Vanaf
21.45 uur zingt het Singin-koor bij het
binnenkomen: 1
Nu zijt wellekome 3 coupletten 2
Er is een Kindeke geboren op aard 3 coupletten 3
Stille Nacht 3 coupletten.
Consistoriegebed:
Jezus Christus, onze Heer,
waar U verschijnt
gaan blinden zien
en doven horen
en ontvangen armen het Evangelie.
Barmhartige
Meester,
Waar U zich openbaart
krijgen
zij die treuren troost,
zij die schuldig staan vergeving,
zij die huilen vreugde.
U bent de Trooster in elk verdriet.
Daarom
bidden wij:
ontfermt U zich over mensen
die eenzaam zijn,
die gebogen gaan,
die vervolgd worden,
de genegeerd worden,
die geliefden hebben verloren
aan het leven of aan de dood.
Wij
prijzen Uw Naam, goede God.
U bent onze Heelmeester.
Wij loven dat U bent die U bent:
Bevrijder en Heelmaker van mensen.
Amen
Afkondigingen
en aansteken van de kaarsen.
1. U ziet op de eerste rij een knuffel, een grote haas. Die zit daar met een
reden. Een collega heeft gevraagd of we dat wilden doen, als teken, als
plaatsvervanging van een kind dat er had moeten (kunnen) zitten, maar helaas,
het kinderpardon werkte niet, en men zette dat kind zonder pardon het land uit.
Die haas vraagt uw aandacht (en uw gebed) voor de kinderen die onder het
kinderpardon (zouden moeten) vallen.
2.
De voorzitter van ons kerke(n)raad, Hans Ruppert, doet u vanuit Hanoi (Vietnam)
de hartelijke Kerstgroeten. Hij is daar met zijn volwassen gezin en een
kleinkind; dit is een reis die al geboekt was lang voor het al dan niet
doorbestaan van deze gemeente een aandachtspunt werd.
In verband met ons allen hier denkt hij aan lied 416:
Wij zijn hier aanwezig in de Naam
van de Vader
en de Zoon
en de Heilige
Geest.
Amen
Onze Hulp
is in de Naam
van de Heer
die hemel en aarde gemaakt heeft.
Heer,
vergeef ons al wat wij misdeden,
en laat ons weer in vrede leven.
Amen.
Zo lief
had God deze wereld, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon
gegeven
heeft, opdat ieder die in Hem gelooft
aan het verderf
ontkomt, en eeuwig leven
hebben mag!
Introïtus:
-De Antifoon is: voorzang God sprak
tot mij
-
De psalm is: psalm 2: 1 en 2
-Nogmaals de Antifoon: allen
Ere
zij de Heer die Een is en driemaal meer dan wij kunnen denken!
Laten
we de Heer aanroepen om ontferming met
de nood van deze wereld,
- die is ondragelijk groot – ons hart bloedt om kinderen op de vlucht,
om kinderen die geen pardon krijgen, om wanhopige ouders, op weg naar het
beloofde land, waar geen herberg voor hen is, en om zoveel anderen -
maar laten wij dan toch ook Zijn Naam prijzen,
omdat er aan Zijn barmhartigheid
geen einde komt! En die is groter dan al ons leed.
Dat mogen wij hier bij Hem
neerleggen.
Zondagsgebed
Heer, onze God,
U, die deze nacht in de glans van het ware
Licht hebt doen stralen, U
bidden wij dat ook wij ooit in de Hemel
mogen meegenieten van de vreugde
van dit Licht, waarvan U
het geheim op aarde hebt geopenbaard in Jezus
Christus, onze Heer,
die om ons geboren werd als een Kindeke klein, een Kindeke teer,
net als alle mensen. Dank U wel
om Hem!
Amen.
Het
koor zingt:
O
kindeke klein, o kindeke teer
Gij zijt ons uitverkoren Heer
Ik geef u heel het harte mijn
Ach, laat mij altijd bij u zijn
O kindeke klein, o kindeke teer!
Lezing Oude Testament: Jesaja 8: 23b- 9:7 Dit zijn twee
profetieën.
Licht in de duisternis
23b Zoals het land van Zebulon en Naftali
in het verleden smadelijk bejegend is,
zo wordt weldra eer bewezen aan de kuststreek,
het Overjordaanse én het domein
van andere volken.
---------------------------
9:1 Het volk dat in duisternis
ronddoolt
ziet een schitterend licht.
Zij die in het donker wonen
worden door een helder licht beschenen.
2 U hebt het volk weer groot gemaakt,
diepe vreugde gaf U
het,
blijdschap als de vreugde bij de oogst,
zij jubelen als bij het verdelen van de buit.
3 Het juk dat op
hen drukte,
de stok op hun schouder,
de zweep van de drijver,
U hebt ze verbrijzeld,
zoals Midjan destijds.
4 Iedere laars die dreunend
stampte
en elke mantel waar bloed aan kleeft,
ze worden verbrand, een prooi van het vuur.
5 Een Kind is
ons geboren, een Zoon is
ons gegeven;
de heerschappij rust op Zijn
schouders.
Deze namen zal Hij
dragen: Wonderbare raadsman,
Goddelijke held, Eeuwige
Vader, Vredevorst.
6 Groot is Zijn
heerschappij,
aan de vrede zal geen
einde komen.
Davids
troon en zijn rijk zijn erop gebouwd,
ze staan vast, in recht
en gerechtigheid,
van nu tot in eeuwigheid.
7 Daarvoor zal Hij zich
beijveren,
de Heer van de Hemelse machten.
Wij zien uit naar de Koning
in Eeuwigheid, die dit
alles voor allen en voor altijd waar zal maken, en zingen: lied: 461:1 en 4,
Epistel: Titus 2: 11-14
‘Het
is onze taak’, schrijft Paulus,
‘om de Heer een sieraad
te zijn door onze manier van omgaan met elkaar’. Hij gaat verder:
11. Voor alle mensen
verscheen de reddende
genade van God,
12. die ons er toe opvoedde, dat we niets meer te maken willen
hebben met de goddeloosheid en de verlangens van het bestaan
in deze wereld,
en dat we wijs en recht
en godsdienstig zouden leven in deze tijd....
13. Daarbij ontvangen we de gezegende hoop, ja, de manifestatie
van de glorie van de grote God
en van onze redder
Jezus Christus,
14. die Zichzelf
voor ons gegeven
heeft om ons lós te kopen
van elke schending van de wet,
en om Zich een bijzonder
volk te reinigen,
dat de goede werken vurig is toegedaan...
Psalmwoord: Halleluja.
Laat de Hemel verheugd zijn, de aarde
juichen voor de Heer,
want Hij is in aantocht.
In aantocht is Hij
als de redder van de aarde.
(Psalm 96:11a, 13a)
HALLELUJA!
Wij
zingen: lied 473:1
Het
Heilig Evangelie staat geschreven bij: Lucas 2: 1 – 14
Hiervóór wordt verteld over de geboorte van Johannes de Doper. Zijn vader
loofde God bij zijn
geboorte. God, Die dit
kind zou gebruiken om de wereld voor te bereiden op de redder die komt van God,
Die naar ons zal omzien,
om hen te beschijnen, die gezeten
zijn in duisternis
en schaduw van de dood, en Die onze voeten
zal richten op de weg van de vrede.
Dan staat er: Het kind groeide op en werd gesterkt door de Geest. En hij
vertoefde in de woestijnen tot op de dag dat hij zich aan Israël vertoonde…
Nu gaat Lucas verder met onze lezing (GNB):
1 Wat gebeurt er: in die tijd
kondigde keizer Augustus het besluit af
dat iedereen in zijn wereldrijk zich moest laten inschrijven.
2 Deze eerste registratie vond plaats
toen Quirinius gouverneur was in Syrië.
3 Iedereen ging op weg naar de plaats waar hij vandaan kwam, om zich daar te laten inschrijven.
4 Ook Jozef ging van Nazareth in Galilea
naar Judea, naar de geboortestad van
koning David, Betlehem geheten, want hij
stamde uit het geslacht van David.
5 In Betlehem liet hij zich inschrijven samen met Maria,
zijn a.s. vrouw, die in verwachting
was.
6 Wat gebeurt er: toen ze daar waren,
was het de tijd dat het kind geboren moest worden.
7 Maria bracht een zoon ter wereld,
haar eerste. Ze wikkelde Hem in doeken
en legde Hem in een voederbak, want er
was in de herberg geen plaats voor hen.
8 In de omgeving daar waren herders die
buiten de nacht doorbrachten om de wacht
te houden bij hun kudde.
9 Opeens stond er een engel
van de Heer voor hen, en de glorie
van de Heer
omstraalde hen. Ze werden verschrikkelijk bang,
10 maar de engel zei: ‘Wees
niet bang! Want luister, ik breng u een blijde tijding, die voor
het hele volk bestemd is.
11
Vandaag is in de stad van David uw Redder geboren: Christus, de Heer.
12 12 Dit zal voor u het teken zijn:
u zult een Kind vinden dat
in doeken gewikkeld is en in een voederbak
ligt.’ 13 En ineens was er bij
de engel een hele menigte andere engelen
uit de hemel, die allemaal God loofden:
(Koor en gemeente:) = Lied 487
15 Wat gebeurt er: Toen de engelen
naar de hemel waren teruggekeerd,
zeiden de herders tegen elkaar: ‘Kom! Laten we naar Betlehem
gaan.
De Heer heeft ons bekendgemaakt
wat er gebeurd is;
laten we gaan kijken.’
Zalig die het woord van God horen
en er gehoor aan geven!
Laten wij zingen! Lied 503: 1 en 2
Credo.
In antwoord op Gods Woord zingen wij samen:
(Credo
Westering)
Men
gaat zitten!
Preek
Genade zij u en vrede
van God onze Vader en van Jezus
Christus, onze Heer,
door de Heilige Geest.
Duisternis. Daar begint het mee.
Heel de schepping is in duisternis gehuld, dan roept God
het Licht, en het leven
kan beginnen.
Heel ons bestaan is een geschenk van God.
Licht en leven maakt de Heilige bij de schepping mogelijk, allerlei
leven, en, als een toegift haast, ook nog de mensheid.
In het Paradijs,
toen de mensen nog héél dicht bij hun Schepper leefden, en dat wisten, dat dagelijks konden ervaren, tóén ging het mis,
omdat we een grens overschreden. Een grens die de Aanwezige
aan de mensen had gesteld.
Want ze moesten wel onderscheid maken tussen Hem
en henzelf. Je kunt heel vertrouwelijk
met God omgaan, dat
vindt Hij ook fijn, maar een mens is geen God.
Laat dat duidelijk
zijn!
Helaas ging het mis.
Toch, telkens weer probeert
de Heilige nieuwe openingen
te maken, nieuwe aanrakingspunten.
Maar het lijkt wel alsof er telkens duistere
krachten zijn, die deze toenaderingspogingen frustreren.
Eerst de zondvloed en dan Noach…
Maar de mensen hebben er niets van geleerd.
Dan Abraham,
een vriend van God, die wèl
gehoorzaam was, alleen net niet genoeg geloofde, en niet wilde wachten op de
beloofde zoon, en maar alvast een slavin van zijn vrouw
bezwangerde, zodat we met een Palestijnenprobleem zitten.
Toch hield de Heilige Zich aan
Zijn belofte,
en inderdaad: een groot
volk werd het nageslacht van Abraham. Een volk dat letterlijk het licht
heeft gezien bij de verbondssluiting op de Sinaï, dat kun
je toch wel zeggen!
En toch… telkens weer gaat het op kleine of grote schaal
mis.
En telkens weer vecht
de Aanwezige een taaie
strijd om het hart van dit volk, een
strijd om de
harten van Zijn mensen voor Zich te winnen.
Vele profeten
zijn er al op af gestuurd.
Een van de grootsten, in het besef van het Joodse volk, was Jesaja.
Hij ziet dat Juda en Jeruzalem, waar toch de tempel staat,
die dus heel dicht bij God
zijn, zich hebben afgekeerd van de oprechte dienst
aan de Heer.
Ze leven in duisternis. Hun hart is verblind,
en ze zien niet meer waar het om gaat in het leven.
Jesaja
waarschuwt ze dat ze ten onder gaan als ze zo
doorgaan, maar dat de streken
waar zij zo op neerkijken, omdat ze denken dat daar de zuivere
leer niet wordt verkondigd
en de juiste
leefregels niet
worden gevolgd: Galilea, Transjordanië etcetera, die zij heidense
volkeren noemen, wél bij God
in ere staan.
Zebulon en Naftali, Galilea,
waar we later Jezus zien rondgaan
en wonderen doen,
de streken aan de kust en het Over-Jordaanse, waar Hij heen zal gaan om Gods
woorden te brengen, het Evangelie, van Gods genade…
Zij mogen er helemaal bij horen.
Maar er is ook een belofte voor het land dat in duisternis
gehuld is.
De Messias
zal daar geboren worden.
Wij lezen deze profetie maar àl te makkelijk als een invulling van de eer en de zegen
voor Naftali en Zebulon, en al die anderen.
Maar dan lezen we niet
goed. Dan rukken we die uit het verband waarin die staat.
Het volk
dat in duisternis leeft, dat zijn níet de volkeren, niet Zebulon en
Naftali, maar dat is Juda zelf, dat is Jeruzalem, waar de Heilige
toch verbonden is met de tempel, en waar ze Hem
niet zien, Hem niet
van harte eren.
Ook in díe duisternis zal een groot licht
óp gaan. ‘Zij die in het donker wonen worden door een helder
licht beschenen’, staat er.
En dàn een visioen
van hoe het ooit zal zijn.
Oorlogsgeweld zal zijn vernietigd, soldatenlaarzen en uniformmantels,
alles wat met bloed en geweld heeft te maken, wordt ontmaskerd,
wordt krachteloos
gemaakt.
Er zal vreugde zijn
als bij de oogst!
Een groter tegenstelling kun je je niet voorstellen! Oorlog
laat een spoor van vernietiging
achter, we hoeven de televisie maar aan te zetten, om de beelden
vrijwel dagelijks te zien. Daar ís geen sprake van oogsten.
Maar de vrede die God
belooft, is juist het tegenovergestelde!
Daar mogen we ons op verheugen.
Ja, maar… denkt er al een slimmerik die goed heeft opgelet:
er staat toch
dat het al gebeurt en al gebeurd ís!
Dat klopt, en dat ligt aan de structuur van het Hebreeuws.
In onze taal heb je drie tijden. Die omvatten het verleden,
heden en toekomst.
Maar in het Hebreeuws ligt dat anders: je hebt de tegenwoordige
tijd, er gebeurt iets dat nog niet afgelopen is, ook is er
een vorm die aangeeft dat iets nu bezig is te
gebeuren, (ik ben aan het preken) en je hebt de rest.
Dat kan onze voltooid verleden tijd zijn, of een toekomst. Ik heb
gepreekt. Na het amen. Of ik zal preken. Volgend jaar waarschijnlijk.
Die tijdsaanduiding kan dus op twee manieren worden vertaald.
Het is gebeurd, of het zal gebeuren.
Maar als God iets bedenkt
en wil, dan is het voor Hem al werkelijkheid,
terwijl het in onze situatie nog moet gebeuren. Een belofte!
Het staat vast.
Wij mogen Jesaja lezen als: het is gebeurd. Zeker
weten. En Lucas bevestigt dat.
Voor de eerste toehoorders van Jesaja was het een hoopvolle toekomst.
Het zòù gebeuren.
En ja, het geschiedde! Als dàt er in het Hebreeuws of het Grieks staat, dan betekent
het dat er iets van Godswege
gebeurt.
De Hemel heeft er de hand in.
Het is opnieuw een actie van GodZelf
om het weer goed te krijgen tussen ons en Hem.
Want we gaan Hem ter harte!
Er is niet zomaar een keizer die bedenkt dat er eens een goede
registratie van
al zijn onderdanen en hun bezittingen moet komen, zodat hij
effectiever belasting
kan heffen.
Nee, de Aanwezige Zelf
zit daar achter.
Want dat tellen, zo’n registratie,
dat mocht is Israël alleen gebeuren als er een Jubeljaar was. Als er eens
in de vijftig jaar de zaken worden hersteld. In een Jubeljaar moet een slaaf vrijgelaten
worden, en een stuk land, dat aan iemand van buiten de stam is verkocht, moet teruggegeven
worden aan de stam. Het is een jaar van herstel.
Kortom: God roept een Jubeljaar
uit, en laat keizer Augustus denken, dat hij het helemaal zelf heeft bedacht.
Maar hoe dat ook zij: de Heer
grijpt nu Zelf in!
Laat Augustus maar keizertje
spelen.
God gebruikt hem om Zijn
beloften uit te
laten komen: het Koninklijk Kind
wordt geboren in Bethlehem, de stad
van koning David, een voorvader van Josef. Van Maria
waarschijnlijk ook.
Het geschiedde dat Maria bevallen
moest in Bethlehem.
Tegenwoordig menen de medici te weten, dat het kind de aanzet geeft tot de bevalling.
Gods Zoon
kiest dus de juiste tijd en de juiste
plaats uit.
De Redder, de Messias, díe moest geboren worden in Bethlehem.
Over Hem spreken de Engelen, in hun boodschap aan
de herders.
Pas acht dagen later, als het kind wordt besneden, krijgt het een naam.
Jezus. God redt. Jehoshoeang op zijn
Hebreeuws.
Hij heet dus net als Jozua,
die het volk
van God het Beloofde
Land
mag binnenbrengen.
Na de Engelenzang geschiedde het dat de herders gingen kijken,
en vervolgens als getuigen van dit grote wonder, als eersten mochten verkondigen
dat God Zijn
beloften heeft gehouden, dat de Messias, die alles zou herstellen,
was geboren. Wat waren ze blij!
J
Ze konden het niet voor zich houden!
Ze waren de eerste Evangelisten!
Alleen schreven ze het
niet op, ze riepen
het uit!
Zo blij mogen wij ook zijn,
want ook voor ons is dit grote geschenk van God
gekomen. Ook voor ons is Hij
gekomen, die herstel brengt, die de dingen weer goed
maakt, die wij in onze angst, in onze hebberigheid voor anderen en
ons zelf hebben verknoeid. Nee, dat betekent niet dat God
voor ons het CO2 probleem oplost, maar Hij
geeft ons wel de middelen om dat te
doen… En mensen
worden nog steeds ziek, maar de dood is niet het einde.
De dood is na de Opstanding van Jezus
een nieuw begin.
Ook voor ons.
En het enige wat wij hoeven te doen, is doen wat Jezus
deed: van de mensen houden, en zó laten zien dat wij veel om God geven.
En doorgeven, dat God
van mensen houdt.
Wij mogen net als de herders het goede nieuws brengen. En
dat in ons leven laten zien.
Dan zijn we voor de Heer
een sieraad
wanneer Hij terug
komt; dat zijn we vanzelf als we de goede dingen doen, waar Hij op hoopt.
Want we vieren niet alleen feest
omdat Hij is geboren
en Gods beloften
heeft vervuld, maar we vieren ook en vooral feest
omdat Hij terugkomt,
omdat Hij al onderweg is.
Dus: Houd van God en van elkaar.
Dan hebben we allemaal een zalig Kerstfeest,
en een vreedzaam
2019.
Verander de wereld, en begin bij jezelf. Het kan!
Een bekende spreuk is: God
houdt van ons, zoals we zijn, maar Hij
houdt teveel van ons, om ons zo te laten. J
De Geest van God, die van alle mensen houdt, ook
van iedereen hier, zal ons graag daarbij
leiden en helpen.
Amen.
Muziek
Orgel: Licht in de nacht, een ster schijnt door de wolken…
God
heeft ons vele gaven geschonken,
om ons blij te maken, maar ook om ons de gelegenheid te geven anderen blij te
maken, door er van te delen.
Nu kunnen we dat doen in de collecte.
De tweede collecte is voor de Kachin. Een Christelijk volk uit Myanmar op de
vlucht. Zie Collectedoel
Vergeet niet dat Maria en Josef zelf met hun Kind moesten vluchten naar Egypte.
Zij kregen misschien kostbare geschenken van de wijzen uit het Oosten, zodat ze
voor hun onderdak konden betalen, maar nu is het aan ons, om voor de
vluchtelingen hetzelfde te doen als die wijzen.
Achter op de liturgie staat het hele verhaal.
U kunt een sieraad voor God zijn, als u veel meer geeft dan u van plan was.
Collecte
Gebed over de gaven
Heer, die ons alles hebt gegeven dat
er toe doet, dank U
dat Uw Liefde Mens
werd in Jezus.
Daarbij
vergeleken zijn onze gaven klein en schamel, maar wil ze toch aanvaarden,
en wil ze gebruiken, tot eer
van Uw Naam.
Amen.
Lied 506: 1 en 2
Voorbeden
Laten we danken en bidden:
Goede God, dank U, dat U telkens weer mensen hebt gezonden naar deze wereld, om
ons te herinneren aan U en aan Uw liefde.
Profeten, maar ook mensen als onze ouders en leerkrachten, die ons over U
vertelden, wij danken U voor hen. Help ons door Uw Heilige Geest om ook zo het
Evangelie door te geven aan mensen die dichtbij ons staan.
Zo bidden wij U:
Heilige
God, wij danken U, dat U in Uw Zoon ons leven hebt willen delen. U hebt onze
angsten en pijn, verdriet en zorgen van heel dichtbij meegemaakt. Wij danken U
voor Jezus, wij bidden U voor allen die die op de vlucht zijn, voor alle ouders,
die wanhopig hun best doen hun
kinderen een leven te gunnen, voor alle kinderen die hun ouders kwijt geraakt
zijn onderweg, bescherm hen allen, voor alle Christenen die om hun geloof worden
vervolgd, vandaag bidden wij in het bijzonder voor de Karchin.
Zo bidden wij U:
Liefdevolle
Vader, wij danken U voor Uw liefde. Wij bidden U voor alle slachtoffers van
oorlog en geweld, natuur en verkeer. In het bijzonder bidden we voor de
slachtoffers van de recente tusnami, en voor hen die nog lijden onder de gevolge
van de grote tsunami van 2004.
Wij bidden U voor onze zieken, zoals voor Wil Visser, Wilma, envoor hen die hier
niet kunnen zijn, om hun situatie thuis, om hun gezondheid, omdat ze leven met
gemis. Voor allen die iemand missen, en daardoor moeite hebben met al die
feestelijkheden willen we U bidden, in het bijzonder denken we aan mevrouw Kater
en haar gezin… en we bidden in stilte voor hen die we voor U willen noemen…
Zo bidden wij U:
Samen
bidden wij U zoals Jezus zelf het ons leerde:
Onze
Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd
Uw Rijk kome
Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
En vergeef ons onze schulden,
Zoals wij aan anderen hun schuld vergeven
En leid ons niet in verzoeking
Maar verlos ons van het kwade
Wij zingen ons Slotlied 463: 1a, 2m, 3v, 6m, 7v, 8a
Staande!
Zegen:
Het Kind in de kribbe moge Koning
zijn in onze harten.
Gods welbehagen in mensen moge ook aan ons
zijn af te lezen.
Het licht van Kerst moge ons leven doorstralen.
† Daartoe zegenen ons de Vader,
de Zoon en de Heilige
Geest!
Amen.
We
zongen het klassieke Ere zijn God!
Daarna
was er glühwein en kerstbrood, terwijl buiten de Kerstvuren brandden.
We wensen elkaar en u en jou een gezegend Kerstfeest, en een mooi, gezond en zinvol 2019
Medewerkenden
Organist: Edwin Fredriks
Koor: Sing-in o.l.v. Désirée
Wijma
Voorg. Gea Voerman – van
Haselen
Hun dorpen zijn in brand gestoken. Duizenden vluchtelingen zitten klem in het oerwoud,
onder wie meer dan 50 duizend kinderen, gehandicapten en zwangere vrouwen. Zij
hebben ondersteuning nodig, onder andere in de vorm van medicijnen en voedsel.
Al
jaren is er een gewapende strijd aan de gang in Kachin, een regio in het
noordoosten van Myanmar. Het Kachin Onafhankelijkheidsleger vecht hier met het
Birmese overheidsleger. De voornamelijk christelijke Kachin zou
zelfbeschikkingsrecht zijn toegezegd in 1948, wat nooit gestalte is gegeven. Bij
het aan de macht komen van Aung Suu Kyi was er hoop dat dit wel zou gaan
gebeuren, maar het tegendeel vond plaats, etnische conflicten laaiden
juist op. Het bekendste drama momenteel in Myanmar betreft de Rohingya,
die massaal naar Bangladesh vluchtten. Ook de
Kachin zijn op de vlucht; naast 130.000 Kachin die al jaren in kampen
verblijven zijn er recentelijk 6.800 Kachin verdreven uit hun leefomgeving. Zij
bevinden zich veelal in het oerwoud en hebben medicijnen en voedsel nodig.
Sommigen zijn vorig jaar door China teruggestuurd naar Myanmar, anderen hebben
hun heil gezocht in de stad Myatkyina. Het gaat hier om een van de vele etnische
conflicten in Myanmar, waar ook grondstoffen een rol in spelen. In de regio
Kachin is namelijk jade en amber te vinden. Laat de christelijke Kachin die op
de vlucht zijn niet in de steek, maar ondersteun deze mensen die voor het geweld
hebben moeten vluchten met medicijnen en voedsel. Steun
dit werk!!!
U kunt dit werk ook steunen door uw bijdrage over te
maken op rekening NL89 ABNA 0457 457 457 t.n.v. Kerk in Actie te Utrecht, o.v.v.
het projectnummer