Voor eerdere diensten klik hier:
Zondag Quasi
modo geniti 23 april 2017 in de Lutherse kerk te Leerdam
Orgelspel
Afkondigingen en
aansteken van de kaarsen.
Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen
Onze Hulp is in de Naam
van de Heer
die hemel en aarde gemaakt heeft.
Heer, vergeef
ons al wat wij misdeden,
en laat ons weer in vrede
leven.
Amen.
Zo lief had God deze wereld, dat Hij Zijn eniggeboren
Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft
aan het verderf ontkomt, en eeuwig
leven hebben mag!
Introïtus:
De Antifoon voor deze zondag luidt:
Halleluja! Verlang
als pasgeboren zuigelingen naar de zuivere melk van het Woord,
opdat u daardoor groeit
en u uw redding bereikt.
Halleluja!
(1 Petrus 2:2) En de psalm luidt:
Jubel voor God
onze sterkte, juich
voor de God van Jacob,
zing een lied en sla
de tamboerijn, speel
op de harp en de liefelijke
lier. (Psalm 81: 2-3)
Nogmaals de Antifoon:
Halleluja! Verlang
als pasgeboren zuigelingen naar de zuivere melk van het Woord,
opdat u daardoor groeit
en u uw redding bereikt.
Halleluja!
Laten we de Heer aanroepen om ontferming
met de nood van deze wereld, - die is zó
groot! -
maar laten wij dan ook Zijn Naam prijzen,
omdat er aan Zijn barmhartigheid
geen einde komt!
Zondagsgebed
Machtige God, U hebt Uw
Zoon opgewekt uit de dood; schenk ons de genade
dat wij een nieuw leven
mogen leven, geboren uit Uw
Liefde en trouw.
Door Jezus Christus,
onze Heer.
Amen.
Eerste lezing: Handelingen 2: 14a, 22-32
We maken een grote sprong:
Het is Pinksterfeest, en de vrienden en
leerlingen van Jezus hebben de Heilige Geest ontvangen,
ze zijn de stad in gegaan, en spreken over Gods grote daden in allerlei talen
die ze nog nooit hadden geleerd. Sommige mensen maken er een grapje over, en
zeggen: ‘ze zijn dronken’. We
lezen:
14 Daarop trad Petrus naar voren, samen met de elf andere apostelen,
hij verhief zijn stem, (vertelde dat ze niet dronken waren, maar dat dit de vervulling was
van de profetie van Joël, dat jongeren zouden profeteren, en ouderen dromen
zouden,) en hij sprak de menigte toe:
22 Israëlieten, luister
naar deze woorden: Jezus
uit Nazaret is door God
tot u gezonden, wat gebleken is uit de grote daden
en de wonderen
en tekenen
die God, zoals u bekend
is, door Zijn toedoen
onder u heeft verricht.
23 Deze Jezus, die is uitgeleverd
zoals God van te voren had bedoeld, hebt u
door heidenen laten kruisigen
en doden.
24 God heeft Hem
echter tot leven gewekt en de last van de dood van Hem afgenomen, want de dood kon zijn macht over Hem
niet behouden.
25 David zegt immers over Hem:
(psalm 16: 8 – 11 Sept)
“Steeds houd ik de Heer
voor ogen,
Hij is aan mijn zijde,
ik wankel niet.
26 Daarom verheugt zich
mijn hart
en jubelt mijn tong van blijdschap.
Ja, mijn lichaam zal behouden
blijven,
27 want U zult mij niet overleveren
aan het dodenrijk,
en het lichaam van Uw trouwe dienaar zal niet tot ontbinding overgaan.
28 U hebt mij de weg
naar het leven getoond,
Uw nabijheid
zal mij vervullen met vreugde.”
29 Broeders en zusters, u zult mij wel toestaan dat ik over de
aartsvader David zeg dat hij gestorven en begraven
is; zijn graf bevindt zich immers nog steeds
hier.
30 Maar omdat hij een profeet was en wist dat God hem onder ede beloofd had dat een van zijn nakomelingen
zijn troon zou
bestijgen,
31 heeft hij de opstanding van de Messias
voorzien en heeft hij gezegd
dat deze niet aan het dodenrijk zou worden overgeleverd
en dat zijn lichaam niet tot ontbinding zou overgaan.
32 Jezus is door God
tot leven gewekt, daarvan
getuigen wij allen.
Laten ook wij getuigen en zingen: lied 600 een echt Paaslied!
Epistel : 1 Petrus 1: 3 – 9
Een belofte om op te steunen als het moeilijk is!
3 Geprezen zij de God
en Vader van onze Heer
Jezus Christus: in Zijn
grote barmhartigheid heeft Hij ons opnieuw geboren
doen worden door de opstanding van Jezus Christus uit de dood, waardoor wij
leven in hoop.
4-5 Er wacht u, die door Gods
kracht wordt beschermd
omdat u gelooft, in de hemel
een onvergankelijke, ongerepte erfenis
die nooit verwelkt. U ziet de redding
tegemoet, die aan het einde van de tijd zeker geopenbaard
zal worden.
6 Verheug u hierover,
ook al moet u nu tot uw verdriet nog een korte tijd allerlei beproevingen
verduren.
7 Zó kan de echtheid blijken van uw geloof
– zovéél kostbaarder dan vergankelijk goud,
dat toch ook in het vuur
wordt getoetst – en zó verwerft u lof,
eer en roem
wanneer Jezus Christus
Zich zal openbaren.
8 U hebt Hem lief
zonder Hem ooit gezien
te hebben; en zonder Hem
nu te zien gelooft
u in Hem en ervaart
u een onuitsprekelijke, hemelse vreugde,
9 omdat u het einddoel van uw geloof bereikt: de redding van uw ziel!
De Psalmist zingt: Halleluja!
Dit is de dag die de Heer
heeft gemaakt, laten wij juichen en ons verheugen. Halleluja. (Psalm 118:24)
Laten wij dan ook zingen, en wel: lied 612. Wij
komen als geroepen en aan het licht gebracht om het leven te begroeten, dat
heeft God zo voor ons bedoeld. Een gedicht is het…
Het Heilig Evangelie staat geschreven bij:
Zalig die het Woord van God
horen en er gehoor aan geven!
Credo
In antwoord op Gods woord willen wij ons geloof belijden door samen te zeggen:
Ik geloof in God,
die wilde dat de wereld goed was,
die mensen en dieren maakte,
planten en bomen,
vogels en vissen,
en er van hield.
Ik geloof in God,
die als een vader zorgen wil,
die als een moeder ons omringt.
Ik geloof in Jezus -
in wie Gods Liefde mens werd,
om ons lot te delen
ons leven, onze dood,
die dwars door alles heen
vast hield aan Zijn Vader -
en angst en dood overwon -
stervend aan het kruis.
Hij ging door de hel,
maar stond óp tot nieuw leven:
de derde dag.
Ik geloof in de Geest
die Jezus ons zond,
om ons dichter dan ooit
bij God te doen zijn.
Zij bidt en zingt en dankt in ons;
geeft ons nieuw leven,
in eeuwigheid.
Daarom durven wij geloven
in goedheid, gerechtigheid, trouw....
... in Liefde en toekomst
zelfs voorbij de dood....
... in een kerk, waar mensen zijn
als één lichaam, dat bestuurd wordt
door Jezus, ons Hoofd....
... in een doop, die mensen nieuw maakt...
... in vergeving, in genade en hoop -
voor gewone mensen zoals wij.
Amen.
Preek
Genade zij u en vrede
van God onze Vader en van Jezus
Christus, onze Heer,
door de Heilige Geest.
Lieve vrienden, zusters en broeders,
van elkaar, van mij, maar vooral: van onze Heer
Jezus,
We zijn op deze eerste zondag van de Paastijd nog zuigelingen in het geloof,
dat zegt de naam van de zondag: Quasi Modo Geniti, en dan zijn de
lezingen wel wat verwarrend: we begonnen met
een stukje van de eerste preek van Petrus, die hij zo maar, onvoorbereid, met Pinksteren
heeft gehouden.
En het Evangelie vertelde hoe de Heer, op de avond van de eerste dag van de week, Zelf
bij de leerlingen binnenkomt.
Ook zomaar, en niet
echt verwacht.
Die morgen hadden de vrouwen, die het dode lichaam van de Meester
wilden verzorgen, gezien
dat het graf leeg was; dat waren ze komen vertellen aan de leerlingen, Petrus
en Johannes waren hard lopend gaan kijken, maar ze zagen niets anders,
dan dat Jezus er niet
was.
De doeken,
waarmee het lichaam liefdevol was ingewikkeld door de zorgzame handen van Jozef
van Arimathea en Nicodemus, waren netjes opgevouwen. Twee
stapeltjes. Verwarrend.
Later is Maria Magdalena komen vertellen
dat ze Jezus heeft
gezien, en dat Hij
naar de Vader ging,
naar Zijn Vader, en
naar hun Vader…
Tja…
De leerlingen vierden die dag bepaald geen paasfeest. Dat mag
duidelijk zijn.
Nu is het al avond, en dus was die dag voorbij.
Voor de Joden
begint de dag bij de avond, net als bij de schepping. U weet wel: eerst
was het donker, toen maakte de Heer
het licht, en
daarmee was de dag voltooid.
De volgende dag begon
weer met het donker.
Nu is dus de dag van de Opstanding voorbij, en daar
is Jezus, die Shalom
zegt.
Vrede wenst Hij
ze.
Vrede wenst Hij
ons.
Dat de vrienden helemaal van slag zijn ziet Hij wel.
Nee, Hij is geen
geest, en Hij is het Zelf.
Hij laat hun de wonden
van de kruisiging
aan Zijn polsen zien, (ze waren aan het zicht onttrokken door de mouwen,
die aan Zijn voeten
kunnen ze zó wel zien), en Hij laat ook Zijn
zijde
zien, waar een Romein Hem
in het hart heeft gestoken om de dood te constateren.
Kortom: Hij is
écht de gekruisigde, Hij
is écht gestorven, en Hij
leeft écht.
Als dat eenmaal is vastgesteld
wordt er niet gebabbeld over onbelangrijke dingen, hoe blij
ze ook zijn, maar Jezus
komt ter zake, Hij
komt met een opdracht.
Zoals de Vader Hém
naar deze wereld had gezonden om het Koninkrijk Gods
te verkondigen, zo stuurt Jezus
Zijn leerlingen
erop uit.
Hen èn ons.
En dat kan ons het leven
kosten. Net als Jezus.
In elk geval ons gemakkelijke, prettige leven.
Toen met Palmpasen twee
kerken in Egypte werden aangevallen, hadden wij allemaal denk ik
wel een beetje het gevoel
van: ‘Had U dat nu niet kunnen voorkomen, Heer?
Juist nu?’
Maar God zegt: “Als
je kiest voor Mij,
hoort dat er bij. En als je Jezus
volgt, mag je dit verwachten.”
Even denk je dan ook aan de politieagent die donderdagavond in Parijs
werd doodgeschoten.
Dat kàn erbij horen, al verwacht je het niet, en al hoop
je natuurlijk dat het je nooit overkomt.
En ik denk
aan de mensen die wij op Vredesmissies
uitsturen, en die deze pogingen om elders de vrede
te bewaren of te bevorderen
moeten bekopen met hun leven,
of met verwondingen naar lichaam en geest,
die de rest van hun leven tekenen en verminken. En vrijdag
een politiepost in Afghanistan, ga maar door…
Als je tekent voor een baan bij de politie of het leger ‘weet’
je (theoretisch) dat zoiets erbij kan horen. Maar je verwacht niet dat het gebeurt, en je zult je uiterste
best doen om het te voorkomen.
Logisch.
Maar als wij kiezen voor Jezus,
als wij Hem willen volgen,
en God willen liefhebben,
om zo samen
in de eeuwigheid verder te kunnen
gaan, dan kan ook ons dat héél veel, dan kan ons dat alles
kosten.
En Hij heeft
het steeds verteld, van
tevoren.
Maar er staat wèl iets tegenover!
Als Jezus de
leerlingen opdracht geeft om er op uit te gaan, blaast
Hij op hen, en geeft Hij
hen een nieuwe levensadem.
Het Griekse woord πνευμα betekent zowel adem als geest. Het gaat hier niet, zoals
meestal wordt vertaald, om een uitstorting van de Heilige
Geest vóór Pinksteren,
maar het gaat om een nieuwe schepping.
In het scheppingsverhaal
wordt verteld hoe de Aanwezige,
geloofd en geprezen zij Zijn
Naam, de mens vormt, en dan Zijn eigen levensadem inblaast. Dàn
pas komen ze tot leven.
Dat is wat Jezus
hier ook doet met Zijn
leerlingen. Hij blaast
hen een nieuw, heilig leven
in!
Letterlijk: Hij
inspireert hen. En daarmee geeft
Hij hen ook deel
aan Zijn eigen levensadem,
en aan Zijn eigen
nieuwe bestaan. Hij
herschept de mensheid, te beginnen bij hen
die Hem liefhebben en volgen, tot een mensheid,
zoals God die
heeft gewild en bedoeld.
Alsof er nooit sprake is geweest van zonde.
Zó heeft Jezus die uitgewist
op het kruis.
Zelf is Hij
een nieuwe mens, door God
als eerste opgewekt uit de dood.
En dat nieuwe bestaan wil Hij met ons delen. Dat is echt heel veel,
en heel diep, wat hier gebeurt!
Petrus
spreekt daar ook over in zijn preek…
Hij zegt: ‘God
heeft Jezus tot leven
gewekt en de last van de dood van Hem afgenomen, want de dood kon zijn macht over Hem
niet behouden.’
>
Dat mag
ons troosten, als wij in levensgevaar
zijn, of als iemand, om wie wij geven, van ons wordt afgenomen door de
dood.
Het is tijdelijk!
De dood is er nog wel, maar die kan ons niet meer definitief
scheiden van God en van elkaar.
(Petrus
haalt psalm 16 aan, zoals hij die heeft geleerd, en
dat is een tekst die net even anders is dan de tekst die
uiteindelijk in de Hebreeuwse Bijbel terecht is gekomen, en dus in de onze.
Jezus haalt ook
wel eens een tekst aan zoals wij die niet lezen in het Hebreeuwse
Oude Testament, maar die we wel vinden in de Griekse vertaling uit
Zijn
dagen. Het is
maar dat u het weet.)
Petrus
had natuurlijk nooit gedacht dat hij zou
gaan preken, maar… hij kan het niet laten!
En nu… nu komen er woorden uit zijn mond, die hij duidelijk niet
zelf heeft bedacht.
Dat is het werk van de
Heilige Geest.
Dat zijn
Pinksterwoorden.
Woorden van
geloof
en
liefde.
Hij
spreekt eerst over de vervulling van de profetie van
Joël,
over de jongeren die profeteren en
ouderen
die
dromen
dromen.
En dan komt hij bij de tekst van vandaag.
Luister, Israëlieten!
Voor ons klinkt dat misschien alleen als een oproep om nu eens goed op te
letten, maar in zijn eigen taal klonk daar iets heel anders door…
Shjema Jisraëel!
Dat zijn de beginwoorden van de geloofsbelijdenis van Israël uit Deuteronomium
6:4 (Hebreeuws: שְׁמַע
יִשְׂרָאֵל
יְהוָה
אֱלֹהֵינוּ
יְהוָה
אֶחָֽד׃)
Hoor, Israël, de Heer onze
God, de Heer is Een! D.w.z.: de Heer is Uniek!
Petrus
spreekt over Jezus, in
één adem met het credo van zijn gemeenschap.
Ja, als de inhoud van dat credo.
Hij spreekt dan ook over Jezus
als de Godsgezant.
Hij is door God
gezonden, waar Hij is,
is God, en dat kun je
zien aan de grote daden, die Hij
verrichtte. Of liever: die God
door Hem verrichtte.
Hij is méér dan een profeet,
Hij is de beloofde
Messias, de nakomeling van koning David,
en ook al heeft het volk Hem
laten doden, Hij is opgestaan en Hij
leeft.
Jezus is één met God,
één met de Heer onze God.
Dat moet ongelooflijk heftig geweest zijn
voor de mensen die hiernaar luisterden.
Sommigen waren verrukt, en geloofden het meteen. Anderen,
veel anderen, waren woedend, en
probeerden de leerlingen de mond te snoeren.
U kent die verhalen wel uit het boek Handelingen.
En in de eerste brief van Petrus die we lazen, die bedoeld
is voor een gemeente die zwaar wordt vervolgd,
wordt gesproken over het doel
van dit alles: de eeuwige redding
van onze ziel.
Daar gaat het uiteindelijk om in het geloof, daar werken we naar toe, hier in
de gemeente.
We herinneren
elkaar telkens weer aan Gods
grote barmhartigheid,
waardoor wij opnieuw geboren
zijn, en leven in hoop.
Gods kracht beschermt
ons, ook als we zwak
en bang zijn, ook als het leven
ons zwaar valt, en we op allerlei manieren worden beproefd.
En door díe kracht blijven wij overeind
in het geloof. Heus!
Omdat God ons zo
lief had, dat Hij
Zijn eniggeboren Zoon
gegeven heeft, mogen wij er op vertrouwen
dat Hij dat bescheiden
beetje liefde, dat wij voor Hem
hebben, ook voor lief neemt.
En dat Zijn Liefde
onze liefde elke dag weer wil aansteken en laten groeien,
tot een vuur dat de wereld
om ons heen verlicht.
In kleine dingen en in grote dingen.
Want God ziet in het verborgene
de liefdevolle gedachten,
en Hij vergeeft
wie wij vergeven.
Hij vergeeft
ook ons, zoals wij zelf vergeven
hebben. Maar Jezus
zegt ook: als wij iemand niet vergeven, dan zal God dat ook niet doen.
Dat is een grote verantwoordelijkheid.
En dat betekent dan toch ook, dat Hij
ons niet meer kan vergeven,
als wij zondigen.
Als wij ons van Hem afkeren.
Niet willen vergeven.
Het kan, ja, maar dan snijden wij ook meteen de tak
door waarop wij zitten.
We snijden de verbinding
door met Jezus, met God,
als wij onze eigen gekwetstheid belangrijker vinden dan de liefde die ons met God verbindt, en die onze redding
is. Dus pas op!
De heilige Adem, Gods eigen Adem, is bedoeld om de woorden van
de Geest van Jezus
te spreken.
Woorden van liefde.
Dat wil Hij ons leren,
deze eerste dag van ons nieuwe leven. Luister goed! En heb lief!
Zoals Jezus ons lief heeft. Op het kruis zei Hij: “Vader
vergeef het hun, want
ze weten niet wat ze Mij aandoen”.
Laten wij dat ook telkens weer denken en
zeggen: Ik vergeef het, ze weten niet wat ze mij aandoen.
Dan komt het goed.
Amen!
Muziek
God schenkt ons de gelegenheid om iets bij elkaar te brengen om Zijn Naam te
eren,
en om Zijn gemeente wereldwijd te dienen.
Hij vraagt een offer van ons, dat onze dankbaarheid en liefde voor Hem uitdrukt.
Na het gebed over de gaven zingen wij: psalm 72a, maar nu eerst de Collecte
Gebed over de gaven
Heer God, wat wij hebben verdiend,
wat wij hebben gekregen, het is alles
uit Uw genade.
Daarom kunt U er over beschikken,
zoals U kunt beschikken over onze tijd, liefde
en aandacht. Wij geven
die met liefde aan U en anderen.
Wijs ons in dit alles de juiste weg.
Om Jezus’ wil. Amen.
Laten wij zingen: psalm 72a. Willem zingt de soli.
Voorbeden
Laten wij samen danken en bidden:
Goede God, wij danken
U voor Uw
liefde in Jezus, voor Uw
liefde tot op het kruis, en door de dood heen.
Wij bidden
voor allen die het voor U
opnemen,
voor allen die willen werken aan een betere wereld, voor Uw
strijders in kerk en
samenleving, voor vrijwilligers en hulpverleners,
voor artsen en agenten, overal waar nood is onder mensen.
Ons hart gaat uit naar allen die worden vervolgd
om het geloof, en wij bidden
U voor hen, dat zij
elke dag Uw liefde
en trouw mogen ervaren,
weten dat U hen beschermt
in gevaren en hen leidt, door Uw Geest
en Haar gaven.
Trouwe God, wij danken
U voor de vrijheid
en de vrede, de luxe
en de genade waarin
wij leven.
Wij danken U
voor onze gezondheid, hoe wankel soms
ook, en voor deze gemeenschap,
waarin wij elkaar tot familie en vrienden zijn.
Geef dat wij voor deze
wereld tot een licht zijn, een klein
licht misschien, maar wel een dat blijft branden door Uw
liefde voor te leven
en door
te geven.
Help ons om altijd liefdevolle
woorden te bedenken voor mensen waar wij het moeilijk mee hebben, help ons om voor hen het goede
te vragen, en vergeef
ons waar het niet meteen lukt.
Wij bidden U voor onze zieken, allereerst voor Geert van der Zee, en voor Alma,
dan voor mevrouw Emck, dat haar knie mag genezen, en ook voor Jakkenanna bidden
we om genezing van haar migraine. Voor allen die ons op het hart liggen bidden
wij U in de stilte van dit moment - - -
Om Jezus, die ons leerde bidden zeggen wij:
A:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd
Uw Rijk kome
Uw Wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals wij vergeven onze schuldenaren
en leid ons niet in verzoeking
maar verlos ons van het kwade!
Ons Slotlied is nummer
863: 5 en 6. Na de zegen, zingen we, in plaats van het ‘Amen’ het eerste
vers
Bewaar ons in Uw waarheid, geef ons op aarde
vrijheid,
met alle mensen samen Uw rijk, Heer, te beamen.
Zegen:
De God nu der hope
vervult U met louter vreugde
en vrede in Uw geloof,
Hij geeft U overvloed
aan hoop,
Hij sterkt Uw vertrouwen
in de zachte krachten die overwinnen:
liefde, barmhartigheid
en genade...
door de kracht van Gods
heilige Geest.
Gods zegen
draagt ons zo door dood en doop heen naar het leven
in eeuwigheid.
† Zo zijn we dan gezegende
mensen,
in de Naam van de Vader
en de Zoon en de Heilige
Geest.
Amen
863:1