Voor eerdere diensten klik hier:
Zondag Exaudi
2 juni 2019 in de Lutherse kerk te Heusden.
Orgelspel:
Ricercare van Frescobaldi (Joop legt uit: Ricercare is een
veel gebruikte vorm in de instrumentale muziek van voor Bach (Bach heeft er maar
enkele gecomponeerd, maar zijn dan gelijk weer geniaal). Het
betekent zoeken, of onderzoeken. De componist zoekt de mogelijkheden van een
bepaald thema. Bij Bach is die vorm eigenlijk helemaal vervangen door de fuga.
Je hoort thema’s eerst los, daarna in allerlei samenklanken.)
Afkondigingen en aansteken van de kaarsen.
Stilte
Wij
zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen
Onze Hulp is in de Naam van de Heer
die hemel en aarde gemaakt heeft.
Confiteor:
God van hemel en aarde,
God van leven
en dood, van dood en leven,
wij staan voor U met lege
handen,
met besmeurde handen,
met een geweten dat zich niet tot rust laat brengen.
U
zo groot, wij zo bijna niets,
en tóch verwaand en overtuigd
van eigenwaarde,
tót we de gevolgen zien van wat we deden.
Wij zijn nergens, Heer,
als U ons rekenschap
vraagt.
Daarom smeken
wij U om genade;
daarom vragen wij U:
vergeef ons al wat wij misdeden,
en laat ons weer in vrede leven.
Amen.
Zo lief had God
deze wereld, dat Hij
Zijn enige Zoon
gegeven heeft, opdat ieder die in Hem
gelooft aan het verderf ontkomt, en eeuwig leven
mag hebben.
Ons introïtuslied, deze zondag Exaudi, Hoor ons, is: lied 840 Wij
luisteren naar God, Hij naar ons.
2 O mijn God,
Gij zegt ga en ik ga,
Gij zegt ga en ik ga, laat mij niet alleen,
wees het woord in mijn vlees en de Geest om mij heen,
wees de adem waaruit ik ontsta.
3 Want o Heer, ik zeg kom en Gij komt,
ik zeg kom en Gij komt en Uw bloed wordt wijn
en Uw lichaam brood voor wie hongerig zijn
en Uw naam wordt een lied in mijn mond.
Laten we de Heer aanroepen om ontferming
met de nood van deze wereld, - die is heel erg
groot -
maar laten wij dan ook Zijn Naam prijzen,
omdat er aan Zijn barmhartigheid geen einde
komt!
Zondagsgebed:
Heer, die ons niet als wezen achterliet, toen U
ten hemel steeg, hoor
ons, als wij tot U roepen, verberg Uw gelaat niet voor ons, sluit
Uw oren niet voor
ons gebed, maar zend
Uw Geest,
opdat Zij ons de harten opent voor Uw
Woord, voor Uw liefde,
door Jezus Christus, onze Heer.
Amen.
Eerste Lezing: Openbaring 4: 1 – 11
Johannes, in de eenzaamheid van zijn ballingschap, is
wat God betreft niet
eenzaam.
Hij ontvangt visioenen, waarin het wezen van heden en verleden, van de toekomst
van hemel en aarde op versluierde wijze aan hem, en via hem aan ons, wordt
geopenbaard… Dit is in de lijn van de visioenen van de grote profeten, daarom
is het niet vreemd, dat deze lezing als eerste lezing klinkt.
Een profetisch geluid, zoals Ezechiël en de andere grote profeten mochten
doorgeven. Johannes vertelt hoe het na eerdere visioenen verder gaat:
4:1 Hierna had ik een visioen. Er stond een deur open
in de hemel. De stem, die me eerder had toegesproken met het geluid van
een bazuin, zei nu: ‘Kom hierboven, dan laat ik je zien wat er hierna
gebeuren moet.’
2 Op hetzelfde moment raakte ik in vervoering.
Er stond een troon in de hemel en daarop zat Iemand.
3 Degene die daar zat, had een uiterlijk als van jaspis en sarder,*
en rond de troon was een regenboog
die eruitzag als smaragd.
4 Om de troon heen
stonden vierentwintig andere tronen, waarop vierentwintig oudsten zaten.
Ze droegen witte kleren en hadden een gouden krans op hun hoofd.
5 Van de troon gingen bliksemschichten uit en donderslagen en groot
geraas. Voor de troon brandden
zeven vurige fakkels; dat zijn de zeven geesten van God.
6 Ook lag er voor de troon iets als een zee van glas, van kristal.
Midden voor de troon en eromheen waren vier wezens, die van voren
en van achteren één en al oog waren.
7 Het eerste wezen zag eruit als een leeuw en het tweede als een
jonge stier; het derde had een gezicht als een mens, en het vierde
leek een vliegende adelaar.
8 Elk van de vier wezens had zes vleugels, met overal ogen
langs de randen en aan de binnenkant. Dag en nacht herhalen ze:
‘Heilig, heilig, heilig is God, de Heer, de Almachtige,
die was, die is en die komt.’
9 Telkens als deze wezens lof, eer
en dank brengen aan
Degene die op de troon zit en die tot in eeuwigheid
leeft,
10 werpen de vierentwintig oudsten zich neer voor Hem
die op de troon zit, en aanbidden zij Hem die leeft tot in eeuwigheid,
en leggen ze hun kransen neer voor Zijn
troon met de woorden:
11 ‘U komt alle lof,
eer en macht toe, Heer, onze God,
want U hebt alles geschapen:
Uw wil is de oorsprong
van alles wat er is.’
* Carneool is een oranjerode halfedelsteen, afkomstig
uit Sardes in Klein-Azië. Carneool werd ook wel ‘sarder’ genoemd, naar de
plaats waar deze steen vandaan komt of 'kornalijn'. (Min of meer huidkleurig rond Middellandse Zee)
Zo groots is dit visioen, dat we ons heel klein voelen, vergeleken bij Hem
die is en was en komen zal. Maar juist dan is het Evangelie van Gods goedheid en genade voor ons nieuws dat als een bom inslaat. We zingen: Lied
647
Epistel: Openbaring 22: 12 - 21
Het is het allerlaatste deel van dit boek, waarin
Johannes de visioenen heeft beschreven die hem op Patmos, zijn ballingsoord,
toegevallen zijn.
Wij begrijpen hier dat het in feite Jezus Zelf is, die als een engel, een bode van God,
gesproken heeft. Dàn zegt Hij:
12 ‘Ik
kom spoedig, en heb het loon
bij Me om iedereen te belonen
naar zijn daden.
13 Ik ben de alfa en de
omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde.’
14 Gelukkig zijn zij
die hun kleren wassen: zij kunnen over
de levensboom
beschikken en zullen de stad door de poorten binnengaan.
15 Buiten is de plaats voor de honden
die zich bezighouden met toverij en ontucht,
met moord en afgodendienst, voor iedereen
die de leugen koestert en ernaar handelt.
16 ‘Ik, Jezus,
heb Mijn engel gestuurd om jullie
deze dingen bekend te
maken voor de gemeenten.
Ik ben de telg van
David, zijn nakomeling, de stralende Morgenster.’
17 De Geest en de Bruid zeggen: ‘Kom!’
Laat wie luistert zeggen:
‘Kom!’
Laat wie dorst heeft komen;
laat wie dat wil vrij
drinken van het water
dat leven geeft.
(18 Ik verklaar tegenover eenieder die de profetie van dit boek hoort: als
iemand er iets aan toevoegt, zal God hem de plagen toevoegen die in dit boek
beschreven zijn;
19 en als iemand iets afneemt van wat in het boek van deze profetie staat, zal
God hem zijn deel afnemen van de levensboom en van de heilige stad, zoals die in
dit boek beschreven zijn.
Dit hoort niet echt bij de tekst, maar is een vorm van copyrightbescherming, of
tekstbescherming uit de klassieke oudheid!)
20 Hij die van deze dingen getuigt,
zegt: ‘Ja, Ik kom spoedig!’
Amen. Kom, Heer
Jezus!
21 De genade van onze Heer
Jezus zij met u allen.
En dàt is de laatste zin van onze Bijbel.
Dat bemoedigt! Daar kunnen we mee verder!
De psalmist roept: Halleluja! God
heerst als Koning
over de volkeren, God
zetelt op Zijn heilige troon. (ps 47:9) HALLELUJA!
Wij zingen met Israël, met Gods volk, waarin Jezus werd geboren: lied 149:
1, 2 en 5
Het Heilig Evangelie
staat geschreven bij: Johannes 14: 15 – 21
Vóór Jezus’ gevangenneming vinden we bij Johannes
een heel lange monoloog van Jezus.
Daarin worden de meest wezenlijke dingen verwoord, die Hij Zijn leerlingen en ons op het hart wil binden. We hebben een klein vertaal
probleem: Jezus spreekt
over de Geest. De ware Geest, Gods Geest dus. Hij spreekt in het Aramees, en dat
Aramees is in het Grieks vertaald. In het Hebreeuws en het Aramees is de Geest
vrouwelijk, in het Grieks neutraal. In het Latijn weer mannelijk, en de Latijnse
Bijbelvertaling, de Vulgata, is heel lang de enige bron geweest. In het
Nederlands is Geest weer als een mannelijk woord terecht gekomen. Ik ben zo vrij
om toch maar Zij en Haar te gebruiken!
We lezen hoe Jezus zegt:
15 “Als je Mij liefhebt, houd je dan aan Mijn geboden.
16 Dan zal Ik de Vader
vragen jullie een andere pleitbezorger te
geven, die altijd bij je zal zijn:
17 de Geest van de Waarheid.
De wereld kan Haar niet ontvangen,
want ze ziet Haar
niet, en kent Haar
niet. Jullie kennen Haar wel, want Zij
woont in jullie en zal
in jullie blijven.
18 Ik laat jullie niet als wezen achter,
Ik kom bij jullie terug.
19 Nog een korte tijd en de wereld zal Mij niet meer zien, maar jullie zullen Mij
wel zien, want Ik
leef en ook jullie zullen leven.
20 Dan zul je begrijpen
dat Ik in Mijn
Vader ben, dat jullie in Mij zijn en dat Ik in jullie ben.
21 Wie Mijn geboden kent
en zich eraan houdt,
heeft Mij lief.
Wie Mij liefheeft
zal de liefde van Mijn
Vader en Mij ontvangen, en Ik
zal Mij aan hem (haar) bekendmaken.”
Zalig die het woord van God horen
en er gehoor aan geven!
Credo: In antwoord op Gods
Woord willen wij samen ons geloof belijden door samen te zeggen:
Ik geloof in God,
die
wilde dat de wereld goed was,
die
mensen en dieren maakte,
planten
en bomen,
vogels
en vissen,
en er van hield.
Ik geloof in God,
die
als een Vader zorgen wil,
die
als een Moeder ons omringt.
Ik geloof in Jezus -
in wie
Gods Liefde mens
werd,
om ons lot te delen
ons leven, onze dood,
die
dwars door alles heen
vast
hield aan Zijn Vader -
en angst en dood overwon -
stervend aan het kruis.
Hij ging door de hel,
maar stond óp tot nieuw leven:
de
derde dag.
Ik geloof in de Geest
die Jezus ons zond,
om ons
dichter dan ooit
bij God te doen zijn.
Zij
bidt en zingt en dankt in ons;
geeft
ons nieuw leven,
in eeuwigheid.
Daarom durven wij geloven
in goedheid, gerechtigheid, trouw....
... in Liefde en toekomst
zelfs voorbij de dood....
... in een kerk, waar mensen zijn
als
één lichaam, dat bestuurd wordt
door Jezus, ons Hoofd....
... in een doop, die mensen nieuw maakt...
... in vergeving, in genade en hoop -
voor gewone mensen zoals wij.
Amen.
Preek
Genade zij u en vrede
van God onze Vader en van Jezus
Christus, onze Heer,
door de Heilige Geest.
De lezingen van deze
zondag worden getekend door de Hemelvaart van Jezus, die we afgelopen donderdag konden vieren.
Op wat voor manier dan ook. Want Hemelvaart is minstens
zo’n ingrijpend sleutelmoment in de geschiedenis van God en mensen als Kerstfeest en de Wederkomst
van de Heer, waar heel
ons bestaan naar uitkijkt, als het goed is.
Met de geboorte in de stal komt God incognito in deze wereld. Om het een en
ander recht te zetten, dat na de schepping mis
gegaan is.
Bij de Wederkomst, die de Heer
aan het einde van Openbaring 22 aankondigt, zal Hij
in volle glorie
en heerlijkheid
verschijnen en zichtbaar zijn voor allen die Hem nu nog niet kennen en Hij zal ons allen om rekenschap
vragen van de manier waarop wij met Zijn goede schepping
en met onze medemensen, medeschepselen, zijn omgegaan.
Hemelvaart is het scharnier tussen die twee belangrijke momenten.
Wij bevinden ons kerkelijk net na dat scharnier.
De Geest die Jezus ons beloofd heeft, wordt – en werd – met Pinksteren
uitgestort.
Wij kijken terug, en kunnen het beamen: Jezus
heeft ons niet als weeskinderen achter gelaten.
Dat verwacht je ook niet van Iemand die Zijn
leven voor je heeft overgehad, toch?
Met het Pinksterfeest
heeft Hij de Heilige
Geest met milde hand uitgedeeld aan de mensen die Hem
hadden gevolgd, die in Hem
geloofden, die Zijn
opstanding uit de dood hadden ervaren, direct of uit de tweede hand.
De Geest, die ons achteraf laat zien: het was wáár wat Jezus zei en deed. De Geest die ons
laat geloven en vertrouwen,
dat het waar
is, dat Jezus, dat God,
terug zal komen. Op Zijn Tijd. Voor Hem is dat spoedig, voor ons kan het een kwestie van lange adem zijn.
Langer dan Johannes en Petrus, Paulus
en zélfs Jezus in de
beperkingen van Zijn mensengedaante,
konden vermoeden.
Ook Hij zei een paar keer
dat het niet aan Hèm was om die dingen te weten, al had Hij er wel een gedachte bij, maar dat het
allemaal afhing van God, de
Vader. Naar Hem
verwijst Jezus altijd in
alles.
Intussen is het nog allemaal niet gedaan, als Jezus
in Johannes 14 in een lange rede, waarvan we maar een stukje
hebben gelezen, Zijn laatste wil doorgeeft aan de leerlingen.
De andere Evangelisten kennen die lange rede zo niet. Hoe zit dat?
U zult intussen wel weten dat het evangelie van Johannes
een buitenbeentje is, als je de andere drie er naast legt.
Zowel in de manier waarop Johannes zijn heer Jezus beschrijft, als in de volgorde
van de gebeurtenissen, lijkt het meer een script voor een film, dan een wetenschappelijk historisch
verslag, zoals wij dat tegenwoordig zouden willen zien.
Maar we weten nu ook wel dat elke getuige
van een gebeurtenis,
bewust en onbewust dingen combineert, overslaat, gewoon niet ziet,
of juist opmerkt wat
hij of zij in een bepaalde situatie verwacht te zien. Als er vier getuigen zijn van een aanrijding, zijn er
vijf verhalen, die
allemaal waar zijn
voor degene die ze vertelt.
Johannes vertelt zijn ervaringen met Jezus vanuit de Opstanding en de Hemelvaart.
Mijn lief – die niet alleen een goed theoloog
was, maar ook een classicus
pur sang – vertelde me eens dat die grote redevoeringen in het Evangelie van Johannes, het zijn er 3 of 4,
ik heb het niet meer nagekeken, het equivalent zijn van de grote
overwinningsredevoeringen van de klassieke generaals, die zorgvuldig
geredigeerd als een soort pep-talk werden uitgesproken vóór de beslissende
slag. En natuurlijk hàdden ze die dan al (zo goed als) gewonnen.
Zo’n politieke rede verwoordde dan waar het om ging,
en waar je op kon rekenen als je deze leider zou volgen. En gehoorzamen.
Daar staat en valt het natuurlijk mee. J
Van die lange rede van Jezus
hebben we hier maar een klein stuk, waarin Hij o.a. zegt: “Als je Mij
liefhebt, houd je dan aan Mijn
geboden.
Dàn zal Ik
de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger, een andere trooster, te
geven, die altijd bij je zal zijn: de Geest
van de Waarheid. De wereld kan Haar
niet ontvangen, want ze ziet Haar
niet, en kent Haar
niet. Jullie kennen Haar wel, want Zij
woont in jullie en zal
in jullie blijven.”
Het is duidelijk dan Johannes de bedoeling van Jezus’
leven
en werken hier samenvat
vanuit Pinksteren.
En zo mogen wij er ook naar kijken.
Vanuit Pinksteren.
Met een Geest die ons bij onze doop
geschonken is, en waar je later ‘ja’ op hebben gezegd, anders waren
we hier nu niet; het is een stille stem
in het hart, die je soms, onverwacht,
een gedachte, een aanmoediging, een inzicht
geeft, ook als je daar niet naar op zoek was. En, omgekeerd, als je er wel
naar op zoek bent, dan blijft Ze soms angstwekkend
stil. Of we hóren het niet, omdat we iets anders willen of verwachten te horen.
‘God is geen tamme
leeuw’, is de conclusie in een van de boeken van C.S. Lewis.
Hoe vertrouwd en geliefd
ook, God gaat ons bestaan te boven en te buiten. En tóch, tóch
heeft Hij in Jezus
ons bestaan gedeeld, en heeft Hij
de gok genomen…
Hij heeft alles gedeeld, en zelfs onze dood.
Maar Hij
was en is
en zal altijd sterker
zijn.
De basis van die kracht
is de liefde die zichzelf niet zoekt. De liefde
die geven wil.
Mijn bevelen houden, zegt generaal Jezus, dat is liefhebben.
Allereerst God, met al wat
in je is.
En vanuit die liefde, die gevoed wordt door de Liefde
die er al om je heen was voor je geboren werd, kun je van jezelf
houden, als een geliefd kind van God.
Bemind. Net als al die anderen.
Die liefde kunnen we met elkaar delen.
Dat verrijkt.
Sommige mensen lopen in de zonneschijn aan Vaders
hand, andere mensen ervaren niets.
Zien niets…
Misschien omdat ons als kleine kinderen vaak door volwassenen is afgeleerd
om de dingen van de Geest te zien
en te horen…
‘Doe niet
zo gek’, of ‘doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg’, dat zijn kreten
die we bijna allemaal wel eens te horen kregen, als we met anderen
iets wilden delen wat
ons was opgevallen.
Was geschonken. Het blijft
een groot geheim hoe
dat zit tussen God en mens.
Maar er is altijd een Oor voor ons, en er is altijd een Stem voor ons, die het God
kan uitleggen, wat wijzelf niet onder woorden kunnen brengen. Dat
is de kracht van de Heilige Geest.
De zachte kracht
van het liefdevolle begrip.
Jezus’ dood en Opstanding
zijn, in gekozen weerloosheid en overwinning op wat mensen je aan kunnen doen, de sleutel daarvoor.
In Openbaring 22:14 staat: Gelukkig
zijn zij die hun kleren wassen: zij
kunnen over de levensboom
beschikken en zullen de stad door de poorten binnengaan.
Dat
is het loon waar Jezus over
spreekt.
Het boek Openbaring staat bol van de beeldspraak en de vergelijkingen.
Hele boeken zijn daarover vol
geschreven, en het zou best eens interessant kunnen zijn om daar
een jaartje, bijv. eens in de maand, een avond over te spreken, maar nu
ontbreekt zelfs de tijd om alles wat we gelezen hebben uitgebreid te bespreken.
Een paar dingen:
Wie door de poort binnengaat doet dat rechtens.
De levensboom maakt eeuwig
leven mogelijk in
de stad waar God woont. De trek
naar de stad is in de mens ingebakken, omdat we elkaar nodig
hebben. We zijn van huis uit sociale
wezens.
Zij die ‘hun kleren wassen’ zijn geen tegen stelling tot ‘viespeuken’,
maar het zijn de mensen die gered
zijn door het bloed van het kruis.
Zij wassen hun kleren in het bloed van het Lam, staat er in hoofdstuk 7.
Het zijn vaak ook zelf martelaren in die tijd. Goed dat onze Wil er nu
niet is, want ze zou er van gruwen: de verpleegster in haar had té veel bloed
gezien, en het lukte haar nooit meer om dit als beeldspraak te zien…
Maar zo is het echt wel bedoeld.
De kruisdood is inderdaad een gebeuren, waar bloed
bij vloeit, maar die van Jezus
is vooral een offer.
Een dubbel offer!
Allereerst een zoenoffer namens heel het volk dat gezondigd heeft
tegen het Oorspronkelijke Verbond, en daarom schuldig was… en het leven had
verbeurd.
Bij de sluiting van zo’n belangrijk
verbond werd vroeger een dier geslacht, en beide
partijen zeiden dan: ‘Zo mag het mij vergaan en erger, als ik me niet
houd aan de regels die
we nu opstellen’.
Dat is dus een ernstige zaak. Levensbelang.
Jezus neemt in die
context alle schuld op Zich,
zodat Gods volk weer vrij
voor Hem kan staan en
nieuwe kansen krijgt. Leven
mag!
Tegelijk is er nieuwe Verbond dat God
nu met àlle mensen van àlle tijden sluit in Jezus.
Jezus is daarin Zelf
het offer voor altijd.
Hij spreekt daarover bij
het laatste Avondmaal, als Hij
ons aan tafel als het ware meeneemt naar het Kruis en naar het
Feestmaal in de Eeuwigheid.
Dat grootse Verbond houdt in dat wie het met de zwakke krachten
van Liefde wil proberen, de eeuwigheid
mag proeven.
Ook hier en nu al een beetje.
We lazen in Openbaring vier een kleurrijke
beschrijving van een stukje liturgie in die eeuwigheid.
Daar zie je bekende elementen
uit de tempelliturgie. Bijvoorbeeld de beurtzang, die vanuit de
tempel wordt toegezongen naar hen die daar heen komen.
Het is een Hemelse liturgie: Openbaring 4, waar de dieren, die we ook kennen uit
Ezechiël meen ik, het ‘Heilig, heilig, heilig
uit Jesaja 6:3 zingen, Heilig is God,
de Heer, de Almachtige,
die was, die is en die komt.’
Dat wordt beantwoord met: ‘U
komt alle lof, eer en macht
toe, Heer, onze God,
want U hebt alles geschapen:
Uw wil is de oorsprong
van alles wat er is.’ (Verschillende bronnen, van Ezechiël tot
Jesus Sirach, Kronieken etc.)
Wij formuleren dat in onze dienst als: Want van U is het Koninkrijk en de Kracht en de Heerlijkheid in Eeuwigheid!
Die 24 oudsten, het voert te ver om alles te verklaren, maar dit is niet zo
moeilijk, mogen we zien als de 12 aartsvaders en de 12 apostelen, de oer-gelovigen. Wij zijn hier met zijn twaalven, dus we
zijn mooi in balans!
Het is een rijk scala aan kleurrijke
beelden, die we vanmorgen mochten lezen.
Ze zijn bedoeld om ons moed
te geven in een wereld vol kwaad en oorlog
en ellende.
Want ooit maakt de Heilige, de ontzagwekkende
Heer, die ook zo nabij
en zacht
is als onze eigen adem, als Gods Geest die in ons zingt
en bidt, wanneer wij dat niet meer kunnen,
een eind aan alle verdriet, pijn en tranen.
Niet keihard, maar vol mededogen.
Want ‘al onze tranen bewaart Hij
in een fles’, zegt de dichter van psalm 56:9. Ook dat verdriet van mensen
heeft zin.
Wij allemaal hier gaan God
ter harte. Iedereen.
Hij die tot Johannes van deze dingen getuigt, Hij
die de Morgenster is, het klassieke beeld van de Komende Koning, zegt:
‘Ja, Ik kom spoedig!’
Laten ook wij Hem
verwachten in ons dagelijks leven en zeggen:
Amen. Kom, Heer
Jezus! Kom! Amen.
Muziek
Joop
de Zwart speelt een Kyrië van Frescobaldi uit diens Muzikale
Bloempjes.
Zo rijk als wij gezegend zijn met liefde, kennis van God, en goede gaven, zo rijkelijk mogen wij tot een zegen zijn voor anderen.
Nu in de collecte, de komende tijd op onze eigen wijze voor de mensen om
ons heen.
Na het gebed over de gaven zingen wij: lied 804
Joop zal het een paar keer voorspelen onder de collecte…
Maar nu de Collecte
1e voor Diaconaal vacantiewerk en 2e voor de gemeente.
Gebed over de gaven
Heer God,
wat wij hebben verdiend, wat wij
hebben gekregen, het is alles uit Uw
genade.
Daarom kunt U er over beschikken,
zoals U kunt beschikken over onze tijd,
liefde en aandacht.
Wij geven die met liefde aan U
en anderen.
Wijs ons in dit alles de juiste weg.
Om Jezus’ wil. Amen.
Lied 804
Wij staan op een gedenken Ger Griffioen, die op 94 jarige leeftijd deze week is
overleden.
Heer, herinner U de namen
van
hen, die gestorven zijn,
en
vergeet niet, dat zij kwamen
langs
de straten van de pijn,
langs
de wegen van het lijden,
door
het woud der eenzaamheid,
naar
het dag en nacht verbeide
Vaderhuis,
hun toebereid.
2
Heer, herinner U hun luistrend
wakker
liggen in de nacht
en hun
roepen in het duister,
de
armzaal'gheid van hun kracht,
en wil
zeer aandachtig lezen
in de
rimpels van hun huid
de
verscheurdheid van hun wezen,
en wis
hunne zonden uit.
Voorbeden
Laten we danken en bidden:
Lieve God, hoog in Heerlijkheid en glorie en macht, zoals we ons nauwelijks
kunnen voorstellen, wij danken U, dat U zo met deze wereld, met Uw schepping, en
ook met de mensheid begaan was, dat Jezus ter aarde kwam, alles herstelde, en
terug ging naar U. Geweldig!
Wij bidden U voor ieder van ons, en van onze kinderen en kleinkinderen als we
die hebben, om de Gaven, de liefde en de aandacht van Uw Heilige Geest, die ons
bij de doop is beloofd.
Een geschenk, waarvan we niet altijd precies weten wat we er mee moeten, wat we
er van kunnen verwachten, maar toch… Ja Heer. Open ons hart voor Uw
genadegaven, zodat wij door Haar leren zelf genadig en vrolijk en liefdevol te
zijn in al ons dagelijks doen en laten.
Wij vragen om vergeving voor de puinhoop die wij van Uw Schepping hebben
gemaakt. Als je leest over al dat ruimteschroot dat ons bestaan bedreigt, dan is
het een wonder, dat er nog geen grotere ongelukken zijn gebeurd!
Bescherm ons, en help ons de gemaakte fouten op te ruimen.
Trouwe God, wij danken U voor het visioen van een toekomst waar het leven niet
meer wordt bedreigd, waar mensen op U en elkaar gericht zijn. Het geeft ons
moed, als we de neiging krijgen om de moed te verliezen, omdat er zoveel mis kan
gaan in een kwetsbaar mensenleven.
Als we het echt niet meer zien zitten, Heer, spreek dan in ons hart, en laat ons
met Uw ogen kijken, laat ons luisteren met Uw oren.
Dan zien we nieuwe mogelijkheden.
Dank U daarvoor.
In dat vertrouwen leggen we datgene voor U neer dat we moeilijk vinden in ons
eigen leven en in dat van anderen, wetend, vermoedend, hopend, dat Uw Heilige
Geest het zo vertalen zal, dat U het hoort en begrijpt. Zij is onze kampioen!
We denken aan Ger Griffioen, en al die andere zorgen en dankbaarheden in ons
leven….
- Stil Gebed –
En samen aanbidden en zegenen wij U met de woorden die Jezus ons leerde:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd
Uw Rijk kome
Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
En vergeef ons onze schulden,
Zoals wij aan anderen hun schuld vergeven.
En leid ons niet in beproeving,
Maar verlos ons van het kwade.
Ons slotlied is lied 1005:1
Na de zegen, zingen we, in plaats van het ‘Amen’ het vijfde
vers.
Zegen:
De zegen van de Heer die ons optilt naar de hemel,
De zegen
van de Heer die naar de
aarde afdaalt,
De zegen
van de God, die hemel en
aarde in de hand houdt,
vult uw leven
met liefde, geloof en Goede Geest.
Amen
Orgelspel: Ricercare van Antegnati. De tonen buitelden heerlijk over elkaar.
Het was heerlijk weer, en we genoten nog lang van koffie, water en lekkers in het gastvrije Gouverneurshuis.