Voor eerdere diensten klik hier:
Zondag na Hemelvaart in de Lutherse kerk te Leerdam
Organist: Cees van Oyen
Laten wij
de Heer aanroepen om ontferming met de
nood van deze wereld, - die is groot -
maar laten wij dan ook Zijn Naam
prijzen,
omdat er aan Zijn barmhartigheid geen
einde komt!
Zondagsgebed:
Heer
van Hemel en aarde,
Schepper van al wat is, Koning over koningen en
keizers, krachten en machten, wij aanbidden U en loven U door Jezus Christus, onze Heer.
Amen
Lezing Oude
Testament: 2 koningen 2: 1 – 15 (Het
Boek)
De profeet Elia is heel oud, en aan het eind van zijn leven. Hij is niet alleen
in theologisch opzicht een man van gezag maar ook maatschappelijk. Hij heeft een
vertrouwde leerling, Elisa, die zijn opvolger hoopt te worden, maar dat is een
roeping die van God uitgaat, dat gaat niet
vanzelf. In dit stuk wordt gesproken over jonge profeten, zowel in Bethel als in
Jericho. We mogen denken aan een school voor theologen, een school waar men de
teksten uit het hoofd leerde, en kennelijk maakte de Heilige Geest gebruik van hen om Gods wil door
te geven.
Wij lezen:
2: 1-2 Het tijdstip naderde waarop de Heer
Elia met
behulp van een wervelwind in de hemel zou opnemen.
Bij hun vertrek uit Gilgal zei Elia tegen Elisa: "Blijf hier,
want ik moet van de Heer naar Bethel
gaan." Maar Elisa antwoordde: "Ik zweer bij God
dat ik u niet zal verlaten!" Dus
gingen zij samen op weg naar Bethel.
3 Daar kwamen de jonge profeten uit Bethel hen tegemoet en vroegen Elisa:
"Weet u dat de Heer Elia vandaag van u zal
wegnemen?" "Stil maar", zei
Elisa, "ik weet het."
4 Toen zei Elia tegen Elisa: "Blijf maar hier in Bethel,
want de Heer stuurt mij nu naar Jericho."
Maar opnieuw zei Elisa: "Ik zweer bij God
dat ik u niet zal verlaten." En zo gingen zij samen naar Jericho.
5 Ook in Jericho zeiden de jonge profeten tegen Elisa:
"Weet u dat de Heer
Elia vandaag van u zal wegnemen?" En Elisa antwoordde:
"Stil maar; ik weet het."
6-7 Elia zei
tegen Elisa: "Blijf nu maar hier, want de Heer
wil dat ik naar de Jordaan ga." Maar net als
de vorige keren zei Elisa: "Ik zweer bij God
dat ik u niet zal verlaten."
Zij gingen samen op weg en
stonden na enige tijd bij de Jordaan.
Van
een afstand keken vijftig jonge profeten naar wat ging gebeuren.
8 Toen vouwde Elia zijn mantel
op en sloeg daarmee op het water. De rivier spleet in tweeën
en zij liepen over het droge naar de overkant.
9 Aan de overkant gekomen, zei Elia
tegen Elisa: "Welke wens
van je zal ik vervullen, voordat
ik word weggenomen?" Elisa antwoordde: "Laat
mij twee keer zo wijs zijn als u." (In het Hebreeuws staat
er: dat ik een dubbel deel van uw geest krijg.)
10 "Je hebt iets heel moeilijks
gevraagd", zei Elia. "Als je mij ziet wanneer ik word weggenomen,
zal je wens worden vervuld. Zo niet,
dan gebeurt het niet."
11 Terwijl zij al pratend
verder liepen, verscheen opeens een vurige
strijdwagen, getrokken door paarden
van vuur, die tussen hen door reed en hen
van elkaar scheidde.
Tegelijkertijd werd Elia door een wervelwind in de strijdwagen
naar de hemel gedragen.
12 Elisa zag het gebeuren en schreeuwde: "Mijn
vader! Mijn vader! De Wagens en Ruiters van Israël!" Toen Elia
uit het zicht was verdwenen, scheurde Elisa zijn kleren in tweeën.
13-14 Daarna raapte hij Elia’s mantel op, ging terug naar de oever
van de Jordaan en sloeg met de mantel
op het water. "Waar is de Heer,
de God van Elia?" riep hij luid.
Toen week het water uiteen en Elisa
liep naar de overkant.
15 Toen de jonge profeten uit Jericho zagen
wat er was gebeurd, riepen zij: "De geest
van Elia rust op Elisa!" Zij gingen hem tegemoet en
bogen voor hem neer.
Tot hiertoe de lezing. En zo werd
Elisa door allen erkend als de belangrijkste profeet in Israël.
Wij zingen: psalm 67a
Epistel: Handelingen 1: 1 – 11 en dat is
het vervolg op het Evangelie van Lucas.
Hij begint met:
1-2 Beste Theofilus, in mijn eerste boek heb ik u verteld over het leven
van Jezus en Zijn lessen en hoe Hij
terugging naar de hemel, nadat Hij Zijn apostelen verdere aanwijzingen door de Heilige
Geest had gegeven.
3 Gedurende de veertig dagen na Zijn kruisiging
is Hij van tijd tot tijd bij de apostelen
geweest en bewees hun op allerlei manieren dat Hij het echt Zelf
was. Telkens weer sprak Hij
met hen over het Koninkrijk van God.
4 Tijdens één van deze ontmoetingen zei Hij
dat zij Jeruzalem nog niet mochten verlaten:
"Wacht eerst op wat de Vader beloofd
heeft", zei Hij. "Ik heb al verteld
wat er zal gebeuren.
5 Johannes doopte met water,
maar over enkele dagen zullen jullie met de Heilige
Geest gedoopt worden."
6 Terwijl zij zo bij elkaar waren, vroegen zij Hem: "Here,
gaat U nu van Israël weer een vrij land
maken, met een eigen koning?"
7 "Dat hoeven jullie niet te weten",
antwoordde Hij. "Mijn Vader beslist hoe
en wanneer bepaalde dingen gebeuren.
8 Maar als de Heilige Geest op jullie neerkomt,
zullen jullie kracht krijgen om de waarheid
over Mij te vertellen aan de mensen in Jeruzalem
en ook in Judea en Samaria.
Zelfs tot in de verste uithoeken van de wereld."
9 Nadat Hij dit gezegd
had, zagen zij hoe Hij omhoog ging
in de lucht tot een wolk Hem
aan het gezicht onttrok.
10 Terwijl zij nog naar de lucht
tuurden, stonden er plotseling twee
mannen bij hen, met witte kleren aan.
11 "Mannen uit Galilea", zeiden zij, "wat staat u toch naar de
lucht te kijken? Jezus is in de hemel
opgenomen. Maar Hij zal net
zo terugkomen als u Hem hebt zien weggaan."
Psalmwoord: Halleluja. God is opgevaren
onder gejuich, de Heer onder bazuingeschal ps 47:6
HALLELUJA!
Laten wij
een nieuw lied zingen over Hemelvaart: NL 666
Het Heilig Evangelie staat geschreven bij:
Marcus 16: 14 – 20
Het is na de opstanding, en de Heer is
verschenen aan Maria en de Emmaüsgangers. Maar niet iedereen wil of durft te
geloven dat het waar is.
14 Ten slotte verscheen Hij
aan de elf terwijl ze aan het eten waren, en Hij
verweet hun hun ongeloof en halsstarrigheid,
omdat ze geen geloof hadden geschonken aan
degenen die Hem hadden gezien nadat
Hij uit de dood was opgewekt.
15 En Hij zei tegen hen: ‘Trek
heel de wereld rond en maak aan ieder
schepsel het goede nieuws bekend.
16 Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered,
maar wie niet
gelooft zal worden veroordeeld.
17 Degenen die tot geloof zijn gekomen, zullen herkenbaar
zijn aan de volgende tekenen: in Mijn Naam
zullen ze demonen uitdrijven, ze
zullen spreken in onbekende talen,
18 met hun handen zullen ze slangen oppakken en als ze een dodelijk
gif drinken zal dat hun niet deren, en ze zullen zieken weer gezond maken door hun
de handen op te leggen.’
19 Nadat Hij dit tegen hen had gezegd,
werd de Heer Jezus in de hemel
opgenomen en nam Hij plaats
aan de rechterhand van God.
20 En zij gingen op weg om overal
het nieuws bekend te maken. De Heer
hielp hen daarbij en zette hun verkondiging
kracht bij met de tekenen
die ermee gepaard gingen.
Zalig die het
Woord van God horen en er gehoor aan geven!
Credo: In antwoord op Gods
Woord willen wij samen ons geloof belijden
door te spreken:
Wij
geloven in God, sterker dan de dood,
die het leven wil van mensen, zoals jij en ik,
die ons heeft gedroomd, voor we er waren,
die veel van ons verwacht, en ons geschapen heeft
met kracht en moed en liefde.
Wij geloven in Jezus, Zijn Zoon, die mens werd,
ons gelijk, om weer zin te geven
aan wat zinloos werd: ons leven.
Gekruisigd is Hij, om onze schulden te voldoen.
Opgestaan na drie dagen, leeft Hij voor eeuwig
bij God in de hemel, waar Hij op ons wacht.
Wij geloven in de Geest van Liefde en waarheid,
Gods wezen, dat Hij met ons deelt.
Zij juicht en huilt in ons, spreekt ons weer moed in,
brengt ons terug.
Wij geloven in één doop, in één kerk
- die wereldwijd ontheven aan structuren en machten,
ons verenigt in één Lichaam, één geheel.
Tot in eeuwigheid.
Amen.
Preek
Genade zij u en vrede
van God onze Vader en van Jezus
Christus, onze
Heer, door de Heilige Geest.
Lieve mensen,
Omdat het afgelopen donderdag Hemelvaart was,
een feest dat tegenwoordig wat ondergesneeuwd
raakt, wilde ik vandaag maar een paar stapjes
terugdoen, en met U spreken
over Hemelvaart.
Het is een belangrijk feest, en een beetje de tegenhanger van Epifanie,
je zou kunnen zeggen: het verschijnen
en het verdwijnen van de Heer.
Alleen: dit verdwijnen
is de aanloop tot het echte Verschijnen met
alle toeters en bellen, de Komst waarop wij
allemaal wachten…
De leerlingen van Jezus wachtten ook op
het Koninkrijk van God… Hij had er steeds
met hen over gesproken, maar, ook al had Hij het over nu zoiets onduidelijks als de doop
in de Heilige Geest, zij
dachten dat Jezus nu wel binnenkort een staatsgreep
zou plegen, en een vrij en onafhankelijk
Israël zou stichten, waarbij de Romeinse
bezetters zomaar verdwenen zouden
zijn.
Dat leek ze het belangrijkste op dit
moment.
En waarom niet? Is Jezus niet de langverwachte
Messias,
die alles in orde zou brengen?
Dat blijkt wel, nu Hij is opgestaan.
En is Hij niet Gods Zoon? Nou dan!
Hij kan natuurlijk een beroep
doen op de hemelse legermacht, zeker
nu Hij Zelf sterker is gebleken dan de dood, en nu Hij door gesloten deuren kan binnenkomen.
Zij denken nu zoals Elisa die, toen zijn leermeester door een vurige
strijdwagen met vurige paarden van hem
werd weggenomen, uitriep: Daar heb je
de cavalarie van Israël!!!
De strijdwagens en ruiters vormden het meest gevaarlijke
deel van het leger in die dagen, dat vooral uit voetvolk bestond. De infanterie.
Als dàt de legermacht was van God, die natuurlijk voor Israël zou strijden als het nodig was, dan waren ze onoverwinnelijk!
Dacht Elisa…
Die gedachte hadden de leerlingen van Jezus nu kennelijk ook.
Ze weten nog niet zo goed wat ze ààn
moeten met hun opgestane
Heer. Maar na de eerste schrik
komen ze allemaal om Hem heen staan.
En dít is hun
eerste vraag… Of Hij nu een vrij en onafhankelijk
Israël zou stichten… zodat ze lang
en gelukkig verder kunnen leven…
Het zal wel verlegenheid geweest zijn, denk ik, ook om hun eigen
rol… maar van dierbare vrienden
zou je toch verwachten dat ze ànders reageerden,
nu Jezus na Zijn vreselijke kruisdood inderdaad
bleek te zijn opgestaan…
Mensen kunnen raar reageren in moeilijke situaties. Er was niemand die
zei: het spijt me. Of: hoe wàs het, dood
gaan? Of: waar wàs je dan?
Nu ja, ze hadden wel net een standje
gehad, dat ze Maria en de Emmaüsgangers niet hadden willen geloven… dat ze hardnekkig
waren, dus zó’n vrolijke binnenkomer
was het ook niet.
Maar nu weten
ze het, en nu geloven ze het wel.
Nu gaat Jezus vast alles weer goed
maken.
Voor Israël en dus voor hen.
En wat zégt Hij: Je hebt niets te maken met de
plannen van Mijn Vader.
Nog steeds wijst Jezus, net als voor
Zijn dood en opstanding, in alles naar de Vader.
Om Hém gaat het.
Hèm moeten wij dienen.
En nee… Jezus zegt niets troostends of bemoedigends. Niets dat houvast
geeft.
En dat hebben wij mensen toch zo graag:
dat God de problemen voor ons oplost!
Als wij het zelf moeilijk hebben, of
als wij de problemen van anderen
niet aan kunnen, dan roepen
en bidden wij om Gods
ingrijpen.
Hij kan het en Hij moet het dus
maar opknappen.
Vinden wij.
Maar zo gaat het niet. Zo werkt het niet.
Integendeel.
Trek heel de wereld rond en maak aan ieder schepsel het goede nieuws bekend.
Wie gelooft, en gedoopt
is, zal worden gered, maar
wie niet gelooft zal worden veroordeeld.
Dat zegt Jezus.
Hij stuurt ze er op uit om heel de wereld, heel de schepping,
te vertellen van Gods koninkrijk. Ze zullen de
kracht krijgen, belooft Hij.
Maar… Hèlp!
Daar is nog niets van te zien.
Alléén Jezus. En Hij
verdwijnt.
Hij wordt van hen weggenomen, terwijl
Hij tegen ze praat…
Het is alsof de Handleiding Koninkrijk Gods nooit af zal
komen…
Nu zijn hier in de kerk zeker een paar slimmeriken
die denken: ‘en die verhalen in de
Bijbel kloppen ook al niet met
elkaar, dus daar heb je niets aan’.
Natuurlijk heb ik gezien dat het verhaal
van de Hemelvaart bij Marcus niet precies klopt met het verhaal bij Lucas.
Er zijn wel onderdelen die hetzelfde zijn, zoals het feit
dat de Heer wordt weggenomen terwijl Hij
aan het praten is.
In de Bijbel vind je geloofsverhalen, maar geen
geschiedenisverhalen.
Daarmee bedoel ik, dat ze niet geschreven
zijn zoals onze wetenschappelijke geschiedenisboeken worden geschreven. Niet als
een droog verslag van feiten en weetjes.
Maar als we eerlijk zijn, weten we dat
onze geschiedenisboeken ook altijd worden verteld vanuit
een bepaalde visie op een situatie,
op een ontwikkeling.
Op de Christelijke Lagere School kregen wij, aan de
hand van dezelfde jaartallen, een heel ander beeld over de vrijheidsstrijd
van de Nederlanden in de tachtigjarige
oorlog, dan een goede vriend van mij in het Roomse Limburg.
Dààr waren de Spanjaarden de bevrijders
van het ware geloof dat door de ketters in het nauw
werd gedreven.
U begrijpt wat ik bedoel.
Lees je een verhaal in de Telegraaf, dan
krijg je iets heel anders dan wanneer de NRC
bericht over dezelfde feiten.
Zo is het hier ook.
Lucas denkt te schrijven
met medische precisie.
Hij doet als het ware een wetenschappelijk verslag, maar dan wel
zoals dat in die tijd gebeurde.
En dat maakt dat hij aanhaakt bij de gebeurtenissen
rondom de Hemelvaart van Elia,
de grote profeet.
Elia en Elisa liepen te praten, en opeens!!! opeens wordt Elia als in een
wervelwind opgenomen. En Elisa ziet het
gebeuren.
Dus! Klaar is het plaatje.
Jezus is minstens zo belangrijk
als Elia,
en Zijn leerlingen, die zagen hoe Hij
ten hemel worden opgenomen,
terwijl Hij met hen sprak, zijn dus de opvolgers, en
degenen die Zijn gedachtengoed verder
moeten verbreiden. Ze hebben de autoriteit
daartoe gekregen, doordat ze het zagen gebeuren. Nèt als Elisa…
En die wolk, ja, dat is het teken
van Gods aanwezigheid in de Bijbel, dus
die kan ook niet ontbreken. Lucas liegt niet, hij verzint
het niet, hij vertelt het zó
dat Theofilus begrijpt hoe het zit.
Waar het om gaat.
En Marcus houdt graag de dingen bij elkaar.
Heel zijn evangelie
is compact.
En het zit ook heel doordacht in elkaar.
Een knappe theoloog heeft uitgevogeld dat Marcus zijn evangelie zo
heeft geschreven, dat je aan het eind weer door kunt gaan met het begin,
en dat je dan pas begrijpt waar het
om gaat.
Bovendien zouden de verhalen bij Marcus geordend
zijn naar de volgorde van de grote feesten
van Israël, zodat dit Evangelie eigenlijk één groot stuk
liturgie is.
Terwijl het er toch zo simpel uitziet.
Wij zullen, totdat de Heer gekomen is,
wel nooit weten hoe het nu precies is gegaan, maar wat zou dat toevoegen?
Wat zouden wij er van leren?
Een ding is zeker: Jezus is opgestegen
naar de hemel. Waar en hoe dat ook mag
zijn.
Hij is niet meer van de aarde.
Hij hoort bij God.
Maar Hij heeft ons niet achtergelaten
met een onmogelijke opdracht, en lege handen…
Hij belooft wonderbaarlijke
dingen voor mensen die werkelijk in Hem geloven.
En allereerst is daar de Geest.
In het Oude Testament is altijd al sprake geweest van de Geest, de
roeach in het Hebreeuws.
Je kunt dat vertalen met levensgeest, levensadem,
geestkracht, energie zelfs…
Dat is een extra duwtje in de rug
van de Schepper, van God
in de hemel, voor mensen met een bijzondere
opdracht, zoals bijvoorbeeld Elia.
Je kúnt het vertalen met wijsheid, zoals we lazen,
maar het is heel veel meer.
Het heeft allerlei vormen.
Het is wat jij, wat u nodig hebt om het leven aan
te kunnen.
Om stand te houden als het moeilijk
is.
En dat is soms wijsheid, soms volharding,
soms pure energie, en altijd geloof.
In de visioenen van de eindtijd wordt op verschillende
plaatsen gesproken over die Geest die God
zal zenden op ouderen en
jongeren, zonen én dochters, die Gods
woord zullen spreken vanuit een kracht en wijsheid
die de hunne niet is.
En hier herinnert Jezus aan die belofte
van de Vader. Maar Hij
laat ze ook Zijn Geest, Zijn inspiratie na. En zo, het is misschien gewaagd,
zou je kunnen zeggen, dat de leerlingen een dubbel
deel van de Geest zullen krijgen.
Ze hebben geluisterd en gehoorzaamd.
En na Pinksteren
hebben ze met groot enthousiasme gesproken over het koninkrijk
van God. Met de overmoed van Elisa. Ze hadden klinkend bewijs!
Er waren mensen die in talen
spraken die ze nooit geleerd hadden, maar die toch van Gods grote daden
getuigden. Onverwacht voor henzelf.
Er waren mensen die het geschenk
kregen van genezing. Of van woorden die troost
brengen.
Dat gaat nog altijd door.
Ook voor ons gaat dat op.
Jezus verwacht niet van ons dat wij
zitten te wachten tot Hij onze problemen
gaat oplossen.
Hij zit eerder te wachten
tot wij Zijn problemen eindelijk
eens gaan oplossen. En als wij daaraan beginnen,
geeft Hij ons de middelen.
Vaak gaat het dan heel anders dan wij hopen
of verwachten. Onze problemen gaan niet
over, maar misschien kijken wij er wèl anders tegen aan.
En dan zijn we dankbaar dat God
ons gebruiken wil, ieder op onze eigen
plek, door van Hem te getuigen.
Ook al zien wij misschien geen resultaat.
Ook al zien wij Hem nog niet: in de Heilige Geest
is Hij aanwezig, en gaat God
met ons mee, alle dagen van ons leven.
Wie weet worden ook wij eens opgenomen
als wij net met Hem
lopen te praten.
Of Hij komt, vandaag of morgen.
Laten wij bereid zijn om intussen de handen uit de mouwen
te steken.
De gelegenheid zal zich wel voordoen.
De Geest zal ons de woorden geven.
Daar kun je op rekenen.
Amen.
Muziek
Gods goedheid is groot en strekt zich uit tot alle mensen,
wij mogen daarin delen door
te doen zoals Hij:
dag aan dag met vriendelijkheid en aandacht,
genade en geduld…
Nu kunnen we er, als een goed begin, gestalte aan geven in de collecte!
Wij zingen na het gebed over de gaven: : lied 667
Collecten 1e collecte: Werelddiaconaat
2e collecte: Onderhoudsfonds
Gebed over de gaven
Lieve God, wilt U alstublieft zegenen wat
we hier bij elkaar hebben gebracht,
zó dat het is tot eer
van Uw Naam,
en zo dat het Uw gemeente wereldwijd
ten goede komt.
Laat het een offer zijn, dat onze dankbaarheid
en liefde uitdrukt,
door Jezus Christus, onze Heer. Amen
Lied 667
Voorbeden
Laten we danken en bidden:
Lieve God, Vader in de hoge hemel, trouwe
vriend in ons midden, wij danken
U dat U ons nooit alleen laat, ook
al denken wij wel eens dat U heel ver weg
bent, en dat U ons bidden niet hoort.
Wij moeten misschien nog leren dat U weet
dat wij onze problemen vaak heel goed zelf
op kunnen lossen, als wij het idee
dat anderen dat moeten doen
maar loslaten. Wij vinden het vaak eng,
we denken snel: dat kan ik nooit…
Heer, geef ons dan het vertrouwen
dat U ook ons een dubbel deel
van Uw Geest wilt geven, en geef ons de moed
van Elisa, die roept: God,
waar bént U! Kom! Mét Uw hulp kunnen wij wonderen
verrichten, maar geef ons dan de durf om zèlf
aan de slag te gaan en niet te wachten
tot U of iemand anders dat doet.
Dat wij niet naar de hemel
blijven staren, maar leer ons te vertrouwen
op de belofte die Jezus
deed, dat wij wonderen van geloof kunnen
doen als van wij Uw grote daden
vertellen.
Lieve God, wij danken U, dat U deze wereld
niet alleen laat, niet in de steek
laat.
Wij danken U dat U genadig bent.
Wij bidden voor alle mensen die U
niet kennen.
En ook voor onze broeders en zusters
die worden vervolgd omdàt ze U kennen,
van U houden en Uw liefde willen delen met anderen. Wil hen
sterken in hun geloof,
wil hen door Uw Heilige Geest, die Jezus
beloofde en gaf, de woorden
geven om van U te getuigen,
en wil hun leven in Uw hand houden.
Ook voor onszelf en voor hen die ons dierbaar
zijn bidden wij dat.
In deze wereld vol oorlog en onrust
leven wij in een landje dat voor
velen goed en veilig is.
Dank U wel.
Wij bidden U voor de leiders
van regeringen, voor mensen met macht,
of ze die nu genomen of gekregen hebben,
voor mensen met verantwoordelijkheid voor het leven
en welzijn van anderen, dat U
hen leidt, verstand van zaken en een warm
hart
geeft.
Voor de slachtoffers van oorlog en geweld,
van honger en ziekte bidden wij U.
Wij vragen U ons te laten zien hoe wij
kunnen helpen met geld en gebed.
Goede God, wij danken
U dat wij mogen hopen en verwachten
dat wij Jezus terug zullen zien, dat Hij komt
zoals Hij is heengegaan: in de wolk van Uw
Aanwezigheid.
In de Heilige Geest bent U heel dicht bij
ons.
Wij bidden dat U ons telkens weer geloof,
vertrouwen, moed en energie
geeft, om ook als het niets lijkt uit te halen Uw
dingen te doen.
Leid ons op Uw weg
naar U en de ander.
Dan komt het wel goed.
Wij danken U voor deze gemeente, waar
zoveel aardige dingen gebeuren, waar zoveel mensen zich inzetten
voor anderen; ook al wordt dat vaak niet gezien, U
ziet het.
Wij danken U voor mijnheer Cieraad die met Hemelvaart jarig was.
Wil hem een goed jaar geven, in Uw Liefde.
Wij danken ook dat Roelia Stek bezig is te genezen
van haar ziekzijn, maar Heer, wil haar,
en de andere zieken die wij kennen, kracht geven om helemaal
gezond te worden.
Wij leggen hun levens in Uw
Hand, in het volste vertrouwen dat zij daar geborgen
zijn.
In de stilte van dit moment bidden wij zo ook voor al die anderen die ons
dierbaar zijn…
…
En samen zeggen wij:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd
Uw Rijk kome
Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
En vergeef ons onze schulden,
Zoals wij aan anderen hun schuld vergeven
En leid ons niet in verzoeking
Maar verlos ons van het kwade
Ons slotlied is: nl645:1
Na de
zegen, zingen we, in plaats van het ‘Amen’ lied 645:6…
Zegen:
De gemeenschap
met God,
met alle heiligen en elkaar
vervulle Uw harten en gedachten,
Uw doen en laten,
Uw bidden en danken,
van nu aan tot in alle eeuwigheid.
† Zo zegent U God,
de Vader, de Zoon
en de Heilige Geest.
Lied NL 645:6