Jacobus Pieter van Leliveld

Dordrecht 11 november 1939 

Utrecht 11 februari 2010

Bij binnenkomst klinkt muziek: Time to say goodbye (Andrea Bocelli)

Quando sono solo sogno all'orizzonte
 e mancan le parole
Si lo so che non c'è luce in una stanza
quando manca il sole
Se non ci sei tu con me, con me
Su le finestre
Mostra a tutti il mio cuore che hai acceso
Chiudi dentro me la luce che
Hai incontrato per strada

Con te partirò
Paesi che non ho mai
Veduto e vissuto con te
Adesso si li vivrò
Con te partirò
Su navi per mari
Che io lo so
No no non esistono più
Con te io li rivivrò

Quando sei lontana sogna all'orizzonte
e mancan le parole
e io si lo so che sei con me con me
tu mia luna tu sei qui con me
mio sole tu sei qui con me con me
con me con me

Con te partirò
Paesi che non ho mai
Veduto e vissuto con te
Adesso si li vivrò
Con te partirò
Su navi per mari
Che io lo so
No no non esistono più
Con te io li rivivrò

Con te partirò
su navi per mari
che io lo so
no no non esistono più
con te io li rivivrò
con te partirò
Io con te

When I'm alone I dream on the horizon
and words fail
Yes, I know there is no light in a room
Where the sun is not there
If you are not with me
at the windows
Show everyone my heart which you set alight
Enclose within me the light
you encountered on the street

Time to say goodbye,
To countries I never saw
and shared with you
Now, yes, I shall experience them
I'll go with you
on ships across seas
Which I know
No, no, exist no longer
With you I shall experience them

When you are far away I dream on the horizon
And words fail
And yes I know that you are here with me
You, my moon, are here with me
My sun, you are here with me, with me,
With me, with me

Time to say goodbye,
To countries I never saw
and shared with you
Now, yes, I shall experience them
I'll go with you
on ships across seas
Which, I know
No, no, exist no longer
With you I shall re-experience them

I'll go with you
on ships across seas
Which, I know
No, no, exist no longer
With you I shall re-experience them
I'll go with you,
I with you

Lieve mensen, wat fijn dat U hier allemaal bent.
Wij herdenken vandaag een man die verschil heeft gemaakt in de levens van anderen, op zijn eigen stille manier – zonder op de voorgrond te willen treden: Joop van Leliveld.

Namens de familie wil ik hier wat anecdotes ophalen, en daar mag echt wel om gelachen worden, want dat paste ook bij Joop, maar het wordt niet een hele levensloop van a-z.
Als er straks nog mensen dingen willen aanvullen, dan zijn ze van harte welkom om dat te doen.
Maar al pratend zijn deze dagen allerlei kleine herinneringen boven gekomen, die bijdragen aan het beeld dat we hebben van deze harde werker, die het nooit te veel was om iets voor een ander te doen.
Bejaarde klanten zette hij de drukke straat over, bezorgen deed hij ook met liefde, en met een vriendelijk gezicht. Hij was zelfs ’s morgens héél vroeg, als de vrachtwagen kwam, altijd prettig, want die mensen moesten ook hun werk doen, zei hij dan.
Hij had aandacht en liefde voor mensen, dat was heel wezenlijk. Dat is zeker de reden geweest waarom hij en zijn vrouw Reina destijds tot Superburen zijn uitgeroepen. Ze hebben het volop verdiend!

Ik spring misschien aanstonds een beetje van de hak op de tak, maar in deze volgorde kwamen de herinneringen boven, en dat wilde ik ook maar zo laten…

Sterrenteam.
Joop werkte bij René in de zaak, en de laatste jaren werkte hij veel met Fabian samen. Ze vormden een goed team, want als de een iets niet lukte, loste de ander het op, en omgekeerd, en samen kwamen ze er altijd uit.
Wie had gedacht dat Joop nog een hele loopbaan in de computertechnologie zou krijgen, nadat hij in 2005 met pensioen ging, en de deur van de winkel voor altijd achter zich dicht trok? Maar hij deed het werk met plezier, een nieuwe uitdaging gaf hem kracht om door te gaan. Samen met Fabian vormde hij  een echt Sterrenteam, en daar was hij trots op.  Hij kon goed samenwerken.

Dat was vroeger in de zaak ook zo, al hadden Joop en Reina wel altijd hun eigen afdeling, waarin ze elkaar vrij lieten en respecteerden. Niet dat er nooit iets mis ging: Joop liep wel eens over van goede wil, dus als een klant ergens naar vroeg, zei hij: ‘o, hier is vraag naar’. En dan liet hij het komen. Dus als de klant er een tweede keer naar vroeg, was het er ook. Alleen… de klant vroeg er niet altijd een derde keer naar.  En dan werden de winkeldochters geboren.

Iets heel anders: een paar jaar geleden was Joop aan het stoeien met René, maar die greep hem zó stevig bij de neus, dat Joop nog weken met een blauwe neus rondliep, en vertel dàn maar eens in Utrecht dat je echt niet drinkt! Dus daarna, zodra René in de buurt kwam, hield Joop nadrukkelijk zijn hand voor de neus… dus wie hem dat wel eens heeft zien doen, weet nu waar het vandaan komt.

In zijn jeugd was hij een echte wildebras, samen met zijn broer Arie. Die twee maakten het ook wel eens erg bont, bijvoorbeeld toen ze met een gewone paraplu probeerden parachute te springen vanaf de zolder. Opa gooide voor straf naar ze met een kleerhanger en dat werd nog een bloederige aangelegenheid, waar iedereen van schrok. Normaal gooide Opa met een schoen, dat kon minder kwaad.

Ach, de twee jongens probeerden ook eens op een matras te varen op de Vest in Dordrecht, waar ze hun jeugd doorbrachten. Ze zijn niet heel erg ver gekomen.

Joop was in die tijd wel een brutaaltje, en hij had altijd een weerwoord klaar, met als gevolg dat hij nog eens van school naar huis werd gestuurd. Hij vond het niet erg, want hij had natuurlijk groot gelijk, volgens hemzelf.

Joop kon alles, maar had geen bijzondere neiging tot huishouden (dat was Reina’s afdeling) of kokkerellen, maar twee gerechten waren zijn specialiteit: pannenkoeken in de vacantie, én op koninginnedag, vaste prik, en verder: leverragout.
Vorige week zondag heeft hij die nog gemaakt, maar na de chemotherapieën had hij zelf vrijwel geen smaak meer. En zo zout als die keer hadden ze het thuis nog nooit gegeten. ‘Of hij de zoutpot had omgekeerd totdat hij zelf ook iets proefde?’ was de vraag van de familie, die het wel bijna allemaal heeft opgegeten, want het is een hecht en liefdevol gezin. Maar zelf heeft hij er ook smakelijk om gelachen.
Zo was hij wel.
Trouwens, die ragout maakte hij al in zijn jonge jaren.
Hij schijnt zelfs wel eens kroketten te hebben gemaakt, maar Reina heeft ze zelf nooit geproefd.
(
Zus Lena knikt: die kroketten, dat is waar!)

In zijn Militaire Dienst werkte Joop in de keuken, maar of hij daar ooit leverragout heeft mogen maken vermeldt de historie niet.

Terug naar het heden: Joop wist nog maar 3 maanden dat hij ernstig ziek was. Veel mensen waren de laatste tijd met Joop bezig, en het is opvallend hoeveel mensen zich de laatste week van zijn leven hadden afgevraagd hoe het met hem ging. Ontmoette je hem, dan was hij altijd positief en opgewekt. Dat hij doodmoe was, wist alleen het gezin. Maar zeggen deed hij dat nauwelijks.
Hij had een doel, en dat was beter worden, verder leven.
Hij zag, net als altijd, uit naar de vacantie, want daar leefde hij voor.
Hij heeft nooit gezegd: voordat ik er niet meer ben wil ik nog eens hierheen of daarheen, want als je dat deed keek je tegen het einde aan, en daar was hij nog lang niet aan toe.
Ja, Wenen, daar wilde hij nog wel eens heen, als hij beter was, al was hij ook heel erg een man van de bergen.
Eerst in Oostenrijk, later steevast in Zwitserland.
En vacantie, dat wil zeggen: ander eten. Nu hield Joop thuis niet van gesmolten kaas, en die weigerde hij daar ook te eten. Totdat Sjanie hem overhaalde een Käseschnitt te proeven, die volgens hem stonk naar verrotte kaas, maar heerlijk bleek te zijn.
Verrotte kaas bleef wel een standaardgrapje.

Aan dingen hechtte Joop niet zo voor zichzelf.
Al was hij destijds wel heel trots op zijn nieuwe auto, toch mocht René die lange tijd gebruiken voor de opbouw van zijn zaak, totdat hij er zelf een kon aanschaffen, en ook Sjanie heeft er in gereden totdat ze een eigen auto had.
Maar wat een schrik was dat, toen René, met nog maar net zijn rijbewijs op zak, vaders auto leende om er mee naar de EHBO te gaan. Plotseling stak een kind over, en toen was de keus tussen het kind raken, of een paal
Hij zag wel heel bleek om de neus toen hij het thuis moest opbiechten. Gelukkig had zijn moeder Pa wèl verteld dat hij zich in te houden had, want dat het kind het al moeilijk genoeg had op dat moment.
En zo gebeurde het….

Ik zei straks al dat Joop, mijnheer Van Leliveld, niet alleen bij de Markant, Attent en de Troefmarkt (en hoe de zaam nog meer heeft geheten) zo hard had gewerkt. Hij begon al met zijn veertiende met een baantje, mogen we aannemen.
En hij is doorgegaan na het sluiten van de winkel op zijn 65ste (in 2005). Ja, hij is nog mee geweest op wintersport, maar daarna kwam hij bij René in de zaak werken en zijn werk aan "de iPods" van Apple was zijn lust en zijn leven. Afgelopen woensdag heeft hij tot het laatst toe gewerkt, en de drie nagekomen iPods moest hij toch echt nog weg werken om bij te zijn met het werk. Anders wilde hij niet naar huis. Ook het doorwerken tijdens de behandelingen (dus alleen de dagen dat hij naar het ziekenhuis moest) is ongelooflijk geweest. Soms was het zelfs zo dat hij na een kuur van een paar uur gelijk weer door wilde naar de zaak om verder te gaan.. Zijn vrouw en kinderen moesten daar dan een rem op zetten....  Het zijn zo maar wat fragmenten uit een mensenleven. Maar wel uit het leven van een mens die verschil heeft gemaakt in het bestaan van ons en van anderen.
Daarom luisteren we nu naar het lied
De steen: (Paul de Leeuw)

Ik heb een steen verlegd in een rivier op aarde
het water gaat er anders dan voorheen

de stroom van een rivier hou je niet tegen
het water vind er altijd een weg omheen
misschien eens gevuld door sneeuw en regen
neemt de rivier mijn kiezel met zich mee
om hem dan glad en rond gesleten te laten rusten
in de luwte van de zee.

Ik heb een steen verlegd in een rivier op aarde
nu weet ik dat ik nooit zal zijn vergeten
ik leverde bewijs van mijn bestaan
omdat door het verleggen van die ene steen
de stroom nooit meer dezelfde weg zal gaan.

Ik heb een steen verlegd in een rivier op aarde
nu weet ik dat ik nooit zal zijn vergeten
ik leverde bewijs van mijn bestaan
omdat door het verleggen van die ene steen
de stroom nooit meer dezelfde weg zal gaan.

Er is u al gevraagd of er iemand wilde spreken, en die was er niet, maar als u denkt: dit of dat moeten ze toch echt weten, voel u dan vrij om naar voren te komen, anders luisteren we naar Eva Cassidy die nu speciaal voor Joop zingt: Songbird: Zangvogel.
For you there'll be no crying 
For you the sun will be shining 
‘Cause I feel that when I'm with you 
It's alright, I know it's right 

And the songbirds keep singing 
Like they know the score 
And I love you, I love you, I love you 
Like never before 

To you, I would give the world 
To you, I'd never be cold 
‘Cause I feel that when I'm with you 
It's alright, I know it's right 

And the songbirds keep singing 
Like they know the score 
And I love you, I love you, I love you 
Like never before 

Like never before; like never before. 

Wij zijn hier niet alleen om met elkaar afscheid te nemen van Joop, en om zijn familie te steunen, maar we zijn hier ook om steun te zoeken bij God.
Hij is onze kracht en hulp, en wij vertrouwen er op dat hij ons niet in de steek laat als het moeilijk is.
Ik sta hier in het wit, en de kaarsen die branden verwijzen naar de Paaskaars, die in onze kerken het teken is van de Opstanding, en de overwinning op de dood door God.

Daarom willen we Hem nu vragen ons in deze nood bij te staan.

Gebed:
Heer, nu wij tot U komen, om recht te doen aan het leven van Jacobus Pieter van Leliveld, Uw kind, om dat leven in Uw handen te leggen, opdat de herinnering aan hem niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft, nu staan wij met lege handen en een hart vol verdriet voor U. Wij zullen hem zo vreselijk missen. En we weten wel, met ons hart en ons verstand, dat zijn leven bij U geborgen is, en dat het goed is, maar ons gevoel kan daar nog niet bij.
Schenk ons dan Uw Geest van Liefde, de bron van alle leven, Uw genade, om verder te kunnen op de weg naar U en elkaar, door Jezus Christus, onze Heer. Amen.

Als g' in nood gezeten: Veenendaals Chr. mannenkoor

Als g' in nood gezeten, geen uitkomst ziet,
wil dan nooit vergeten: God verlaat U niet.
Vrees toch geen nood, 's Heren trouw is groot,
en op 't nacht'lijk duister, volgt het morgenrood.
Schoon stromen woeden, ducht toch geen kwaad;
God zal u behoeden, uw toeverlaat.

God blijft voor u zorgen, goed is de Heer,
en met elke morgen, keert Zijn goedheid weer.
Schoon g' in 't verdriet, nergens uitkomst ziet,
groter dan de Helper, is de nood toch niet.
Wat ons ontviele, Redder in nood.
red slechts onze ziele, uit zond' en dood.

Wanneer je in diep verdriet, in grote nood tegen jezelf of tegen de ander kunt zeggen: wat er ook gebeurt, God verlaat ons niet… dan weet je dat je er niet helemaal alleen voor staat. Dan wordt de diepste eenzaamheid even wat lichter.  Daarom lezen we ook woorden van belofte, van troost, uit de bijbel.

Lezing Openbaring 21: 1 – 5 (Willibrordvertaling)
Een toekomstvisioen…aan het einde der tijden.
21:1 Toen zag ik een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; de eerste hemel en de eerste aarde waren verdwenen en de zee bestond niet meer.
2 Ik zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, vanuit God uit de hemel neerdalen, gereed als een bruid die zich voor haar man heeft getooid.
3 Toen hoorde ik een luide stem, die vanaf de troon riep: `Dit is de tent van God bij de mensen! Hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volk zijn, en Hij, God-met-hen, zal hun God zijn.
4 Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen, en de dood zal niet meer bestaan; geen rouw, geen geween, geen smart zal er zijn, want al het oude is voorbij.'
5 En Hij die op de troon zetelt, zei: `Zie, Ik maak alles nieuw.'  
Ik hoorde zeggen: `Schrijf deze woorden op, ze zijn betrouwbaar en waar.'

Droomland: (Paul de Leeuw)
Heerlijk land van mijn dromen 
ergens hier ver vandaan 
waar ik zo graag wil komen 
daar waar geen leed kan bestaan… 
Refrein: 
Droomland, droomland 
oh ik verlang zo naar droomland… 
Daar is steeds vree dus ga met mij mee 
samen naar `t heerlijke droomland...

zwerver gij vindt daar vrede 
zieke gij kent geen pijn 
daar wordt geen strijd gestreden 
daar waar mijn broeders nog zijn 

Refrein.

Overdenking

Genade en vrede voor U allemaal, die hierheen bent gekomen, om Joop en Reina, Sjanie en René.

Of Paul de Leeuw toen hij het lied Droomland zong, zal hebben gedacht aan de nieuwe aarde, waar geen geween meer zal zijn, geen dood of pijn, geen verdriet en geen gemis, zal ik wel nooit weten, het is ook niet belangrijk. Alle mensen hebben dat diepe verlangen in zich, naar een wereld waar de dingen zijn zoals ze behoren te zijn. Een wereld waar geen kind sterft van de honger, waar geen mens zich buitengesloten hoeft te voelen, waar liefde een werkwoord is,  en waar de vreemdeling niet eng is.

Sommige mensen zoeken dat Droomland ver weg, als ze met vacantie gaan. Anderen denken dat het misschien hier op aarde wel niet te vinden zal zijn, omdat mensen geen broeders en zusters voor elkaar willen zijn, en elkaar liever pijn doen, dan de hand naar elkaar uit te steken zonder voorwaarden vooraf...
Maar er zijn ook mensen die hebben ervaren dat er een nieuwe werkelijkheid mogelijk is. Bij God.
Zij die er iets van hebben gezien, spreken van kleuren en licht, zoals je hier op aarde niet kent.
Gods werkelijkheid is veel groter dan wij ons zelfs maar kunnen voorstellen.
Licht en liefde en warmte, veiligheid, geborgenheid…

Mensen hebben dat ervaren, ze hebben het mogen doorvertellen. En omdat mensen telkens weer hebben ervaren, dat ze vervuld worden, lezen we nog steeds over de beloften van God. Mensen hebben die immers vervuld zien worden  in hun eigen leven, of in dat van anderen.
Onze woorden schieten tekort om die werkelijkheid, waarin Joop nu, onzichtbaar voor ons, verder leeft, te beschrijven.
Maar het is er goed, want God is daar.
God, die zoveel van ieder kostbaar mens houdt, dat Hij er het allerliefste voor overhad, Zijn eigen Zoon, om ons ook op de lange duur, ook na het aardse leven, bij Zich te kunnen hebben.
Daarom vertrouwen we nu Joop aan Zijn liefdevolle handen toe.
Hij lag de laatste dagen zo tevreden te slapen in zijn eigen huis, leek het, terwijl zijn lievelingsmuziek klonk, maar tegelijk was hij en is hij, zo mogen we vertrouwen, al in die andere wereld, die nieuwe wereld, met zijn fantastische, ongedachte mogelijkheden, waar hij op ons wacht.
Het zal moeilijk zijn hem los te laten, zeker voor Reina, na een huwelijk van ruim 45 jaar, voor Sjanie en René, voor zijn collega’s en vrienden, voor zijn verdere familie en voor u allen hier.
Maar heb maar vertrouwen. De woorden die ik voor U lezen mocht zijn waar: Zie, Ik maak alles nieuw.
Daarom, hoe groot de nood hier ook is, hoe groot ons verdriet ook mag zijn, Joop mogen we veilig weten in Jezus’ armen, geborgen in Gods hart. En daar is ook plaats voor U allemaal. Voor iedereen.
Amen.
 
Gebed 
Lieve God,
Wees niet verdrietig als ons geloof te klein is om het allemaal te kunnen bevatten, maar help ons te vertrouwen, help ons Joop bij U te laten, in het nieuwe land waar wij alleen nog maar van kunnen dromen. En help vooral Reina, Sjanie en René in de komende dagen, maanden en jaren, waarin pijn en verdriet telkens weer de kop zullen opsteken. 
Wil Zelf hun troost zijn. Om Jezus’ wil. Om Hem die ons leerde bidden:

Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd
Uw Rijk kome
Uw Wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals wij aan anderen hun schuld vergeven;
en leid ons niet in verzoeking
maar verlos ons van het kwade!
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid.
Amen.

We staan op voor de Zegen.
De Heer van dood en leven,
de God vol barmhartigheid,
schenkt ons allen
overvloedig genade en liefde,
om Christus’ sterven en opstanding.
In Zijn dood sterft onze dood,
in Zijn leven mogen wij verder leven,
nu en altijd.
Amen.

Daarna blijven we staan, voorzover de gezondheid dat toelaat.
Terwijl de kist wordt uitgedragen klinkt:
(gezongen door het Urker Mannenkoor)
Veilig in Jezus' armen…

Veilig in Jezus' armen,
veilig aan Jezus hart;
daar, in Zijn teer erbarmen,
daar rust mijn ziel van smart.
Hoor! ‘t Is het lied der eng’len,
zingend van liefd’ en vree,
ruisend uit ’s hemels zalen,
over de glazen zee.
Veilig in Jezus' armen,
veilig aan Jezus hart;
daar, in Zijn teer erbarmen,
daar rust mijn ziel van smart.

Wij lopen nu naar de begraafplaats Soestbergen, een klein kwartier hier vandaan. Voor wie dat bezwaarlijk is kan vervoer worden geregeld via de ondernemer. Na afloop komen we hier terug voor het condoleren.


Op de begraafplaats:   Jesaja 43: 2-3:

Vrees niet, want Ik heb u verlost.
Ik heb u bij uw naam geroepen,  gij zijt Mijn. Gaat ge door rivieren,  ze zullen u niet wegspoelen. Als ge door het vuur gaat,  zult ge niet verteren, want Ik, de Heer, ben uw God, de Heilige Israëls, uw verlosser.

Jezus zegt:
“Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft zal leven,  ook al is hij gestorven; en een ieder die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven.”

Terwijl de kist wordt neergelaten:

Nu het leven van Jacobus Pieter van Leliveld, onze Joop,
ten einde is gegaan,
vertrouwen wij hem toe
aan God onze Vader,
bij wie de bron van leven is
en de gedachtenis der namen.

Zijn lichaam leggen wij in de schoot van de aarde, aarde tot aarde,
zoals een zaad gezaaid wordt tot de oogst.
Wetende dat dit het einde niet is.
Niemand leeft voor zichzelf, niemand sterft voor zichzelf,
wij leven en sterven voor God onze Heer!
Amen


Wij zegenen zijn lichaam met het teken van het kruis – in de overwinning van Hem die ons leerde bidden:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd, Uw Rijk kome
Uw Wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals wij aan anderen hun schuld vergeven;
en leid ons niet in verzoeking
maar verlos ons van het kwade!
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid.  Amen.

De Heer der eeuwigheid zal Joop en ons allen
behoeden en bewaren
Amen


Namens de familie mag ik U allen hartelijk bedanken voor Uw aanwezigheid hier, en in de afgelopen dagen. Het is hen allemaal meer tot steun geweest dan ze kunnen zeggen, het heeft zo goed gedaan.
Daarom vinden ze het fijn U straks nog even de hand te kunnen geven, maar nu kunt U op Uw eigen manier afscheid nemen van Joop, en dan zien we U straks weer terug in de koffiekamer van de Aula op Kovelswade.

U zult er begrip voor hebben dat de familie hier als laatste weg gaat. Zij hebben dat moment samen nog hard nodig.

Maar ze zouden het ook fijn vinden U straks allemaal, zover dat kan natuurlijk, nog te zien.
Dank u wel.