden, al
die mensen die hun eigen leven en lijden belangrijker vinden dan Zijn
privacy, had Hij het nodig om tijd
te maken voor God.
Marcus en Mattheüs spreken over: 6 dagen. Na zes dagen, staat er in de NBV. Zes dagen na wat?
Het blijkt niet zes dagen later te
zijn, maar de zesde dag.
De vrijdag. De dag, zoals u weet, waarop de schepping
voltooid is. De dag van de mens…
Lucas heeft het over 8
dagen. Hij gebruikt het woordje ései, en
dat is meestal iets als: ongeveer, maar dat mag je hier wel
vertalen met: als op de achtste dag…
De achtste dag, is de dag van de nieuwe schepping.
Alle drie de evangelisten spreken in dit
verband dus van de schepping. Het afronden
van de schepping, en het ruimte maken voor de dag van God, bij Mattheüs
en Marcus, en Lucas gaat nog een stapje verder.
Dit is het begin van een nieuwe schepping.
Niet het begin van de nieuwe schepping van hemel
en aarde.
Dat komt nog…
Wat hier gebeurt is de voleinding van de
schepping van het Godsvolk
zoals het was: Israël, als de eersteling,
als het voorbeeld, als de plaatsvervanger voor alle andere
volkeren, en tegelijk: het begin van
de schepping van het Godsvolk dat van
alle tijden en alle plaatsen zal zijn. De droom
van God, die uit komt: dat eens alle
volkeren Hem zullen erkennen als Schepper
en Heer, als Koning
en als geliefde Vader en Moeder.
Jezus aanvaardt hier op de berg
definitief Zijn roeping: het offerlam
te zijn, dat het verbond van God met Israël
bekrachtigt voor heel de wereld.
Ik weet het: we spreken van het Oude en het Nieuwe Verbond of
Testament, alsof het Nieuwe het Oude opruimt, maar het Tweede
Verbond is altijd al de bedoeling geweest, en is een verruiming
van het Eerdere Verbond. Nu niet meer met
Israël alleen, als stand-in voor de wereld, maar nu uitgebreid
naar heel die wereld.
Daarover spreken zij, de Heer en Mozes
en Elia…
En over het lijden dat dit Hem kosten zal…
Mozes en Elia vertegenwoordigen God als God van de levenden...
Mozes was door de Heilige weggenomen,
aan het eind van zijn leven. En niemand
heeft ooit zijn graf gevonden.
Elia is met vurige
wagen en paarden ten hemel gereden…
Zij zijn de levende getuigen van Gods
goedheid en betrokkenheid voor alle
tijden.
Aan Jezus de taak
de dood in de ogen te kijken en die te verslaan in weerloosheid
en liefde. Hij is het vrijwillige offerlam,
dat God geeft om
dit nieuwe verbond, dit bredere verbond,
waarin zowel Israël als allen die in God geloven zijn opgenomen, te bevestigen.
Even terzijde: wat betekent het dat een dier
wordt geofferd bij zo'n verbondssluiting?
Het wil zeggen dat beide partijen die een verbond sluiten zeggen: het
mag mij en jou zo vergaan als dit dier, als een van ons zich niet aan het
verbond houdt. Dat ís
nogal wat!
Vaak werd zo’n offer
dan verbrand, maar we zien ook dat na het brengen van een dergelijk offer het
dier, nadat het is leeggebloed, wordt gegeten. Een deel is voor de
priesters en levieten, en een ander deel voor de familie die het betreft.
Het bloed vertegenwoordigt het leven. Dat hoort bij God alleen.
In het geval van de sluiting van het Verbond
op de Sinaï zien we een dergelijke maaltijd ook
plaats vinden.
En als Jezus wordt gekruisigd, wordt een Nieuw
Verbond gesloten, in Zijn
bloed, ten koste van Zijn leven.
En weer is er een maaltijd voor alle betrokkenen, nu vooraf, waar Jezus
Zelf brood en wijn
verbindt aan het offer dat Hij brengen gaat: Zijn leven...
En alle betrokkenen: dat zijn vandaag ook
U en ik.
Wij allemaal.
Groot en klein.
Als we het Avondmaal straks vieren, dan is dat
veel meer dan een hap brood, een slok wijn.
Dan vieren we onze bevrijding uit dood
en hopeloosheid, ‘n volk op weg
naar Gods toekomst van genade.
Maar dan leggen we ons ook vast, om telkens weer te proberen
naar Gods woord te luisteren, en Zijn wil
te doen. Om als Gods volk telkens weer aan de slag
te gaan met het:
Houd van God met al wat je te bieden hebt, en houd van
je naaste als van jezelf. De tien woorden in één adem...
(En God houdt van
je, dus dat kun je zelf ook! Hij kent je echt nog beter dan je jezelf
denkt te kennen.)
We zijn als gemeente mét de Heer in Jeruzalem, waar Hij het feest
van de bevrijding door Gods grote
daden viert en de leerlingen alvast meeneemt naar de volgende dag.
Naar Zijn lijden en sterven
voor ons allen.
Maar dan zijn we ook met Hem als Hij ons nu al even mee
neemt naar de hemelse heerlijkheid, die voor ons is weggelegd…
Naar het eeuwig Paasfeest…
We mogen soms al íets ervaren van die grote glorie, die immense vreugde,
die ooit, aan het einde der tijden, volkomen
zal zijn.
We zijn, met al onze beperkingen, volk van God
onderweg naar een glorieuze toekomst.
Als wij nu Jezus
volgen. En niet terugschrikken
voor het kruis.
Als wij leven in Zijn Geest staan we er nooit
alleen voor.
Wat er ook gebeurt. En mogen we vieren
dat er hoop is.
Wat de omstandigheden ook zijn.
Zo zijn we volk van God. Zo is het goed.
Want God gelooft in ons, en Zijn
geloof draagt ons wankele
tasten en zoeken.
Laten we daar op vertrouwen.
Amen.
Orgelspel
Dienst van dankbaarheid.
Laten we samen zingen van ons geloof, het geloof van de kerk, waarbij we ons
mogen aansluiten. Credo: (melodie gezang 293)
= credo geref
Voorbeden.
Lieve God, wij danken U, dat U ons iemand hebt gegeven
om ons voor te gaan op de weg naar U toe.
Dat U ons maar niet laat aanmodderen, maar dat U ons telkens weer helpt.
Heel direct. Door het voorbeeld van Jezus,
onze Heer, en door Uw Heilige Geest, die in
en tot ons spreekt. Mogen wij naar Hem
luisteren, zoals U ons opdraagt.
Wij bidden U voor al die mensen die de weg kwijt zijn.
Die worden afgeleid van hun levensdoel,
of die nooit van U hebben gehoord.
Die door pijn en angst
en verdriet de andere kant opkijken,
en U niet meer zien staan.
Help ons zó te leven, dat wij hen niet op verkeerde gedachten
brengen, dat wij hen niet misleiden. En dat wij met respect
omgaan met allen die anders zijn of lijken dan wij onszelf
zien.
Wij danken U dat U ons hebt willen betrekken
in Uw goede bedoelingen met deze wereld. En
wij bidden om Uw Geest en Haar gaven,
opdat wij waardige leden van Uw volk wereldwijd
mogen zijn.
Met Jezus als ons gemeenschappelijk hoofd.
Met U als ons doel.
Wij bidden U voor allen die stuurloos
aan de kant staan.
Voor hen die van U niet weten. Help ons - binnen onze mogelijkheden - dat
te doen en te zeggen wat Uw bedoeling is.
Dat wij werkelijk U ten dienste mogen
staan.
Wij bidden U voor alle mensen met verantwoordelijkheid
in kerk en maatschappij,
in besturen en raden, in dienstbaarheid en politiek.
En wij bidden U allereerst voor onze oudere
broeder Israël, die voor ons gevoel leeft uit paniek
en angst, en van U los lijkt te zijn…
U alleen weet hoe het werkelijk is. En hoe het is
om daar te leven, aan beide zijden van de
grenzen.
Geef hen een dubbel deel van Uw liefde. Het is er zo hard nodig!
Voor
de slachtoffers van Slobodan Milosevic bidden wij, nu hij in hoger beroep is
gegaan. Help hen los te laten, en verder te gaan... te verwerken en zich niet
aan hem vast te laten ketenen door hun boosheid, verdriet en wrok. Wil hen helen
naar lichaam en ziel.
Wij bidden U ook voor alle mensen die ziek
zijn, en voor hen die daar soms zo hulpeloos omheen staan.
In het bijzonder bidden wij U vandaag voor Rianda
van der Zouwen, Uw kind, in Uw
dienst hier in Heusden, en voor haar man en kinderen. Behoed
hen in Uw liefde. Houd hen vast in wat er is
en komt, en bevrijd hen van angst
en onrust… Geef heling en redding.
Dat bidden we ook voor Jaquy in Australië, die komende week staat voor een
levensgevaarlijke operatie aan een gezwel in de lever. Voor haar, haar familie,
haar artsen en haar vrienden bidden we om kracht. .
Voor de plek waar wij wonen en werken
bidden wij.
Dat het een vrijplaats mag zijn voor wie géén plek hebben op deze
wereld. En voor onze gemeenten bidden wij: dat U
ons verenigt in U, in Jezus,
in Uw Geest van Liefde. Dat we bij U en
bij elkaar thuis mogen zijn, om U en
elkaar te dienen en te steunen.
Heer God, ontferm U.
Christus, ontferm U.
Goede Geest van God, ontferm U over ons. Amen.
Inzameling.
Dan worden ook brood en wijn binnengebracht en de tafel toebereid. Daarna
spreekt de voorganger de volgende nodiging uit:
De Heer heeft Zijn tafel bereid voor wie in Hem geloven en Hem liefhebben.
Als dienaren van Jezus
Christus nodigen wij u uit om dankbaar en gelovig met ons de gebeden te
zeggen en brood en wijn
te ontvangen uit Zijn hand.
De
grote lofprijzing.
v:
Vrede met u allen
g: Vrede ook
met u.
V: De harten
omhoog!
G: We heffen ze op
tot de Heer.
V: Laten we
danken de Heer onze God.
G: Het past ons de
Heer te danken.
V: Ja
waarlijk, het past ons o Heer,
Goed is het en heilzaam dat wij U dankzeggen, overal en altijd.
heilige Vader, eeuwige God, door Christus onze Heer,
die ons mensen is gelijk geworden
en Zich vernederd heeft tot de dood,
ja, tot de dood aan het kruis.
Daarom hebt Gij hem uitermate verhoogd
en Hem een Naam gegeven boven alle namen,
opdat in Zijn Naam zich zou buigen elke knie
van hen die in de hemel zijn en van hen die op aarde zijn,
tot eer van God de Vader.
En daarom, met engelen en machten en krachten,
met allen die staan voor Uw troon, verheffen ook wij onze stem en zingen vol
vreugde U toe:
=
heilig geref
V:
Wij zegenen U omwille van Jezus, Uw Zoon,
Uw onvolprezen gave.
Die is overgeleverd om onze overtredingen
en om onze rechtvaardiging is opgewekt
en zo alles heeft volbracht,
Die zich met hart en ziel aan deze wereld heeft gegeven.
Want in de nacht waarin Hij werd overgeleverd,
nam Hij een brood,
sprak de dankzegging uit,
brak het en zei:
Dit is Mijn lichaam voor u.
Doet dit tot Mijn gedachtenis.
En zo ook de beker, nadat de maaltijd afgelopen was,
en Hij zei:
Deze beker is het nieuwe verbond in Mijn bloed.
Doet dit zo dikwijs gij die drinkt tot Mijn gedachtenis.
= laten_wij_dan
V: Zo
gedenken wij het verlossend lijden van de Messias,
onze Heer,
Die verrezen is en leeft.
En wij verkondigen Zijn dood, totdat Hij komt.
G: Maranatha.
V. Zend dan, o God, Uw Heilige Geest,
zodat wij eten en drinken het leven dat niet vergaat.
En zoals dit brood dat wij breken
was verstrooid over de velden,
maar werd samengebracht en één is geworden,
breng zo Uw gemeente bijeen, van heinde en ver
in het rijk van Uw vrede.
Want U alleen komt alle eer toe,
door Jezus, uw Dienaar, in eeuwigheid!
G: Amen.
De gemeente verzamelt zich om de tafel.
Voorganger: Laten wij bidden tot God onze Vader met de woorden die Jezus ons
gegeven heeft:
Allen: Onze Vader die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd,
Uw koninkrijk kome,
Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij onze schuldenaars vergeven.
En leid ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van de boze.
Want van U is het koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid.
Amen.
Bij het uitdelen spreekt de voorganger:
het lichaam van Christus voor U gegeven,
Het bloed van Christus voor U vergoten.
Gebed na de communie:
V: U zeggen wij lof en
dank, hemelse Vader, dat Gij ons de gemeenschap met Uw Zoon geschonken hebt;
en wij bidden U:
laat deze gemeenschap in ons altijd sterk zijn, opdat wij als nieuwe mensen
leven, U ter eer, onze naaste tot heil.
G: Amen.
We zingen: Psalm 103: 4 en 9
Zegen:
De Heer van dood en leven
schenkt ons Zijn Geest, Haar liefde.
Dat onze ogen
het heil
mogen zien,
onze handen
zich bekommeren over de medemens,
en onze voeten
zich richten naar de eeuwigheid.
In de Naam van de
Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
(afgesloten met gezamenlijk:)
=
amen_geref
naar boven |