Voor
eerdere diensten klik hier:
Zondag
Quasi modo geniti 15-4-2012 in de Lutherse kerk te Leerdam.
Organiste: mevrouw Corrie
Hasebos.
Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen
Onze Hulp is in de Naam van de Heer
die hemel en aarde gemaakt heeft.
Voor Hem belijden wij onze tekortkomingen…
Confiteor:
Heer,
vergeef ons al wat wij misdeden
en laat ons weer in vrede leven.
Amen
De Almachtige God
schenke ons Zijn genade!
Amen.
Zo lief had God
deze wereld, dat
Hij Zijn enige Zoon
gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf
ontkomt, en eeuwig
leven hebben mag!
Introïtuslied:
De Antifoon
voor deze zondag luidt:
Alle volken: Halleluja! Verlang als pasgeboren kinderen naar de zuivere melk van
het Woord, opdat u daardoor groeit en uw redding bereikt. Halleluja! (1 Petrus
2:2)
Jubel voor God onze sterkte, juich voor de God van Jacob, zing een lied en sla
de tamboerijn, speel op de harp en de lieflijke lier. Ps 81: 1-4.
Laten we de Heer aanroepen om ontferming met de nood
van deze wereld, - die is groot -
maar laten wij dan ook Zijn Naam
prijzen,
omdat er aan Zijn barmhartigheid
geen einde komt!
Zondagsgebed
Machtige God, U hebt Uw Zoon uit de doden opgewekt. U bidden wij: geef toch dat
ook wij, die door Uw genade opnieuw zijn geboren, in een nieuw leven wandelen,
door Jezus Christus, onze Heer. Amen.
Lezing Oude Testament : Jesaja 26: 1 – 13
Jesaja 26: 1 – 13
Er dreigt oorlog. Nu is er nood in het land, maar ooit grijpt God in, belooft de
profeet.
1. In die tijd zal er dit lied gezongen worden over het land van Juda
(geloofd de Aanwezige):
‘Een
stad die versterkt is hebben we,
veiligheid
vestigen muren en legers,
2. Doe de deuren
maar open, daar komt een volk
binnenlopen dat er recht op heeft; dat trouw
de waarheid bewaart.’
3. Wie zwaar is gedeprimeerd houdt U beschermend
in de hand: vrede!
Vrede, want op U
vertrouwt men volop.
4. Volop vertrouwen moeten jullie op de
Aanwezige,
want in God, de Aanwezige,
staat er een rots-voor-altijd.
5. Waarlijk! Zij die in
de hoogte wonen werpt Hij terneer,
de stand die hoog en droog was, die werpt Hij omlaag...
Hij werpt die omlaag - ter aarde, doet hem bijten
in het stof.
6. Onder de voet wordt die gelopen, onder de voeten
van de arme,
onder de schreden van de verworpene.
7. (Maar) De (levens)weg gaat voor de gerechte
altijd recht door, het pad ven de
gerechte effent U.
8. Meer nog: de weg die U hebt voorgeschreven, Aanwezige,
daar verwachten wij U...
(naar) Uw Naam, ja de gedachtenis
aan U gaat mijn zielsverlangen
uit.
9. Ikzelf, ik verlang zeer naar U, - ‘s nachts...
gespitst zoekt in mijn binnenste mijn ziel
ijv’rig naar U...
Wat U de aarde voorschrijft is terecht,
de bewoners der beschaafde wereld
zullen het leren.
10. Vindt de god-loze
al genade, (dan nog) heeft hij geen gerechtigheid
op aarde.
De juiste dingen doet hij verkeerd, want
de Majesteit van de Aanwezige
ziet hij niet.
11. Aanwezige, dat huizenhoog Uw Hand
zich verheffe, zonder dat ze die schouwen,
wàt ze schouwen: ze raken er van in de war...
een vlammende jalousie op het Volk, vurige
woede:
die verteert hen die U
het vuur aan de schenen leggen.
12. Aanwezige
- dat U ons vrede moogt geven,
immers: ook al wat wij presteren
hebt U voor ons gedáán..
13. Aanwezige, onze God,
hoge heren mogen dan heer en meester over ons
zijn, nààst U: alleen U, (alleen) Uw
Naam noemen wij!
Laten wij met hen onze God
loven en zingen:
Psalm 150: 1 en 2
Epistel : 1 Johannes 5: 1 – 6
Johannes heeft geschreven over de liefde
tot God en Zijn Zoon, hoe die alles volmaakt doet
zijn en alle vrees uitbant. We lezen:
1. Ieder die gelooft
dat Jezus de Gezalfde (de Messias) is, voortgekomen
uit de Vader, en ieder
die de Verwekker liefheeft,
heeft (dus) ook lief die uit Hem
is voortgekomen.
2. Daarin weten we dat we van de kinderen van God houden: wanneer
we van God houden
en we Zijn geboden
uitvoeren.
3. Want dít is de liefde tot God,
dat we Zijn geboden
strict in ere houden… en… Zijn
geboden zijn níet zwaar!
4. Want al wat uit God voortkomt overwint
de wereld, en dit is de overwinning,
die de wereld overwonnen heeft: ons geloof!
5. Wie anders verovert de wereld dan degene
die gelooft dat Jezus
de Zoon van God
is?
6. Deze is Degene die komt door water
en bloed: Jezus
Christus.
Niet alleen in water, maar in water
en bloed,
en de Geest is het die een getuigenis
aflegt, want de Geest is de waarheid.
De psalmist juicht: Halleluja! Dit is de
dag die de Heer heeft gemaakt, laten wij juichen en ons verheugen. (ps 118:24)
Halleluja!
Ons lied is uit
TussenTijds 153: 1 en 3: = Lied 552
Dit is een dag van zingen, voorgoed zijn wij bevrijd…
Het Heilig Evangelie staat geschreven bij het vervolg van Lucas in:
Handelingen 3: 1 – 16
Het is na het Pinksterfeest… We lezen:
1. Petrus en Johannes
gingen op het negende uur, het uur van het gebed, naar de tempel.
2. En er werd juist een zekere man, die vanaf
de moederschoot verlamd was, aangedragen, (een man) die men dagelijks
placht neer te zeggen bij de tempelpoort
die de Schone Poort genoemd werd, om aalmoezen
te vragen aan hen die de tempel binnengingen.
3. En bij het zien van Petrus en Johannes, die op het punt
stonden de tempel binnen te gaan, vroeg
hij een aalmoes te (mogen) ontvangen.
4. Maar Petrus, die hem samen met Johannes
intens aankeek, zei: 'Kijk ons aan!'.
5. Hij richtte zich dus op hen in de verwachting
iets van hen te krijgen.
6. Maar Petrus zei: 'Zilver en goud bezit ik
niet.
maar wat ik heb geef ik je: in de Naam
van Jezus Christus
de Nazarener: (sta op
en) loop rond.'
7. En hem bij de rechter hand
pakkend deed hij hem opstaan.
Direct werden zijn voeten en zijn enkels
stevig.
8. En met een sprong kwam hij tot staan en hij liep
rond… ja, hij ging met hen de tempel
binnen, al rondlopend en springend bleef
hij Gods lof
zingen…
9. En heel het volk zag hoe hij rond
liep en Gods lof
zong,
10. en ze herkenden hem en zagen dat hij het was die bij de Schone
Poort van de tempel placht te zitten voor
een aalmoes, en ze schoten vol
van verbaasde eerbied en verbijstering
over wat hem was overkomen…
11. Maar omdat hij zich vastklampte aan Petrus
en Johannes, liep heel het volk
volkomen verbijsterd bij hen te hoop in de zogenoemde zuilengalerij
van Salomo.
12. Toen hij dat zag, sprak Petrus het volk
toe:
Mannen van Israël, wat verbazen jullie
je hier nu toch zo over? Of wat staren
jullie ons aan alsof hij door (onze) eigen
kracht of vroomheid
zover gekomen is dat hij rondloopt?
13. 'De God van Abraham en Izaäk en Jacob, de God
van uw voorvaderen' heeft Zijn
kind Jezus met majesteit bekleed,
Hem die jullie hebben overgeleverd
en verloochend ten overstaan van Pilatus,
toen deze oordeelde dat hij Hem zou vrijlaten.
14. Jullie hebben de Heilige en Rechtvaardige
verloochend, en jullie vroegen er om
dat jullie een moordenaar ten geschenke zouden krijgen…
15. (Maar) Hem die aan het begin stond van het leven
hebben jullie gedood, Hem heeft God
opgewekt uit de dood, iets waar
wij van getuigen.
16. En omwille van het geloof in Zijn Naam
hééft Zijn Naam hem, die jullie zien
en kennen, sterk en stevig
gemaakt, ja, het geloof dat door hem
heen (werkte) schonk hem deze perfecte
gezondheid, waar jullie allemaal bij waren.
Zalig die het
Woord van God horen en er gehoor aan geven!
Credo: In antwoord op Gods
Woord willen wij samen ons geloof belijden:
In
antwoord op Gods Woord willen wij samen ons geloof belijden: (staat op uw
papier)
Dat er een God is, die van mensen houdt zoals ze zijn,
dat wil ik geloven.
Een God die ons gewild heeft en bedacht,
dat wil ik geloven.
Dat Hij hemel en aarde in de hand heeft,
dood en leven,
dat wil ik geloven.
Dat Hij van mij, kleine mens, houdt,
dat wil ik geloven.
Dat God in Jezus mens werd,
dat wil ik geloven.
Een mens die ons leven deelde,
en voor ons stierf op een kruis,
dat wil ik geloven.
Dat Hij opstond uit de dood, als eerste van velen,
dat wil ik geloven.
Dat Hij ruimte voor ons maakt bij God,
dat wil ik geloven.
Dat Gods Geest puur liefde en leven is,
dat wil ik geloven.
Dat Ze ons allen nabij is,
dat wil ik geloven.
Dat Ze ons kracht geeft en moed om te leven,
liefde en waardigheid,
dat wil ik geloven.
Dat we zó kerk zijn, gemeenschap van heil,
dat wil ik geloven.
Om doop en vergeving, genade en toekomst
wil ik geloven
in God die van mij houdt.
Preek
Genade zij u en vrede
van God onze Vader en van Jezus
Christus, onze Heer,
door de Heilige Geest.
Lieve gemeente,
Een week geleden nog maar vierden we het Paasfeest,
thuis zijn de eitjes nog niet op, en nu neemt de lezing van het Evangelie
ons vandaag al mee tot voorbij Pinksteren.
Een man wordt genezen, door het geloof,
door het vertrouwen op de Naam
van Jezus.
Vertrouwt die man daar zelf op? Is zijn geloof
voorwaarde voor de genezing? Nee,
van geen kant. Het kapitaal van de apostelen
is het, dat daar voor zorgt. En dat kapitaal is geen zilver
of goud, maar iets dat veel méér waard is, en
wel: hun rotsvaste vertrouwen op de Naam
van Jezus.
Jezus is, na Zijn opstanding
en Hemelvaart, door God
met macht en majesteit bekleed. En waar Zijn
Naam wordt uitgesproken, daar is Hij
Zelf.
En daar werkt Hij dus geloof
en genezingen, net zoals in de tijd dat Hij
helend en prekend rondging op deze aarde. Het is niet Johannes,
het is niet Petrus, die deze man,
deze zwakke, hulpeloze man een nieuwe
stevige basis
geeft, waarop hij kan staan, springen, huppelen,
allemaal tot Gods eer, maar Jezus
Zelf. Zó is Hij de Levende in ons
midden, ook als wij dat niet verwachten. Ook als wij alleen maar mensen
zien, die in Zijn Naam spreken
over Gods grote daden, en over de beloften
van God die worden vervuld, op hun eigen
tijd en wijze.
Ik denk daarbij aan het visioen van Jesaja,
dat in verschillende tijden zal zijn herkend als een vervulde
belofte. Allereerst na de
ballingschap.
Toen de Joden de heilige
stad weer mochten herstellen, muren
mochten optrekken, de tempel weer opbouwen…
En na de tweede Wereldoorlog, toen de Joden
vanuit Europa naar Israëls
grondgebied
werden gebracht, zal deze tekst ook bij velen in het hart opgekomen
zijn…
Wij zien er nu graag het nieuwe Jeruzalem
in, als God alles in allen zal
zijn…
En de basis voor dit nieuwe Jeruzalem vinden wij in de steen
die weggerold is van het geopende graf.
Op die steen is de toekomst gebouwd, waar we allemaal naar uitkijken.
Een toekomst die in de Naam van Jezus voor een deel al werkelijk
is geworden.
Ik wil met U nog eens nader kijken naar de tekst
van Jesaja die we lazen:
In die tijd zal er dit lied gezongen worden over
het land van Juda:
‘Een stad die versterkt is
hebben we,
veiligheid vestigen muren en leger!
Doe de deuren maar open,
daar komt een volk binnenlopen
dat er recht op heeft;
een volk dat trouw de waarheid bewaart!’
Dit is een visioen van wat eens komen
mag: veiligheid en vrede....
Het is een plaats om te wonen
voor hen die Gods waarheid hebben gekoesterd
en gediend, tegen alle schijnwaarheden
van deze wereld in. Een plaats voor wie God
zoekt te dienen in de naaste.
Voor wie ernst maakt met God.
Maar die vrede en veiligheid
zijn er niet zo maar: muren
en een leger zijn er voor nodig om het kwaad
blijvend buiten te houden.
Waakzaamheid is dus het parool.
Het is niet voldoende eenmaal
je leven aan God te geven, bij de doop en je
belijdenis bijvoorbeeld: elke
dag moeten wij er op bedacht zijn, dat er aanvallen worden gedaan op die relatie met God.
Een stad die versterkt is hebben we in Jezus,
en Hij wil ons bewaren,
maar wijzelf moeten waakzaam
zijn en blijven.
Wijzelf
hebben een taak, onder andere om vrede
en veiligheid van onszelf en anderen
zeker te stellen.
We lezen verder: Wie zwaar is gedeprimeerd
houdt U beschermend
in de hand: vrede!
Vrede, want op U
vertrouwt men volop.
Jullie moeten volop vertrouwen
op de Aanwezige,
want in God, staat er een rots-voor-altijd.
Ik weet
niet of u dat kent, eigenlijk hoop ik van niet, maar ik denk dat U zich dat vast
wel kunt voorstellen: diepe depressies, het
gevoel van steeds maar onder te grote druk
te staan, niet tegen het leven op
kunnen… Wie dat meemaakt weet ook dat je dan geen rust hebt in
je leven, geen vrede.....
alles is moeilijk, té moeilijk.
Je leeft zonder hoop, je hebt geen
uitzicht, geen leven.
Alles en iedereen lijkt op je af te stormen, en je verweert
je zo goed en kwaad als je kunt: je kruipt weg in jezelf.
Je mist de kracht om uit die diepe
put omhoog te kruipen.
Maar, zegt de tekst, God
is er al, die beschermend
de Hand om je heen legt, die naast je gaat in alle kwaad,
en die je vrede geeft.
Dat is een belofte, een zekerheid.
Daar mag je, daar moet je volop
in geloven, op vertrouwen.
Ook, en juist als je daar niets van ziet.
Vast als een rots is Degene die je
draagt, die er voor je is, voor jou, voor u
persoonlijk. Die (weer) basis voor je bestaan is, ook als je dat niet ervaart.
We lezen verder, want dit geeft
uitzicht op andere tijden: Waarlijk! Zij
die in de hoogte wonen werpt Hij terneer,
de stand die hoog en droog was, die werpt Hij omlaag-
ter aarde, doet hem bijten in het stof.
Onder de voet wordt die gelopen, onder de voeten
van de arme, onder de schreden van de verworpene.
Ja, zo is het: wie diep in de put zit, zet God weer
op eigen benen, en daarbij mogen onze gedachten zeker gaan naar de invalide, die daar nu in de tempel
God loopt te loven
en te danken.
In de Naam van Jezus
heeft Hij een stevige basis gekregen om een nieuw leven op te
bouwen.
Maar aan de andere kant klinkt er een waarschuwing voor wie denkt hoog en
droog de dingen in eigen hand te
hebben, God en de ander niet wézenlijk nodig
te hebben, zichzelf met zekerheden omgeven te hebben van de wieg tot het graf...
Die zal een toontje lager zingen.
Die zal weten wat het is: je leven niet zeker zijn...
De rollen zullen worden omgedraaid,
zegt de profeet. Wie heenliep
over de arme, de weerloze, zal zelf aan
de onderkant van de maatschappij terecht komen.
We zien hoe zoiets in deze dagen zomaar kan gebeuren: mensen
met een baan en een hypotheek, die meenden het leven goed
te hebben geregeld, en daar hard voor werkten, kunnen door de economische
crisis of door ziekte zomaar alles kwijt raken.
En dan ben je snel weerloos…
En toch: laten we nog maar eens verder lezen:
De (levens)weg
gaat voor de gerechte altijd recht door,
het pad ven de gerechte effent U. Meer
nog: de weg die U hebt voorgeschreven, Aanwezige,
daar
mogen wij U verwachten... (naar)
Uw Naam, ja de gedachtenis
aan U gaat mijn zielsverlangen
uit.
Kijk, dat is een andere manier van naar het leven kijken, dan kun je de woorden
van de profeet ook mee zeggen als hij zegt: Ik verlang zeer naar
U, - zelfs ‘s nachts... gespitst zoekt in mijn binnenste mijn ziel
ijverig naar U...
Maar je vraagt je wel af: wie is de gerechte, de rechtvaardige,
voor wie Godzelf het pad effent?
En welk pad? Dat is zeker niet het pad van het makkelijk succes,
maar het is allereerst de weg tot God.
Het leven in het besef van Zijn Aanwezigheid.
Het leven op zoek naar Hem. Dat pad wordt
duidelijk uiteengezet in heel de bijbel. Het wordt voorgeleefd
door duizenden vromen, heiligen,
onze ouders, en vooral door Gods eigen Zoon Zelf.
Hijzelf is die WEG ten LEVEN in WAARHEID.
Dat pad legt in ons hart Gods eigen
lieve Geest ons uit.
Het is leven met het oog op God en met het oog
op de naaste alsof je die ziet door het liefdevolle oog van Godzelf. Als
je zo leeft, kun je Hem
daar verwachten.
Het zit ‘m dus niet alleen in de
manier van leven, maar vooral in de manier van kijken.
Zo zegt de profeet:
Vindt de god-loze
al genade, (dan nog) heeft hij geen gerechtigheid
op aarde. De juiste dingen doet hij verkeerd,
want de Majesteit van de Aanwezige
ziet hij niet.
Ja, als je God niet ziet als de oorsprong en het doel van
heel het leven, dan raak je in de war.
De profeet zegt: dat leidt tot een
vlammende jalousie op het Volk, vurige
woede: die verteert hen die God
het vuur aan de schenen leggen.
(En een beetje wraakzuchtig bidt hij dan: Aanwezige,
laat Uw Hand zich huizenhoog verheffen,
zonder dat ze die zien…
Begrijpelijk, maar niet zo aardig…)
De gerechte, die rechtvaardige,
is dus niet alleen degene die gerechtvaardigd wordt uit het geloof:
rechtvaardig verklaard, door Godzelf,
om het bloed van Jezus
onze Heer, maar de gerechte, de ware
rechtvaardige, is van daaruit degene die leeft
in rechtvaardigheid.
Daar gaat het om. Die geeft
de zwakke, de weerloze, de naaste, ver en dichtbij, waar deze recht
op heeft: een eerlijk deel van Gods goede
schepping, en een eerlijk deel van de warmte
en liefde die God Zijn mensen geven wil.
En dan wordt het pad van de rechtvaardige
geëffend door de Heer!
Dat is heel wat anders dan 'eigen volk eerst'.
Maar het schept wel de voorwaarde voor vrede.
Dan mag je bidden dat de Aanwezige ons vrede mag geven, immers: ook al
wat wij presteren heeft Hij
voor ons gedáán...
Dan zeg je graag:
Aanwezige, onze God,
hoge heren mogen dan heer en meester over ons
zijn, nààst U: alleen U telt voor ons, (alleen) Uw
Naam noemen wij!
Dit belijden lijkt dwars te staan op ons moderne levensgevoel.
Maar toch.... er komen momenten waarop je tot de conclusie komt: ik heb het niet
aan mijzelf te danken dat ik dit en dat met succes heb kunnen
doen, ik heb het aan God
te danken. Zonder Hem had ik deze gaven van
gezondheid, intelligentie, handigheid
niet gehad.... je krijgt het toch maar allemaal bij je geboorte mee
als bagage.
Dan erken je: U alleen bent werkelijk Heer en Meester. De maatschappij
kan dingen afdwingen, maar U geeft wat nodig
is. Van U hebben we het te verwachten!
Maar... laten we het dan ook van God verwachten,
lieve mensen.
We lazen het al in de epistel: als we echt geloven
dat Jezus de Zoon
is van God de Vader, en als we van God houden,
dan zullen we ook van Jezus houden
en Hem volgen. En dat betekent: Gods wil
doen.
Het staat er zo: Dít is de liefde tot God,
dat we Zijn geboden
strict in ere houden… en… Zijn
geboden zijn níet zwaar!
Wij hoeven alleen maar van elkaar te houden....
Wij kunnen door ons geloof de wereld die ons
daarvan wil afleiden overwinnen.
Ons geloof, dat Jezus de Zoon
van God is en leeft, is een goede basis van het
bestaan.
Want Jezus Christus is, door het
water van de doop en door het bloed
waarmee Hij ons heeft vrijgekocht, onze redder.
In Zijn Naam, met Hem
aan onze zijde, kunnen we een nieuw begin maken, kunnen wij wonderen
doen.
En de Geest is het die daarvan getuigenis
aflegt, want de Geest is de waarheid.
Zij zal ons bijstaan, alle dagen van ons leven.
Daar mogen wij op vertrouwen.
Amen.
Muziek
Gods goedheid is groot en strekt zich uit tot alle mensen,
wij mogen daarin delen door
te doen zoals Hij:
dag aan dag met vriendelijkheid en aandacht,
genade en geduld…
Aanstonds kunnen we er, als een goed begin, gestalte aan geven in de collecte!
Wij zingen gezang 409: 1, 2, 4, 5. = Lied
864
Gebed over de gaven
Lieve God, wilt U alstublieft zegenen
wat we hier bijeen hebben gebracht,
zodat het is tot eer
van Uw Naam,
en zodat het Uw gemeente wereldwijd ten goede komt.
Laat het een offer zijn, dat onze dankbaarheid
en liefde uitdrukt,
door Jezus Christus, onze Heer.
Amen
Voorbeden
Laten we danken en bidden:
Lieve God, dank U wel, dat U ons geloof
wilt bouwen, telkens weer. Dat U daarvoor een basis hebt gegeven
in het bloed van Uw Zoon
dat ons redt, en in het water van de doop
dat ons reinigt, en waardoor wij bij U
mogen horen.
Wij bidden U vandaag in het bijzonder voor de Christenen
in Noord-Korea, die het zo verschrikkelijk moeilijk
hebben. Wil hen zeer nabij zijn met Uw Geest
en Haar gaven, wil hun geloof sterken,
geef hen moed om van Uw liefde te getuigen
in de gevangenissen en de kampen waarin zij om U worden gemarteld
door hen die U haten.
Wij bidden U ook voor de regeringen van Noord-Korea en van
al die landen in Azië en het Midden-Oosten, in het
bijzonder Syrië, Irak en Iran, waar Uw
kinderen zo worden vervolgd.
Schenk alle machthebbers in die landen Uw Heilige
Geest en Haar gaven, en doe een nieuwe
tijd aanbreken, juist daar!
Ook voor onze regeringsleiders bidden wij.
Zij hebben U, in en buiten het Catshuis zo nodig.
Wij danken U dat wij mogen leven vanuit
het Paasfeest, dat wij weten van de Opgestane
Heer, en wij bidden U voor de Orthodoxe
kerk die nú het Paasfeest viert. Dat ook daar alle mensen eens mogen
belijden: Ja, Christus is waarlijk opgestaan.
Wij bidden U voor de kerk hier in Nederland, waar in sommige gemeenten angst
en nijd heerst, meer dan liefde.
Waar het geloof ziek is: wil hen genezen.
Maar wees ook bij de bejaarden en de zieken in onze omgeving, in onze gemeente,
in ons leven. ….
Wij bidden voor Geert van Zee (de man van Alma) om herstel.
Wil in het bijzonder zijn bij mevrouw Stuurman in het hospice hier. Houd haar
hand vast totdat zij U ziet... En wees ook met hen die om haar in zorg zijn, en
die haar straks moeten missen...
Ook onze andere zieken leggen wij in Uw Hand...
En samen zeggen en zingen wij, mét Jezus:
Onze Vader, die in de hemelen zijt,
Uw Naam worde geheiligd.
Uw Rijk kome
Uw Wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
en leid ons niet in verzoeking
maar verlos ons van het kwade!
Slotlied
TussenTijds 211: 1 en 2 = Lied 418
Na de zegen, zingen we vers 3, nu
de eerste twee coupletten.
Zegen:
Gods zegen draagt ons door dood en doop heen
naar het leven in eeuwigheid.
Gods Geest geeft ons de woorden van eeuwig leven
in de mond, en de moed in ons hart om die te spreken.
Gods geliefde Zoon gaat aan onze zij, wanneer we
hier vandaan gaan.
Zo zijn we dan gezegende mensen,
in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen
Vers 3 Vrede