Voor eerdere diensten klik hier:
Zondag Laetare
11-3-2018 in de Lutherse kerk te
Orgelspel
Afkondigingen en
aansteken van de kaarsen.
Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon
en de Heilige Geest.
Amen
Onze Hulp
is in de Naam van de Heer
die hemel en aarde gemaakt heeft.
Confiteor:
Heer, wij hebben als schapen gedwaald,
en wij zijn ieder onze eigen weg gegaan..
Wij konden of wilden
de weg die de waarheid
is,
en het leven, niet volgen.....
Toch smeken wij U: leid ons weer op het rechte pad;
vergeef ons en blijf ons bij, om Jezus Christus, onze Heer. Amen
De Almachtige God schenke ons Zijn
genade
Amen
God hield
zoveel van deze wereld, dat Hij
Zijn enige Zoon
gegeven heeft, opdat ieder die in Hem
gelooft aan het verderf
ontkomt, en eeuwig
leven hebben mag.
Lange
Introïtus Antifoon:
voorzang: Lied 535e
Allen:
Psalm 122 gezongen
Nogmaals samen de Antifoon:
535e
Laten we de Heer aanroepen om ontferming
met de nood van deze wereld, - die is groot! -
maar laten wij dan ook Zijn Naam prijzen,
omdat er aan Zijn barmhartigheid
geen einde komt!
(Om zondag Laetare is het gloria te verantwoorden!)
Zondagsgebed
Heer, onze vreugde
in eeuwigheid!
U willen wij loven,
ook als ons pad naar Golgotha leidt
en wij moeten lijden met Hem,
die onze Heer en Heiland is in eeuwigheid.
Houd ons leven in Uw
Hand gevat,
door Jezus Christus, onze Heer.
Amen.
Lezing uit het Oude Testament : Zacharia 8: 19 – 23
Een jaar of achttien is het na de terugkeer van het volk uit de Babylonische
ballingschap.
Men is nog bezig met het herbouwen van Jeruzalem, en de tempel, maar het schiet
niet echt op. De Aanwezige echter, de God van het volk, steekt ze door Zacharia,
met verschillende orakels een hart onder de riem, zoals we hier horen:
19 ‘Dit zegt de HEER van de Hemelse Machten:
(de Heer Tsebaoth!)
De vastendagen in de vierde en de vijfde
maand en de vastendagen in de zevende en de tiende maand zullen
voor Juda
veranderen in blijde feestdagen vol vreugde en vrolijkheid. Maar let wel: houd de
vrede en waarheid in ere!
20 Dit zegt de HEER van de Hemelse Machten:
(een volgende profetie is dit!)
Er zullen opnieuw mensen komen uit allerlei landen
en steden.
21 De inwoners
van de ene stad zullen naar de volgende stad gaan en zeggen:
‘Ga met ons mee. Wij zijn op weg om eer te bewijzen aan de HEER van de Hemelse
Machten en Zijn gunst
af te smeken.’
22 Grote en machtige volken zullen naar Jeruzalem komen om daar de HEER
van de Hemelse Machten te vereren en Zijn
gunst af te smeken.
23 En dit zegt de HEER van
de Hemelse Machten: Als die tijd is gekomen,
zullen tien mannen uit
volken met verschillende talen een Joodse man bij de slip van zijn mantel
grijpen
met de woorden: ‘Wij willen ons bij u aansluiten, want we
hebben gehoord dat God bij u is.’’
Laten wij God loven met alle volkeren ter wereld, omdat wij weten dat Hij
mét ons is.
Lied 117d
2 keer!
Epistel
: Efese 2: 1 – 10
Paulus spreekt over Jezus als over
het Hoofd van de gelovigen: de gemeente, de kerk, die vroeger in zonde leefde,
maar zich daar nu dood voor houdt.
Daar niet meer op in gaat. Het gaat om een
nieuwe manier van leven. We lezen:
2:1 U was (al) dood
door de misstappen en zonden
2 waarmee u de weg ging van de god van deze
wereld, de heerser over de machten
in de lucht,
de geest die nu werkzaam is in hen die
God ongehoorzaam
zijn.
3 Net als zij lieten ook wij allen ons eens beheersen door
onze wereldse begeerten, wij volgden
alle zelfzuchtige verlangens en gedachten die in ons opkwamen
en we stonden van
nature bloot aan Gods
toorn, net als ieder ander.
4 Maar omdat God zo barmhartig is, omdat de liefde
die Hij voor ons heeft opgevat zo groot is,
5 heeft Hij ons, die
dood waren door onze zonden,
samen met Christus levend gemaakt. Ook u bent nu
door Zijn genade gered.
6 Hij heeft ons samen
met Hem uit de dood
opgewekt en heeft ons een
plaats gegeven in de hemelsferen, in Christus Jezus.
7 Zo zal Hij,
in de eeuwen die komen, laten zien hoe overweldigend rijk Zijn genade is,
hoe goed Hij voor
ons is door Christus Jezus.
8 Door Zijn
genade bent u nu immers gered,
dankzij uw geloof.
Maar dat dankt u niet aan uzelf; het is een geschenk van God
9 en geen gevolg van uw daden, dus niemand kan zich daarop laten voorstaan.
10 Want Hij
heeft ons gemaakt tot wat wij nu zijn: in Christus
Jezus geschapen
om de weg te gaan van de goede daden die
God (al) heeft voorbereid.
We zingen: lied 646: 1 en 2
Het Heilig Evangelie vinden wij bij: Johannes 3: 14 – 21
De lezing neemt ons mee naar de tijd na het eerste
Paasfeest dat Jezus met Zijn leerlingen heeft gevierd. Veel wonderen heeft Hij
al gedaan, veel mensen zijn in Hem gaan geloven, maar Hij heeft Zijn doel nog
lang niet bereikt. Hij spreekt al over Zijn einde… maar zó dat de mensen er
niet veel van begrijpen. Luister:
14 De Mensenzoon
moet hoog verheven worden, zoals Mozes in de woestijn de slang
omhoog geheven heeft,
15 opdat iedereen die gelooft,
in Hem eeuwig
leven heeft.
16 Want God had de
wereld zo lief dat Hij
Zijn enige Zoon
heeft gegeven, opdat iedereen die in Hem
gelooft niet verloren
gaat, maar eeuwig leven heeft.
17 God heeft Zijn
Zoon niet naar de wereld
gestuurd om een oordeel over haar te
vellen, maar om de wereld door Hem
te redden.
18 Over wie in Hem gelooft
wordt geen oordeel uitgesproken, maar wie niet in Hem
gelooft is al veroordeeld, omdat die niet wilde geloven
in de Naam van Gods
enige Zoon.
19 Dit is het oordeel:
het licht kwam in de wereld
en de mensen
hielden meer van de duisternis dan van het licht,
want hun daden waren slecht.
20 Wie kwaad doet, haat
het licht; die schuwt het licht
omdat anders zijn of haar daden bekend worden.
21 Maar wie oprecht handelt zoekt
het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat die persoon doet.’
Zalig die het Woord van God
horen en er gehoor aan geven!
Credo
In antwoord op Gods woord willen wij ons geloof belijden door samen te zeggen:
Wij geloven in God, de Almachtige,
Schepper van hemel en aarde.
Vader van mensen,
Moeder
van kinderen, Die ons welzijn zoekt.
Broeder en leraar, in Jezus mens geworden
om ons
leven te delen en te redden,
om voor ons te sterven op het kruis en op te staan,
om een eind te maken aan alle zinloosheid
van
het bestaan.
Geest en inspirator, bijstand en kracht,
voor
allen die in God geloven willen.
Daarom durven wij geloven in Liefde en Trouw,
in warmte en vergeving, in doop en opstanding,
in heden en toekomst.
Voor onszelf, en voor elkaar.
Amen.
Preek
Genade zij u en vrede
van God onze Vader en van Jezus
Christus, onze Heer,
door de Heilige Geest.
Lieve gemeente, vrienden en vriendinnen om Gods
wil!
Een roze
zondag Laetare midden in een paarse tijd. Je moet er maar opkomen!
Een stukje genade, om te
zorgen dat al dat vasten en die terughoudendheid je niet te zwaar gaan
vallen… Zoals ook de zondagen niet mee hoeven te doen met het vasten…
Je zou zomaar kunnen denken, dat dit alles te maken heeft met de
lezing uit Zacharia 8.
Al
die vastendagen,
die daar worden genoemd, die hebben te maken met de Bijbelse
Geschiedenis, en in het bijzonder met de belegering en val van Jeruzalem,
die de Babylonische ballingschap inluidt, en voor sommigen een vlucht naar
Egypte. Dat staat in uw tekst hieronder.
[* Het vasten op de vierde maand (en wel op de 9e dag van die maand) slaat op
het feit dat er een bres werd geslagen in de muur van Jeruzalem (2Kn25:3; Jr.39:2,3;
52:6,7);
* dat op de vijfde maand (en wel op de tiende dag) ziet op het innemen en
verbranden van stad en tempel in 586.v. Chr. (Jr. 52:12; 2Kn25:8 (daar wordt de
7e dag van de vijfde maand genoemd);
* bij de zevende maand (en wel op de derde dag van die maand) moeten we denken
aan de moord op Gedalja (2Kn.25:25; Jr 41:1 etc.) waardoor de achtergeblevenen
dachten in grote moeite te komen en dat de tocht naar Egypte inluidde;
* tenslotte ziet het vasten in de tiende maand (en wel op de tiende dag) op het
moment dat de belegering van Jeruzalem was begonnen (2Kn25:1; Jr39:1; 52:4)]
Dat zijn treurdagen voor het volk in ballingschap
geweest, maar God wil dat Zijn
volk nu vooruit
kijkt, niet dat het omkijkt.
En àls deze dagen in de toekomst,
misschien een nabije
toekomst, dat weet je nooit met Gods beloften,
àls déze dagen feestdagen
worden, dan moet dat betekenen dat Jeruzalem, dat na net
zo’n slachting als in Oost-Goutha, een letterlijke puinhoop is, weer veilig
en levendig zal zijn, een centrum van geloof
en welzijn, het centrum van de wereld.
Oost-Gouta
en Aleppo, en al die andere steden waar we de laatste maanden
beelden van hebben gezien
op de televisie, beelden die we maar al te snel weer hebben vergeten, omdat
het te veel is, omdat het te vér weg is, die zeggen ons misschien
minder dan het verwoeste centrum van Rotterdam, of het platgebrande
Dresden, maar we
kunnen ons vast wel voorstellen
hoe het is om daar te staan,
en niet te weten wáár je moet beginnen! Je gaat eerst maar wat ruimte
maken, denk ik, een beetje ordenen, maar het is zó veel,
je wordt er moedeloos van. Vooral als de
omgeving vijandig is, en je er met een kleine groep iets aan moet doen.
Zo verging het de mensen in Jerusalem na de
ballingschap.
Van tijd tot tijd kunnen we allemaal wel in een dergelijke situatie
verzeild raken. Ik zit zelf in de afwikkeling van Tons overlijden, in een huis waar
dingen al maanden niet meer op hun plaats staan, en ik moet bekennen
dat ik van pure ellende af en toe maar gewoon
TV ga zitten kijken, of een spelletje doen, omdat ik er geen gat in zie. (Gelukkig komt er vanmiddag een
dochter om mij aan te sturen, en om te helpen.)
Anderen hebben zoiets
misschien als je net ziek
geweest bent, en je hebt het gevoel dat je nog niet opgewassen bent tegen de dingen die het leven,
of jijzelf, van je verwacht.
Iedereen kan het overkomen,
op haar of zijn eigen plaats, en gelukkig vaak op een kleine
schaal, geen licht en uitzicht
meer te zien.
En dan is daar God, die zegt: “Over een tijdje, dan komt het weer goed.
Ik Ben er ook nog!
Dat had je misschien vergeten, maar Ik leef
met je mee, Ik werk
met je mee.
Kom op, laten we samen vooruit
kijken!”
Zo geeft Hij
ons weer nieuwe moed,
een nieuw perspectief. En al zou
je maar een kwartier per dag aan de slag gaan, dan kóm
je er doorheen. Dan heb
je een zondag Laetare
in een donkere tijd op weg naar Golgotha.
Laetare: verheug
u met Jeruzalem, bedroefde, juich over haar. We zongen het niet voor
niets aan het begin van de dienst.
En nà Golgotha is het in Jeruzalem dat wordt verkondigd
dat de Heer is opgestaan.
Stromen straks, in de Paastijd, niet mensen
uit allerlei volkeren en met allerlei eigen talen niet
samen, in en rond Jeruzalem om daar God
om genade te vragen en te loven in goed Hebreeuws? Halleluja, הַלְלוּיָהּ
Prijst de Heer! Wij zien in onze eigen tijd
deze belofte uitkomen.
En ook in Jezus’ tijd kwam men van heinde en ver om
de feesten te vieren.
Om te bidden en te aanbidden.
Denk maar aan het verhaal van het Pinksterfeest!
En waar Jezus is, waar straks
de Opgestane is, daar ís Godzelf
bij hen en bij ons... En van Hem
kunnen we leren.
Van Hem
kunnen we leren dat zelfs via Golgotha, waar de Zoon
van God in de hoogte wordt gestoken opdat wij Hem
zien en genezen, dat God
zelfs dan nog van ons kan blijven houden. Onvoorstelbaar.
Op Golgotha zien we de mens in zijn diepste
ellende.
De Mens
met een hoofdletter, maar ook de mensheid, met een heel kleine letter.
Daar zien we waar we toe in staat zijn, als we worden opgejut, (kruist
Hem!) of als we bang zijn voor ons eigen hachje,
als we onzeker zijn, of als iemand ons eigen gelijk bedreigt. Petrus zei nog: ‘Al zal het mijn dood
zijn, maar ík kom voor U op…! en aan het einde van diezelfde nacht
kraaide de haan…
Maar toch zegt Jezus: “Wie gelooft dat God
de wereld zo lief heeft dat Hij
Zijn eigen Zoon er voor over heeft, Zijn eigen Toekomst op het spel zet, ontloopt het oordeel.”
Het oordeel dat wij, door lafheid of luiheid, door zwakheid
of gemeenheid, over ons zelf afroepen.
Maar toch: verheug je! Wees blij dat God zóveel groter en liefdevoller is
dan wij, verheug je, omdat God
in ons gelooft, en
omdat Zijn geloof
ons redt!
Laetare! Wees blij!
Niet alleen om Jeruzalem, maar ook om onszelf en onze kinderen.
Zelfs als hier alles afgelopen lijkt, en we somber bespreken
wie de deur dicht trekt, zegt God:
“Hé, Ik ben er ook nog!
Wie gaat het avontuur met Mij
aan?”
God zal ons, zoals in de Efesebrief staat, door de enorme
liefde waarmee Hij ons liefheeft,
met Christus opwekken
tot leven.
Sterker: door genade
zijn wij al gered!
Hij heeft ons al een
plaats gegeven in de hemelsferen, in Christus
Jezus. Niet straks, maar nu!
In de genade zijn we
gered door het geloof.
Een geloof
dat niet uit onszelf komt, maar dat een geschenk van God
is. Het is God die in ons
gelooft.
En zo zijn het niet de goede werken die
ons redden, dat had
broeder Maarten ook hier kunnen lezen, maar het is pure
genade van God.
In Christus
zijn wij al een nieuwe schepping, en
van ons,
als mensen
in die nieuwe schepping, spreekt het voor God vanzelf dat wij
goede dingen doen. Dingen die spreken
van liefde. Dingen die spreken van onze liefde
voor God, van onze liefde voor mensen,
maar vooral van Gods
Liefde voor ons allemaal. Niemand uitgezonderd.
Lieve, geliefde, mensen, wees blij.
God geeft ons een nieuw
perspectief. Een nieuw leven.
In Gods goede Geest
mogen wij aan de slag.
Amen. Dat is waar!
Muziek
een
stukje uit een concert in D-majeur van J.S. Bach.
Gods liefde is groot
en strekt zich uit
tot alle mensen;
wij kunnen daarin delen: dag aan dag met vriendelijkheid en aandacht,
geld en geduld…
Nu kunnen we er gestalte aan geven, als een goed begin,
in de collecte!
(De
eerste collecte is voor de kerkelijke middelen, de tweede collecte is bestemd
voor het binnenlands diaconaat: ‘Kerken Almere runnen een sociale
supermarkt’. Delen en helen dus!)
Gebed over
de gaven
Wij mochten geld bijeenbrengen
voor anderen, opdat het wereldwijd een zegen
mag zijn voor mensen, en zodat het is
tot eer van Gods Naam.
Laat het dan ook, Heer,
een offer mogen zijn, dat onze dankbaarheid en liefde
voor U en mensen
uitdrukt, omwille van Jezus Christus,
onze Heer, en geef dat het zo tot zegen is. † Amen.
Laten wij zingen: lied 995.
Voorbeden
Laten we danken en bidden: Goede God,
God van licht en genade,
trouwe en barmhartige God.
Wij danken U
dat we U zo hebben mogen leren kennen.
Help ons dan om in alles steeds weer te zoeken naar het licht
dat U voor ons aansteekt.
Het licht dat U door Jezus
in onze wereld, in ons
leven bracht.
Help ons om het kwaad te mijden,
alles wat ons van U en het Uwe
verwijdert…
Kom met Uw Geest,
en leid ons op de weg
naar U, naar Uw koninkrijk, dat we nu al vinden in elkaar.
Wij bidden U voor
deze wereld, die vol is van geweld en oorlog, van rampen in de natuur en op de
weg.
Ontferm U
over al die kwetsbare mensen, dichtbij en ver weg. Vluchtelingen, ontheemden, kinderen…
Wil hun levens helen
en genezen, en laat
ook voor hen een nieuwe toekomst open gaan…
Laat ons zien hoe wij hen kunnen helpen, door gebed of practische hulp, door aandacht
en geld.
Wij bidden ook voor het project in Amersfoort, waarvoor we mochten collecteren…
Genadige God, wij danken
U voor de vele goede
dingen die we ook telkens weer mogen ervaren.
Wij zijn zo rijk
aan mogelijkheden en ervaringen.
Wij bidden voor hen die nu gaan deelnemen
aan de Paralympics, voor al
die geweldig dappere mensen die een groot voorbeeld voor ons
allemaal mogen zijn, en die bij elke uitdaging en tegenslag zeggen: Ja,
ik kan het en ik wil
het, en ik ga het doen! Wil hen allemaal zegenen, zodat er
niet door domme pech of menselijke fouten nare dingen gebeuren, maar dat
zij een voorbeeld
mogen zijn van de nieuwe wegen
die U met mensen gaat in donkere
tijden.
Op deze ‘roze’ zondag Laetare
bidden wij U voor hen die
zich Gay noemen, vrolijk, voor heel de LBTGH gemeenschap, want wij weten dat in heel veel landen hun
bestaan wordt bedreigd. Wij weten dat velen hen het liefst zouden uitroeien. U
gaf hen Uw liefde. Ook deze
liefde. Ontferm U!
Voor ons als Gemeente als geheel bidden wij U
om wijsheid en een luisterend oor, een open hart. Help
ons open staan voor de Toekomst die U
voor ons al ziet, maar die voor ons nog zo vaag
is. Kom met Uw
Heilige Geest in het bijzonder mee met
alle overleggingen en beslissingen.
Dat het Uw wil mag zijn, en
niet de onze, dan zal het de goede weg zijn die wij zullen gaan.
Goede God, die dicht bij mensen wil zijn, wij danken
U voor Uw nabijheid
in ons midden, en in onze gemeenschap. Wij denken nu in het
bijzonder aan de mensen die hier niet zijn, omdat ze niet konden door drukte
of door ouderdom, handicap of ziekte…
U kent hen stuk voor stuk. In het bijzonder
denken wij aan Teun en Leny, maar ook aan al die mensen in onze eigen
kleine kring die met het kwaad van de chemo vechten tegen het kwaad van hun ziekte.
Voor alle artsen bidden wij om Uw
wijsheid; en dat zieken en artsen hun steun bij de eeuwige God
blijven zoeken.
Ach God,
er zijn er zoveel, voor wie wij Uw
hulp vragen…
Vluchtelingen, belegerden, kwetsbare kinderen, deelnemers aan het verkeer,
vervolgde Christenen, wereldleiders… U
weet wat zij en wij nodig hebben.
In Uw
handen leggen wij hun levens
en het onze, en met Jezus,
die het ons leerde, zeggen wij tegen U:
A:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd
Uw Rijk kome
Uw Wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals wij vergeven onze schuldenaren
en leid ons niet in verzoeking
maar verlos ons van het kwade!
Slotlied: lied 913:1 en 2
(Na de zegen, zingen we, in plaats van het ‘Amen’:
vers 4 )
Zegen:
Gods zegen draagt ons door dood en doop heen naar het
leven in eeuwigheid.
Gods Geest geeft ons de woorden van eeuwig leven in de mond, en de moed in ons
hart om die te spreken.
Gods geliefde Zoon gaat aan onze zij, wanneer we hier vandaan gaan.
Zo zijn we dan gezegende mensen,
† in de Naam van de Vader en de Zoon
en de Heilige Geest.
Amen
Amenlied: 913:4
En
dan is er koffie...