Voor eerdere diensten klik hier:

Zondag  Exaudi 21 mei 2023 in de Lutherse kerk te Leerdam 

Organist:  Ina Mostert

Voorbereiding

Stilte

voorspel O grote God die liefde zijt, Wim de Vreugd

(Afkondigingen en aansteken van de kaarsen).

We gedenken Dirk Arend Hansum  (overleden 6 mei 2023 87 jaar jong) met 'Heer herinner U de Namen' lied 730: 1 - 3
Heer, herinner U de namen
van hen die gestorven zijn,
en vergeet niet, dat zij kwamen
langs de straten van de pijn,
langs de wegen van het lijden,
door het woud der eenzaamheid,
naar het dag en nacht verbeide
Vaderhuis, hun toebereid.

Heer, herinner U hun luistrend
wakker liggen in de nacht
en hun roepen in het duister,
de armzaalgheid van hun kracht,
en wil zeer aandachtig lezen
in de rimpels van hun huid
de verscheurdheid van hun wezen,
en wis al hun zonden uit.

Die Maria hebt vergeven
en de rover aan het kruis,
laat de doden eeuwig leven
met U in het paradijs.
Heer, herinner U hun namen,
oordeel hen en spreek hen vrij,
en bedek hun schuld en laat hen
zitten aan uw rechterzij.


Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader
en de Zoon en de Heilige Geest.    
Amen

Onze Hulp is in de Naam van de Heer    
die hemel en aarde gemaakt heeft.

Schuldbelijdenis:

Heer vergeef ons al wat wij misdeden.

En laat ons weer in vrede leven.

Amen.
Zo lief had God deze wereld, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf ontkomt, en eeuwig leven hebben mag!

Introïtus
Antifoon  640f 

V: De HEER is mijn licht, mijn heil - voor wie zou ik vrezen? 
De HEER is mijn burcht, mijn behoud - voor wie zou ik beven?
A: Ontferm u en geef mij antwoord.
U bent mijn helper, verstoot mij niet; laat mij niet in de steek, God, mijn heil
. Ps. 27:1,7b,9b
Allen nogmaals de Antifoon

Kyrië en Gloria
Laten wij de Heer aanroepen om ontferming met de nood van deze wereld, - die is groot -
maar laten wij dan ook Zijn Naam prijzen,
omdat wij weten
dat er aan Zijn barmhartigheid geen einde komt!

 

Dienst van het Woord
Salutatio (groet)

 

Zondagsgebed
Heer
, God, die troont boven alle machten en krachten, die onze Heer, Jezus Christus
de Koning der Heerlijkheid, tot in de hoogste hemel hebt verhoogd
als overwinnaar over dood en verderf,
wij danken U dat wij mogen vertrouwen op Zijn belofte dat U ons niet aan ons lot overlaat,
en wij bidden U dat U ook nu en hier de Geest der waarheid wilt zenden in ons midden,
die Uw Zoon ons beloofde.

Wij bidden U dit door Jezus Christus onze Heer,
die leeft en regeert met U en de Heilige Geest
in de eeuwen der eeuwen.
Amen.

Lezing uit het Eerste Testament: Ezechiël 39: 21-29
Ik begin met een stukje uitleg, dan hoeft dat niet meer in de preek. (Die wordt dan korter!) 
Israël is in nood, want het is in ballingschap weggevoerd.
Maar in onze lezing gaat het allereerst om de glorie, de eer, de majesteit van de Heilige, die niet alleen door het volk van God, maar ook door de andere naties en volkeren moet worden erkend.
De Aanwezige neemt Zichzelf serieus, en dat is de basis voor Zijn omgang
met Israël en met de volken.
Aan de ene kant is er het uitverkoren volk. Het moest in ballingschap als gevolg van eigen zonde en eigen ontrouw. Maar op grond van Gods belofte zal het ook de terugkeer beleven. Zo zullen de Israëlieten leren dat de eer van de Heilige daarin bestaat dat Hij straft wanneer het volk ongehoorzaam is, maar genade bewijst aan een volk dat door de knieën gaat.
Aan de andere kant zijn er de volkeren.
Die zullen moeten leren dat het goddelijke recht ook op hen van toepassing is, en zij zullen aan den lijve ondervinden wat er gebeurt als zij zich brutaal tegen Hem keren.
Het was geen zwakheid van de Heilige dat Zijn volk in ballingschap moest gaan, maar strikte gerechtigheid.
Dan is er ook ruimte voor ommekeer, vanuit Zijn diepe liefde voor Zijn volk. Wanneer de Israëlieten terug zijn in eigen land, zullen ze zich diep schamen voor hun gedrag in het verleden, en met dankbaarheid erkennen dat Hij inderdaad hun God is en blijven zal.

Als bewijs daarvan zal Hij hun Zijn Geest in ruime mate schenken, opdat zij gehoorzaam zullen zijn en blijven. Trouwens, bij elk nieuw begin speelt de Geest een beslissende rol.
We lezen hoe de Heer Ezechiël laat zeggen:

21. “Ik zal Mijn glorie temidden van de vreemde volkeren plaatsen, ja, alle vreemde volkeren zullen Mijn oordeel, dat Ik vel, zien, én Mijn hand, die Ik op hen laat rusten...
22. Het huis Israël zal weten dat Ik de Aanwezige, hun God ben, vanaf die dag en dan daarna.
23. En de vreemde volkeren zullen weten, dat het huis Israël vanwege hun zonden is weggevoerd; omdat ze Mij ontrouw waren verborg Ik Mijn gezicht voor hen, en Ik gaf ze in handen van hun belagers, en allen vielen door het zwaard.
24. Ik heb met hèn gedaan wat Ik heb gedaan met hun smeerlapperij en met hun rebellie: Ik heb Mijn gezicht ervoor verborgen.”

25. Maar: Zó spreekt mijn Heer, de Aanwezige:
ga Ik de gevangenschap van Jacob opheffen.
Ik ben heel het huis Israël liefdevol genadig, en Ik doe Mijn uiterste best voor Mijn heilige Naam!
26. Zij hebben hun schande en al hun trouweloosheid, waarmee ze Mij ontrouw waren, (al) gedragen, wanneer ze (weer) gaan wonen op hun grond, veilig en wel, en niemand maakt ze (dan) meer bang.
27. Als Ik ze terug laat keren vanuit de naties, en ze bij elkaar breng uit de landen van hun vijanden, dan zal Ik door hen als Heilig geëerd worden, in het zicht van de vele vreemde volkeren.
28. Ja, ze zullen weten dat Ik, de Aanwezige, hun God was, toen Ik hen als gevangenen weg voerde naar de vreemde volkeren, en als Ik hen bijelkaar breng op hun grond...       
En niemand van hen zal Ik daar achter laten.
29. Maar Ik zal Mijn gezicht niet meer voor hen verbergen. Ik, die Mijn Geest uitgiet over het huis Israël.”
Zó spreekt mijn Heer, de Aanwezige, letterlijk!

Wel, dat is een belofte die verder gaat dan alleen Israël. Maar daar begint het wel. In elk geval met Pinksteren, waarheen we nu op weg zijn...

We zingen onze
Gradualepsalm : 27b 1,3,4
Er is voorzang en de refreinen zingen we met zijn allen.


Epistel: 1 Petrus 4: 12-19
Petrus gaat er van uit, dat het einde der tijden nabij is. En er is veel leed in dat einde. Vervolgingen, levensgevaar, verraad... juist omdàt ze niet willen integreren in de verloederde maatschappij van hun dagen.
Dat soort emancipatie is niet weggelegd voor hen die zich richten op God. En dus zijn het tijden waarin de moord-dadige omstandigheden die de gemeente en haar geloof op de proef stellen, ook voor ontreddering en verbijstering zorgen. Er is niets nieuws onder de zon, we kunnen ons er iets bij voorstellen, in deze dagen...
Petrus gaat tegen dat gevoel in en schrijft:

12. Geliefden, laat je niet verbijsteren door de vurig - pijnlijke test die jullie, in jullie midden, tot verzoeking is geworden- alsof er jullie iets vreemds overkomt...
13. maar wees blij: (want) net zozeer als jullie deel hebben aan Christus’ lijden, is het de bedoeling dat jullie, wanneer Zijn heerlijkheid wordt geopenbaard, dólblij zullen zijn... 
14. Als ze jullie in Christus’ Naam uitmaken voor van alles en nog wat, gefeliciteerd! Want de Geest van de heerlijkheid, ja, de Geest van God zal bij jullie wónen!
15. Want: niemand van jullie moet lijden als moordenaar of dief of boosdoener of ruziezoeker.
16. Maar (wanneer je te lijden hebt) als Christen, moet je niet verbaasd zijn! In díe Naam (de Naam van Christus), moet je God Zijn heerlijke lof toezwaaien.
17. Want de tijd van het oordeel begint bij het huis van God; als het eerst (begint) bij jullie, hoe zal het dan wel niet aflopen met hen die Gods goede boodschap niet willen geloven?
18. En (aanhaling uit Spreuken 11:31 S) ‘als de Rechtvaardige al ternauwernood gered wordt, waar blijft dan de God-loze, of de zondaar?’
19. Zodoende moeten ook zij die lijden in verband met God, hun levens in oprechtheid toevertrouwen aan de trouwe Schepper.

Tot hiertoe de lezing. Het is ook een manier om tegen de dingen die je overkomen aan te kijken. Een Bijbelse manier!

Afgelopen donderdag vierden we Hemelvaart, en nu zingen we als
Zondagslied: Lied 380.

Het Heilig Evangelie is door Johannes beschreven in hoofdstuk 17: 1 - 13
Allen gaan staan

Psalmwoord. De psalmist zingt: Halleluja. God heerst als koning
over de volken. God zetelt op Zijn heilige troon. Halleluja! Ps. 47:9


Het Heilig Evangelie: Johannes 17: 1-13
Het speelt op de avond van het Laatste Avondmaal.  Jezus heeft na de voetwassing gesproken over de haat van de wereld, over volharden, en over de Trooster die komt, over droefheid die voorbijgaat, en dàn, vlak vóór de gevangenneming, volgt onder andere dit stuk, dat men noemt: het Hogepriesterlijk gebed. Het is wel langer, dan het deel dat we nu lezen.

17:1. Toen Jezus deze dingen had gezegd, zei Hij, de ogen opslaand naar de hemel:       
Vader, het uur is gekomen: verheerlijk (van Uw kant) de Zoon, opdat de Zoon U moge verheerlijken
 
2. op een manier die past bij de volledige macht die U Hem gegeven hebt over al wat leeft, waardoor Hij eeuwig leven mag geven aan al wat U Hem gegeven hebt. (Alle mensen, dus)
3. {Dit is dan het eeuwige leven, dat ze U kennen als de enige ware God, en Jezus Christus, die U er op uit gezonden hebt.} (Dit is een latere, en vrome toevoeging.)
4. Ik heb U op aarde verheerlijkt, bij het voltooien van het werk dat U Mij gaf te doen...
5. Ja, verheerlijk Mij nu, Vader, met Uw eigen glorie, die ik bij U had, voordat de wereld bestond.
6. Ik heb Uw Naam aan het licht gebracht voor de mensen uit de wereld die U Mij gegeven had, ze waren altijd al van U, en U hebt ze Mij gegeven, en ze hebben Uw Woord in ere gehouden.

7. Nu zijn ze gaan inzien, dat alle dingen die U Mij gegeven had, van U afkomstig zijn.
8. Want de woorden, die U Mij gaf, heb Ik ze doorgegeven en ze hebben (ze) aanvaard en ze zagen werkelijk in dat Ik van Uwentwege gekomen ben, en ze geloofden dat U Mij er op uit gestuurd hebt.
9. Ik smeek U voor hen; niet voor de wereld smeek ik U, maar voor hen die U mij gegeven hebt, omdat ze van U zijn.
10. Ja, al het Mijne is het Uwe, en het Uwe het Mijne, en Ik ben in hen verheerlijkt...
11. En Ik ben niet meer in de wereld, maar zij zijn in de wereld, en Ik kom tot U.       
Heilige Vader, bescherm hen in Uw Naam die U Mij gegeven hebt, zodat ze één zijn, net zoals Wij.
12. Toen Ik bij hen was, beschermde Ik hen in Mijn Naam, die U Mij gegeven had, en behoedde Ik (ze), en niemand van hen is verloren gegaan, behalve de verlorene (zelf) (Judas), opdat de Schrift vervuld mocht worden.
13. Nu kom ik naar U, en Ik zeg dit (nog) in de wereld, opdat ze Mijn vreugde in hen vervuld mogen zien.      

Tot hiertoe dit gedeelte van het Gebed, waarin Jezus als een Hogepriester voor Zijn volk bidt om genade en vergeving en bescherming.
      
Wie heeft meegelezen, of de bijbel in het hoofd heeft, zal misschien hebben opgemerkt dat ik tussen vers 2 en 4 een vers heb overgeslagen, namelijk: 3. Dit is dan het eeuwige leven, dat ze U kennen als de enige ware God, en Jezus Christus, die U er op uit gezonden hebt.
      
Dit is een latere, en vrome toevoeging, die op zich natuurlijk volkomen correct is, maar die de gang van het gebed onderbreekt. Soms schreef iemand wel eens een dergelijke opmerking voor zichzelf in de kantlijn, - dat doen wij ook - maar omdat vroeger boeken werden overgeschreven, en niet gedrukt, kon het dan gebeuren dat zo’n glosse, zo’n opmerking, werd opgenomen in de tekst, omdat de monnik die het daarna overschreef misschien dacht dat deze opmerking vergeten was, bij de vorige keer dat de tekst werd overgeschreven, en niet zag dat het maar een toevoeging was.
We herkennen dat aan de ene kant, omdat ze, zoals hier, duidelijk niet in de tekst passen, en aan de andere kant, doordat er handschriften zijn met en zonder deze toevoeging. Een hele wetenschap is dat, waar ik U nu niet mee ga vermoeien, maar ik wilde wel even uitleggen waarom ik die waardevolle zin toch liever even apart zette.
  
Zalig die het Woord van God horen en er gehoor aan geven!


Credo
In antwoord op Gods woord willen wij ons geloof belijden door samen te zeggen/zingen:
Ik geloof in God,
       die wilde dat de wereld goed was,
       die mensen en dieren maakte,
       planten en bomen, vogels en vissen,   
en er van hield.

Ik geloof in God,
       die als een vader zorgen wil,
       die als een moeder ons omringt.

Ik geloof in Jezus -
       in wie Gods Liefde mens werd,
               om ons lot te delen
               ons leven, onze dood,
       die dwars door alles heen
       vast hield aan Zijn Vader -
en angst en dood overwon -
stervend aan het kruis.

Hij ging door de hel,
maar stond óp tot nieuw leven:
       de derde dag.

Ik geloof in de Geest
die Jezus ons zond,
       om ons dichter dan ooit
       bij God te doen zijn.
       Zij bidt en zingt en dankt in ons;
       geeft ons nieuw leven,
in eeuwigheid.

Daarom durven wij geloven
in goedheid, gerechtigheid, trouw....
... in Liefde en toekomst
zelfs voorbij de dood....

... in een kerk, waar mensen zijn
       als één lichaam, dat bestuurd wordt
               door Jezus, ons Hoofd....
... in één doop, die mensen nieuw maakt...
... in vergeving, in genade en hoop -
voor gewone mensen zoals wij.
Amen.
      
Allen gaan zitten.

Preek
Genade zij u en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus, onze Heer, door de Heilige Geest.

Lieve zusters en broeders, gemeente onder de volkeren, gemeenschap die in liefde overleeft…

In Góds liefde overleven we, een liefde die pure genade is, want we weten zelf wel, dat we het er vaak niet naar gemaakt hebben. Goed, we zijn dan misschien geen dieven en moordenaars, geen boeven of echte boosdoeners… in elk geval niet in de ogen van de justitie, maar de Heilige die het hart kent, weet hoe vaak we dingen hebben gedacht en gezegd en gelaten, die niet door de beugel kunnen. Die op zijn minst niet Christelijk genoemd kunnen worden.
Terwijl Christus ons allen oproept om Hem te volgen.

En dat vraagt om een andere manier van leven dan spontaan bij je opkomt wanneer er dingen bijvoorbeeld gebeuren die ons bezeren, die ons teleurstellen. Dat komt voor! En niet alleen in de gemeente waar Petrus aan schreef...

Het kan echt pijn doen, als mensen waar je veel goeds van verwacht, mensen die je hoog hebt, opeens door de mand vallen, en mensen blijken zoals jij en ik.

Als de koning met zijn gezin op vacantie gaat naar het huis in Griekenland, midden in coronatijd, bijvoorbeeld. Ik geef toe dat iemand die me dierbaar is, in die tijd ook een weekje naar Giethoorn ging, omdat de accu van de auto leeg zou kunnen lopen als er niet mee gereden werd.
Voor Willem-Alexander zal hun vacantiehuisje in Griekenland waarschijnlijk net zo iets zijn geweest als dat weekje Giethoorn.
Niemand bedoelde er toen iets verkeerds mee, en velen hadden zich in die tijd de zwaarte van de situatie nog niet echt eigen gemaakt.
Dit (of dat) moest toch wel kunnen, dachten we dan…
(Ja, achteraf hebben we makkelijk praten en oordelen...)

Zo zijn er veel dingen, in het dagelijks leven, waarmee we de scherpte van geboden en verboden een beetje proberen glad te strijken, waarmee we de randen opzoeken van wat kan en wat niet kan. Maar daarmee verraden we het hart van de zaak, de intentie van de regels waar we mee te maken hebben.
Jezus doet dat niet. Hij gaat tot het uiterste, Hij zoekt de kern van het leven als mens. Als mens en schepsel van God.
Heel Zijn bestaan heeft Hij geleefd met het oog op de Vader in de Hemel. Een leven dat altijd en overal Gods goedkeuring moest kunnen krijgen.

Niet angstig, niet krampachtig, maar vanuit een diep  besef van de waarden en normen die ons zijn meegegeven vanuit de Schrift, vanuit de Geboden die het leven van heel de Schepping zuiver en heilig en voor mens en dier mógelijk maken, zoals het was bedoeld vanaf het begin van ons bestaan.

Jezus heeft altijd geleefd vanuit die diepe liefde voor mens en wereld, die Hij van Zijn hemelse Vader (en waarschijnlijk ook van Jozef en Maria) heeft geleerd.
Zo heeft Hij het ook ons willen leren en voorleven.

Op het moment dat Hij het grote Gebed, dat we lazen, uitspreekt, kan Hij, al vóór de kruisiging zeggen: “Opdracht voltooid”. ‘Mission completed’. Hij zegt met andere woorden wat boven de kaart van Dick Hansum stond: 'Mijn leven is voltooid, het is goed zo'.
Dat er nog een heel zwaar en pijnlijk vervolg komt, dat is een ander verhaal. Tussen Hem en God.
Dat komt nog... 

Maar Jezus heeft geleefd zoals een vrome Jood heeft te leven, Hij heeft gezorgd voor de mensen die op Zijn pad kwamen. Die God Hem als familie en vrienden geschonken heeft… Dat is goed.
Ook daarin mogen we Hem volgen.
Door te leven in liefde en aandacht voor mens en maatschappij, in zorg voor heel Gods goede schepping, waarin kleine dingen grote gevolgen kunnen hebben…
Ook simpele dingen als: het licht uitdoen als je de kamer uitgaat, een vriendelijke groet, als je iemand tegenkomt, een onvriendelijke opmerking binnen houden, zelfs als je die zelf erg geestig vindt… U snapt wat ik bedoel.

Jezus maakte Zich niet erg populair bij de gezaghebbende figuren van Zijn dagen. Maar Hij had een zuiver gevoel voor wat gepast was, en wat niet.
Wat God van Hem, van ons, verwachtte.
Jezus deed daar ook moeite voor, Hij nam tijd om met de Vader te praten, om te bidden en te luisteren

Daar hebben we allemaal baat bij, als we dat doen.

Ik kwam dinsdag terug uit Lourdes, en daar waren veel momenten waar we met heel veel mensen samen waren, er was muziek en lol, maar er waren ook momenten van stilte, alleen en samen. We stonden tijdens de kruisweg stil bij het Lijden van de Heer, bij Zijn ontmoetingen op weg naar het kruis, en hoe Hij geschoffeerd werd, we stonden stil bij sterven en Opstanding…
Maar daar stonden we ook stil bij de vraag hoe wijzelf (zouden) reageren in situaties die mensen overkomen.
Het was een militaire bedevaart, en veel teksten waren toegespitst op omstandigheden die militairen in het veld, op uitzending, kunnen meemaken. Er werd later over nagepraat, ook door veteranen die destijds in Libanon of Kosovo door de hel waren gegaan.
Dat te delen alleen al kan helen en heilzaam zijn.
Té vaak ontkennen zij - en wij - dat pijn en verdriet bij het leven horen. Dan stík je er in. Je moet het toch kwijt! Praat er over!!!!

Tegenwoordig moet alles leuk en mooi zijn, maar er is veel dat tegenvalt, zelfs in de kerk.
Petrus sluit daar de ogen niet voor. We lazen het.
Toen werd de kerk vervolgd, maar nog steeds worden er wereldwijd miljoenen mensen vervolgd om het geloof, mensen, die willen blijven geloven in een God van recht en gerechtigheid. Zelfs als dat nog duren moet tot later, zelfs als ze die vrede waar ze op hopen en wachten misschien niet hier en nu mee zullen maken. Maar er is hoop. Er is uitzicht op een vrede en vreugde, die alles wat we hier meemaken te boven gaat. We weten alleen niet wanneer, wat en hoe

Maar de belofte van de Geest – zoveel eeuwen geleden gedaan – is vervuld.
Pinkstervuur blijft ontvlammen. Ook nu nog... telkens weer. 
Jezus leefde vanaf Zijn doop in en uit die Geest, door Zijn verwevenheid met God de Vader, de altijd Aanwezige.
Hij beloofde bij Zijn Hemelvaart die Geest te delen met Zijn vrienden, en dus ook met ons.
God houdt Zijn beloften. We weten het. We weten dat God van ons allemaal houdt, van ieder die dit hoort of leest.

Nu ligt de bal bij ons. De volkeren, de wereld, zij moeten ook aan ons Gods gerechtigheid kunnen aflezen.

De Heilige Geest, die de kern van Gods liefde is, die het wezen van de Aanwezige is, zal ons daarin bijstaan. Daar staat de Opgestane garant voor.
Het komt goed! Houd moed!
Amen.

Muziek: Deel drie uit “Huit petites pieces” van Michel Corette

Dienst van gaven en gebeden


God heeft ons vele gaven geschonken,
om ons blij te maken, maar ook om ons de gelegenheid te geven anderen blij te maken, door er van te delen.
Nu kunnen we dat doen in de collecte voor het Werk in de eigen gemeente en voor Binnenlands Diaconaat...

Na het gebed over de gaven zingen wij: Gevat in Gods genade…  
Tijdens de collecte speelt Ina: deel 1 uit “Huit petites pieces” van Michel Corette

Gebed over de gaven
Lieve God, wilt U alstublieft zegenen wat we hier bij elkaar hebben gebracht,
zodat het is tot eer van Uw naam,
en zodat het Uw gemeente wereldwijd ten goede komt.
Laat het een offer zijn, dat onze dankbaarheid en liefde uitdrukt,
door Jezus Christus, onze Heer.  Amen

Lied 83 uit Tegen het Donker van Sytze de Vries

Verzegeld in Zijn vrede, voorgoed aan Hem gehecht
zijn wij. De naam van Christus is ook op ons gelegd.
Zal alle licht versmallen, ten laatste ons omspant
- hoe diep wij mogen vallen – de holte van Gods hand.

Voorbeden
Laten we danken en bidden:
Lieve, Grote, Heilige God
Wij loven en aanbidden U om Uw schone Schepping en om Uw grote liefde voor mens en dier, voor milieu en natuur, de werken van Uw hand…
En wij vragen U om vergeving voor alles waarin wij minder hebben gedaan dan U van ons mocht verwachten. Dat was veel te veel.
Wij vragen U ook om ons, door Uw Heilige Geest te helpen om het beter te doen, en waar dat kan: om het weer goed te maken met daden van liefde en zorg.
Zo bidden wij U: 


Trouwe Vader in de Hemel, Aanwezige, Liefdevolle
Wij danken U om Uw bereidheid Uw gerechtigheid te laten gaan vóór wat wij zien als ons ‘recht’.
Vergeef ons, waar we U niet de eer gaven die U toekomt, waar we ons niet wilden houden aan Uw richtlijnen, waar onze liefde voor onszelf ging vóór onze liefde en ons respect voor U en voor mensen en voor Uw Schepping
Wat dat betreft staan we met lege handen, we hebben geen ander argument om dit te vragen dan Uw eigen liefde in Jezus. Geen verontschuldiging, geen excuus.
Alleen maar het geloof en het vertrouwen dat U ons tóch liefhebt…
In dit vermetel vertrouwen bidden wij U: 

God van vrede, Machtige God, Heer van de Hemelse Legermachten, U zij lof en dank, om onze vrede hier.

Wij leggen onze zorgen over de onrust in onze wereld bij U neer. We bidden voor land en volk van Oekraïne, van Soedan, van Myanmar, van al die gebieden waar gevochten wordt, waar onrust is en geweld heerst.
We bidden voor alle slachtoffers van oorlog en geweld, maar ook voor hen die te lijden hebben onder de gevolgen van natuurrampen, aardbevingen, droogte en wateroverlast, voor slachtoffers van verkeer en discriminatie… We bidden met name voor allen die worden vervolgd om hún manier van geloven, van zichzelf verstaan, hun identiteit als mens

Jezus sprak over de vrede van U, vrede die ons verstand verre te boven gaat. Wij vragen daar om, voor onszelf en onze geliefden, maar allereerst toch voor heel deze wereld. Zo bidden wij U:




In de stilte van dit moment bidden wij voor zieken en gezonden, voor mensen die we hier missen, voor…

Met Jezus, die het ons leerde, zeggen en zingen wij:
Onze Vader, die in de hemelen zijt,
Uw Naam worde geheiligd, Uw Rijk kome.
Uw Wil geschiede, zoals in de hemel, zo ook op aarde;
geef ons heden ons dagelijks brood;
en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
en leid ons niet in beproeving,
maar verlos ons van het kwade.


Allen gaan staan

Slotlied
lied 840: 1 en 2 (Lieve Heer, gij zegt 'Kom' en ik kom...
Na de zegen zingen we, i.p.v. het ‘Amen’, vers 3


2 O mijn God, Gij zegt ga en ik ga,
Gij zegt ga en ik ga, laat mij niet alleen,
wees het woord in mijn vlees en de geest om mij heen,
wees de adem waaruit ik ontsta.

Zegen
Een oude Ierse zegen

Moge de weg je tegemoet komen, 
moge de wind voor jou steeds in de rug zijn, 
moge de zonneschijn je gezicht verwarmen, 
mogen de regenbuien zacht neerkomen
op je velden,  
en moge God je bewaren in de palm van Zijn hand        
tot wij elkaar weer ontmoeten.
 Zo zegent je God.
Vader, Zoon, Heilige Geest.   Amen.  

A Blessing
May the road rise to meet you,
May the wind be always at your back,
May the sun shine warm upon your face,
The rains fall soft upon your fields and,
Until we meet again,
May God hold you in the palm of His hand.


May God be with you and bless you.
May you see your children's children.
May you be poor in misfortune, rich in blessings.
May you know nothing but happiness.
From this day forward.


lied 840: 3 Want, o Heer, ik zeg 'kom' en Gij komt!