Voor eerdere diensten klik hier:
Zondag in de Lutherse kerk te Zeist
Organist: T. Buchener
Zondagsgebed
Heer, wij verheugen ons in Uw genade,
samen met Jeruzalem, en wij bidden
U dat wij het mogen ervaren in ons
leven, dat wij ons echt geborgen mogen
voelen in Uw liefdevolle troost.
Wees ons, zondaars, genadig
door Jezus Christus, onze Heer. Amen.
Lezing Oude Testament: 1 Samuel 16: 1 - 13.
Zalving van David
1. De Aanwezige zei
tegen Samuel: “Hoe lang blijf jíj
nog treuren over Saul, terwijl Ik beslist niet meer wil dat hij als koning heerst over Israël?
Vul je kruik met olie en ga!
Ik stuur je er op uit naar Isaï
(rijke) uit Bethlehem, want Ik heb Mij onder zijn
zoons een koning uitgezocht.”
2. Toen zei Samuel: ‘Wat een ellende!
Ik ga al! Maar als Saul het hoort zal hij me doden!
En de Aanwezige zei: “Je neemt een koekalf
bij de hand mee, en je zegt:
‘Ik ben gekomen om voor de Aanwezige een offer
te brengen...’
3. En je zult Isaï uitnodigen voor het offer,
en Ikzelf zal je laten weten wat je gaat doen,
ja, jij zult Mij degene zalven, waarvan Ik
het je zeg.”
4. En Samuel deed wat de Aanwezige
had gesproken, en hij kwam Bethlehem
(broodhuis) binnen, en de ouden van de stad haastten zich hem tegemoet, en men
zei: ‘Moge Uw komst in vrede zijn.’
5. En hij zei: ‘Vrede! Om te offeren
voor de Aanwezige ben ik gekomen.
Heiligen jullie jezelf, en kom dan naar
mij toe voor het offermaal, en laat ook Isaï
en zijn zoons zich heiligen en laat men
hen uitnodigen voor het offermaal.’
6. En wat gebeurt: toen ze er kwamen, en hij Eliab zag, zei
hij: ‘Vast en zeker! (Hier heb je) Zijn gezalfde voor de Aanwezige!’
7. Maar de Aanwezige zei tegen Samuel:
“Je moet niet af gaan op zijn uiterlijk en zijn grote lengte, want Ik
wil hem niet. (Het gaat er) immers (niet om) wat de mens bevalt! Want
de mens kijkt naar de ogen, de Aanwezige kijkt
naar het hart.”
8. En Isaï riep Abinadab, en liet hem
langs Samuel lopen, maar die zei: ‘Ook in
hem heeft de Aanwezige geen plezier.’
9. Toen liet Isaï Shamma langs lopen,
maar hij (Samuel) zei: ‘Ook in hèm heeft de
Aanwezige geen plezier.’
10. Zo liet Isaï zijn zeven zoons langs
Samuel lopen, maar Samuel
zei tegen Isaï: ‘De Aanwezige
heeft géén plezier in hen.’
11. En Samuel zei tegen Isaï:
‘Zijn dat nu alle jongens?’ Die zei: ‘De jongste is nog
over, maar ja, die is als herder bij het vee bezig!’
En Samuel zei tegen Isaï: ‘Stuur (iemand) en haal hem (hier), want we gaan niet
verder voordat hij hier komt.’
12. En hij stúúrde (iemand) en liet hem komen.
Hij was roodblond, met beeldschone ogen
en een heldere blik.
De Aanwezige zei: “Sta op - zalf hem, want dit
ís hem!”
13. Samuel nàm de zalfhoren
en hij zalfde hem in het midden van zijn broers,
en de Geest van de Aanwezige
kwam opeens over David, van dat moment
af aan.
Toen stond Samuel op en ging naar Rama.
Tot hiertoe de lezing.
(Samuel woonde in Rama)
Laten wij zingen mét Israël:
onze Gradualepsalm: dat is psalm 124: 1 en 4.
Epistel: Efese 5: 8 - 14.
In het hoofdstuk er vóór gaat het over
het leven als Christen, zonder leugen of bedrog, en hierna over het
samenleven als echtgenoten, en kinderen en ouders. Maar nu worden wij
aangesproken op ons dagelijks leven. Als je
Christus volgt, dan heeft dat gevolgen voor je hele bestaan, schrijft Paulus.
Wij lezen:
8. Want eens was u duisternis maar nu bent u licht,
door uw bestaan in de Heer.
Ga de weg van de kinderen van het licht.
(D.w.z.: leef als kinderen van het licht.)
9. Het licht brengt goedheid
voort en gerechtigheid en waarheid.
10. Onderzoek wat de wil
van de Heer is.
11. Neem geen deel aan de vruchteloze praktijken van de duisternis maar ontmasker
die juist,
12. want wat daar in het verborgene
gebeurt, is te schandelijk voor woorden.
13. Maar alles wat door het licht
ontmaskerd wordt, wordt openbaar,
14. en alles wat openbaar wordt, is
zelf licht.
Daarom staat er:
‘Ontwaak uit uw slaap, sta op uit de dood,
en Christus zal over u stralen.’
Ontwaakt gij die slaapt en staat op uit de dood!
Zo stond het in het vorige liedboek. Dit is denkelijk het oudste
christelijke lied dat wij kennen.
Als Christus over ons straalt is het leven op aarde een en al vreugde en
rijkdom, ook waar het leven misschien hectisch en àl te spannend is.
Wij zingen daarom: lied 880 (even voorspelen).
Het Heilig Evangelie staat geschreven bij:
Mattheus 22: 41 - 46.
In deze tijd voor Pasen zijn wij in onze gedachten met Jezus
in de tijd voor Zijn Lijden en sterven. Hij is in en om Jeruzalem, het is de
laatste week voor Zijn dood. Op alle mogelijke manieren probeert men Hem in de
val te laten lopen, bijvoorbeeld met de strikvraag of je de keizer van Rome wel
belasting mag vragen, daarna probeerden de Sadduceeën de Opstanding belachelijk
te maken met een verhaal over een vrouw die met zeven broers getrouwd was
geweest, dan probeert iemand Hem te laten verklaren wat nu de belangrijkste
tekst in de Bijbel is… en telkens antwoordt Hij zó, dat niemand er iets op
kan aanmerken. Wij lezen verder:
41 Nu de Farizeeën om Hem
heen stonden, stelde Jezus hun deze
vraag:
42 ‘Wat denkt u over de Messias? Van wie
is Hij een Zoon?’
‘Van David,’ antwoordden ze.
43 Jezus vroeg: "Hoe kan David
Hem dan, geïnspireerd door de Geest, Heer
noemen?
Want hij zegt: (psalm 110)
44 'De Heer sprak tot mijn Heer:
"Neem plaats aan Mijn rechterhand,
tot Ik je vijanden onder je voeten
heb gelegd."'
45 Als David Hem dus Heer
noemt, hoe kan Hij dan zijn zoon zijn?"
46 En niemand was in staat Hem
een antwoord te geven, noch durfde iemand Hem
vanaf die dag nog een vraag te stellen.
Zalig die het
Woord van God horen en er gehoor aan geven!
Credo: In antwoord op Gods
Woord willen wij samen ons geloof belijden
door te spreken:
Ik geloof in God, de Vader: de almacht van de Liefde.
Hij is de schepper van hemel en aarde;
van heel deze ruimte met al zijn geheimen;
van heel deze wereld waarop wij leven.
Hij kent ons van eeuwigheid,
nooit vergeet Hij dat wij uit het stof van de aarde gemaakt zijn.
En ik geloof in Jezus Christus,
de eniggeboren Zoon van God,
vóór alle tijd uit de Vader geboren.
Hij heeft, uit liefde voor ons,
willen delen in onze geschiedenis, ons bestaan.
Ik geloof dat God ook op menselijke wijze
God-voor-ons heeft willen zijn.
Ja, Hij heeft als mens onder ons gewoond,
een licht dat scheen in de duisternis.
Maar de duisternis heeft Hem niet begrepen.
Wij hebben Hem aan het kruis geslagen,
en Hij is gestorven en begraven.
Maar Hij vertrouwde op Gods laatste woord,
en Hij is verrezen,
zeggend dat Hij ons een plaats zal bereiden
in het huis van Zijn Vader - waar Hij nu woont.
En ik geloof in de Heilige Geest,
die Heer is en het leven geeft.
Wanneer er profeten onder ons zijn
is Hij het die hun vuur geeft en taal.
Ik geloof dat mensen samen op weg zijn,
pelgrims, geroepen uit de verstrooiing
om één heilig volk van God te worden.
Want ik belijd de bevrijding uit zonden
en kracht tot liefde.
En ik geloof in het eeuwig leven,
in de liefde die sterker is dan de dood.
Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
Ik geloof dat ik hopen mag
op een leven met God en met elkaar - tot in eeuwigheid;
Glorie voor God, en voor mensen vrede.
Amen.
(tekst: Prof. Schillebeeckx)
Preek
Genade zij u en vrede van God
onze Vader en van Jezus Christus,
onze Heer,
door de Heilige Geest.
Lieve zusters en broeders, vrienden van de Heer,
Zondag Laetare nodigt ons uit om
ons te verheugen over het lot van Jeruzalem,
dat er na de Babylonische Ballingschap nog niet best aan toe is,
maar wij mogen weten
op grond van de geschiedenis, dàt God
Zijn beloften van destijds aan Jeruzalem
heeft vervuld.
En op grond van die en andere vervulde
beloften mogen wij geloven en er op vertrouwen dat
God àl Zijn beloften waar maakt.
De eeuwen door. Reden genoeg tot blijdschap!
Laetare. Verheugt u.
Maar God vervult in Jezus
Zijn beloften op een onverwachte en ongedachte
manier: in Hem is God Zelf
deel van onze wereld geworden, en deelt Hij alle problemen
en risico’s van ons leven.
Waarlijk God
is Hij, en ook – in Jezus – waarlijk
mens. Niet te begrijpen.
Net zoals ook de vraag die Jezus aan Zijn
plaaggeesten stelt voor hen niet te begrijpen is.
Hij legt ze een raadsel voor ten aanzien van
Zijn afkomst.
Een nakomeling van koning David is Hij.
En nog wel uit Bethlehem, de stad van David.
En daarmee maakt Hij aanspraak op de troon van David.
Net als nóg een deel van het volk, in principe.
Alleen is het land bezet door de Romeinen,
en de koning die er heerst is door hén op de troon gezet, een troon die
allang niet meer de troon van David is.
Het is een fabrikaat van de overwinnaar.
En toch was het zo mooi begonnen…
We gaan even terug in de tijd…
Na de Uittocht, de Exodus, uit Egypte is er een lange
tijd waarin het nieuwe volk in het beloofde land zijn draai moet
vinden.
Een sterk centraal gezag is er
eigenlijk al niet meer als Jozua is
overleden.
Af en toe, als de situatie moeilijk wordt door de constante aanvallen
van de omringende volkeren, staat er een Richter op, een persoon,
man of vrouw,
die weer richting geeft aan de samenleving,
en probeert recht te doen aan de roeping
die ze hebben.
Samuel is de laatste.
Het volk roept om een koning, net als de andere volkeren
hebben. Daar heb je meer aan, zéker voor de PR,
dan aan een hogepriester
die vertelt wat hun God zou willen, en af en toe
een profeet of een Richter. Saul
is het geworden, die koning, een knappe
jongen, die uiteindelijk gek zou worden
van de verantwoordelijkheden.
En die daarin niet zoekt naar de wil van God.
Dat is het probleem. Daarom verwerpt God hem.
Saul is achterdochtig
geworden, en hij kleeft aan het pluche. Hij is geen herder
meer die zijn leven geeft voor de hem toevertrouwde
schapen.
Samuel moet in Gods
Naam een nieuwe koning gaan zalven.
En we hebben het verhaal gehoord.
Voor de plechtige offermaaltijd,
waarbij Gods lof
gezongen wordt, een offer wordt gebracht, waarbij het beste deel voor de Heer is, en
de anderen mogen meegenieten van de rest, moeten de dorpsoudsten
en allen die aanwezig zullen zijn, zich
heiligen. Dat wil op zijn minst zeggen dat ze zichzelf en
hun kleren wassen, waarschijnlijk ook
dat ze geen seks hebben, en vasten
hoort er zeker ook bij.
Je moet je immers voorbereiden op de ontmoeting
met God, want waar geofferd wordt, daar
moet God-Zelf natuurlijk op de een of andere
manier wel aanwezig zijn om het offer in ontvangst te nemen.
En zo zijn alle spelers op hun Paasbest ten tonele
verschenen. De oudsten, die officiële getuigen zullen zijn in dit
koningsdrama, al weten ze het nog
niet, Samuel, mèt het kalf dat geslacht
wordt, en Isaï met zijn zeven oudste
zonen.
Allemaal even waardig en plechtig.
Je ziet het voor je.
Samuel ziet het wel zitten met de oudste,
maar geen van de zeven zonen daar wordt het.
Er is nog een knulletje, nog niet oud genoeg om mee te
mogen doen, hij past op het vee vandaag. Als hij wordt geroepen
is hij waarschijnlijk de enige aanwezige die níét gewassen is, níét
verkleed. Maar híj is Gods
uitverkorene.
Geliefde, betekent zijn naam. En: vriend.
Vriendje van God. Want als hij
wordt gezalfd, dan ontvangt hij Gods
Heilige Geest.
Dat was Saul overigens ook overkomen,
nadat hij gezalfd was. Maar kennelijk
kan de Geest je ook verlaten, als je Haar
niet waard bent, of niet leeft naar Haar
richtlijnen. God nam Zijn Geest weg van Saul staat in 1 Samuel 16:14.
Maar nu gaat het over David.
David zingt vast een loflied voor de Heer.
Dat staat er wel niet, maar dat kan niet anders: het eerste
dat de Geest met mensen doet is ons Gods
grootheid en goedheid laten zien
en doen loven.
Laten wij nog eens stilstaan bij die zalving,
want dat is van belang vandaag.
Wie in Gods dienst staat, komt dichter
bij Hem dan gezond is voor een gewoon mens.
Zo voelt men dat aan in het Oude Testament, en terecht.
De God van het volk wordt later de Leeuw van Juda
genoemd. Hij is Iemand
om rekening mee te houden, er valt met Hem
niet te spotten.
Die zalving heeft een dubbele bedoeling.
Aan de ene kant word je als mens toegewijd
aan God, en dan is je leven
niet meer het jouwe, maar het Zijne,
aan de andere kant verleent die zalving
je ook bescherming tegen de grote energie die
rond de Heilige, geheel Andere,
hangt.
Die zalving is als het ware een bliksemafleider,
een zekering, zodat je bij wijze van spreken
geen duizend volt door je lijf krijgt als je te dicht bij God
komt.
Je krijgt ook extra kracht en extra bescherming
om je grote taak goed te kunnen volbrengen.
Dat gaat op voor koningen, die een bovenmenselijke
opdracht hebben, maar eveneens voor priesters.
Hun priesterwijding maakt hen geen betere of belangrijkere
mensen, maar helpt hen, als het goed is, om dicht
bij God te leven. Heel bewust.
En dat vol te houden.
…
Verrassing!
Ieder gedoopt Christenmens
heeft diezelfde wijding al bij de doop
ontvangen!
In de RK kerk kent men bij de doop een aparte zalving, het chrisma,
waarbij een gebed wordt uitgesproken dat vraagt om de Heilige
Geest.
De Hervorming is wat zuiniger, en kijkt naar de doop van Jezus,
waar de doop in de Heilige Geest meteen meekomt.
Bij ons dus meestal geen aparte zalving met olie, al komt
het tegenwoordig wel voor.
Wij ontvangen dit grote geschenk
van God dankzij Jezus,
die de langverwachte Gezalfde was die
alles in orde zou maken, en dat ook deed.
Hij was de Messias, de Gezalfde, de Christus,
dat is de Griekse vorm van het Hebreeuwse Messias.
Hij heeft op het kruis met Zijn leven betaald voor onze fouten, voor alles wat
ons on-heilig
maakt.
Van de 'enen' op ons levensrapport heeft Hij met Zijn bloed 'tienen' gemaakt. 1 —>
10
Dankzij Hem mogen wij tegen God,
nét als Jezus-zelf, 'Abba' zeggen, pappa.
Wij hoefden daar niets voor te doen. Maar nu moeten wij daar natuurlijk
wel naar léven.
Wij zijn geen onderdanen meer, geen schepselen,
maar kinderen.
Door Zijn dood en
opstanding en door onze doop.
Die doop maakt dat wij ‘nee’ kunnen zeggen tegen het duister,
en de dingen die daarbij horen.
Wij mogen, moeten
en kunnen in het licht van Christus
leven. Net als de gemeente in Efese,
die nog niet zo lang geleden is bekeerd.
Kennelijk kun je dan tóch weer in slaap sukkelen, een slaap
waarin je dodelijke brokken kunt maken.
Zoals een chauffeur die achter het stuur in slaap valt, zo maakt
een christen die niet alert blijft brokken.
En dat doen wij zo makkelijk. Dat inslapen.
Wij laten ons snel afleiden van de wezenlijke
zaken. Ik las gisteren: 'Als je het te
druk hebt om te bidden, dan heb je het té druk!'
Wij maken ons druk om van alles en nog wat.
Vaak heel nuttige zaken, maar er is maar één
ding echt nodig: tijd
maken om te luisteren naar Jezus.
Denk maar aan Maria en Martha.
Daarom is deze veertig-dagen-tijd zo nuttig:
wij mogen met vasten en bidden
ons bezinnen op de vraag om Wie
en om wat het nu echt gaat in ons leven.
Als mensen op het randje van de dood
hebben verkeerd, is het leven daarna een
geschenk,
het spreekt niet meer vanzelf.
Jezus is over de rand van onze dood
gegaan, en ons leven is Zijn
geschenk aan ons, en aan God.
Als je dat bedenkt, spreekt niets meer vanzelf.
‘Ontwaak uit uw slaap,
sta op uit de dood,
en Christus zal over u stralen.’
Als je bewust leeft in dàt licht kijk je anders naar de dingen
en naar de mensen om je heen.
Dan kun je de dingen laten, met Gods hulp,
die je eigenlijk niet zou moeten doen.
En die je dus gewoon niet moet doen.
Laten wij zo op weg gaan naar Pasen,
in het voetspoor van Hem die ons is voorgegaan.
Want Hij is als Gods
Zoon meer dan als Davids zoon.
Wij zijn in Hem kinderen
van het licht.
Geliefde kinderen.
Laat dat licht dan ook stralen.
De Heilige Geest staat ons gaarne bij.
Je hoeft het maar te vragen.
Verheug U!
Want zo is het. Amen.
Muziek
Gods liefde is groot en strekt zich uit tot
alle mensen,
wij kunnen daarin
delen:
dag aan dag met vriendelijkheid en aandacht,
geld en geduld…
Nu kunnen we er gestalte aan geven,
als een goed begin, in de collecte
Na het gebed over de gaven zingen we: lied 941
Gebed over de gaven
Lieve God, wilt U alstublieft zegenen wat we
hier bij elkaar hebben gebracht,
zodat het is tot eer
van Uw Naam, en
zodat het Uw gemeente wereldwijd ten goede
komt.
Laat het een offer zijn, dat onze dankbaarheid
en liefde uitdrukt,
door Jezus Christus, onze Heer.
Amen
Lied 941
Voorbeden
Laten we danken en bidden:
Lieve God, wij danken U voor Uw grote geduld met ons, en voor Uw genade. Wij
danken U voor de koning die U ons in Christus gegeven hebt.
Vergeef ons waar wij telkens weer zelf het roer in handen willen nemen, zonder
te vragen naar Uw wil. Leer ons om Jezus te volgen, en te zien als hoofd van de
kerk, als hoofd van ons leven.
Goede God, wij danken U voor de veiligheid en vrede in ons eigen land. Met zorg
kijken wij naar de ontwikkelingen om ons heen. Naar Rusland dat de vleugels
steeds verder wil uitslaan, naar Afrika, waar staten en stammen met elkaar in
oorlog zijn, naar Syrië, en heel het Midden-Oosten. Wij bidden U voor allen die
in onvrijheid leven, in angst en nood, in vluchtelingenkampen, of zelfs dat
niet. Help ons hen te helpen, waar dat kan.
Wij bidden ook voor Israël, en voor de regeerders daar, die in onze ogen
vreemde en ongehoorde dingen doen. Maar ook in ons eigen land lijken duistere
machten een verborgen agenda te hebben. Verlicht de bestuurders van stad en land
en kerk door Uw Geest en haar gaven.
Dat bidden wij voor allen die macht en verantwoordelijkheid dragen voor anderen,
in besturen, maar ook aan het stuur, in het verkeer.
Dat wij geen brokken maken, doordat wij met de verkeerde dingen bezig zijn.
Wij bidden voor alle mensen die als homo, lesbienne of lesbo of als transgender
door het leven gaan. Geef hen wereldwijd meer acceptatie.
Trouwe Vader, Papa, wij danken U dat wij in alle vrijheid hier als Uw kinderen
bij elkaar mogen zijn om Uw lof te zingen.
Wij danken voor onze grondwet, geef ons kracht at wij die mogen behoeden.
Wij danken U voor de 90 jarigen in onze gemeente. Zij komen altijd zo trouw op
zondag naar de kerk ondanks hun lichamelijke ongemakken, en zij werken zo mee
als ondersteuning voor de gemeente. Wil hen sterken in deze taak.
Maar wij mogen U ook onze zorgen voorleggen. Wij
denken aan mevr. Joyen van Nesselaar. Zij heeft afgelopen woensdag haar zus van
66 jaar moeten begraven... afgelopen zondag kon ze het niet aan om naar de kerk
te gaan, maar nu zou ze er weer zijn. Wil haar sterken in haar verdriet, en haar
bijstaan in haar problemen rond het verhuizen, laat ons zien hoe wij haar helpen
kunnen.
Ook bidden wij voor een nichtje Eva van nog maar 21 jaar. Ze heeft zoveel
problemen... Wij bidden U dat U aanwezig mag zijn in de therapie, en dat U daar
Zelf mee spreekt. Geef haar en allen
die hulp nodig hebben de genade die hulp ook te kunnen vragen en te kunnen
aanvaarden, dat zij Uw trouw in hun leven mogen ervaren.
Geef ons allen Uw Heilige Geest, dit uur en elke dag.
In de stilte van dit huis, in de stilte van dit uur, bidden wij U voor al die
anderen die ons zo na aan het hart liggen…
Mét Jezus willen wij door het leven gaan, en mét hem willen wij U danken en
bidden:
Onze Vader, die in de hemelen zijt,
Uw Naam worde geheiligd.
Uw Rijk kome
Uw Wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
en leid ons niet in verzoeking
maar verlos ons van het kwade!
Ons slotlied is: lied
413:3
Na de zegen zingen we, in plaats van het ‘Amen’ lied 413: 1 en 2, maar nu
zingen wij biddend vers 3.
Zegen:
De Heer die ons voorgaat
door alle moeilijkheden van het leven,
die ons lijden heeft gedragen,
die onze dood heeft ondergaan
en overwonnen,
draagt Uw leven in Zijn handen.
Hij is de weg die U gaat,
Hij is de waarheid die eeuwig leven geeft.
† Zo zegent U God,
de Vader, de Zoon
en de Heilige Geest.
Amen
lied 413: 1 en 2
....
En daarna dronken wij samen koffie en thee. :-)