Zondag exaudi 2004 (23 mei) te Tiel Ev. Lutherse kerk Organist: Ru Stolk.  Aanwezig ongeveer 20 mensen.

Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen

Onze hulp is in de naam van de Heer
die hemel en aarde gemaakt heeft


Heer, die ons roepen hoort,
hoog in de hemel, en dicht aan ons hart,
verberg U niet om onze zonden.
Verberg U niet om onze lauwheid,
maar hoor ons, als wij vragen om vergeving
en nieuwe kracht. Als wij vragen
om geruststelling en een nieuw begin.
Heer, die de harten kent,
vergeef ons al wat wij misdeden,
en laat ons weer in vrede leven.
Amen.
Zo lief had God deze wereld, dat Hij Zijn enige Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf ontkomt, en eeuwig leven mag hebben.

Deze zondag Exaudi, dat komt van de antifoon: Hoor Heer, mijn stem waarmee ik luide roep. Ik zoek Uw aangezicht Heer. Verberg U niet voor mij, (deze zondag) is ons introïtus gezang, omdat onze aandacht toch voor een groot deel bij Hemelvaart zal blijven: psalm 47 helemaal.

Laten we de Heer aanroepen om ontferming met de nood van deze wereld, maar laten wij dan ook Zijn naam prijzen, omdat er aan Zijn barmhartigheid geen einde komt.





 

 

Zondagsgebed
Grote, machtige en allerheiligste God,
U hebt onze Heer Jezus, Uw Zoon, verheven tot de grootste heerlijkheid, omdat Hij voor ons heeft gevochten en overwonnen.
Wij smeken U dat wij altijd mogen vertrouwen op Zijn woord, en mogen openstaan voor Zijn belofte:
Uw Geest van Goedheid en Waarheid.
Zend ons dan nu, wij smeken het, die Geest met heel haar verscheidenheid aan gaven,
opdat wij waarlijk leven als volgelingen van Jezus Christus, onze Heer.
Amen.

Lezing Oude Testament  1 Samuel 12: 19b - 25.

Samuel is oud geworden, en neemt afscheid van het volk en van zijn ambt. Hij houdt ze voor dat hij zijn werk netjes heeft gedaan, en dat zijn ze met hem eens. En dat zij nogal eens gezondigd hebben, en ook dat zijn ze wel met hem eens.... En dat zeuren om een koning, in plaats van een geestelijk leidsman als vervanger voor Samuel, dat hadden ze ook niet moeten doen. Als klap op de vuurpijl laat God het, op Samuels verzoek, hoewel het in die tijd van het jaar eigenlijk nooit voorkomt, nog eens flinks onweren...... om zijn woorden kracht bij te zetten.
We lezen:

19. En heel het volk zei tegen Samuel:
‘Doe bij de Aanwezige, uw God, voorbede voor uw dienaar, dat we niet sterven. Want we hebben op al onze zonden ook nog het kwaad gestapeld dat we om een eigen koning vroegen.’

20. En Samuel zei tegen het volk: wees maar niet bang...  jullie hebben al dat kwaad wel gedaan, maar als jullie nu de Aanwezige maar niet in de steek laten en de Aanwezige van ganser harte dienen...
21. En jullie laten Hem niet in de steek, niet waar, voor zoiets waardeloos’ als afgoden die jullie kunnen redden noch bevrijden.... want waardeloos zijn ze....
22. Maar de Aanwezige laat Zijn volk niet vallen, vanwege Zijn grote goede Naam,  integendeel: de Aanwezige is bereid jullie Zijn volk te laten zijn....
23.  Ook ikzelf, ik wil absoluut niet zondigen tegen de Aanwezige, of tekort schieten in voorbede voor jullie,
ja, ik zal jullie onderwijzen over de goede en juiste weg...
24. Maar jullie moeten wel een heilig respect betonen voor de Aanwezige, en dan dienen jullie Hem steeds oprecht en van ganser harte, waarachtig! Kijk eens hoe groot de Aanwezige jullie gemaakt heeft!
25. Maar als jullie echt kwaad doen, jullie zowel als jullie koningen, dan gaan jullie er aan!

Tot hiertoe de lezing.
Omdat het donderdag Hemelvaart was willen we zingen: Gezang 491 Gij zijt voorbijgegaan… = Lied 607
een bijzondere tekst, die spreekt van mysterie van de menswording, en van zijn en weg-zijn, maar voorhanden…

Epistel Hebreeen 11: 1 –10
 
1. Geloof is de basis van de dingen waar op gehoopt wordt, de proef op de som van dingen die niet gezien worden.
2. Daarin (ook) legden de vóórgangers getuigenis af.
3. In geloof zijn we in staat een verband te leggen tussen de eeuwen en het woord van God, zo dat wat zichtbaar geworden is niet uit waarneembare dingen ontstaan is.

4. In geloof bracht Abel God een beter offer dan Kain, daardoor werd er van hem getuigd dat hij een rechtvaardige was, omdat God, in de gaven, voor hem getuigde, en door dat (geloof) spreekt hij - in zijn sterven - nog altijd.

5. In geloof werd Henoch naar een andere wereld gebracht, zodat hij de dood niet onder ogen hoefde te zien, en hij werd niet meer gevonden, omdat God hem naar een andere wereld had gebracht.
            Want als reden voor het feit dat hij naar een andere wereld gebracht werd getuigde men van hem: dat hij God beviel.
6. Maar zonder geloof is het onmogelijk (God) te bevallen..... want degeen die God nadert (om te offeren) behoort te geloven dat Hij er is, ja, er is een beloning voor hen die Hem zoeken.

7. In geloof heeft Noach, door God op de hoogte gesteld van wat er nog niet te voorzien was, godvrezend en vroom, de ark gebouwd - tot heil van zijn huis - (in een geloof) waardoor hij de wereld veroordeelde, en in bezit kwam van de gerechtigheid op grond van geloof.

8. In geloof gaf Abraham gehoor aan de oproep er op uit te trekken, naar een plaats die hij later in bezit zou krijgen, en hij trok er op uit, zonder te weten waarheen hij ging.

9. In geloof zwierf hij rond op het land der belofte, in tenten wonend, als een vreemdeling, net als Izaäk en Jacob, die samen met hem erfgenamen van de zelfde belofte waren,
10. want hij keek uit naar de stad die fundamenten heeft, waarvan God de maker en de architect is.

Psalmwoord .Halleluja! God is opgevaren onder gejuich, de Heer onder bazuingeschal!.
HALLELUJA!


Laten we die grote God en Koning dan maar bezingen met Gezang 230: 1, 2 en 3
  Overwinnaar, grote Koning, alle heemlen zijn te klein, nu Gij weerkeert naar Uw woning, intocht houdt in Uw domein..


Het Heilig Evangelie staat geschreven bij: Johannes, 14: 15 – 21
Dit is het laatste deel van de rede over de laatste dingen, zoals we die vinden bij Johannes, op de avond van het Laatste Avondmaal.…
15. Als jullie van Me houden (= Mij trouw zijn) zullen jullie Mijn geboden strict in acht nemen.
16. En Ik zal de Vader vragen dat Hij jullie ook een andere Helper zal geven, opdat die in eeuwigheid met jullie zij:
17 de Geest van Waarheid, die de wereld niet ontvangen kan, want die heeft er geen oog voor, en geen begrip… maar jullie hebben er begrip voor, want Ze blijft bij jullie en zal (altijd) in jullie wezen.
18. Ik zal jullie niet in de steek laten als wezen,
Ik kom (weer) naar jullie toe.
19. Nog een klein poosje, en de wereld heeft geen oog meer voor Mij, maar jullie hebben oog voor Mij, want Ik leef, en jullie zullen leven.
20. In die tijd zullen jullie er begrip voor hebben dat Ik in Mijn Vader (ben), en jullie in Mij en ook Ik in jullie
21. Wie Mijn geboden heeft en ze strict in acht neemt die houdt van Me!
Wie van Mij houdt, van hem/haar zal Mijn Vader houden, en ook Ik zal van haar/hem houden en Ik zal me duidelijk aan hem / haar openbaren.”
Zalig die het woord van God horen en er gehoor aan geven!

Credo:

Wij geloven in God, schepper van hemel en aarde,
van meer dan we kunnen bedenken,
van alles wat is.

Wij geloven dat God van ons houdt,
zoals een Vader en een Moeder,
voor ons wil zorgen, ons beschermt.

Wij geloven dat God mens werd:
Jezus, om ons lot te delen,
om op Zich te nemen
onze zonden, al ons leed.
Om dwars door dood en hel heen
ons thuis te halen in de hemel,
eens... op Zijn tijd.

Wij geloven dat Gods Geest
tot ons spreekt in brood en wijn,
in woord en lied,
in de stilte van ons hart,
om ons op de weg te zetten
naar God en naar de ander,
om zo beeld van God te zijn.

Wij geloven dat mensen-op-weg-naar-God
bij elkaar horen, als de vingers van een hand,
als de leden van een lichaam,
ongeacht rang of stand, kerk of land.
Wij geloven dat doop en vergeving,
genade en goedheid
ons in eeuwigheid zullen doen leven,
met elkaar en met God.
Amen.

Preek
GENADE ZIJ U EN VREDE VAN GOD ONZE VADER EN VAN JEZUS CHRISTUS, ONZE HEER,  DOOR DE HEILIGE GEEST.

Lieve mensen,

Als je wat rondkijkt in verschillende kerken en verschillende culturen, dan is het altijd weer verrassend te zien hoe divers de accenten gelegd kunnen worden in het geestelijk leven, terwijl de basis-elementen toch hetzelfde zijn.
Het Jodendom bijvoorbeeld is een godsdienst die in principe de vroomheid vertaalt in practisch handelen. Wat daar in Israel op dit moment gebeurt heeft niets met godsdienst te maken, en nog minder met dienst aan God, dus daardoor moeten we ons niet van de wijs laten brengen. We mogen wel veel bidden voor alle partijen.
Maar ondanks alle lernen en leerhuizen is en blijft het Jodendom op zich een religie die zich uit in de practijk, in sociale solidariteit, in stille, onopvallende hulp.
De Oosters Orthodoxe kerken – hoe uiteenlopend ook – concentreren zich op Gods majesteit, en op de aanbidding daarvan.
Hier in het Westen concentreert de Rooms-katholieke kerk zich vooral op het mysterie van Gods aanwezigheid in deze wereld, en als Protestanten zijn we vaak meer geneigd om te praten en te beschouwen, (het Latijnse protestari betekent: getuigen, laten we dat niet vergeten!) en ligt het accent op de ontmoeting tussen God en mensen, en daarmee op zonde en genade, en soms vergeten we al die aandacht en liefde voor God ook gestalte te geven in onze omgang met de naaste, maar die is voor ons wel meer aanwezig dan in het Oosten.
Ook in de kerkelijke feesten weerspiegelt zich dat. Als ik me even beperk tot Oost en West Europa, dan zien we hier een uitbundig vieren van een intussen vrijwel luchtledig Kerstfeest, terwijl dat in het Oosten is verschoven naar Epifanie, de Troons-bestijging, de erkenning van God als
Wereldheerser en Koning van ons hart.
Het Paasfeest is in de Orthodoxie een groot feest, maar het lijkt  hier alleen nog iets voor kerkmensen, die weten waar het om gaat, en Pinksterfeest is ook binnen de kerken een wat gê
nant artikel geworden voor veel gelovigen, die niet in Charismatische of Pinkster kringen verkeren, de kerken zijn ook zelden vol op dit hoge Feest, en Hemelvaart is een vrije dag zonder betekenis geworden. Het aantal kerkdiensten is relatief gering tegenwoordig, en ook vroeger wist men er vaak niet beter mee te doen dan toogdagen te houden voor de jongelingen en voor de meisjesgroepen.
Dat ligt in het Oosten anders, daar heeft men meer begrip voor het belang van deze essentiële dag in de geschiedenis van de mensheid.
Jezus zal immers na Hemelvaart nooit meer aan de aarde toebehoren zoals voordien sinds de mens-wording, waarbij Hij afdaalde van de hemel naar de aarde. Hemelvaart is daarmee de tegenhanger van Kerst, is evenzeer een scharnier in de heilsgeschiedenis.
Maar.... zoals Kerstfeest niet het begin van Gods bemoeienis met de mensen markeert, zo is Hemelvaart niet het einde van de geschiedenis, want Jezus komt terug.
We hebben juist na de Hemelvaart van alles te verwachten. Wij verwachten Zijn Komst – op meer dan één manier.
Want inderdaad! Hij heeft ons niet als wees-kinderen achter gelaten. Zijn leerlingen dachten dat ook geen moment, ze trokken na de hemelvaart van hun Heer juichend en zingend naar de tempel, waar ze God loofden – dagen lang.
Ze moesten die term Wezenzondag maar afschaffen, of tenminste vervangen door: géén wezen-zondag. Maar dat tussen haakjes.
Juist nu, na Hemelvaart, is God heel dichtbij.
Heel aanwezig in ons leven. Hij staat te popelen om de Heilige Geest met ons te delen, en zo dichter bij ons te zijn dan ooit.
En eens, eens komt de Heer terug op de wolken, misschien vanmiddag nog, misschien zullen onze kinderen het beleven, maar het zal gebeuren.
O, wat een geweldig moment zal dat zijn!
De tijd staat stil!
Je houdt je hart vast, want dan zal het moment daar zijn, waarop we oog in oog en hart in hart met onze God en Heer zullen staan.
Dan is daar het uur van de waarheid.
En dan zullen we ten volle beseffen hoe anders, hoe ontoereikend we zijn, als het gaat om God.
Op dit moment kunnen we ons nog allerlei dingen bedenken, ons achter allerlei gedachtespinsels verbergen, maar dan, dan zal de waarheid over God en mens ons met volle kracht treffen.
Wee de mens, die dan niet is gesterkt door het geloof. Door het vertrouwen in Gods goedheid en genade. Door het weten, dat er een betrouwbare brug is geslagen tussen deze twee werelden: een brug die bestaat uit de beide delen van het kruis.Die verbinden God in de hemel met ons mensen op de aarde, maar ook ons mensen onderling. Dank zij Jezus!
Als we dat niet weten, dan zullen we ook niet weten waar we het zoeken moeten.
Dan raken we net zo in paniek, (of erger) als het Godsvolk waarover we lazen, en dat opeens, als Samuel er aanstonds niet meer zal zijn als een brug en een schild tegelijk tussen hen en God, zich direct geconfronteerd zien met de Machtige en Verheven Majesteit van God, waarvan het rommelen van de donder, en het weerkaatsen van de bliksem maar een heel, heel flauwe afschaduwing zijn…
Maar in die paniek is er de kalmerende stem van Samuel die belooft voor ze te zullen bidden.
Zoals Jezus nu voor ons bidt, als onze Hogepriester in de Hemel-zelf, staande, direct voor God.
En er is de belofte, dat God Zijn volk niet laat vallen, ook al lieten ze Hem in de steek.
Die belofte is er  omwille van Zijn Naam.
Dit is de kern van de boodschap van Samuel.
Daar loopt het op uit, vandaaruit gaat het verder.
Dat omwille van Zijn Naam is een belangrijk gegeven, daar moeten we toch even bij stil staan.
We vinden die uitdrukking ook in psalm 23 en op andere plaatsen, en het is betekent veel meer dan: omwille van Gods goede reputatie. Om wat anderen van Hem zullen zeggen. Daar gaat het in wezen niet om.
Iemands Naam zegt van oudsher iets over iemands wezen, maar zegt allereerst dat je met iemand contact kunt zoeken. Wie of wat geen naam mag hebben, is voor ons van geen belang, want we kunnen er niets mee.
Maar dat God een Naam heeft, waarmee Hij door ons genoemd en aangesproken wil worden, dat is van groot belang voor ons. En die Naam is van oudsher: Ik ben er. Ik ben er voor jou.  Je kunt op me rekenen.
Daarom is er die belofte, dat God Zijn mensen niet laat vallen. Dat God ook ons niet laat vallen.
Tenminste als we Hem niet in de steek laten en als we Hem van ganser harte dienen.
Want dat kenmerkt de gelovige, de mens door wie God Zich wil laten roepen. Jezus heeft het in Zijn rede over het houden van Zijn geboden als zichtbare uiting van onze liefde voor Hem.
En we zagen dat ook in de Hebreeenbrief: hoofdstuk 11 geeft over die relatie tussen God en Zijn mens een paar duidelijke typeringen: de mens als gelovige, en hoe we door dat geloof de eeuwen kunnen overbruggen. Door dat geloof kunnen we hoop hebben, terechte hoop, want het geloof op zich al is de proef op de som van de dingen die we verwachten. Is er met andere woorden het levende bewijs van.
Dat geloof heeft alles te maken met vertrouwen en trouw, en niets met denken dat iets misschien wel eens waar zou kunnen zijn.
Wie dat geloof heeft, zo tekent ons dit hoofdstuk, is rechtvaardig als Abel, bevalt God zoals Henoch, steekt haar nek uit als Noach, is gehoorzaam als Abraham en verlangt vurig naar Gods koninkrijk.
Omdat God er is, en ons aanspreekt.
Omdat wij God mogen aanspreken.

Wij zien het niet altijd. Maar we mogen geloven en vertrouwen.
De leerlingen zagen Jezus niet meer, want er was een wolk voor hun zon geschoven. Maar die wolk was voor hen het teken van Gods aanwezigheid, van Gods verhulde Majesteit, zoals die in de woestijn aanwezig was en zichtbaar voor het volk. Een wolk overdag, een vuur in de nacht.
 
Hemelvaart is geen breuk in de geschiedenis, maar een keerpunt.
Gods aanwezigheid is een tijdje – een dikke 33 jaar – zichtbaar geweest voor mensen. 
Of tenminste drie jaar herkenbaar, als u dat liever hebt. 
En dat helpt natuurlijk, al waren veel mensen niet in staat te zien wat er gebeurde…
Na Hemelvaart is het tijd voor een nieuwe fase:
de Helper bij uitstekt. De Geest van Waarheid.
De Geest die ons laat zien wat werkelijk waar en wezenlijk is. Die ons dingen laat zien die onder de oppervlakte liggen, of er soms duimendik bovenop liggen, waardoor we het ook niet allemaal zien.
Die ons herinnert aan Gods grote daden, in ons eigen leven en in de bijbel, die ons geloof bouwt, en onze gebeden voor God brengt, die zegt wat we niet zelf kunnen zeggen, en ons doet zingen wat we niet kunnen uitspreken.Die ons soms woorden in de mond geeft, groter dan ons eigen wankele geloof. 
Nooit was God zo dicht bij ons!
Jezus kon je aanraken, als je maar in de buurt was, en een beetje duwde.
Gods Geest raakt óns aan. Raakt ons leven. Vult ons bestaan met Haar warmte en wijsheid, met Haar inspiratie en goede woorden. Om te verstaan met ons hart, om door te geven aan anderen.
Omdat God hoort naar onze stem waarmee we luide roepen, en Zijn aangezicht voor ons niet verbergt.
Amen.

Muziek

Gods liefde is groot en strekt zich uit tot alle mensen,
   wij kunnen daarin delen:

dag aan dag met vriendelijkheid en aandacht,
geld en geduld,
nu kunnen we er gestalte aan geven, als een goed begin,  in de collecte.

Na het gebed over de gaven zingen we: gezang 230 vers 4, 5 en 6
Maar eerst de Collecte

Gebed over de gaven
Lieve God, wilt U alstublieft zegenen wat we hier bijelkaar hebben gebracht,
  zodat het is tot eer van Uw Naam,
en zodat het Uw gemeente wereldwijd ten goede komt.
Laat het een offer zijn,
dat onze dankbaarheid en liefde uitdrukt,
door Jezus Christus, onze Heer.  Amen

Gezang 230: 4, 5 en 6  Zou ik, Heer, Uw kelk niet drinken, nu ik zo Uw glorie zie? ...

Doe uw Geest ook in mij werken, schenk mij uw genade nu,
...

Kom, o kom, Gij Vorst der ere, ook bij mij moet Gij inkeren,
...


Laten we danken en bidden:
Lieve God, wij danken U voor Uw Zoon in ons leven, in ons bestaan.
Wij danken U dat Hij hier is geweest, om ons voor te doen hoe U het menszijn had gedacht, toen U ons begon te scheppen.
Wij bidden U om Uw Heilige Geest voor ons allen,
opdat ons geloof mag worden uitgebouwd, onze liefde mag groeien en bloeien, en wij in geestelijke kracht mogen toenemen, zodat wij leven en werken als de mensen die U in ons zoekt.
Lieve God, wij bidden U voor deze wereld, want er is veel dat ons en alle mensen van goede wil zorgen baart.
Mensen hebben zo weinig echt respect voor de ander, we zien dagelijks beelden op de televisie, die de waardigheid van elke mens aantasten. Van daders én slachtoffers, aan alle kanten van de wereld. Maar ook in ons eigen land, ons eigen leven. En wat er diep in ons hart leeft, dat weet U vaak beter dan wijzelf.
Voor heel deze wereld bidden wij U om de gaven van de Geest van Waarheid, opdat we inzicht mogen hebben in ons eigen doen en laten, ieder voor zich, en zo helder hebben waar we met z’n allen mee bezig zijn.
Wees zelf in alles onze lofzang en ons gebed, opdat die waarachtig en puur zijn.
Wij bidden U voor zieken en gezonden, van deze gemeente, voor hen die hier zijn en voor hen die hier niet kunnen zijn. Voor Theo v.d. Burg, in het ziekenhuis bidden we, en voor de artsen en verzorgenden.
Maar ook voor de slachtoffers van het treinongeluk bij Amsterdam… voor de gewonden, en voor hen die de ravage moeten opruimen...
en in de Geest van Uw Zoon zingen en bidden wij samen:

Amen!

Ons slotlied is Gezang 126:1 = Lied 439


Na de zegen, zingen we, in plaats van het ‘Amen’ gezang 444: 1, 2. = Lied 413

Zegen:
De Heer van dood en leven,
de Moeder vol barmhartigheid,
schenkt ons allen overvloedig genade en liefde,
om Christus’ sterven en opstanding.
In Zijn dood sterft onze dood,
in Zijn leven mogen wij verder leven,
in Zijn Geest is ons geloof bewaard,
nu en altijd.
Amen.

gezang .444: 1, 2.