Voor eerdere diensten klik hier:

 

Dankdienst voor het leven van Geertuida van der Koppel – de Wit

* Utrecht, 22 juli 1935                    
 Leerdam, 22 juli 2024

op 29 juli 2024 in de Lutherse kerk te Leerdam.    

Zang: Jakkenanna en Willem, Orgel: Ina Mostert– Meijdam

...........

De organiste speelt zachtjes - een partita over ‘Beveel gerust uw wegen’ van Theo van Meurs,

Intussen wordt de kist binnengedragen.

v. Wij zijn hier om recht te doen aan het leven van Truus van der Koppel - de Wit.
Wij willen danken voor het vele goede dat zij ons heeft gebracht. Voor wat zij ons te zeggen had.
En ze zong ook graag. Ze hield van muziek. Daarom zingen we zo: ‘Komt allen tezamen’, een lied dat ze graag zong.

Maar wij ontsteken allereerst de kaarsen aan het licht van de Paaskaars, die ons er voortdurend aan herinnert dat Jezus de dood heeft overwonnen.

We zingen lied 477: 1 en x

Komt allen tezamen, jubelend van vreugde – komt laten wij aanbidden, die Koning!

Zingt aarde en hemel, zingt nu englenkoren, 
zingt alle scharen rondom de troon:
Glorie aan God en vrede voor de mensen!

Komt laten wij aanbidden, die Koning!

Een gedicht van Ds. André F. Troost:                   

Geloof, Hoop en Liefde
gebaseerd op de bekende tekst uit  1 Corinthe 13.


Een kruis, een anker en een hart,
symbolen voor het leven:
wie in geloof en hoop volhardt
leert liefde door te geven.

Het kruis is toonbeeld van geloof,
belofte, onomwonden:
al is uw schuld ook nog zo groot,
vergeven zijn uw zonden.

Het anker is de vaste hoop,
onzichtbaar, onder water,
op God geworpen in de doop:
rotsvast, voor nu en later.

Het hart?
Dat klopt voor al wat leeft,
het is de hoogste gave –
en wie het kruis als anker heeft
krijgt liefde als een haven.

.....

Mevrouw Alma Evenhuis spreekt warme woorden namens de kerkenraad.

'Beste familie, vrienden en andere betrokkenen van en bij Truus,

Namens de kerkenraad heet ik u hartelijk welkom in onze kerk voor de afscheidsdienst van Geertruida van de Koppel. Truus. zoals wij haar kennen. Welkom ook, mevrouw Voerman. We zijn blij dat u wilt voorgaan in deze dienst, mede op verzoek van Truus zelf die wel een fan van u was. 

Welkom ook namens de evangelisch lutherse gemeente hier in Leerdam.
De gemeente waarbij Truus zelf ook behoorde. Ze was een enthousiast deelnemer aan de zondagse erediensten met wisselende predikanten. Zingen deed ze graag en volop; jaren was ze lid van de cantorij. Ze had ook eigen lievelingsliederen waarvan we er straks enkele in de samenzang zullen doen klinken. 

Truus dus kwam regelmatig naar de erediensten, in voor haar betere tijden - de laatste jaren lukte dat niet meer. Ook deed ze mee aan de club kreatief, elke 1e woensdag hier in het Zaaltje, waar geknutseld werd aan allerlei creatieve uitingen met vaak prachtig resultaat als gevolg. 
In de hoogtijdagen zaten dan zo'n 8 tot 12 dames rond de tafel, al kwetterend te knutselen, met koffie en lekkers. Voor de onderlinge samenhang werkte dat uitstekend. 
Ook dochter Karin was er dan vaak bij. 

Andere activiteiten die we vanuit de kerk organiseerden, zoals films, tafelgesprekken (naar Luther), gemeenteavonden en natuurlijk: de gezamenlijke maaltijden waarin we elkaar ontmoetten en…

Het leven van Truus verliep niet steeds over rozen, zoals we inmiddels wel weten - daarvoor is straks, na deze dienst, bij de herinnering aan Truus in woord en beeld, meer aandacht.

Wij zijn dankbaar dat Truus zoveel jaren deel uitmaakte van onze Lutherse gemeente, zich hier thuis voelde en wij met haar in ons midden. We danken u, dat hier bent om vandaag met ons te delen.'

....

En zo zijn we hier allemaal met onze eigen herinneringen.    

Truus kwam graag in deze kerk.

Wij zijn hier nu bij elkaar
in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen
Onze Hulp is in de Naam van de Heer
die hemel en aarde gemaakt heeft.

Hem vragen we dan ook:
Heer, vergeef ons al wat wij misdeden,
en laat ons weer in vrede leven
Amen.

Zo lief had God deze wereld,
dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft,
opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf ontkomt, en eeuwig leven hebben mag!

Laten we de Heer aanroepen om ontferming, nu wij bedroefd zijn om het heengaan van Truus, die voor ieder van ons een bijzondere persoon was,
maar laten wij ook Gods Naam prijzen,
want aan Zijn liefde en barmhartigheid komt geen einde!



Gebed
Heer, onze gevoelens zijn gemengd:
we zijn dankbaar voor haar leven en we zijn verdrietig omdat wij haar nu moeten missen.
Wees ons nabij, zoals U haar nabij bent, en zij U.
Wees ons nabij, nu, in dit uur, en alle dagen van ons leven… door Jezus Christus, onze Heer.
Amen.



De eerste lezing bestaat uit enkele verzen uit 2 Korintiërs 12.
Paulus, de schrijver van deze brief, heeft een heel vervelende kwaal, waar hij veel last van heeft.
Hij schrijft daarover:

8. Ik heb de Heer driemaal gesmeekt ervoor te zorgen dat die (zwakheid) bij me wegging.
9. Zijn antwoord was:
“Je hebt genoeg aan Mijn genade,
want Mijn kracht openbaart zich juist ten volle wanneer iemand zwak is.”

Paulus kon daarmee leven, en schrijft dan:
‘In mijn zwakheid ben ik sterk’.

Halleluja! De psalmist leert ons zingen:
Al ga ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen kwaad, want Gij, o Heer, zijt bij mij. Halleluja!



Wij zingen het lied dat bij die psalm hoort: het lied van de goede herder, die weet wat we nodig hebben, en wanneer we het nodig hebben…
En die weet het
beter dan we dat zelf weten.

Lied 23b
 

De Heer is mijn Herder! …

zo kroont met Haar zegen   Zijn liefde me altijd.
.....


Dan mag ik U vragen om op te staan, als U dat kunt natuurlijk, om te luisteren naar het heilig Evangelie, waar de Heer Zelf tot ons spreekt:
We lezen uit de Zaligsprekingen in Matteüs 5: en dat doen we in de Bijbel in gewone taal.  

Jezus trekt door het land, doet wonderen, geneest, en vertelt de mensen over God in de Hemel. De mensen komen overal vandaan om te luisteren.
 
Boven het stuk dat we lezen staat:  Jezus vertelt over het echte geluk

1 Toen Jezus al die mensen zag, ging Hij een berg op. Daar ging Hij zitten. Zijn leerlingen kwamen bij Hem.
2 Jezus begon Zijn leerlingen uitleg te geven over de nieuwe wereld. Hij zei:
3 Het echte geluk is voor mensen die weten dat ze God nodig hebben. Want voor hen is Gods nieuwe wereld.
4 Het echte geluk is voor mensen die verdriet hebben. Want God zal hen troosten.
5 Het echte geluk is voor mensen die vriendelijk zijn. Want aan hen zal God de aarde geven.
6 Het echte geluk is voor mensen die doen wat God wil, en die dát het allerbelangrijkste vinden.
Want God zal hun moeite belonen.
7 Het echte geluk is voor mensen die goed zijn voor anderen.
Want God zal goed zijn voor hen.
8 Het echte geluk is voor mensen die eerlijk zijn. Want zij zullen God zien.
9 Het echte geluk is voor mensen die vrede sluiten. Want zij zullen kinderen van God genoemd worden.”
Tot hiertoe het Evangelie.
Zalig die het Woord van God horen en er gehoor aan geven!


Overdenking

Genade zij u en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus, onze Heer, door de Heilige Geest.

Lieve mensen,

We hoorden en lazen zojuist dingen die ons allemaal aangaan.
Iedereen heeft wel dingen waar hij of zij moeite mee heeft, verdrietige of enge dingen, dingen waar je boos van wordt, of wanhopig, of heel treurig.
Dat zijn dingen, die je lam kunnen leggen, zoals Truus lam werd gelegd door het bericht dat haar Gerard niet meer beter zou worden.
Ze kon het niet aan, en ze weigerde zich de laatste zeven jaar te laten troosten, ook al deden haar kinderen zó hun best, en al waren later de mensen van het Emmahuis echt lief voor haar.

Er was iets in haar geknapt, en de oude angsten, de onzekerheid van haar jeugd, kreeg en hield de overhand. En dat was zo jammer, want ze wíst wel van Gods liefde, ze zong er ook graag over.
We zingen vandaag daarom een aantal liederen waarvan we weten dat ze er van hield.
Van iemand die in wezen heel gul en zorgzaam was, werd ze iemand die steeds bezorgd was dat ze niet goed genoeg was.
Maar dat bracht ze al mee vanuit haar opvoeding, het ouderlijk huis. En…
Vanuit de kerk, waar ze als kind al heen ging.


Wat was het voor haar een vreugde om hier in de Lutherse kerk te komen, en te zingen over de genade, waar Paulus over schrijft.
Hij kon er mee omgaan, maar het lijkt wel alsof Truus het niet dúrfde horen, als God tegen haar zei: “Ik houd van je, laat Mijn Liefde je genoeg zijn”.
Hij zegt dat nu ook tegen ieder van u, van jullie hier. We hoorden het in brief van Paulus en ook in de ‘Zaligsprekingen’.  
  “Het echte geluk is voor mensen die verdriet hebben. Want God zal hen troosten”, zegt Jezus.
En ja, ik ben er zeker van, dat Hij Truus nu al hééft getroost. Getroost om het verdriet dat ze zelf had, en het verdriet dat ze, zonder het te willen, soms anderen deed. Het echte geluk is voor mensen die goed zijn voor anderen.
En zo kenden veel mensen haar: gul, behulpzaam, ze deed vrijwilligerswerk…
Laten we ons haar zo herinneren. Het echte geluk is voor mensen die vrede sluiten. Want zij zullen kinderen van God genoemd worden.
Dat zegt Jezus. Ook tegen ons.
 
Want om liefde gaat het!
Niet iedereen ontvangt liefde, en vaak is die er wel, maar herkennen we die niet, omdat we graag willen dat die een andere vorm heeft, daar kun je niets aan doen, maar iedereen mag wel liefde geven.
Daar worden we allemaal rijker van.
Kinderen van God.  Mensen, waar Hij van houdt.
U en U en jij en jij… we horen er allemaal bij! 


En dan mag de aardse woning van Truus van der Koppel hier worden afgebroken, wij mogen er zeker van zijn dat wie zij echt was, wie zij heeft mogen worden, in Gods liefde voortleeft.
En dat we  elkaar terugvinden, op Gods tijd. Hij is hier, Hij is overal!
Amen.

Daarom zingen we nu ‘Op bergen en in dalen’.
Truus is als jong meisje in Zwitserland geweest, om aan te sterken, en de liefde voor de bergen is altijd gebleven. Die vond u ook terug op de rouwkaart!! 

2 Zijn trouwe Vaderogen  zien alles van nabij;
Wie steunt op Zijn vermogen, die dekt en zegent Hij:
Hij hoort de jonge raven,  bekleedt met gras het dal;
Heeft zelfs voor dieren gaven,  ja, zorgt voor 't gans heelal.

Vandaag begraven we wat ons op aarde rest van Truus. En we denken ook aan al die andere mensen die sterven, soms temidden van hun dierbaren, soms alleen in de nacht in een ziekenkamer, soms door ongeval of geweld – laten we aan hen allen denken en bidden:
Heer, herinner U de namen van hen die gestorven zijn.

Ina speelt zachtjes de melodie van lied 273, intussen worden drie verzen gesproken.


Heer, herinner U de namen  van hen, die gestorven zijn,
en vergeet niet, dat zij kwamen  langs de straten van de pijn,
langs de wegen van het lijden, door het woud der eenzaamheid,
naar het dag en nacht verbeide Vaderhuis, hun toebereid.

Heer, herinner U hun luistrend wakker liggen in de nacht
en hun roepen in het duister, de armzaalgheid van hun kracht,
en wil zeer aandachtig lezen in de rimpels van hun huid,
de verscheurdheid van hun wezen, en wis al hun zonden uit.

Die Maria hebt vergeven en de rover aan het kruis,
laat de doden eeuwig leven met U in het paradijs.
Heer, herinner U hun namen, oordeel hen en spreek hen vrij,
en bedek hun schuld en laat hen zitten aan uw rechterzij.


Laten wij danken en bidden…
(N.a.v. Luthers Avondgebed…)

Heer, wij danken U dat U onze kracht wilt zijn als wij zwak zijn in geloof en in liefde en in trouw. Daarom durven we bidden:

Heer, blijf bij ons, als het duistert,
en de nacht zal komen.
Blijf bij ons en bij heel Uw kerk
aan de avond van de dag,
aan de avond van het leven,
aan de avond van de wereld.
Blijf bij ons met Uw genade en goedheid,
met Uw troost en zegen,
met Uw Woord en Sacrament.
Blijf bij ons wanneer over ons komt
de nacht van beproeving en angst,
de nacht van twijfel en aanvechting,
de nacht van de stilte, de nacht van de dood.
Blijf bij ons in leven en in sterven,
in tijd en eeuwigheid.

Heer, in deze duistere tijden willen wij U danken voor mensen die overeind blijven.
Voor mensen, die willen bouwen aan een mooiere wereld.
Wij bidden U voor Truus om de vrede die alle verstand te boven gaat, in Uw warme nabijheid,
en zo bidden wij ook voor elkaar en voor allen die ons dierbaar zijn… om Uw nabijheid.
Maar evenzeer bidden we voor heel deze wereld: dat er vrede mag komen.  Uw shalom.
Dat mensen Uw koninkrijk mogen zoeken.
En zo zeggen wij samen mét Uw Zoon:


Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd
Uw Rijk kome
Uw Wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals wij aan anderen hun schuld vergeven;
en leid ons niet in verzoeking
maar verlos ons van het kwade!

Een lied dat bij Truus hoort is:  
'Beveel gerust uw wegen' 904 : 1 en 5
En dat zingen we nu.
 

Om de laatste eer te brengen aan deze vrouw,
om
recht te doen aan haar leven en sterven,
staan wij hier,
rondom het dode lichaam dat ons van haar is
overgebleven.
Wij houden onze ogen gericht op het
kruis van Jezus Christus, en wij spreken uit, in tastend geloof, dat dit het einde niet is,
dat onze God een God van
levenden is.
Meer dan haar lichaam is ons de naam van deze mens gebleven,
die naam spreken wij hier uit, met eerbied en genegenheid,
Geertruida van der Koppel – de Wit,
en wij bidden:
Heer God, herinner U haar
naam, die zij van mensen heeft ontvangen en waarin zij gekend wordt, ook al is zij gestorven, de naam die Gij geschreven hebt in de palm van Uw hand.

Ten teken van onze
hoop en ons vertrouwen  dat God aan Truus en aan ons allen een nieuw en onsterfelijk lichaam geven zal, zegen ik dit dode lichaam. En zoals het water van de doop haar met lichaam en ziel aan God gaf, zo wijden wij haar met dit doopwater voor tijd en eeuwigheid toe aan haar Schepper, in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen
Wij geven dit lichaam uit handen,
wij leggen het straks neer in de aarde,
in de handen van de levende God.
Amen 

Ontvangt dan, voor het laatst mét Truus, de
zegen van de levende God,
een zegen voor onze reis door leven en sterven heen naar het Vaderhuis.

Moge
God de Vader de Ruimte zijn waarin je leeft,
Moge
God de Zoon de Weg zijn die je gaat,
Moge de
Geest het Licht zijn dat je naar de waarheid voert.
Ga dan als gezegende mensen van God.
In de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen.

 
Onder de tonen van
Wat de toekomst brengen moge, (Partita Theo v. Meurs) wordt de kist uitgedragen.
 

Vervolgens was er in Rouwcentrum Rehoboth een bijeenkomst 
met toespraken van de dochters en de beste vriendin (ook de organiste van de dag), 
foto’s en heel veel muziek.

 

Daarna gingen we naar het graf.


Op het kerkhof:

Jezus zegt:
“Ik ben de opstanding en het leven;
wie in Mij gelooft zal leven,
ook al is hij gestorven;
en een ieder die leeft en in Mij gelooft,
zal in eeuwigheid niet sterven.”

Terwijl de kist wordt neergelaten:
Nu het leven van
onze Geertrui van der Koppel – de Wit
ten einde is gegaan,
vertrouwen wij haar toe aan God onze Vader,
bij wie de bron van leven is
en de gedachtenis der namen.

Haar lichaam leggen wij
in de schoot van de aarde,
aarde tot aarde,
zoals een zaad gezaaid wordt
tot de oogst.
Niemand leeft voor zichzelf,
niemand sterft voor zichzelf,
wij leven en sterven voor God onze Heer!
Amen


Laten wij dan allen samen het gebed bidden dat ons door Gods Zoon is geleerd:

Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd, Uw Rijk kome
Uw Wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals wij aan anderen hun schuld vergeven;
en leid ons niet in verzoeking  maar verlos ons van het kwade!
Want van U is het rijk, en de kracht, en de heerlijkheid in eeuwigheid.

Amen.

Wij laten hier iemand achter, die voor ons allen een bijzondere betekenis had.
Maar wij gaan niet alleen weg.
Er gaat er Één met ons mee. Nu en altijd.

Zegen voor onderweg.

Godzelf gaat met ons het leven door,
is ons
tehuis voor altijd,
is onze
krachtbron, onze inspiratie.
Gods Geest gaat met ons mee,
van
nu aan tot in alle eeuwigheid.
† Wees dan gezegend in de
Naam van
de
Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen.    

Daarna sprak een van de dochters en luisterden we naar muziek.


Na een meegebrachte bloem in het graf te hebben geworpen, 
vertrokken de aanwezigen naar het rouwcentrum voor koffie, thee en koek.