Voor eerdere diensten klik hier:

Zondag  Exaudi 2 juni 2019 in de Lutherse kerk  te Heusden. 
Organist:  Joop de Zwart

Orgelspel: Ricercare van Frescobaldi (Joop legt uit: Ricercare is een veel gebruikte vorm in de instrumentale muziek van voor Bach (Bach heeft er maar enkele gecomponeerd, maar zijn dan gelijk weer geniaal). Het betekent zoeken, of onderzoeken. De componist zoekt de mogelijkheden van een bepaald thema. Bij Bach is die vorm eigenlijk helemaal vervangen door de fuga. Je hoort thema’s eerst los, daarna in allerlei samenklanken.)
 
Afkondigingen en aansteken van de kaarsen.

Stilte

Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.  
Amen

Onze Hulp is in de Naam van de Heer              
die hemel en aarde gemaakt heeft.

Confiteor:
God van hemel en aarde,
God van leven en dood, van dood en leven,
wij staan voor U met lege handen,
met besmeurde handen,
met een geweten dat zich niet tot rust laat brengen.

U zo groot, wij zo bijna niets,
en tóch verwaand en overtuigd van eigenwaarde,
tót we de gevolgen zien van wat we deden.
Wij zijn nergens, Heer,
als U ons rekenschap vraagt.
Daarom smeken wij U om genade;
daarom vragen wij U:
vergeef ons al wat wij misdeden,
en laat ons weer in vrede leven.
Amen.

Zo lief had God deze wereld, dat Hij Zijn enige Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf ontkomt, en eeuwig leven mag hebben.

Ons introïtuslied, deze zondag Exaudi, Hoor ons, is: lied 840 Wij luisteren naar God, Hij naar ons.

2 O mijn God, Gij zegt ga en ik ga,
Gij zegt ga en ik ga, laat mij niet alleen,
wees het woord in mijn vlees en de Geest om mij heen,
wees de adem waaruit ik ontsta.

3 Want o Heer, ik zeg kom en Gij komt,
ik zeg kom en Gij komt en Uw bloed wordt wijn
en Uw lichaam brood voor wie hongerig zijn
en Uw naam wordt een lied in mijn mond.

Laten we de Heer aanroepen om ontferming met de nood van deze wereld, - die is heel erg groot -
maar laten wij dan ook Zijn Naam prijzen,
omdat er aan Zijn barmhartigheid geen einde komt!




Zondagsgebed:
Heer, die ons niet als wezen achterliet, toen U ten hemel steeg, hoor ons, als wij tot U roepen, verberg Uw gelaat niet voor ons, sluit Uw oren niet voor ons gebed, maar zend Uw Geest, opdat Zij ons de harten opent voor Uw Woord, voor Uw liefde, door Jezus Christus, onze Heer.
Amen.

Eerste Lezing: Openbaring 4: 1 – 11
Johannes, in de eenzaamheid van zijn ballingschap, is wat God betreft niet eenzaam.  
Hij ontvangt visioenen, waarin het wezen van heden en verleden, van de toekomst van hemel en aarde op versluierde wijze aan hem, en via hem aan ons, wordt geopenbaard… Dit is in de lijn van de visioenen van de grote profeten, daarom is het niet vreemd, dat deze lezing als eerste lezing klinkt.
Een profetisch geluid, zoals Ezechiël en de andere grote profeten mochten doorgeven. Johannes vertelt hoe het na eerdere visioenen verder gaat:
4:1 Hierna had ik een visioen. Er stond een deur open in de hemel. De stem, die me eerder had toegesproken met het geluid van een bazuin, zei nu: ‘Kom hierboven, dan laat ik je zien wat er hierna gebeuren moet.’
2 Op hetzelfde moment raakte ik in vervoering.
Er stond een
troon in de hemel en daarop zat Iemand.
3 Degene die daar zat, had een uiterlijk als van jaspis en sarder,* en rond de
troon was een regenboog die eruitzag als smaragd.
4 Om de troon heen stonden vierentwintig andere tronen, waarop vierentwintig oudsten zaten.       
Ze droegen witte kleren en hadden een gouden krans op hun hoofd.
5 Van de
troon gingen bliksemschichten uit en donderslagen en groot geraas. Voor de troon brandden zeven vurige fakkels; dat zijn de zeven geesten van God.
6 Ook lag er voor de
troon iets als een zee van glas, van kristal.    
Midden voor de
troon en eromheen waren vier wezens, die van voren en van achteren één en al oog waren.
7 Het eerste wezen zag eruit als een leeuw en het tweede als een jonge stier; het derde had een gezicht als een mens, en het vierde leek een vliegende adelaar.
8 Elk van de vier wezens had zes vleugels, met overal ogen langs de randen en aan de binnenkant. Dag en nacht herhalen ze: ‘Heilig, heilig, heilig is God, de Heer, de Almachtige, die was, die is en die komt.’
9 Telkens als deze wezens lof, eer en dank brengen aan Degene die op de
troon zit en die tot in eeuwigheid leeft,
10 werpen de vierentwintig oudsten zich neer voor Hem die op de
troon zit, en aanbidden zij Hem die leeft tot in eeuwigheid, en leggen ze hun kransen neer voor Zijn troon met de woorden:
11 ‘U komt alle lof, eer en macht toe, Heer, onze God, want U hebt alles geschapen: Uw wil is de oorsprong van alles wat er is.’
*
Carneool is een oranjerode halfedelsteen, afkomstig uit Sardes in Klein-Azië. Carneool werd ook wel ‘sarder’ genoemd, naar de plaats waar deze steen vandaan komt of 'kornalijn'. (Min of meer huidkleurig rond Middellandse Zee)

Zo groots is dit visioen, dat we ons heel klein voelen, vergeleken bij Hem die is en was en komen zal. Maar juist dan is het Evangelie van Gods goedheid en genade voor ons nieuws dat als een bom inslaat. We zingen: Lied 647


Epistel: Openbaring 22: 12 - 21
Het is het allerlaatste deel van dit boek, waarin Johannes de visioenen heeft beschreven die hem op Patmos, zijn ballingsoord, toegevallen zijn.
Wij begrijpen hier dat het in feite Jezus Zelf is, die als een engel, een bode van God, gesproken heeft. Dàn zegt Hij:
12 ‘Ik kom spoedig, en heb het loon bij Me om iedereen te belonen naar zijn daden.
13 Ik ben de alfa en de omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde.’
14 Gelukkig zijn zij die hun kleren wassen: zij kunnen over de levensboom beschikken en zullen de stad door de poorten binnengaan.
15 Buiten is de plaats voor de honden die zich bezighouden met toverij en ontucht, met moord en afgodendienst, voor iedereen die de leugen koestert en ernaar handelt.
16 ‘Ik, Jezus, heb Mijn engel gestuurd om jullie deze dingen bekend te maken voor de gemeenten.
Ik ben de telg van David, zijn nakomeling, de stralende Morgenster.
17 De Geest en de Bruid zeggen: ‘Kom!’      
Laat wie luistert zeggen: ‘Kom!’    
Laat wie dorst heeft komen; laat wie dat wil vrij drinken van het water dat leven geeft.
(18 Ik verklaar tegenover eenieder die de profetie van dit boek hoort: als iemand er iets aan toevoegt, zal God hem de plagen toevoegen die in dit boek beschreven zijn;
19 en als iemand iets afneemt van wat in het boek van deze profetie staat, zal God hem zijn deel afnemen van de levensboom en van de heilige stad, zoals die in dit boek beschreven zijn. 
Dit hoort niet echt bij de tekst, maar is een vorm van copyrightbescherming, of tekstbescherming uit de klassieke oudheid!)


20 Hij die van deze dingen getuigt, zegt: ‘Ja, Ik kom spoedig!’

Amen. Kom, Heer Jezus!

21 De genade van onze Heer Jezus zij met u allen.

En dàt is de laatste zin van onze Bijbel.
Dat bemoedigt! Daar kunnen we mee verder!

De psalmist roept: Halleluja! God heerst als Koning over de volkeren, God zetelt op Zijn heilige troon. (ps 47:9)
HALLELUJA!


Wij zingen met Israël, met Gods volk, waarin Jezus werd geboren: lied 149: 1, 2 en 5  


Het Heilig Evangelie
staat geschreven bij: Johannes 14: 15 – 21
Vóór Jezus’ gevangenneming vinden we bij Johannes een heel lange monoloog van Jezus.
Daarin worden de meest wezenlijke dingen verwoord, die Hij Zijn leerlingen en
ons op het hart wil binden. We hebben een klein vertaal probleem: Jezus spreekt over de Geest. De ware Geest, Gods Geest dus. Hij spreekt in het Aramees, en dat Aramees is in het Grieks vertaald. In het Hebreeuws en het Aramees is de Geest vrouwelijk, in het Grieks neutraal. In het Latijn weer mannelijk, en de Latijnse Bijbelvertaling, de Vulgata, is heel lang de enige bron geweest. In het Nederlands is Geest weer als een mannelijk woord terecht gekomen. Ik ben zo vrij om toch maar Zij en Haar te gebruiken!
We lezen hoe Jezus zegt: 
15 “Als je Mij liefhebt, houd je dan aan Mijn geboden.
16 Dan zal Ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger te geven, die altijd bij je zal zijn:
17 de Geest van de Waarheid. De wereld kan Haar niet ontvangen, want ze ziet Haar niet, en kent Haar niet. Jullie kennen Haar wel, want Zij woont in jullie en zal in jullie blijven.
18 Ik laat jullie niet als wezen achter, Ik kom bij jullie terug.
19 Nog een korte tijd en de wereld zal Mij niet meer zien, maar jullie zullen Mij wel zien, want Ik leef en ook jullie zullen leven.
20 Dan zul je begrijpen dat Ik in Mijn Vader ben, dat jullie in Mij zijn en dat Ik in jullie ben.
21 Wie Mijn geboden kent en zich eraan houdt, heeft Mij lief. Wie Mij liefheeft zal de liefde van Mijn Vader en Mij ontvangen, en Ik zal Mij aan hem (haar) bekendmaken.”
Zalig die het woord van God horen en er gehoor aan geven!


Credo:  In antwoord op Gods Woord willen wij samen ons geloof belijden door samen te zeggen:
Ik geloof in God,
       die wilde dat de wereld goed was,
       die mensen en dieren maakte,
       planten en bomen,
       vogels en vissen,   
en er van hield.

Ik geloof in God,
       die als een Vader zorgen wil,
       die als een Moeder ons omringt.

Ik geloof in Jezus -
       in wie Gods Liefde mens werd,
              om ons lot te delen
              ons leven, onze dood,
       die dwars door alles heen
       vast hield aan Zijn Vader -
en angst en dood overwon -
stervend aan het kruis.

Hij ging door de hel,
maar stond óp tot nieuw leven:
       de derde dag.

Ik geloof in de Geest
die Jezus ons zond,
       om ons dichter dan ooit
       bij God te doen zijn.
       Zij bidt en zingt en dankt in ons;
       geeft ons nieuw leven,
in eeuwigheid.

Daarom durven wij geloven
in goedheid, gerechtigheid, trouw....
... in Liefde en toekomst
zelfs voorbij de dood....
... in een kerk, waar mensen zijn
       als één lichaam, dat bestuurd wordt
              door Jezus, ons Hoofd....
... in een doop, die mensen nieuw maakt...
... in vergeving, in genade en hoop -
voor gewone mensen zoals wij.
Amen.

Preek
Genade zij u en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus, onze Heer, door de Heilige Geest.

De
lezingen van deze zondag worden getekend door de Hemelvaart van Jezus, die we afgelopen donderdag konden vieren. Op wat voor manier dan ook. Want Hemelvaart is minstens zo’n ingrijpend sleutelmoment in de geschiedenis van God en mensen als Kerstfeest en de Wederkomst van de Heer, waar heel ons bestaan naar uitkijkt, als het goed is.  
Met de geboorte in de stal komt God incognito in deze wereld. Om het een en ander recht te zetten, dat na de
schepping mis gegaan is.
Bij de Wederkomst, die de Heer aan het einde van Openbaring 22 aankondigt, zal Hij in volle glorie en heerlijkheid verschijnen en zichtbaar zijn voor allen die Hem nu nog niet kennen en Hij zal ons allen om rekenschap vragen van de manier waarop wij met Zijn goede schepping en met onze medemensen, medeschepselen, zijn omgegaan.
Hemelvaart is het scharnier tussen die twee belangrijke momenten.
Wij bevinden ons kerkelijk net na dat scharnier.
De Geest die Jezus ons beloofd heeft, wordt – en werd – met Pinksteren uitgestort.

Wij kijken terug, en kunnen het beamen: Jezus heeft ons niet als weeskinderen achter gelaten.
Dat verwacht je ook niet van Iemand die Zijn leven voor je heeft overgehad, toch?

Met het Pinksterfeest heeft Hij de Heilige Geest met milde hand uitgedeeld aan de mensen die Hem hadden gevolgd, die in Hem geloofden, die Zijn opstanding uit de dood hadden ervaren, direct of uit de tweede hand. De Geest, die ons achteraf laat zien: het was wáár wat Jezus zei en deed. De Geest die ons laat geloven en vertrouwen, dat het waar is, dat Jezus, dat God, terug zal komen. Op Zijn Tijd. Voor Hem is dat spoedig, voor ons kan het een kwestie van lange adem zijn.

Langer dan Johannes en Petrus, Paulus en zélfs Jezus in de beperkingen van Zijn mensengedaante, konden vermoeden.
Ook Hij zei een paar keer dat het niet aan Hèm was om die dingen te weten, al had Hij er wel een gedachte bij, maar dat het allemaal afhing van God, de Vader. Naar Hem verwijst Jezus altijd in alles.

Intussen is het nog allemaal niet gedaan, als Jezus in Johannes 14 in een lange rede, waarvan we maar een stukje hebben gelezen, Zijn laatste wil doorgeeft aan de leerlingen.
De andere Evangelisten kennen die lange rede zo niet. Hoe zit dat?

U zult intussen wel weten dat het evangelie van Johannes een buitenbeentje is, als je de andere drie er naast legt. Zowel in de manier waarop Johannes zijn heer Jezus beschrijft, als in de volgorde van de gebeurtenissen, lijkt het meer een script voor een film, dan een wetenschappelijk historisch verslag, zoals wij dat tegenwoordig zouden willen zien.

Maar we weten nu ook wel dat elke getuige van een gebeurtenis, bewust en onbewust dingen combineert, overslaat, gewoon niet ziet, of juist opmerkt wat hij of zij in een bepaalde situatie verwacht te zien. Als er vier getuigen zijn van een aanrijding, zijn er vijf verhalen, die allemaal waar zijn voor degene die ze vertelt.
Johannes vertelt zijn ervaringen met Jezus
vanuit de Opstanding en de Hemelvaart.

Mijn lief – die niet alleen een goed theoloog was, maar ook een classicus pur sang – vertelde me eens dat die grote redevoeringen in het Evangelie van Johannes, het zijn er 3 of 4, ik heb het niet meer nagekeken, het equivalent zijn van de grote overwinningsredevoeringen van de klassieke generaals, die zorgvuldig geredigeerd als een soort pep-talk werden uitgesproken vóór de beslissende slag. En natuurlijk hàdden ze die dan al (zo goed als) gewonnen.

Zo’n politieke rede verwoordde dan waar het om ging, en waar je op kon rekenen als je deze leider zou volgen. En gehoorzamen.
Daar staat en valt het natuurlijk mee.
J
Van die lange rede van Jezus hebben we hier maar een klein stuk, waarin Hij o.a. zegt: “Als je Mij liefhebt, houd je dan aan Mijn geboden.
Dàn zal Ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger, een andere trooster, te geven, die altijd bij je zal zijn: de Geest van de Waarheid. De wereld kan Haar niet ontvangen, want ze ziet Haar niet, en kent Haar niet. Jullie kennen Haar wel, want Zij woont in jullie en zal in jullie blijven.”
Het is duidelijk dan Johannes de bedoeling van Jezus’ leven en werken hier samenvat vanuit Pinksteren.
En zo mogen wij er ook naar kijken.
Vanuit Pinksteren.
Met een Geest die ons bij onze doop geschonken is, en waar je later ‘ja’ op hebben gezegd, anders waren we hier nu niet; het is een stille stem in het hart, die je soms, onverwacht, een gedachte, een aanmoediging, een inzicht geeft, ook als je daar niet naar op zoek was. En, omgekeerd, als je er wel naar op zoek bent, dan blijft Ze soms angstwekkend stil. Of we hóren het niet, omdat we iets anders willen of verwachten te horen.     

 ‘God is geen tamme leeuw’, is de conclusie in een van de boeken van C.S. Lewis.
Hoe vertrouwd en geliefd ook, God gaat ons bestaan te boven en te buiten. En tóch, tóch heeft Hij in Jezus ons bestaan gedeeld, en heeft Hij de gok genomen…

Hij heeft alles gedeeld, en zelfs onze dood.

Maar Hij was en is en zal altijd sterker zijn.
De basis van die kracht is de liefde die zichzelf niet zoekt. De liefde die geven wil.

Mijn bevelen houden, zegt generaal Jezus, dat is liefhebben. Allereerst God, met al wat in je is.
En vanuit die liefde, die gevoed wordt door de Liefde die er al om je heen was voor je geboren werd, kun je van jezelf houden, als een geliefd kind van God. Bemind. Net als al die anderen.
Die liefde kunnen we met elkaar delen.
Dat verrijkt.
Sommige
mensen lopen in de zonneschijn aan Vaders hand, andere mensen ervaren niets.
Zien niets…
Misschien omdat ons als kleine kinderen vaak door volwassenen is afgeleerd om de dingen van de Geest te zien en te horen
Doe niet zo gek’, of ‘doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg’, dat zijn kreten die we bijna allemaal wel eens te horen kregen, als we met anderen iets wilden delen wat ons was opgevallen. Was geschonken.  Het blijft een groot geheim hoe dat zit tussen God en mens.
Maar er is altijd een Oor voor ons, en er is altijd een Stem voor ons, die het God kan uitleggen, wat wijzelf niet onder woorden kunnen brengen. Dat is de kracht van de Heilige Geest.
De zachte kracht van het liefdevolle begrip.
Jezus’ dood en Opstanding zijn, in gekozen weerloosheid en overwinning op wat mensen je aan kunnen doen, de
sleutel daarvoor.
In Openbaring 22:14 staat: Gelukkig zijn zij die hun kleren wassen: zij kunnen over de levensboom beschikken en zullen de stad door de poorten binnengaan.

Dat is het loon waar Jezus over spreekt.
Het boek Openbaring staat bol van de beeldspraak en de vergelijkingen. Hele boeken zijn daarover vol geschreven, en het zou best eens interessant kunnen zijn om daar een jaartje, bijv. eens in de maand, een avond over te spreken, maar nu ontbreekt zelfs de tijd om alles wat we gelezen hebben uitgebreid te bespreken.
Een paar dingen:
Wie door de poort binnengaat doet dat rechtens.
De levensboom maakt eeuwig leven mogelijk in de stad waar God woont. De trek naar de stad is in de mens ingebakken, omdat we elkaar nodig hebben. We zijn van huis uit sociale wezens.
Zij die ‘hun kleren wassen’ zijn geen tegen stelling tot ‘viespeuken’, maar het zijn de mensen die gered zijn door het bloed van het kruis.
Zij wassen hun kleren in het bloed van het Lam, staat er in hoofdstuk 7.
Het zijn vaak ook zelf martelaren in die tijd. Goed dat onze Wil er nu niet is, want ze zou er van gruwen: de verpleegster in haar had té veel bloed gezien, en het lukte haar nooit meer om dit als beeldspraak te zien…
Maar zo is het echt wel bedoeld.

De kruisdood is inderdaad een gebeuren, waar bloed bij vloeit, maar die van Jezus is vooral een offer.
Een dubbel offer!
Allereerst een zoenoffer namens heel het volk dat gezondigd heeft tegen het Oorspronkelijke Verbond, en daarom schuldig was… en het leven had verbeurd.
Bij de sluiting van zo’n belangrijk verbond werd vroeger een dier geslacht, en beide partijen zeiden dan: ‘Zo mag het mij vergaan en erger, als ik me niet houd aan de regels die we nu opstellen’. Dat is dus een ernstige zaak. Levensbelang.
Jezus neemt in die context alle schuld op Zich, zodat Gods volk weer vrij voor Hem kan staan en nieuwe kansen krijgt. Leven mag!

Tegelijk is er nieuwe Verbond dat God nu met àlle mensen van àlle tijden sluit in Jezus. Jezus is daarin Zelf het offer voor altijd.
Hij spreekt daarover bij het laatste Avondmaal, als Hij ons aan tafel als het ware meeneemt naar het Kruis en naar het Feestmaal in de Eeuwigheid.
Dat grootse Verbond houdt in dat wie het met de zwakke krachten van Liefde wil proberen, de eeuwigheid mag proeven.
Ook hier en nu al een beetje.

We lazen in Openbaring vier een kleurrijke beschrijving van een stukje liturgie in die eeuwigheid.
Daar zie je bekende elementen uit de tempelliturgie. Bijvoorbeeld de beurtzang, die vanuit de tempel wordt toegezongen naar hen die daar heen komen. 
Het is een Hemelse liturgie: Openbaring 4, waar de dieren, die we ook kennen uit Ezechiël meen ik, het ‘Heilig, heilig, heilig uit Jesaja 6:3 zingen, Heilig is God, de Heer, de Almachtige, die was, die is en die komt.’
Dat wordt beantwoord met: ‘U komt alle lof, eer en macht toe, Heer, onze God, want U hebt alles geschapen: Uw wil is de oorsprong van alles wat er is.’ (Verschillende bronnen, van Ezechiël tot Jesus Sirach, Kronieken etc.)  
Wij formuleren dat in onze dienst als: Want van U is het Koninkrijk en de Kracht en de Heerlijkheid in Eeuwigheid!
Die 24 oudsten, het voert te ver om alles te verklaren, maar dit is niet zo moeilijk, mogen we zien als de 12 aartsvaders en de 12 apostelen, de oer
-gelovigen. Wij zijn hier met zijn twaalven, dus we zijn mooi in balans!

Het is een rijk scala aan kleurrijke beelden, die we vanmorgen mochten lezen.
Ze zijn bedoeld om ons moed te geven in een wereld vol kwaad en oorlog en ellende.

Want ooit maakt de Heilige, de ontzagwekkende Heer, die ook zo nabij en zacht is als onze eigen adem, als Gods Geest die in ons zingt en bidt, wanneer wij dat niet meer kunnen, een eind aan alle verdriet, pijn en tranen.
Niet keihard, maar vol mededogen.
Want ‘al onze tranen bewaart Hij in een fles’, zegt de dichter van psalm 56:9. Ook dat verdriet van mensen heeft zin.
Wij allemaal hier gaan God ter harte. Iedereen.

Hij die tot Johannes van deze dingen getuigt, Hij die de Morgenster is, het klassieke beeld van de Komende Koning, zegt: ‘Ja, Ik kom spoedig!’
Laten ook wij Hem verwachten in ons dagelijks leven en zeggen:

Amen. Kom, Heer Jezus! Kom! Amen.



Muziek Joop de Zwart speelt een Kyrië van Frescobaldi uit diens Muzikale Bloempjes

Zo rijk als wij gezegend zijn met liefde, kennis van God, en goede gaven, zo rijkelijk mogen wij tot een zegen zijn voor anderen.
Nu in de collecte, de komende tijd op onze eigen wijze voor de mensen om ons heen.
Na het gebed over de gaven zingen wij: lied 804
Joop zal het een paar keer voorspelen onder de collecte… 
Maar  nu de Collecte
1e voor Diaconaal vacantiewerk en 2e voor de gemeente.

Gebed over de gaven

Heer God, wat wij hebben verdiend, wat wij hebben gekregen, het is alles uit Uw genade.
Daarom kunt U er over beschikken, zoals U kunt beschikken over onze tijd, liefde en aandacht. Wij geven die met liefde aan U en anderen.
Wijs ons in dit alles de juiste weg.
Om Jezus’ wil. Amen.


Lied 804



Wij staan op een gedenken Ger Griffioen, die op 94 jarige leeftijd deze week is overleden.

        Heer, herinner U de namen
       van hen, die gestorven zijn,
       en vergeet niet, dat zij kwamen
       langs de straten van de pijn,
       langs de wegen van het lijden,
       door het woud der eenzaamheid,
       naar het dag en nacht verbeide
       Vaderhuis, hun toebereid.

2     Heer, herinner U hun luistrend
       wakker liggen in de nacht
       en hun roepen in het duister,
       de armzaal'gheid van hun kracht,
       en wil zeer aandachtig lezen
       in de rimpels van hun huid
       de verscheurdheid van hun wezen,
       en wis hunne zonden uit.

Voorbeden
Laten we danken en bidden:
Lieve God, hoog in Heerlijkheid en glorie en macht, zoals we ons nauwelijks kunnen voorstellen, wij danken U, dat U zo met deze wereld, met Uw schepping, en ook met de mensheid begaan was, dat Jezus ter aarde kwam, alles herstelde, en terug ging naar U. Geweldig!  
Wij bidden U voor ieder van ons, en van onze kinderen en kleinkinderen als we die hebben, om de Gaven, de liefde en de aandacht van Uw Heilige Geest, die ons bij de doop is beloofd.
Een geschenk, waarvan we niet altijd precies weten wat we er mee moeten, wat we er van kunnen verwachten, maar toch… Ja Heer. Open ons hart voor Uw genadegaven, zodat wij door Haar leren zelf genadig en vrolijk en liefdevol te zijn in al ons dagelijks doen en laten.
Wij vragen om vergeving voor de puinhoop die wij van Uw Schepping hebben gemaakt. Als je leest over al dat ruimteschroot dat ons bestaan bedreigt, dan is het een wonder, dat er nog geen grotere ongelukken zijn gebeurd!      
Bescherm ons, en help ons de gemaakte fouten op te ruimen.
Trouwe God, wij danken U voor het visioen van een toekomst waar het leven niet meer wordt bedreigd, waar mensen op U en elkaar gericht zijn. Het geeft ons moed, als we de neiging krijgen om de moed te verliezen, omdat er zoveel mis kan gaan in een kwetsbaar mensenleven.
Als we het echt niet meer zien zitten, Heer, spreek dan in ons hart, en laat ons met Uw ogen kijken, laat ons luisteren met Uw oren.
Dan zien we nieuwe mogelijkheden.
Dank U daarvoor.   
In dat vertrouwen leggen we datgene voor U neer dat we moeilijk vinden in ons eigen leven en in dat van anderen, wetend, vermoedend, hopend, dat Uw Heilige Geest het zo vertalen zal, dat U het hoort en begrijpt. Zij is onze kampioen!
We denken aan Ger Griffioen, en al die andere zorgen en dankbaarheden in ons leven….
- Stil Gebed –

En samen aanbidden en zegenen wij U met de woorden die Jezus ons leerde:

Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd
Uw Rijk kome
Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
En vergeef ons onze schulden,
Zoals wij aan anderen hun schuld vergeven
.
En leid ons niet in beproeving,
Maar verlos ons van het kwade.


Ons slotlied is lied 1005:1
Na de zegen, zingen we, in plaats van het ‘Amen’  het vijfde vers. 
   

Zegen:
De zegen van de Heer die ons optilt naar de hemel,
De zegen van de Heer die naar de aarde afdaalt,
De zegen van de God, die hemel en aarde in de hand houdt,
vult uw leven met liefde, geloof en Goede Geest.
Amen

 

 

Orgelspel: Ricercare van Antegnati. De tonen buitelden heerlijk over elkaar.

Het was  heerlijk weer, en we genoten nog lang van koffie, water en lekkers in het gastvrije Gouverneurshuis.