Oudjaar
2008 Lutherse Kerk te Heusden 19 uur
Organist:
Joop de Zwart
Voorganger: Gea Voerman van Haselen.
Voorbereiding
(Paaskaars brandt al bij aanvang van de dienst)
Orgelspel
Introïtus
Binnenkomst ambtsdragers
Moment van Stilte
Mededelingen en welkom. Dit eindigt met:
Na het aansteken van de altaarkaarsen
zingen wij psalm psalm
121: 1, 2, 3
De kaarsen worden aangestoken en de voorganger krijgt een hand.
De kaarsjes op de banken worden nu ook aangestoken.
Gemeente gaat staan
Introïtuspsalm 121: 1, 2, 3
Voorg.: Wij zijn samengekomen in de
naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest
Gem.: Amen
Voorg.: Genade zij u en Vrede van God onze Vader
en van Jezus Christus onze Heer.
Gem.: Amen
Voorg.:
Psalm 121: 4
Bemoediging:
Voorg.: Onze Hulp is in de naam van de Heer
Gem.: Die Hemel en aarde gemaakt heeft”
Gemeente gaat zitten
Gebed van toenadering
Voorg.: Almachtige God,voor U liggen alle harten open, alle verlangens zijn
U bekend en geen geheim is voor U verborgen.
Gebedsstilte
Zuiver de overleggingen van
ons hart door de ingeving van Uw heilige Geest, zodat wij U van harte liefhebben
en grootmaken Uw heilige Naam!
Gem.: Amen
Ontferming en Genadeverkondiging
Zo lief had God deze wereld, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft,
opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf ontkomt, en eeuwig leven hebben
mag!
Kyriëgebed:
Voorg.: Vrg.: Laten wij de Heer om ontferming aanroepen voor de nood van de
wereld, en Zijn Naam prijzen met de engelenzang, want Zijn barmhartigheid heeft
geen einde.
Heer, om de nood van de wereld waar we geen raad mee weten,
om de onbarmhartigheid, uit angst geboren, van Uw eigen volk, van Israël, onze
broeder,
om de radeloosheid van de herders van Bethlehem,
om de honger en het verdriet dat wij niet
stelpen kunnen,
om de vluchtelingen, die geen thuis vinden,
om een wereld verloren in schuld bidden wij U:
Kyrië:
Om het
geloof van de herders in het veld, om het lied van de engelen, durven we het aan
om ook nú te vertrouwen dat wij mogen zingen over vrede op aarde.
Ere zij God, ere zij God, in den hoge, in den hoge, in
den Hoge!
Dienst van het Woord
Gebed:
Goede God, op de grens van het oude en
het nieuwe jaar, zijn wij samengekomen om
U te loven en te danken, om Uw Woord
een plek te geven in ons leven, want wij heten het welkom. Het is
ons behoud, en dat weten we. Schenk ons
dan Uw veelkleurige Heilige Geest,
opdat Haar Wijsheid onze eigen(-)wijsheid doorbreekt,
en ons hart opent voor Uw richtlijnen,
door Jezus Christus, onze Heer…
Gem.:
Amen.
Lezing uit het Oude Testament: Psalm 121 NB
(Zang van
de opgangen.) Fronsac – les trois croix.
1 Ik
hef mijn ogen op naar de bergen:
–
vanwaar zal komen mijn hulp?
2 Mijn hulp is van bij de ENE,
–
de Maker van hemel en aarde.
3 Niet geeft Hij je voet aan
wankeling prijs, –
niet sluimeren zal Híj die over je waakt.
4 Zie, nooit sluimert, nooit slaapt
–
Hij die over Israël waakt.
5 Het is de ENE
die over je waakt, –
de ENE is je schaduw aan je rechterhand.
6 Overdag
zal de zon je niet steken,
–
noch de maan in de nacht.
7 De ENE zal over je waken
voor alle kwaad, –
Hij zal waken over je ziel.
8 De ENE
waakt over je gaan en je komen,
–
van nu en tot in eeuwigheid.
Ons lied:
Tussentijds 210 sluit aan bij de psalm. (Lied 993)
Want ook ons zal God bewaren, Hij
houdt nog steeds in stand wat Hij heeft geschapen.
Epistellezing Openbaring 21:
1 – 5
Er is dan een eind gemaakt aan het duizendjarig rijk van de duivel en van al
het kwaad. Het ís er niet meer.
1 En ik zag een nieuwe
hemel en een nieuwe aarde,
want de eerste hemel en de eerste aarde
waren voorbijgegaan, en de zee wàs niet
meer.
2 En ik zag de heilige stad,
het nieuwe Jeruzalem,
neerdalen vanuit de hemel bij God,
toebereid als een bruid
die zich voor haar man heeft versierd.
3 En ik hoorde een grote
stem
vanuit de Troon zeggen:
Zie, de tent van God is bij de mensen,
en Hij zal bij hen wonen
en zij zullen Zijn volk
zijn,
en God Zelf zal bij hen zijn;
4 en iedere traan
zal Hij uit hun ogen afwissen;
en de dood is niet meer,
noch rouw noch geschreeuw noch moeite:
de eerste dingen zijn voorbijgegaan!
5 En Die op de troon zat zei:
Zie, Ik maak alle dingen nieuw!
En Hij zegt: schrijf:
deze woorden zijn betrouwbaar en waarachtig!
De Psalmist zingt dan ook: Laat zó mijn mond de lof spreken van de Heer,
en laat alles wat leeft Zijn Heilige Naam prijzen, tot in eeuwigheid. (psalm
145:21) Halleluja
Gemeente gaat staan
Evangelielezing.
Gemeente gaat zitten
Wij
zingen het volgende lied (Tussentijds 163) enkele malen, let maar op het orgel.
Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer
dooft...
= Lied 598
Preek
GENADE ZIJ U
EN VREDE VAN GOD ONZE
VADER EN VAN JEZUS CHRISTUS,
ONZE HEER,
DOOR DE HEILIGE GEEST.
Lieve mensen,
Een bijzondere tekst, die psalm 121, misschien niet een psalm die u zou
verwachten met Oudjaar, maar dit is wel
typisch zo’n moment op onze levensweg, waarop we omkijken, rondkijken,
en ons afvragen waar we in Godsnaam mee bezig
zijn.
In dat licht wil ik de psalm nog eens met U lezen.
Psalm 121
Een lied om mee omhoog te gaan.
Meervoud, Ma’alot, opgangen vertaalt Pieter Oussoren.
Je gaat in het leven niet maar één keer
naar Jeruzalem, naar het huis van God,
maar je wordt er telkens wéér naar toe
geroepen.
En zo niet naar Jeruzalem, dan toch word je geroepen om voor Gods
Aangezicht te verschijnen. Steeds weer.
Maar het is vaak een barre tocht, en je
ziet niet waar je heen moet.
Je ziet geen uitweg, omringd als je bent
door hoge, moeilijk te beklimmen bergen.
Daarachter ligt érgens de berg van God,
Sion, met de tempel, maar dat is maar
een klein heuveltje, vergeleken met de
toppen eromheen.
Je ziet het niet. Je zoekt hulp, maar
waar die vandaan moet komen?
Die hulp zie je niet aankomen. Die barre
bergen met hun toppen benemen je het uitzicht.
In Israël, maar ook in het leven.
En je weet: de enige hulp waar ik iets
aan heb, komt van de Heer, die mij ziet,
ook als ik Hem niet kan zien.
Hij ziet alles en kan alles, want Hij heeft zelfs hemel
en aarde gemaakt, zegt de psalmist!
Zijn hulp is heel reëel: Hij zorgt,
als je op weg naar Hem toe bent, dat je voet
niet wankelt, dat je niet uitglijdt, de diepte in,
de dood in.
Hij let góéd op: Hij slaapt niet, Hij suft ook niet een beetje,
Hij is alert.
Hij is dan ook Degene die over Israël waakt.
En iedereen die een deel van Israël is, is meteen héél
Israël.
Daarom waakt Hij ook over jou.
Over U en mij,
want we zijn, om met de Vaderen te spreken, ‘als bij Israël
ingelijfd’.
Ja, de Heer is de schaduw, is jouw schaduw, die valt
op je rechterhand.
Met je rechterhand val je aan. Ga je vooruit, houd je je pelgrimsstaf
vast.
Die hand wordt niet glibberig
van het zweet, zodat je je doel zou
missen, zodat je je stok loslaat en niet verder
zou komen.
Tot in de details zorgt de Heer voor je,
zie je wel?
Overdag krijg je geen zonnesteek, ’s
nachts valt de maan je niet aan.
Ja, de Heer beschermt je zelfs tegen alle kwaad.
Hij waakt over je leven. Over je leven,
maar ook over de manier waarop je leeft.
De Heer waakt over je doen en laten,
je handel en wandel, in een ononderbroken
actie van nu tot ooit, als
de tijd is opgehouden, tot in de situatie
die wij eeuwigheid
noemen.
Zes keer
wordt het (werk)woord Sh m r gebruikt, en
woorden die er van zijn afgeleid...
Waken, waken over, beschermen,
betekent dat.
6x: daar klinken de zes dagen van de mens
in door.
De zevende dag is de dag van God.
Dan hoeven we in ons doen en laten niet beschermd te worden, dan
hoeft onze levensreis niet behoed
te worden, want dan zijn we waar we wezen moeten. De zevende
dag zijn we bij elkaar, God en wij…
Naar die zevende dag, de dag
der dagen, waarop de schepping is voltooid, en de mensheid
de beloofde zaligheid in zal
gaan zoals ooit het volk Israël het beloofde land,
wijst onze lezing uit de Openbaring
aan Johannes.
Als God alle dingen nieuw maakt.
Naar die toekomst, waarnaar we op weg
zijn.
Ook wij hier.
Alles wat in aanraking is geweest met zonde,
angst en dood is dan verdwenen.
En… op dit moment is het ondenkbaar, onbestaanbaar
misschien in ons beperkte brein, maar ook Jeruzalem
zal vernieuwd worden: een plek waar God
en mensen samen kunnen zijn, zoals altijd al
was bedoeld.
Oog in oog.
Een plek waar niet alleen God vol zorg
voor de mens is, maar ook omgekeerd:
de mens is, net als de stad die als een bruid gekleed, er op uit
de Liefste te behagen.
Zo zal het zijn.
Zo zullen ook wij kunnen zijn.
Jeruzalem wordt dan genoemd: Gods
tent onder de mensen. Geen tempel meer, waar je via de priester
moet naderen, maar de directe ontmoeting
van vrienden onder elkaar.
Ja, God zal Zijn tent onder de mensen daar opslaan,
met hen samenwonen.
Zoals professor Jansen al met Kerstfeest
noemde.
En dan zal er geen kwestie meer zijn
van duisternis die Hem de rug
toekeert, van mensen die Hem
niet moeten, dan zijn er geen mensen meer, die God níét
in hun leven willen, die God níet in hun hart willen laten wonen, want al
die mensen doen al niet meer mee.
O lieve mensen, zorg dat je er bij bent, op dat moment. Zorg dat je niet buiten
staat, als een dwaas, omdat je niet alert
was, en je brandstof op was.
Je lamp leeg. Dat je niet met lege handen in het donker
staat!
Wees waakzaam, daar roept Jezus
ons toe op.
Hij, die kort daarop om ons allen gekruisigd
zou worden,
Hij is het die (s)preekt en zegt: Let op jezelf,
maar let ook op elkaar!
Zoals Israël door de profeet
wordt opgeroepen om te waken over het heil
van de vreemdeling in zijn poorten, en te bidden
voor de bezetter, zo moeten ook wij ons niet laten leiden
door angst, angst voor onze naaste,
maar we moeten die laten delen in onze rijkdommen.
Die zijn ons maar gegeven om door te geven en te delen. En dan niet
alleen onze materiële
rijkdommen, maar ook onze geestelijke tegoeden.
Genade, trouw, liefde.
Al die dingen die we van God mogen leren.
Al die dingen die Hij, die over ons waakt, ons voorleeft.
Waarin wij mogen volgen.
Van nu aan, tot in alle eeuwigheid.
Als wij waakzaam
zijn, en gericht op het belang van God, dan dienen wij Hem,
zoals Hij van ons hoopte.
En dan dient Hij ons.
Een wonderbaarlijk iets.
Dan zijn we ook nu al samen, God en wij, als op de eeuwige rustdag. En dan is
het lied: Bist Du bei mir geen werelds
liefdeslied meer, maar dan duidt het op het onuitsprekelijk
verlangen van de ziel
naar zijn Schepper, van de mens, naar
haar God.
Bist Du bei mir,
Als U bij me bent, als Jij
bij me bent,
dan ga ik met vreugde sterven,
dan ga ik met vreugde toe naar die Rust
die mij is toebereid.
Ach, dan is er aan het eind geen bittere, bange dood, maar een einde waar ik mij op verheug, als
Uw schone Handen mij de ogen
zachtjes dichtdoen die vol vertrouwen
naar U uitzien. Daarna zal ik U pas écht zien...
Ik hef mijn ogen op naar de bergen: –
vanwaar zal komen mijn hulp?
Mijn hulp is van bij de ENE, –
de Maker van hemel en aarde.
Mogen we allemaal zo het jaar 2009
binnengaan.
Wees waakzaam. Dan komt het goed. Aan God
zal het niet liggen.
Amen.
Orgelspel
Lied: Bist Du bei mir…
Bist du bei mir, geh' ich mit Freuden
zum Sterben und zu meiner Ruh'.
Ach, wie vergnügt wär' so mein Ende,
es drückten deine schönen Hände
mir die getreuen Augen zu!
(Edy of CD) Het is niet
zeker of zijn keel het morgen aankan.
Dienst van Gebeden en Gaven
Inzameling van de gaven
De wereld is wijd en Gods
goedheid is groot.
Vanuit ons aandeel mogen wij helpen en delen,
nu in de collecte, straks weer anders…
Wij zingen intussen het oude lied dat
onze uren, dagen maanden telt tot
jaren.
Lied: Uren, dagen
Dankgebed over de gaven
Heer
God, wat wij hebben verdiend, wat wij hebben gekregen,
is uit Uw genade.
Daarom kunt U er over beschikken, zoals U kunt beschikken over onze tijd,
liefde en aandacht.
Wijs ons in dit alles de weg. Om Jezus’ wil… Amen.
Geloofsbelijdenis staande gezongen: Gezang 304 God is getrouw, Zijn
plannen falen niet, Hij kiest de Zijnen uit, Hij roept die allen!
Gemeente gaat zitten.
Dankgebeden en Voorbeden
Goede
God, wij danken U voor alle zegeningen
die we dit jaar van U hebben ontvangen.
Niet altijd hebben we ze zo ervaren, niet altijd zagen we dat ze
van U kwamen.
Niet altijd wilden we U de eer geven
voor wat ons aan goeds overkwam. Nu danken
wij U, en vragen wij om vergeving, waar we tekort
kwamen in liefde en eerbied,
aandacht en respect voor U en voor de
naaste.
Heer, onze God, wij bidden U: Verhoor ons! (Gezongen)
Liefdevolle
God, wij danken U voor de vrede en veiligheid
waarin wij nog steeds bijeen mogen
komen, wij bidden U voor Christenen in
Iran en China, in Afrika en Mexico, in India
en in vele andere landen die om hun geloof
in Uw goedheid worden vervolgd.
Heer, onze God, wij bidden U: Verhoor ons! (Gezongen)
Voor
hen allen, en ook voor onszelf bidden wij:
Heer, blijf bij ons,
als het duistert, en de nacht zal komen.
Blijf bij ons en bij heel
Uw kerk
aan de avond van de jaar, aan de avond
van het leven
aan de avond van de wereld.
Blijf bij ons met Uw genade en goedheid
met Uw troost en zegen
met Uw Woord en Sacrament.
Blijf bij ons wanneer over ons komt
de nacht van beproeving
en angst
de nacht van twijfel en aanvechting
de nacht van onze dood.
Blijf bij ons in leven
en in sterven,
in tijd en eeuwigheid.
Stil gebed
Onze Vader in de hemel,
laat Uw Naam geheiligd worden,
laat Uw koninkrijk komen
en Uw wil gedaan worden
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons vandaag het brood dat wij nodig
hebben.
Vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was.
En breng ons niet in beproeving,
maar red ons uit de greep van het kwaad.
Want aan U behoort het koningschap,
de macht en de majesteit,
tot in eeuwigheid! Amen.
Gemeente staat op
Ons slotlied is een oude, bekende hymne… Heer
God, U loven wij, Heer, U belijden wij.
Vader, in eeuwigheid zingt heel 't heelal Uw Naam...
Uitzending en Zegen
Nu
mag ik U Gods zegen meegeven, het nieuwe jaar in. Daarna zingen wij elkaar
de zegen toe met het laatste lied op het blaadje.
Moge de
Geest van God waaien in Uw leven en het vrolijk
maken, en gericht op God
en de naaste.
Mogen de veelkleurige
gaven van de Geest Uw leven verrijken,
Uw geloof bouwen, Uw moed
sterken, Uw liefde doen ontvlammen…
...nu en in 2009.
Daartoe zegene U nu de ene,
enige en eindeloze God,
Hij die Is, die Was en die Komen zal:
de Vader, de Zoon
en de Heilige Geest.
Amen.
A:
God
zij met je tot w' elkaar weer zien! Hij zal je in Zijn liefde leiden, over jou
Zijn hart uitbreiden, God zij met je...