Voor eerdere
diensten klik hier:
Zondag
Cantate - kleur: wit. Om corona helaas niet in de Lutherse kerk te Heusden,
maar bij de mensen thuis...
Klokgelui
Voorbereiding
Stilte
Aansteken van de kaarsen.
Votum (oproep)
Wij zijn hier aanwezig in de Naam
van de Vader en de Zoon
en de Heilige Geest.
Amen
Adiutorium (bemoediging)
Onze Hulp is in de Naam
van de Heer
die hemel en aarde
gemaakt heeft.
Die trouw houdt tot in eeuwigheid
en niet loslaat het werk van Zijn
handen.
Confiteor (schuldbelijdenis)
Goede God, wij vertrouwen
op Uw Woord,
daarom zijn wij gekomen om te lezen en te zingen.
Wij bidden U voor allen die daar toe niet in
staat zijn.
Lieve God, Uw
genade is groter dan ons tekortschieten.
Daarop vertrouwen
wij, als wij vragen om vergeving,
als wij U vragen
om al
wat ons aan zorgen en vragen,
aan verdriet
en onrust aankleeft, van ons weg te nemen,
opdat wij U
in alle vrijheid als Uw
kinderen kunnen aanbidden.
Heer vergeef ons al wat wij
misdeden.
En laat ons weer in vrede leven.
Amen.
Zo lief had God
deze wereld, dat Hij Zijn
enige Zoon gegeven
heeft, opdat ieder die in Hem gelooft
aan het verderf ontkomt, en eeuwig leven hebben mag!
Introïtus
Antifoon : nl640d mp3/05-nl640d.mp3
Psalm:
A: Zijn rechterhand heeft overwonnen,
Zijn heilige arm heeft redding gebracht.
De HEER heeft Zijn overwinning
bekendgemaakt,
voor de ogen van de volken Zijn gerechtigheid onthuld.
Hij heeft gedacht aan Zijn liefde en
trouw voor het volk van Israël.
De einden der aarde hebben het gezien:
de overwinning van onze God.
Laat bruisen de zee en alles wat daar
leeft,
laat juichen de wereld met haar bewoners.
Laten de rivieren in de handen klappen
en samen met de bergen jubelen voor de HEER, want Hij is in aantocht als rechter
van de aarde.
Dienst van het Woord
Salutatio (groet)
Zondagsgebed
(collecta)
Epistellezing: 1 Johannes 3:
18-24
Johannes
schrijft over ons, Christenen. Dat we
gehouden zijn lief te hebben, zoals Christus ons
heeft liefgehad: tot in de dood. En dat we de keus
hebben: of we zijn kinderen van God, en dan
houden we ons aan Gods geboden,
of we zijn kinderen van de duivel, en dan
leven we in zonde. Geen creatieve
tussenoplossingen. Hij gaat verder en schrijft:
18. Kinderen,
laten we niet liefhebben met woorden
of met de tong, maar waarachtig metterdaad.
19. (En) hierin zullen we weten dat we uit de
waarheid zijn, en we zullen onder Zijn
toezicht ons hart er toe aanzetten
te bedenken
20. dat, ook als ons hart ons aanklaagt,
God groter is
dan ons hart, en dat Hij
alles weet.
21 Geliefden, stel dat ons hart
ons niet aanklaagt, dan kunnen we vrijelijk
tot God spreken....
22 en wat we ook maar vragen,
dat krijgen we van Hem,
omdat we Zijn geboden houden en doen
wat Hem aangenaam is.
23 En dit is Zijn
gebod: dat wij ons vertrouwen stellen op de
Naam van Zijn Zoon Jezus Christus, en dat wij elkaar
liefhebben, zoals Hij
ons heeft geboden.
24 En wie Zijn geboden houdt,
blijft in Hem en Hij
in die persoon, en uit de Geest die Hij
ons heeft gegeven weten we dat Hij
in ons blijft....
Het Heilig Evangelie staat geschreven bij: Johannes 16: 5 – 15
Men kan gaan staan
Psalmwoord: Halleluja. De
rechterhand van de HEER verheft
mij, de rechterhand van de HEER
doet machtige daden.
Ps
118:16
Halleluja!
Het Heilig Evangelie staat geschreven bij: Johannes 16: 5 – 15
dit is de ‘rede van de
laatste dingen’, die Jezus uitspreekt bij het laatste Avondmaal, een
Geestelijke Testament, en daarvan de verzen 5-15
De Heer heeft Zijn leerlingen verteld, hoe ze vervolgd zullen worden om Zijn Naam,
de kerk uitgezet, en Hij vertelt het ze nu, van te voren, opdat ze zich niet
door Hem verraden zullen voelen als het zover komt. Hij zegt belooft de
Advocaat te sturen - een woord dat ook wel met Trooster wordt vertaald, en
zegt:
5. Deze dingen heb Ik jullie
niet van het begin af aan gezegd, omdat Ik
nog bij jullie was.
6. Maar nu ga Ik weg naar Hem
die Mij gezonden heeft… en laat nu niemand
van jullie vragen: ‘Waar
gaat U
heen?’
7. Maar omdat Ik
jullie deze dingen gezegd heb, is jullie hart
volgelopen met verdriet...
Maar Ik zeg jullie de waarheid:
het is voor jullie bestwil dat Ik
heenga.
Want als Ik niet weg
zou gaan, zou de Advocaat niet tot jullie komen;
maar als Ik ga zal Ik
Haar naar jullie toe
sturen.
8. En als Die komt zal Zij
de wereld dingen duidelijk
maken over zonde en over gerechtigheid
en over oordeel.
9. Over zonde inderdaad, omdat ze niet
in Mij geloven.
10. Over gerechtigheid echter, (zal Zij duidelijk maken) dat Ik
naar de Vader ga.
En dan zien jullie Me
niet meer.
11. Maar wat oordeel betreft, (zal
Zij duidelijk maken) dat de heerser van deze
wereld veroordeeld is…
12. (Eigenlijk) heb Ik
jullie nog heel veel te zeggen, maar dat kunnen jullie nu nog niet hebben.
13. Maar als Zij komt, de Geest
van Waarheid, dan zal Zij jullie een weg wijzen in héél
de waarheid. Want Zij spreekt
dan niet voor zichzelf, maar wat Zij te horen
krijgt, dàt zal Zij zeggen,
en Zij zal jullie aankondigen
wat er te gebeuren staat.
14. Zij zal Mij
verheerlijken, want Zij
zal nemen uit het Mijne
en het jullie verkondigen.
15. Alles wat de Vader heeft
is ook van Mij, daarom zeg
Ik dat Zij
neemt uit wat van Mij is, en het
aan jullie
verkondigt.
Zalig die het Woord van God
horen en er gehoor aan geven!
Credo
In antwoord op Gods woord belijden wij samen ons geloof:
Wij geloven in God, sterker dan de
dood,
die het leven wil van mensen, zoals jij en ik,
die ons heeft gedroomd, voor we er waren,
die veel van ons verwacht, en ons geschapen heeft
met kracht en moed en liefde.
Wij geloven in
Jezus, Zijn Zoon, die mens werd,
ons gelijk, om weer zin te geven
aan wat zinloos werd: ons leven.
Gekruisigd is Hij, om onze schulden te voldoen.
Opgestaan na
drie dagen, leeft Hij voor eeuwig
bij God, waar Hij op ons wacht.
Wij geloven in
de Geest van Liefde en waarheid,
Gods wezen, dat Hij met ons deelt.
Zij juicht en huilt in ons, spreekt ons weer moed in,
brengt ons terug.
Wij belijden één doop,
één kerk - die wereldwijd
ontheven aan structuren en machten,
ons verenigt in één Lichaam, tot één geheel.
Van nu aan tot in eeuwigheid.
Amen.
Allen gaan
zitten.
om in te
schuilen, dat wij leven
al zijn wij dood, zo dood als as.
Laat ons er zijn, een eeuwig even,
laat ons er zijn met U die was,
die is, die komen zal ten laatste,
ten eeuwigste. Kom niet te laat!
Gij kunt U toch in ons verplaatsen?
Kom dan, wij zijn ten einde raad.
Voorbeden
Laten we danken en bidden:
Goede God, wij danken
U voor Uw liefde en genade,
voor Uw zachte krachten en Uw machtige Liefde voor ieder van ons.
Wij danken voor 76 jaar vrede en veiligheid, en wij bidden voor hen die
vielen…
Ontferm U over hen.
Samen bidden wij:
A: Heer, maak mij een instrument van uw vrede.
Waar haat het hart verscheurt,
laat mij liefde brengen.
Waar wordt beschuldigd,
laat mij vergeving schenken.
Waar verdeeldheid mensen van elkaar vervreemdt,
laat mij eenheid stichten.
Waar twijfel knaagt,
laat me geloof brengen.
Waar dwaling heerst,
laat me waarheid uitdragen.
Waar wanhoop tot vertwijfeling voert,
laat hoop doen herleven.
Waar droefenis neerslachtig maakt,
laat me vreugde brengen.
Waar duisternis het zicht beneemt,
laat me licht ontsteken.
Maak dat wij niet zozeer zoeken
om getroost te worden,
als wel om te troosten.
Om begrepen te worden
als wel om te begrijpen.
Om bemind te worden
als wel om te beminnen.
Want wij ontvangen door te geven.
Wij vinden door onszelf te verliezen.
Wij krijgen vergeving door vergeving te schenken
en wij worden tot eeuwig leven geboren
door te sterven.
Amen.
St. Franciscus van Assisi
(1182-1226)
En wij zeggen met Augustinus:
Fluister
het mij in,
Heilige Geest:
Ik zal het goede denken.
Spoor me aan,
Heilige Geest:
Ik zal het goede doen.
Verlok me, Heilige Geest:
Ik zal het goede zoeken.
Geef me kracht, Heilige
Geest:
Ik zal het goede vasthouden.
Bescherm me, Heilige Geest:
Ik zal het goede nooit verliezen.
Onze Vader,
die in de hemelen zijt,
Uw Naam worde geheiligd, Uw Rijk kome.
Uw Wil geschiede, gelijk in de hemel,
zo ook op aarde;
geef ons heden ons dagelijks brood;
en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
en leid ons niet in verzoeking.
maar verlos ons van het kwade.
Allen gaan staan
Slotlied: 1012 = mp3/36-LIED286D(1).mp3
Geef ons Uw vrede in het hart
en liefde, Heer, voor allen
die door de groten zijn verward;
laat, waar hun leuzen schallen,
ons niet aan hun waan vervallen.
A: God moge zijn in mijn hoofd en in mijn
begrijpen;
God moge zijn in mijn
ogen en in mijn kijken;
God moge zijn in mijn
mond en in mijn spreken;
God moge zijn in mijn hart en in mijn denken;
God moge zijn
in mijn einde en mijn vertrekken;
V: †
Zo zegent
nu ons en alle mensen
de
Vader,
de Zoon
en de Heilige
Geest.
Amen!
Lied
1012:
5
mp3/38-lied286d1.mp3
En
dan is er koffie, of zoiets. En wellicht een goed gesprek.
Voor 4 en 5 mei een nieuwe berijming van het Wilhelmus van Sytze de Vries.
[i]
Shechina (Hebreeuws: שכינה, šəchīnāh, "het (in)wonen" of
"woonplaats") duidde in het jodendom de aanwezigheid van JHWH, God
aan, in het bijzonder in de Joodse tempel te Jeruzalem. Als bijbetekenis kon
het duiden op "rust", "geluk", heiligheid" of
"vrede".
Oorsprong en
betekenis
De
voorgeschiedenis van de term en het ermee verbonden theologische concept van
"Gods woonplaats op aarde" wordt gevonden in de
Perzisch-hellenistische periode. Later werd het een centraal thema in de
Rabbijnse literatuur.
De term
Shechina komt als zelfstandig naamwoord alleen in de Talmoed voor, maar
verwante werkwoordsvormen worden ook aangetroffen in de Hebreeuwse Bijbel.
Vooral het werkwoord schachan (שכן,
"wonen (in een (tenten)kamp)") wordt vaak aangetroffen, net als
het naamwoord mischkan (משכן, "residentie", "tabernakel“). Vanuit de oorsprong en
de grondbetekenis wees het begrip terug op de ontmoeting tussen God en de
Israëlieten in de woestijn. Gods aanwezigheid manifesteerde zich in een
"tent" te midden van het volk. Het eerste Israëlitische heiligdom
was dan ook een mobiele tent en de erin opgestelde ark van het verbond.
Later ging het Shechina als aanduiding voor de nabijheid en tegenwoordigheid
van God over naar de Joodse tempel en het heilige terrein van de stad.
De Shechina
representeert de vrouwelijke eigenschappen van Gods aanwezigheid, want
Shechina is een vrouwelijk woord in het Hebreeuws.
Voorlopers van
de rabbijnse traditie
De Hebreeuwse
Bijbel bevatte in de verhalen al symboliek om de aanwezigheid van God als
licht aan te duiden. Zo was Gods aanwezigheid tijdens de uittocht uit Egypte
zichtbaar in een wolkkolom overdag en een vuurzuil 's nachts.[4] In dit
verband werd echter niet de term Shechina gebruikt.
Rabbijnse
traditie
Toen de
tabernakel gereed was, daalde de Shechina neer over de tent waarin de ark
van het Verbond stond. Later was de Shechina aanwezig in de tempel als een
vuurgloed boven de ark. Volgens joodse legenden verdween de Shechina kort
voor de verwoesting van de tempel (in 586 v.Chr.) en is er nooit meer
teruggekeerd. Ook van de ark van het verbond werd niets meer vernomen en het
is niet zeker of hij verwoest is of ergens verborgen door de
tempelpriesters. Volgens de Joodse traditie verdween de Shechina omdat de
zonden en ontrouw van de Israëlieten zo erg waren geworden dat God het land
verliet.
Pas als de
Messias opstaat en de tempel herbouwt, zal de Shechina daar weer zijn intrek
nemen.
Volgens de
traditie was in de tweede tempel nooit de ark van het verbond, met de
sjechina, aanwezig, terwijl deze toch essentieel was voor het jaarlijkse
zoenoffer voor het gehele volk. Volgens orthodoxe joden is de reden hiervoor
dat de Tempelberg waar het Heilige der Heiligen was, sinds de Babylonische
ballingschap nooit meer onder volledig onafhankelijk joods bestuur, onder
het huis van koning David, is geweest. Het is volgens de Tenach en de
Talmoed namelijk noodzakelijk dat de plaats van de tempel onder het
soevereine gezag staat van het joodse volk onder de leiding van een
afstammeling van koning David.
Als de tijd
van het hernieuwde koningschap van David, in de persoon van de Messias,
aanbreekt, zal God de schuilplaats van de ark openbaar maken zodat deze in
de eveneens hernieuwde tempel zijn plaats weer kan innemen. Hierna zal de
Shechina de ark opnieuw bekleden.
Volgens de
Talmoed ‘rust de Shechina waar een minjan bijeen is’,[10 man] ‘is zij
aanwezig waar drie rechters samen zitting houden’, ‘verwijlt de Shechina
aan het hoofdeinde van een zieke’ en ‘begeleidt zij allen die gedwongen
zijn om in ballingschap te gaan’. Ook geeft de Talmoed aan dat de Shechina
verantwoordelijk is geweest voor de profetie van profeten en voor de
compositie van Davids psalmen. Profeten verwijzen in hun visioenen vaak naar
Gods aanwezigheid.
De Shechina
wordt in de traditie geassocieerd met de bruid van de sjabbat (sjabbat
ha-malka). De beroemde kabbalist rabbijn Loeria heeft veel over dit thema
geschreven in proza en dichtvorm.
De hechte band
tussen de sjabbat en het Joodse volk wordt vergeleken met de band tussen
bruid en bruidegom. De traditie van de Shechina als sjabbat-bruid geeft ook
de band weer tussen God en het Joodse volk