Gemeenschappelijke
dienst te Heusden van de Lutherse en de Gereformeerde gemeente op zondag
Misericordias Domini 25 april 2004. Organist: B. Nederlof, aanwezig, ongeveer 30
mensen.
Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader
en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen
Onze hulp is in de Naam van de Heer
die
hemel en aarde gemaakt heeft.
Verootmoediging:
Om Uw lof, die ongezongen bleef vragen wij U:
vergeef ons.
Om het gebed, dat ongebeden bleef, vragen wij
U: vergeef
ons.
Om de liefde, die niet gegeven werd, vragen wij U: vergeef ons.
Om de liefde, die niet ontvangen werd, vragen wij U: vergeef ons.
Zo lief had God deze wereld, dat Hij
Zijn enige Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf
ontkomt, en eeuwig leven hebben mag!
Misericordias Domini is de naam van deze zondag. Dat komt van de aloude
antifoon: De aarde is vol van de goedertierenheid des Heren. Door het woord van
de Heer zijn de Hemelen gemaakt. Dit zijn delen van psalm 33.
Ons Introïtus-lied is psalm 66: 1, 3 en 7
Laten we de Heer aanroepen om ontferming met de nood van deze wereld,
maar laten wij dan ook Zijn naam prijzen, omdat er aan Zijn barmhartigheid geen
einde komt
Zondagsgebed
Lieve God, wij danken U voor Uw grote goedheid voor en ontferming met Uw
schepping. Wek in ons het antwoord van liefde, opdat wij telkens weer nieuwe
liederen kunnen zingen tot Uw eer, die diep uit ons hart komen, door Uw Heilige
Geest en Door Jezus Christus, onze Heer. Amen.
Lezing Oude Testament Jeremia 32: 36-41
God is boos op Jeruzalem. Eigenlijk al vanaf het begin, om al het kwaad
dat daar is gedaan, door koningen en priesters, leiders en volk. Ze wilden niets
leren.
Ze aanbidden afgoden in Gods huis, en op de hoogten.
Tegen de gangbare opvattingen in heeft Jeremia steeds gezegd dat Jeruzalem in
handen van de koning van Babel zou komen. Daarom werd hij gevangen gezet in een
put. Daar wordt hij bezocht door een relatie, die een akker te koop heeft. God
zegt Jeremia die akker te kopen. Maar het koopcontract op te laten bergen in
aarden vaten, zodat ze lang veilig worden bewaard... Intussen staat de koning
van Babel voor de poorten van de stad, en de inneming kan niet ver meer af zijn.
Weer krijgt Jeremia een profetie:
36. Nu dan! Daarom dit: Zo spreekt de Aanwezige, de God van Israël over
deze stad waarvan jullie steeds maar zeggen: Zij is door zwaard en
hongersnood en de pest in de macht van de koning van Babel gegeven
37. Kijk, hier ben IK! Ik die ze weer in Mijn armen bij elkaar haal uit alle
landstreken waarheen ik ze verdrijven zal in Mijn boosheid, in Mijn razernij, ja
in mijn grote furie, en Ik zal ze terug laten komen naar deze plaats, ja, Ik
zorg dat ze veilig wonen!
38. Ze zullen Mijn volk zijn, en Ik, Ik zal hun God zijn.
39. En Ik zal ze een van hart maken, en een van levensweg, zodat
ze respect voor Me hebben, te aller tijde, en Ik zal maken dat ze het goed
hebben, zij en hun kinderen na hen.
40. Ja, Ik zal een verbond met ze sluiten, een eeuwig verbond, Ik zal ze
onophoudelijk volgen om hen goed te doen, en Ik geef ze een heilig respect voor
Mij in het hart, zodat ze zich niet meer van Mij afkeren.
41. Ja, stralend van blijdschap zal ik hen goed doen - en Ik zal ze een
solide stek geven in deze grond, met heel Mijn hart en ziel.
Gezang 470 Wat vlied' of bezwijk', getrouw is mijn God. Hij blijft aan
mijn zij in 't wisselend lot..
Epistellezing:
Openbaring 5: 6 – 14
Johannes ziet in een visioen in de hemel, hoe daar de Heilige een boek in
de hand heeft en vraagt: wie is waardig de rol te openen. Tot ieders verdriet is
niemand dat. We lezen vanaf vers 6:
6. En ik zag midden tussen de troon en de vier Levende Wezens, en midden
tussen de Ouderlingen, een Lam staan, als dodelijk gewond, met zeven horens en
zeven ogen, die de geesten zijn van God, (de geesten) die er op uitgestuurd zijn
naar heel de aarde.
7. En het kwam (het boek) in ontvangst nemen uit de rechterhand van Hem die op
de troon zit...
8. En tóen Hij het boek aannam, vielen de vier Levende Wezens en de 24
Ouderlingen neer voor het Lam, elk met een lier en met gouden schalen vol
wierook, die gelijk staan aan de gebeden van de heiligen.
9. En ze zongen een nieuw lied, met de woorden:
’Waardig bent U het boek in ontvangst te nemen,
en zijn zegels te verbreken,
want U bent dodelijk gewond,
en hebt met Uw bloed God de losprijs betaald
voor (mensen) uit elke stam en taal en volk en natie.
10. Ja, U hebt hen voor onze God gemaakt
tot een koninkrijk, tot priesters,
en ze zullen als koningen heersen op de aarde.’
11. Ik keek, en hoorde de klank van vele engelen rondom de troon en van de
Levende Wezens,en van de Ouderlingen, en hun getal liep in de miljarden en
miljoenen,
12. die met luide stem zeiden:
’Waardig is het dodelijk getroffen Lam
om de kracht en overvloed en wijsheid en het vermogen en de waardigheid en
lofprijzing en roem in ontvangst te nemen.’
13. En ieder schepsel in de hemel en op aarde en onder de aarde en op de zee, en
al wat daar in is, hoorde ik
zeggen:
’Hem die op de troon zit en het Lam: de roem en de eer en de lofprijzing en
de heerschappij tot in alle eeuwigheid!’
14. En de vier Levende Wezens zeiden: ‘Amen!’
En de Ouderlingen vielen neer, en bogen zich vol aanbidding tot op de grond.
Ook de Psalmist zingt: Halleluja, looft de Heer! Roept Zijn Naam aan,
maakt onder de volken Zijn daden bekend. Halleluja!
Gezang 225
= Lied 655
Het Heilig Evangelie staat geschreven bij: Lucas 24: 36 – 48
Jezus is verschenen aan de Emmausgangers, die direct terug gaan naar
Jeruzalem, waar de anderen hen vertellen dat Simon Hem gezien had. en dan
beschrijven zij precies wat hun is overkomen. We lezen:
36. Terwijl ze bezig waren hierover te spreken, kwam Hijzelf in hun midden
staan, en Hij zei: “Vrede aan jullie!”
37. Maar overstuur en diep geschokt dachten ze een geest te zien.
38. En Hij zei tegen ze: “Wat zijn jullie onthutst? En waardoor komen er
gedachten van twijfel op in jullie hart?
39. Kijk: Mijn handen en mijn voeten. Ik ben het zelf! Betast me maar en kijk,
want een geest heeft geen vlees en botten zoals jullie zien dat Ik ze heb...”
40. En terwijl Hij dat zei toonde Hij ze Zijn handen en voeten.
41. Maar omdat ze van pure vreugde het nog niet konden geloven, en ze een en al
verwondering waren, zei Hij tegen ze: “Hebben jullie hier iets eetbaars?”
42. Ze gaven Hem een stuk geroosterde vis...
43. En terwijl Hij het aannam, at Hij het voor hun ogen op.
44. Nu zei Hij tegen ze: “Deze woorden van me, die Ik tot jullie gesproken
heb, toen Ik nog bij jullie was... dat al wat er over Mij geschreven staat in de
Wet van Mozes en de profeten en de psalmen volkomen ten uitvoer gebracht moet
worden....”
45. Toen open de Hij ze de geest, zodat ze de Schriften konden begrijpen.
46. Ja, Hij zei tegen ze: “Zus en zó staat er geschreven dat de Messias (de
Christus) zou over-lijden en op zou staan uit de doden op de derde dag,
47. en dat er omwille van Zijn Naam een ommekeer gepreekt zou worden tot
vergeving (loslating) van zonden aan alle volkeren, te beginnen bij Jeruzalem.
48. Jullie zijn getuigen van deze dingen!
Zalig die het woord van God horen en er gehoor aan geven
In antwoord op Gods woord willen wij ons geloof belijden:
Wij geloven in God, de Almachtige,
Schepper van hemel en aarde.
Vader van mensen,
Moeder van kinderen, Die ons welzijn zoekt.
Broeder en leraar, in Jezus mens geworden
om ons leven te delen en te redden,
om voor ons te sterven op het kruis en op te staan,
om een eind te maken aan alle zinloosheid
van het bestaan.
Geest en inspirator, bijstand en kracht,
voor allen die in God geloven willen.
Daarom durven wij geloven in Liefde en Trouw,
in warmte en vergeving, in doop en opstanding,
in heden en toekomst.
Voor onszelf, en voor elkaar.
Amen.
Preek
GENADE
ZIJ U EN VREDE VAN GOD
ONZE VADER EN VAN JEZUS
CHRISTUS, ONZE
HEER,
DOOR DE HEILIGE GEEST.
Lieve
mensen van God, mensen, die God dierbaar
zijn, zo dierbaar, dat Hij Zijn Enige
Zoon, Zijn hele toekomst,
voor ons in de waagschaal heeft gesteld..
Kerkelijk is de tijd tussen Pasen en Pinksteren van een ongekende vreugde,
en doortrokken van een diep mysterie. Als U hebt gekeken of geluisterd
anar de huwelijksdienst gister, dan hebt U kunnen horen hoe prins Friso God
vergeleek met een navigatiesysteem, dat je niet hoeft te begrijpen, maar waar je
op kunt vertrouwen dat het je veilig brengt op de plaats waar je moet wezen. Dat
raakt aan het mysterie...
Wij leven als het ware nu
– tijdelijk iets bewuster dan anders – al even in Gods toekomstplannen
met ons en met deze wereld.
Ik zou niet goed weten hoe ik het anders moest zeggen…
En al onze lezingen hebben daar iets dieps over te melden.
Ik moet me omwille van de tijd beperken
tot enkele punten, al is vanouds de hele rustdag ons gegeven om
ons te kunnen verdiepen in God
en Diens grote daden! ;-)
U zoudt het me niet in dank
afnemen, als we een paar
uur door gingen, en waarschijnlijk zouden we er ook maar een klein
deel van onthouden.
Maar goed…
We begonnen met een profetie aan Jeremia,
in een ongelofelijk spannende tijd, waarin de vijand voor de poort
staat, en de bevolking van Jeruzalem zegt: het
is met ons gedaan. We zijn gedecimeerd door de honger en de pest,
en aanstonds maakt het zwaard van de
vijand er helemaal
een eind aan.
Niets kan ons nog helpen.
Een uitermate negatieve houding, die door de omstandigheden dan
wel gerechtvaardigd
lijkt, maar die natuurlijk niet helpt om verder te komen, om iets
te dóén.
Ze zitten zo verstopt met angst, dat zelfs de gedachte
aan een goed gebed niet meer bij ze opkomt, en voorzover die wel
opkomt, hebben ze toch geen enkel vertrouwen in de verhoring.
En dan wordt het bepaald lastig
voor God om nog iets voor Zijn volk te doen.
De gedachte komt op, of dit
Zijn volk nog wel mag heten!
De relatie komt wel erg
van één kant!
En toch, toch
spreekt de Heer ze aan.
Toch spreekt Hij over een toekomst,
waarin wat er over is van dit volk, nadat Hij ze in Zijn terechte woede
en razernij alle kanten
uit heeft laten waaien over de wereld, -
God is geen mak lammetje! – een toekomst
waarin Hij ze weer bij elkaar zal halen, ja, in de armen zal nemen
en dragen… naar de plaats waar ze thuis
horen.
Ze zullen Mijn volk
zijn, en ik zal hun
God zijn.
Met in één adem daarop volgend: Ik zal ze één van hart
maken, en zorgen dat ze één levensweg
gaan.
Tja, dan denk je, ook al zijn de andere voorwaarden misschien wel
vervuld, dat God over een nog verdere toekomst spreekt. Want ook nu
weten we, dat er in de huidige staat Israël, weinig
eenheid van hart
is, en nog minder eenheid in de manier van leven.
Maar misschien spreekt de Heer wel niet zozeer over het fysieke
Godsvolk, als wel over het volk dat wereldwijd
zich een plaats heeft veroverd in Zijn hart. Dat volk
dat uit alle windstreken komt, en dat respect en liefde
heeft voor de Aanwezige…
Het volk, waarvan Israël
maar een voorafje is, het volk van heel de wereld, dat in het verbond
met Noach al is aangeduid,
en dat mee zou delen in het verbond van God met Abraham…
Het volk van het Nieuwe Verbond…
Dat volk is niet beperkt tot één land, één stad, één plek. Dat volk
is wereldwijd, en
omvat letterlijk iedereen,
die door Christus is vrijgekocht.
Iedereen, die Christus erkent als de koning over zijn of haar
leven, als voornaamste authoriteit, al díe
mensen zijn in wezen één van hart, en één in hun manier van leven. Want voor
hen is Jezus dé weg, de levensweg.
Dat gaat dwars door landen,
taalgebieden en zelfs kerken
en godsdiensten
heen.
Het feit dat dit zeker zal gebeuren, kunnen we afzien aan het historische
feit, dat de belofte
op het platte vlak,
als ik het zo mag uitdrukken, de belofte aan Israël
als volk, intussen al méér
dan eens is verwerkelijkt.
Dan komt dat met het eeuwige verbond, waar de Heilige
het over heeft, ook wel in orde…
Ik citeerde net: door Christus
vrij - gekocht.
Het nieuwe lied, het lied van de toekomst, zingt over het
Lam: U hebt met Uw bloed God
de losprijs betaald voor mensen uit elke stam
en taal en volk
en natie. Daar wil ik
even bij stilstaan.
Als we Jezus mogen
kenschetsen als Gods vleesgeworden
Liefde, dan heeft Gods Liefde
aan God de prijs betaald, waardoor wij, ook wij, vrijgekocht zijn.
Het wonderlijke is
dat wij dus als het ware de gevangenen waren van Godzelf.
Niet van de zonde, zoals we altijd dachten. God is dus machtiger
dan welke zonde ook. Prettig idee.
En gevangenen, die sluit je op. Die onttrek je aan de samenleving,
die mogen niet meer meedoen,
omdat ze hebben getoond, dat ze niet
in staat zijn zich op een fatsoenlijke manier in een samenleving te handhaven.
Het feit dat je deze mensen buitenspel zet, maakt een ordelijke
samenleving mogelijk, en het is in de loop van de eeuwen gebleken dat het
een effectieve manier kan zijn om met dergelijke problemen
om te gaan.
Het feit, dat wij tegenwoordig eerder
geneigd zijn te denken dat opvoeding de plaats van gevangenschap
zou moeten innemen, omdat je ‘gewenst
gedrag’ eerder door opvoeding
krijgt, waarbij mensen inzicht verwerven over het begrip samenleving
/ maatschappij, en
hun eigen mogelijke
plaats daar in, dat
feit kon wel eens samenhangen met de doorwerking van Gods bezig
zijn met mensen, met de uitwerking
van die Liefde.
Liefde, die bereid is ons vrij
te kopen, weer een plaats te geven in de samenleving
met God en met andere
mensen, en die daarvoor alles
over heeft.
Dat kan natuurlijk niet zonder gevolg blijven, al moet dat
gevolg wellicht iedere generatie
weer opnieuw
bevochten worden.
Het Lam dat daar
staat, met doorboorde keel, want zo wordt het offerdier ter
dood gebracht, heeft Zijn levensbloed
geofferd, heeft daarmee betaald opdat ook wij weer mee
mogen doen, maar dat gaat nog veel verder
dan dat: Hij sticht voor God
een koninkrijk, waarin
juist deze mensen, deze vrij-gekochten,
U en ik, priesters zijn, en koningen.
De uiterste manier van dienen, in Gods
rijk.
Je helemaal wegcijferen ten behoeve van de ander.
Kijk, dat is genade!
En Wie dat voor elkaar krijgt, is het zeker waard om alle
kracht en macht
en overvloed aan wijsheid,
alle lofprijzing en roem toegeschreven
te krijgen.
In Gods rijk heers
je om te dienen, dien je om te heersen in liefde.
In Jezus’ dood op Golgotha en in Zijn onvoorstelbare Opstanding
heeft Jezus ons een voorbeeld
gegeven, om te volgen.
Maar Hij heeft ook beloften gedaan
en… vervuld.
In datzelfde bloed, dat vergoten
is, heeft Hij het nieuwe, eeuwige
Verbond met heel de mensheid ondertekend. Heeft Hij de prijs al
betaald voor het geval het weer mis zou gaan.
We hoeven daar niet aan te twijfelen, zoals de leerlingen wel
deden, toen ze Jezus
zagen opdoemen en dachten dat Hij een spook was, en dat Zijn komst
dus zeker níét met vrede
zou zijn…
Zijn leerlingen heeft Hij gerustgesteld: Hij was het Zelf, nog met de littekens
van de kruisiging zichtbaar
aanwezig, tastbaar zelfs.
Hij is Iemand van vlees
en bloed, met huid en haar
en botten en al.
Hij eet, niet omdat Hij
honger heeft, maar om te laten zien dat Hij werkelijk met lichaam
en al is terug gekomen. Dat dit ver schijnsel niet alleen maar een
geestelijk iets is, maar een werkelijk
nieuwe schepping,
de mens, zoals die bedoeld
was.
Dat nieuwe rijk van God ís dus al aangebroken.
En zoals de apostelen dat waren, zo zijn ook wij er getuigen van.
Dat betekent niet alleen dat wij het mee maken, maar ook
dat wij er over vertellen
mogen en moeten. Dat wordt van ons verwacht. Dat zijn de beide
betekenissen van het woord getuigen.
Niet alleen in het Nederlands, maar ook in het Grieks,
waarin het verhaal ons is overgeleverd.
Kijk, dat maakt het spannend.
En inspannend!
Hoe belangrijk is het voor ons?
Hoe werkelijk is dat nieuwe
Godsrijk voor ons, waar ook wij deel
van uit mogen maken?
Zijn we als de mensen in de dagen van Jeremia,
die met hun handen op de rug staan te kijken naar de ellende
om hen heen, die ze als onontkoombaar
beschouwen, of hebben we iets geleerd, en zijn ook wij leerlingen
van het Lam,
staan we met hart en ziel en handen open
voor de goede gaven van God?
De keus is aan U.
God neemt ons serieus,
en wil ons niets opdringen, maar ik hoop
en bid met Hem
dat we één van hart zijn, en van Gods rijk priesters
en koningen willen zijn.
Dat ook wij serieus
bezig gaan met de ommekeer, met het vergeven van zonden,
met het loslaten van verwachtingen, van mensen
en van situaties, waar
wij wellicht tevergeefs op wachten…
Levend van uit de Liefde Gods
en in de Geest van Jezus,
waar wij op wachten. Amen.
Muziek
Lieve God,
u geeft Uzelf aan ons.
Wij bieden U ons eigen leven aan.
Neem
het, zoals u ons geld aanneemt.
Dat het dienstig mag zijn voor U.
in de Geest van Jezus - die ons voorging.
Amen.
Na het gebed over de gaven zingen wij gezang 215.
Gebed over de gaven:
Lieve God, u geeft Uzelf aan ons.
Wij bieden U ons eigen leven aan.
Neem het, zoals u ons geld aanneemt.
Dat het dienstig mag zijn voor U.
in de Geest van Jezus - die ons voorging. Amen.
Gezang
215 Christus, onze Heer, verrees, halleluja! = Lied 624
Voorbeden
Laten we danken
en bidden:
Lieve God, wij danken U voor Uw Goedheid
en Liefde, voor het feit dat ons lot U zo ter harte gaat,
dat U er alles voor over hebt gehad, en nog
hebt.
Heer, wij weten pijnlijk, dat wij tegenover zoveel genegenheid
maar weinig te bieden hebben.
Onze liefde voor U is vaak zo oppervlakkig, zo weinig warm, zo voelen
wij het tenminste, en we vragen ons soms af, of U daar nu wel genoegen
mee kunt nemen…
Wij smeken U dan ook om Uw Geest van warmte
en liefde, van wijsheid
en inzicht, van trouw
en geloof, opdat wij werkelijk mensen
kunnen zijn en waar U eer mee kunt inleggen…
Heer
God, wij danken U voor een koningshuis, waar Uw Naam wordt geheiligd, waar naar
Uw Koninkrijk wordt gestreefd. Wij bidden U voor hen allen, en in het bijzonder
voor het jonge paar.
Ook voor allen die macht hebben en gezag uitoefenen bidden we U....
Lieve
God, wij danken U voor leven en welzijn,
en zijn ons bewust van het feit dat dit allemaal niet
vanzelf spreekt.
We horen van rampen en ongelukken,
van ziekten en ellende, van oorlogen
en misbruik...
Wij brengen ze voor U, al
die slachtoffers, en wij bidden U: neem niet alleen onze lof
aan als geurige wierook, maar ook onze smeekbeden
voor hen allen, die gedood, gewond,
gekwetst, vernederd zijn door fouten
van mensen. Soms ook door onze
fouten.
Geef ons dat wij mogen helpen waar dat op onze weg komt. Dat wij
de mogelijkheden zien, en wil in ons de onbaatzuchtigheid,
liefde en trouw
wekken, waarmee wij Uw goede Naam in deze
wereld bevestigen…
Voor de landen in het Midden-Oosten bidden wij U in het bijzonder. Voor alle
mensen daar bidden wij om wijsheid en mildheid en liefde.
Wij bidden U voor zieken en gezonden
in deze beide gemeenten, wij
danken voor Ina Lakké, die de operatie goed heeft doorstaan en bidden voor haar
herstel. Eveneens voor .....
En
ook voor de kerken bidden we, allen uiteindelijk samen op weg naar
U toe, opdat wij allen één van hart en één
van levensweg mogen zijn, in de Naam van Jezus, die ons leerde bidden en smeken:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd
Uw Rijk kome
Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
En vergeef ons onze schulden,
Zoals wij aan anderen hun schuld vergeven
En leid ons niet in verzoeking
Maar verlos ons van het kwade
Ons slotlied is gezang 44: 1
en 2
Dankt,
dankt nu allen God... = Lied 704 Na de zegen direct het derde vers
Op
deze onschatbare aarde zijn wij mensen die hopen op de zegen van Jezus. We mogen
er op vertrouwen die te ontvangen.
Zegen:
De Opgestane moge Koning zijn in onze harten.
Gods welbehagen in mensen moge ook aan ons
zijn af te lezen.
Het licht van van de Paasmorgen moge ons leven
doorstralen.
Daartoe zegenen ons de vader, de Zoon en de Heilige Geest! Amen.
vers 3
Na de dienst was er koffiedrinken, gedeeltelijk in de heerlijke tuin van de
kerk.
|