Voor eerdere diensten klik hier:

Zondag na Hemelvaart in de Lutherse kerk te  Leerdam   

Organist:  Cees van Oyen

Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen

Onze Hulp is in de Naam van de Heer
die hemel en aarde gemaakt heeft.

Hem vragen wij:
Heer, vergeef ons al wat wij misdeden.
En laat ons weer in vrede leven.

Amen.

Zo lief had God deze wereld, dat Hij Zijn enige Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf ontkomt, en eeuwig leven hebben mag!

Introïtus De antifoon is NLB 600 

En de psalm luidt: psalm 47: 2-8
2 Volken, juich God toe, juich en klap in de handen.
3 De Heer is de hoogste God, Hij dwingt ontzag af;
Hij is een groot koning, koning over heel de aarde.
4 Hij heeft volken aan ons onderworpen,
voor ons doen buigen.
5 Hij koos ons tot erfgenaam,
Hij gaf ons dit land, ons trots bezit.
Hij heeft ons, het volk van Jakob, lief.
6 God bestijgt Zijn troon,
het volk juicht Hem toe, de ramshoorn klinkt.
7 Zing voor God, zing Hem toe,
zing voor onze Koning, zing Hem toe.
8 God is koning over heel de aarde,
huldig Hem met liederen.   
Allen: de Antifoon:        NL660

Laten wij de Heer aanroepen om ontferming met de nood van deze wereld, - die is groot -
maar laten wij dan ook Zijn Naam prijzen,
omdat er aan Zijn barmhartigheid geen einde komt!



Zondagsgebed:
Heer van Hemel en aarde, Schepper van al wat is, Koning over koningen en keizers, krachten en machten, wij aanbidden U en loven U door Jezus Christus, onze Heer.
Amen

Lezing Oude Testament: 2 koningen 2: 1 – 15 (Het Boek)
De profeet Elia is heel oud, en aan het eind van zijn leven. Hij is niet alleen in theologisch opzicht een man van gezag maar ook maatschappelijk. Hij heeft een vertrouwde leerling, Elisa, die zijn opvolger hoopt te worden, maar dat is een roeping die van God uitgaat, dat gaat niet vanzelf. In dit stuk wordt gesproken over jonge profeten, zowel in Bethel als in Jericho. We mogen denken aan een school voor theologen, een school waar men de teksten uit het hoofd leerde, en kennelijk maakte de Heilige Geest gebruik van hen om Gods wil door te geven.
Wij lezen:
2: 1-2 Het tijdstip naderde waarop de Heer Elia met behulp van een wervelwind in de hemel zou opnemen. Bij hun vertrek uit Gilgal zei Elia tegen Elisa: "Blijf hier, want ik moet van de Heer naar Bethel gaan." Maar Elisa antwoordde: "Ik zweer bij God dat ik u niet zal verlaten!" Dus gingen zij samen op weg naar Bethel.

3 Daar kwamen de jonge profeten uit Bethel hen tegemoet en vroegen Elisa: "Weet u dat de Heer Elia vandaag van u zal wegnemen?" "Stil maar", zei Elisa, "ik weet het."

4 Toen zei Elia tegen Elisa: "Blijf maar hier in Bethel, want de Heer stuurt mij nu naar Jericho." Maar opnieuw zei Elisa: "Ik zweer bij God dat ik u niet zal verlaten." En zo gingen zij samen naar Jericho.

5 Ook in Jericho zeiden de jonge profeten tegen Elisa: "Weet u dat de Heer Elia vandaag van u zal wegnemen?" En Elisa antwoordde: "Stil maar; ik weet het."

6-7 Elia zei tegen Elisa: "Blijf nu maar hier, want de Heer wil dat ik naar de Jordaan ga." Maar net als de vorige keren zei Elisa: "Ik zweer bij God dat ik u niet zal verlaten." Zij gingen samen op weg en stonden na enige tijd bij de Jordaan                  Van een afstand keken vijftig jonge profeten naar wat ging gebeuren.

8 Toen vouwde Elia zijn mantel op en sloeg daarmee op het water. De rivier spleet in tweeën en zij liepen over het droge naar de overkant.

9 Aan de overkant gekomen, zei Elia tegen Elisa: "Welke wens van je zal ik vervullen, voordat ik word weggenomen?" Elisa antwoordde: "Laat mij twee keer zo wijs zijn als u." (In het Hebreeuws staat er: dat ik een dubbel deel van uw geest krijg.)

10 "Je hebt iets heel moeilijks gevraagd", zei Elia. "Als je mij ziet wanneer ik word weggenomen, zal je wens worden vervuld. Zo niet, dan gebeurt het niet."

11 Terwijl zij al pratend verder liepen, verscheen opeens een vurige strijdwagen, getrokken door paarden van vuur, die tussen hen door reed en hen van elkaar scheidde.
Tegelijkertijd werd Elia door een wervelwind in de strijdwagen naar de hemel gedragen.

12 Elisa zag het gebeuren en schreeuwde: "Mijn vader! Mijn vader! De Wagens en Ruiters van Israël!" Toen Elia uit het zicht was verdwenen, scheurde Elisa zijn kleren in tweeën.

13-14 Daarna raapte hij Elia’s mantel op, ging terug naar de oever van de Jordaan en sloeg met de mantel op het water. "Waar is de Heer, de God van Elia?" riep hij luid. Toen week het water uiteen en Elisa liep naar de overkant.

15 Toen de jonge profeten uit Jericho zagen wat er was gebeurd, riepen zij: "De geest van Elia rust op Elisa!" Zij gingen hem tegemoet en bogen voor hem neer.
Tot hiertoe de lezing. En zo werd Elisa door allen erkend als de belangrijkste profeet in Israël.

Wij zingen: psalm 67a


Epistel: Handelingen 1: 1 – 11 en dat is het vervolg op het Evangelie van Lucas. Hij begint met:

1-2 Beste Theofilus, in mijn eerste boek heb ik u verteld over het leven van Jezus en Zijn lessen en hoe Hij terugging naar de hemel, nadat Hij Zijn apostelen verdere aanwijzingen door de Heilige Geest had gegeven.

3 Gedurende de veertig dagen na Zijn kruisiging is Hij van tijd tot tijd bij de apostelen geweest en bewees hun op allerlei manieren dat Hij het echt Zelf was. Telkens weer sprak Hij met hen over het Koninkrijk van God.

4 Tijdens één van deze ontmoetingen zei Hij dat zij Jeruzalem nog niet mochten verlaten:      
"Wacht eerst op wat de Vader beloofd heeft", zei Hij. "Ik heb al verteld wat er zal gebeuren.

5 Johannes doopte met water, maar over enkele dagen zullen jullie met de Heilige Geest gedoopt worden."

6 Terwijl zij zo bij elkaar waren, vroegen zij Hem: "Here, gaat U nu van Israël weer een vrij land maken, met een eigen koning?"

7 "Dat hoeven jullie niet te weten", antwoordde Hij. "Mijn Vader beslist hoe en wanneer bepaalde dingen gebeuren.

8 Maar als de Heilige Geest op jullie neerkomt, zullen jullie kracht krijgen om de waarheid over Mij te vertellen aan de mensen in Jeruzalem en ook in Judea en Samaria.  
Zelfs tot in de verste uithoeken van de wereld."

9 Nadat Hij dit gezegd had, zagen zij hoe Hij omhoog ging in de lucht tot een wolk Hem aan het gezicht onttrok.

10 Terwijl zij nog naar de lucht tuurden, stonden er plotseling twee mannen bij hen, met witte kleren aan.

11 "Mannen uit Galilea", zeiden zij, "wat staat u toch naar de lucht te kijken? Jezus is in de hemel opgenomen. Maar Hij zal net zo terugkomen als u Hem hebt zien weggaan."

Psalmwoord: Halleluja. God is opgevaren onder gejuich, de Heer onder bazuingeschal ps 47:6
HALLELUJA!


Laten wij een nieuw lied zingen over Hemelvaart: NL 666


Het Heilig Evangelie staat geschreven bij: Marcus 16: 14 – 20
Het is na de opstanding, en de Heer is verschenen aan Maria en de Emmaüsgangers. Maar niet iedereen wil of durft te geloven dat het waar is.
14 Ten slotte verscheen Hij aan de elf terwijl ze aan het eten waren, en Hij verweet hun hun ongeloof en halsstarrigheid, omdat ze geen geloof hadden geschonken aan degenen die Hem hadden gezien nadat Hij uit de dood was opgewekt.
15 En Hij zei tegen hen: ‘Trek heel de wereld rond en maak aan ieder schepsel het goede nieuws bekend.
16 Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered,  maar wie niet gelooft zal worden veroordeeld.
17 Degenen die tot geloof zijn gekomen, zullen herkenbaar zijn aan de volgende tekenen: in Mijn Naam zullen ze demonen uitdrijven, ze zullen spreken in onbekende talen,
18 met hun handen zullen ze slangen oppakken en als ze een dodelijk gif drinken zal dat hun niet deren, en ze zullen zieken weer gezond maken door hun de handen op te leggen.’
19 Nadat Hij dit tegen hen had gezegd, werd de Heer Jezus in de hemel opgenomen en nam Hij plaats aan de rechterhand van God.
20 En zij gingen op weg om overal het nieuws bekend te maken. De Heer hielp hen daarbij en zette hun verkondiging kracht bij met de tekenen die ermee gepaard gingen.
Zalig die het Woord van God horen en er gehoor aan geven!


Credo
: In antwoord op Gods Woord willen wij samen ons geloof belijden door te spreken:
Wij geloven in God, sterker dan de dood,
die het leven wil van mensen, zoals jij en ik,
die ons heeft gedroomd, voor we er waren,
die veel van ons verwacht, en ons geschapen heeft
met kracht en moed en liefde.

Wij geloven in Jezus, Zijn Zoon, die mens werd,
ons gelijk, om weer zin te geven
aan wat zinloos werd: ons leven.
Gekruisigd is Hij, om onze schulden te voldoen.
Opgestaan na drie dagen, leeft Hij voor eeuwig
bij God in de hemel, waar Hij op ons wacht.

Wij geloven in de Geest van Liefde en waarheid,
Gods wezen, dat Hij met ons deelt.
Zij juicht en huilt in ons, spreekt ons weer moed in,
brengt ons terug.
Wij geloven in één doop, in één kerk
- die wereldwijd ontheven aan structuren en machten,
ons verenigt in één Lichaam, één geheel.
Tot in eeuwigheid.
Amen.

Preek
Genade zij u en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus, onze Heer, door de Heilige Geest.

Lieve mensen,

Omdat het afgelopen donderdag Hemelvaart was, een feest dat tegenwoordig wat ondergesneeuwd raakt, wilde ik vandaag maar een paar stapjes terugdoen, en met U spreken over Hemelvaart.
Het is een belangrijk feest, en een beetje de tegenhanger van Epifanie, je zou kunnen zeggen: het verschijnen en het verdwijnen van de Heer.
Alleen: dit verdwijnen is de aanloop tot het echte Verschijnen met alle toeters en bellen, de Komst waarop wij allemaal wachten
De leerlingen van Jezus wachtten ook op het Koninkrijk van God… Hij had er steeds met hen over gesproken, maar, ook al had Hij het over nu zoiets onduidelijks als de doop in de Heilige Geest, zij dachten dat Jezus nu wel binnenkort een staatsgreep zou plegen, en een vrij en onafhankelijk Israël zou stichten, waarbij de Romeinse bezetters zomaar verdwenen zouden zijn.
Dat leek ze het belangrijkste op dit moment.
En waarom niet? Is Jezus niet de langverwachte Messias, die alles in orde zou brengen?
Dat blijkt wel, nu Hij is opgestaan.
En is Hij niet Gods Zoon? Nou dan!
Hij kan natuurlijk een beroep doen op de hemelse legermacht, zeker nu Hij Zelf sterker is gebleken dan de dood, en nu Hij door gesloten deuren kan binnenkomen.

Zij denken nu zoals Elisa die, toen zijn leermeester door een vurige strijdwagen met vurige paarden van hem werd weggenomen, uitriep: Daar heb je de cavalarie van Israël!!!
De strijdwagens en ruiters vormden het meest gevaarlijke deel van het leger in die dagen, dat vooral uit voetvolk bestond. De infanterie.
Als dàt de legermacht was van God, die natuurlijk voor Israël zou strijden als het nodig was, dan waren ze onoverwinnelijk! Dacht Elisa…

Die gedachte hadden de leerlingen van Jezus nu kennelijk ook.

Ze weten nog niet zo goed wat ze ààn moeten met hun opgestane Heer. Maar na de eerste schrik komen ze allemaal om Hem heen staan.
En dít is hun eerste vraag… Of Hij nu een vrij en onafhankelijk Israël zou stichten… zodat ze lang en gelukkig verder kunnen leven…

Het zal wel verlegenheid geweest zijn, denk ik, ook om hun eigen rol… maar van dierbare vrienden zou je toch verwachten dat ze ànders reageerden, nu Jezus na Zijn vreselijke kruisdood inderdaad bleek te zijn opgestaan
Mensen kunnen raar reageren in moeilijke situaties. Er was niemand die zei: het spijt me. Of: hoe wàs het, dood gaan? Of: waar wàs je dan?

Nu ja, ze hadden wel net een standje gehad, dat ze Maria en de Emmaüsgangers niet hadden willen geloven… dat ze hardnekkig waren, dus zó’n vrolijke binnenkomer was het ook niet.

Maar nu weten ze het, en nu geloven ze het wel.
Nu gaat Jezus vast alles weer goed maken.
Voor Israël en dus voor hen.
En wat zégt Hij: Je hebt niets te maken met de plannen van Mijn Vader.

Nog steeds wijst Jezus, net als voor Zijn dood en opstanding, in alles naar de Vader. Om Hém gaat het.
Hèm moeten wij dienen.

En nee… Jezus zegt niets troostends of bemoedigends. Niets dat houvast geeft.
En dat hebben wij mensen toch zo graag: dat God de problemen voor ons oplost!

Als wij het zelf moeilijk hebben, of als wij de problemen van anderen niet aan kunnen, dan roepen en bidden wij om Gods ingrijpen.
Hij kan het en Hij moet het dus maar opknappen.
Vinden wij.
Maar zo gaat het niet. Zo werkt het niet.
Integendeel.

Trek heel de wereld rond en maak aan ieder schepsel het goede nieuws bekend.
Wie gelooft, en gedoopt is, zal worden gered,  maar wie
niet gelooft zal worden veroordeeld.
Dat zegt Jezus. Hij stuurt ze er op uit om heel de wereld, heel de schepping, te vertellen van Gods koninkrijk. Ze zullen de kracht krijgen, belooft Hij.
Maar… Hèlp!
Daar is nog niets van te zien.
Alléén Jezus. En Hij verdwijnt.
Hij wordt van hen weggenomen, terwijl Hij tegen ze praat…
Het is alsof de Handleiding Koninkrijk Gods nooit af zal komen…

Nu zijn hier in de kerk zeker een paar slimmeriken die denken: ‘en die verhalen in de Bijbel kloppen ook al niet met elkaar, dus daar heb je niets aan’.

Natuurlijk heb ik gezien dat het verhaal van de Hemelvaart bij Marcus niet precies klopt met het verhaal bij Lucas. Er zijn wel onderdelen die hetzelfde zijn, zoals het feit dat de Heer wordt weggenomen terwijl Hij aan het praten is.
In de Bijbel vind je geloofsverhalen, maar geen geschiedenisverhalen.
Daarmee bedoel ik, dat ze niet geschreven zijn zoals onze wetenschappelijke geschiedenisboeken worden geschreven. Niet als een droog verslag van feiten en weetjes.
Maar als we eerlijk zijn, weten we dat onze geschiedenisboeken ook altijd worden verteld vanuit een bepaalde visie op een situatie, op een ontwikkeling.
Op de Christelijke Lagere School kregen wij, aan de hand van dezelfde jaartallen, een heel ander beeld over de vrijheidsstrijd van de Nederlanden in de tachtigjarige oorlog, dan een goede vriend van mij in het Roomse Limburg. Dààr waren de Spanjaarden de bevrijders van het ware geloof dat door de ketters in het nauw werd gedreven.
U begrijpt wat ik bedoel.

Lees je een verhaal in de Telegraaf, dan krijg je iets heel anders dan wanneer de NRC bericht over dezelfde feiten.
Zo is het hier ook.
Lucas denkt te schrijven met medische precisie.
Hij doet als het ware een wetenschappelijk verslag, maar dan wel zoals dat in die tijd gebeurde.
En dat maakt dat hij aanhaakt bij de gebeurtenissen rondom de Hemelvaart van Elia, de grote profeet. Elia en Elisa liepen te praten, en opeens!!! opeens wordt Elia als in een wervelwind opgenomen. En Elisa ziet het gebeuren.

Dus! Klaar is het plaatje. Jezus is minstens zo belangrijk als Elia, en Zijn leerlingen, die zagen hoe  Hij ten hemel worden opgenomen, terwijl Hij met hen sprak, zijn dus de opvolgers, en degenen die Zijn gedachtengoed verder moeten verbreiden. Ze hebben de autoriteit daartoe gekregen, doordat ze het zagen gebeuren. Nèt als Elisa…

En die wolk, ja, dat is het teken van Gods aanwezigheid in de Bijbel, dus die kan ook niet ontbreken. Lucas liegt niet, hij verzint het niet, hij vertelt het dat Theofilus begrijpt hoe het zit.
Waar het om gaat.

En Marcus houdt graag de dingen bij elkaar.
Heel zijn evangelie is compact.
En het zit ook heel doordacht in elkaar.
Een knappe theoloog heeft uitgevogeld dat Marcus zijn evangelie zo heeft geschreven, dat je aan het eind weer door kunt gaan met het begin, en dat je dan pas begrijpt waar het om gaat.

Bovendien zouden de verhalen bij Marcus geordend zijn naar de volgorde van de grote feesten van Israël, zodat dit Evangelie eigenlijk één groot  stuk liturgie is.
Terwijl het er toch zo simpel uitziet.
Wij zullen, totdat de Heer gekomen is, wel nooit weten hoe het nu precies is gegaan, maar wat zou dat toevoegen? Wat zouden wij er van leren?

Een ding is zeker: Jezus is opgestegen naar de hemel. Waar en hoe dat ook mag zijn.
Hij is niet meer van de aarde.
Hij hoort bij God.

Maar Hij heeft ons niet achtergelaten met een onmogelijke opdracht, en lege handen
Hij belooft wonderbaarlijke dingen voor mensen die werkelijk in Hem geloven.
En allereerst is daar de Geest.

In het Oude Testament is altijd al sprake geweest van de Geest, de roeach in het Hebreeuws.
Je kunt dat vertalen met levensgeest, levensadem, geestkracht, energie zelfs…
Dat is een extra duwtje in de rug van de Schepper, van God in de hemel, voor mensen met een bijzondere opdracht, zoals bijvoorbeeld Elia.
Je kúnt het vertalen met wijsheid, zoals we lazen, maar het is heel veel meer.
Het heeft allerlei vormen.
Het is wat jij, wat u nodig hebt om het leven aan te kunnen.
Om stand te houden als het moeilijk is.
En dat is soms wijsheid, soms volharding, soms pure energie, en altijd geloof.
In de visioenen van de eindtijd wordt op verschillende plaatsen gesproken over die Geest die God zal zenden op ouderen en jongeren, zonen én dochters, die Gods woord zullen spreken vanuit een kracht en wijsheid die de hunne niet is.
En hier herinnert Jezus aan die belofte van de Vader. Maar Hij laat ze ook Zijn Geest, Zijn inspiratie na. En zo, het is misschien gewaagd, zou je kunnen zeggen, dat de leerlingen een dubbel deel van de Geest zullen krijgen.

Ze hebben geluisterd en gehoorzaamd.
En na Pinksteren hebben ze met groot enthousiasme gesproken over het koninkrijk van God. Met de overmoed van Elisa. Ze hadden klinkend bewijs!
Er waren mensen die in talen spraken die ze nooit geleerd hadden, maar die toch van Gods grote daden getuigden. Onverwacht voor henzelf.
Er waren mensen die het geschenk kregen van genezing. Of van woorden die troost brengen.
Dat gaat nog altijd door.

Ook voor ons gaat dat op.
Jezus verwacht niet van ons dat wij zitten te wachten tot Hij onze problemen gaat oplossen.
Hij zit eerder te wachten tot wij Zijn problemen eindelijk eens gaan oplossen. En als wij daaraan beginnen, geeft Hij ons de middelen.

Vaak gaat het dan heel anders dan wij hopen of verwachten. Onze problemen gaan niet over, maar misschien kijken wij er wèl anders tegen aan.
En dan zijn we dankbaar dat God ons gebruiken wil, ieder op onze eigen plek, door van Hem te getuigen. Ook al zien wij misschien geen resultaat.
Ook al zien wij Hem nog niet: in de Heilige Geest is Hij aanwezig, en gaat God met ons mee, alle dagen van ons leven.
Wie weet worden ook wij eens opgenomen als wij net met Hem lopen te praten.
Of Hij komt, vandaag of morgen.

Laten wij bereid zijn om intussen de handen uit de mouwen te steken.
De gelegenheid zal zich wel voordoen.
De Geest zal ons de woorden geven.
Daar kun je op rekenen.
Amen.

Muziek  

Gods goedheid is groot en strekt zich uit tot alle mensen,
   wij mogen daarin delen door te doen zoals Hij:
dag aan dag met vriendelijkheid en aandacht,
genade en geduld…
Nu kunnen we er, als een goed begin, gestalte aan geven in de collecte!

Wij zingen na het gebed over de gaven: : lied 667

Collecten 1e collecte: Werelddiaconaat

2e collecte: Onderhoudsfonds

Gebed over de gaven
Lieve God, wilt U alstublieft zegenen wat we hier bij elkaar hebben gebracht,
  zó dat het is tot eer van Uw Naam,
 
en zo dat het Uw gemeente wereldwijd ten goede komt.
Laat het een offer zijn, dat onze dankbaarheid en liefde uitdrukt,
door Jezus Christus, onze Heer.  Amen

Lied 667

 
Voorbeden
Laten we danken en bidden:
Lieve God, Vader in de hoge hemel, trouwe vriend in ons midden, wij danken U dat U ons nooit alleen laat, ook al denken wij wel eens dat U heel ver weg bent, en dat U ons bidden niet hoort.
Wij moeten misschien nog leren dat U weet dat wij onze problemen vaak heel goed zelf op kunnen lossen, als wij het idee dat anderen dat moeten doen maar loslaten. Wij vinden het vaak eng, we denken snel: dat kan ik nooit

Heer, geef ons dan het vertrouwen dat U ook ons een dubbel deel van Uw Geest wilt geven, en geef ons de moed van Elisa, die roept: God, waar bént U! Kom! Mét Uw hulp kunnen wij wonderen verrichten, maar geef ons dan de durf om zèlf aan de slag te gaan en niet te wachten tot U of iemand anders dat doet.
Dat wij niet naar de hemel blijven staren, maar leer ons te vertrouwen op de belofte die Jezus deed, dat wij wonderen van geloof kunnen doen als van wij Uw grote daden vertellen.

Lieve God, wij danken U, dat U deze wereld niet alleen laat, niet in de steek laat.
Wij danken U dat U genadig bent.
Wij bidden voor alle mensen die U niet kennen.
En ook voor onze broeders en zusters die worden vervolgd omdàt ze U kennen, van U houden en Uw liefde willen delen met anderen. Wil hen sterken in hun geloof, wil hen door Uw Heilige Geest, die Jezus beloofde en gaf, de woorden geven om van U te getuigen, en wil hun leven in Uw hand houden.
Ook voor onszelf en voor hen die ons dierbaar zijn bidden wij dat.

In deze wereld vol oorlog en onrust leven wij in een landje dat voor velen goed en veilig is.
Dank U wel.
Wij bidden U voor de leiders van regeringen, voor mensen met macht, of ze die nu genomen of gekregen hebben, voor mensen met verantwoordelijkheid voor het leven en welzijn van anderen, dat U hen leidt, verstand van zaken en een warm hart geeft.
Voor de slachtoffers van oorlog en geweld, van honger en ziekte bidden wij U.
Wij vragen U ons te laten zien hoe wij kunnen helpen met geld en gebed.

Goede God, wij danken U dat wij mogen hopen en verwachten dat wij Jezus terug zullen zien, dat Hij komt zoals Hij is heengegaan: in de wolk van Uw Aanwezigheid.
In de Heilige Geest bent U heel dicht bij ons.
Wij bidden dat U ons telkens weer geloof, vertrouwen, moed en energie geeft, om ook als het niets lijkt uit te halen Uw dingen te doen.
Leid ons op Uw weg naar U en de ander.
Dan komt het wel goed.
Wij danken U voor deze gemeente, waar zoveel aardige dingen gebeuren, waar zoveel mensen zich inzetten voor anderen; ook al wordt dat vaak niet gezien, U ziet het. 
Wij danken U voor mijnheer Cieraad die met Hemelvaart jarig was. Wil hem een goed jaar geven, in Uw Liefde.
Wij danken ook dat Roelia Stek bezig is te genezen van haar ziekzijn, maar Heer, wil haar, en de andere zieken die wij kennen, kracht geven om helemaal gezond te worden.
Wij leggen hun levens in Uw Hand, in het volste vertrouwen dat zij daar geborgen zijn.

In de stilte van dit moment bidden wij zo ook voor al die anderen die ons dierbaar zijn…

En samen zeggen wij:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd
Uw Rijk kome
Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
En vergeef ons onze schulden,
Zoals wij aan anderen hun schuld vergeven
En leid ons niet in verzoeking
Maar verlos ons van het kwade


Ons slotlied is:  nl645:1  Na de zegen, zingen we, in plaats van het ‘Amen’ lied 645:6…


Zegen:
 
De gemeenschap met God,  
met alle heiligen en elkaar
vervulle Uw harten en gedachten,
Uw doen en laten,
Uw bidden en danken,
van nu aan tot in alle eeuwigheid.
† Zo zegent U God,
de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.

Lied NL 645:6