Adventsviering
21 december 2017
In de Jeruzalemkerk te Utrecht om
14 uur
PCOB-KB
Welkom
3
kaarsen worden aangestoken
komt Gods
licht ons nu verblijden.
Lied 458: voorzang.
Kaars
2. Angst
en vrees moeten verdwijnen
waar Gods liefde zal verschijnen.
Allen:
Lied 458:
Gebed
Goede God, gever van licht in het duister,
U aanbidden wij, en wij loven U.
U hebt grote beloften gedaan, en daarom,
daarom durven wij dromen en hopen.
Ook als het leven moeilijk is,
als wij eenzaam zijn en bang.
Sterk ons geloof,
bemoedig onze hoop,
wees hier aanwezig, wees De
Aanwezige
alle dagen van ons leven,
in de Geest van Jezus,
wiens wederkomst wij verwachten.
Amen.
Wij zingen Lied 442 (gvk 118) Op U,
mijn Heiland, blijf ik hopen…
Lezing:
Filippenzen 4: 4-5 BGT
De gemeente in Filippi wordt vervolgd om Jezus’ wil. Dat maakt mensen bang.
Maar Paulus wil ze moed inspreken. Want om het offer van Jezus is er hoop op
eeuwig leven voor ons. Hij schrijft:
4 Jullie
moeten blij zijn,
omdat jullie bij de Heer
horen.
Ik zeg het nog eens: Wees altijd blij.
5 Laat iedereen merken
dat jullie vriendelijk
zijn.
En bedenk
goed: de Heer is dicht
bij ons.
Laten wij
mét onze angst en onzekerheid God zingend bidden:
Lied 587:1, 6, 7
(melodie
van Leer mij, o Heer, Uw lijden recht betrachten.)
Lezing: Jacobus 5: 7-11
BGT
Jacobus schrijft aan de Joden in de verstrooiing, in de Diaspora.
Hij staat duidelijk midden in het leven, en heeft raad voor allerlei situaties.
Hier schrijft hij:
7 Vrienden,
heb geduld, en wacht
op de dag dat de Heer
terugkomt. Luister! In
de lente
en in de herfst wacht
een boer tot het gaat regenen. Dan
gaat alles groeien,
en dan kan hij een grote oogst van het land binnenhalen. Maar tot die tijd heeft hij geduld.
8 Heb geduld, net
als die boer, en houd vol!
Want de dag dat de Heer terugkomt,
is dichtbij.
9 Vrienden,
mopper niet zo op elkaar. Anders zal God jullie straffen. Bedenk dat het niet lang
meer zal duren voordat
Hij Zijn oordeel uitspreekt.
10-11 Denk
eens aan de profeten van vroeger, die de mensen Gods boodschap vertelden. Zij moesten veel lijden,
maar ze hadden geduld
en ze hielden
vol.
Wij geloven dat God zulke
mensen gelukkig maakt.
En denk
ook eens aan Job. Jullie weten hoeveel geduld hij had. En jullie weten
hoe goed het met hem afgelopen is.
De Heer liet hem niet
in de steek.
Want de Heer is goed
en vol liefde.
Vrienden, al die mensen
moeten een voorbeeld voor jullie zijn!
Tot
hiertoe de lezing die ook ons een voorbeeld geeft.
Laten wij onze koning tegemoet gaan, zoals de gelovigen, aan wie Jacobus
schrijft, en zingen: lied 440: 1 en 2 (LvK 127)
Korte overdenking
GENADE ZIJ U EN VREDE
VAN GOD ONZE VADER EN VAN JEZUS
CHRISTUS,
ONZE HEER,
DOOR DE HEILIGE GEEST.
Korte overdenking,
staat er, maar dat is een foutje van mij. Het werd wat langer dan ik eerst
dacht, maar er was zoveel te vertellen…sorry
Lieve zusters en broeders, broeders en
zusters van Jezus Christus, van Jacobus en van Paulus, en daarom ook hier: van elkaar.
In zo’n kerk, met zijn allen, is het
makkelijker om die verbondenheid, als zusters en broeders, te voelen, dan wanneer je thuis alleen bent, en je zit
te wachten op dat telefoontje
dat niet komt.
‘Dan bel je toch zelf?’ zei een dochter practisch, toen ik het daar eens over had.
Ja, denk je
dan, maar het is niet het zelfde.
Als je zelf belt, dan vraag je om aandacht.
Maar als een ander uit zichzelf belt, dan gééft die aandacht.
En dat is het verschil.
Maar er is ook een mooie zin die luidt:
wie vrienden wil hebben, moet een vriend, een vriendin zijn!
Dat is nu typisch iets waar Jezus Zelf een mooi voorbeeld
van is…
Mensen vonden Hem niet alleen geweldig omdat Hij zo mooi vertellen kon, of om Zijn wonderen, maar ook omdat Hij luisteren kon.
Hij luisterde met het hart. Hij luisterde, Hij luistert nú, met Gods hart.
Soms zitten wij zo vol met dingen die wij
kwijt willen, die wij willen zeggen, dat we niet eens luisteren
naar de ander, en nog minder naar Die Ander.
Juist daarom is het verstandig om de woorden
van Jacobus goed tot ons door te laten dringen.
Beoefen nu toch geduld,
broeders en zusters, staat er in het Grieks. Letterlijk staat er: heb
een grote geest, een ruime ziel.
Een mooie omschrijving van geduld.
Maak ruimte in je ziel voor de ander, voor de omstandigheden, dan kun je veel verdragen.
Daarvoor moet je je hart sterk maken.
Want de verschijning van de Heer, de dag
waarop de Heer terugkomt, lazen
we, is dichtbij.
En zo wachten we nu, in deze (op een
na) laatste week van de Advent…
Advent, aankomst
betekent het, dat is oorspronkelijk de tijd waarin je wacht op de komst van de koning.
Hij is al benoemd, maar hij
moet nog komen.
Zo’n adventsperiode is voor veel mensen een tijd om zich te bezinnen op wat er komen gaat, wat er veranderen zal.
En of zij daarbij passen, of dat ze zelf misschien moeten veranderen
om bij dat koningschap te passen. Vandaar de paarse kleur van de Adventstijd. Een kleur van inkeer, van ingetogenheid en bezinning.
Een tijd om geduldig je ziel te laten groeien…
Want op die advent, volgt van oudsher de Epifanie, de verschijning,
nà de troonsbestijging…
Dan maakt de koning zich bekend, en iedereen kan hem zijn of haar respect, trouw en liefde betuigen.
U weet vast nog wel hoe dat ging, toen
Willem-Alexander koning werd.
Toen zijn moeder, koningin Beatrix, de acte van troonsafstand had ondertekend, was er
een moment van advent.
Dat duurde van het moment dat Willem-Alexander zijn handtekening had gezet onder het papier waarin hij de troon accepteerde, tot hij in het openbaar het koningschap
aanvaarde: Zo waarlijk helpe mij God almachtig.
En dan, als hij de kerk uitgaat, en als
zijn herauten er op uittrekken om te verkondigen dat we een nieuwe
koning hebben, dàn is daar de Epifanie.
De verschijning in het publiek.
Daar gaat het om!
Dat gaan we straks vieren.
Wij kennen in het verleden
een Epifanie, met de geboorte van
Jezus, aangekondigd
door engelen als Zijn herauten,
en heel zachtjes toegejuicht door de herders in de velden van Efratha.
Maar veel meer dan dat indrukwekkende
gebeuren verwachten wij nu: de grote
Epifanie in de toekomst, als we Jezus zullen zien komen met de engelen, en als de bazuinen klinken…
Wat een dag zal dát zijn!
Wat een heerlijkheid, wat een fiere
Koning, wat een glorie!
Daar mogen wij naar uitzien met heel ons hart!
Dat mogen we alvast vieren.
In het verleden
zag men het gebeuren van Jezus’ komst op aarde in twee fasen.
Allereerst de geboorte van Jezus, de komst
van God naar de aarde, om in ons midden te leven en te sterven,
met ons en voor ons. Dat was een hemels, ontzagwekkend, maar ook wel intiem
gebeuren.
Alleen de herders zagen het, en de engelen gingen weer naar de
hemel terug.
Maar dan komen er een dag of tien later hoge en wijze heren uit het
Chaldeeuwse land. (Hebt u er wel eens bij stilgestaan dat Abraham uit het Ur
der Chaldeeën kwam?)
Zij komen om om die pasgeboren koning eer te
bewijzen.
Dat maakt de Epifanie van die nieuwe koning een officieel feit
in de zin van deze wereld.
Hij wordt openlijk erkend als machthebber.
U kent het verhaal van de drie koningen wel.
U weet hoe het afliep, maar daar is de eerste Epifanie compleet.
Om politieke redenen kreeg de herdenking van Goddelijke geboorte
in Rome lang geleden een sterk accent. In 275 plaatste keizer Aurelianus
de zonnegod Sol Invictus (de Onoverwinnelijke Zon) aan het hoofd van de hele
godenwereld, waardoor de verering van Sol toenam.
In Rome werd lang geleden de zon aanbeden. Men neemt aan dat de aandacht
voor de Zonnegod voor de kerk de aanleiding was om het Kerstfeest
op 25 december in te voeren. Want dat was vlakbij de feestdag van die zonnegod.
En zo gebeurde het. De Christenen gingen het kerstfeest vieren, i.p.v. het feest
van de terugkerende zon.
Maar in het Oost-rijk, rond Constantinopel, daar
bleef de Epifanie meer het accent krijgen, op het feest van de drie koningen: 6
januari.
En nog steeds vieren onze broeders en zusters in de Oosters-Orthodoxe
kerken de Epifanie als hun Kerstfeest.
En zo komt het dat de officiële kerkelijke kersttijd van 25 december tot en met
6 januari duurt.
Jammer genoeg kunnen de mensen tegenwoordig niet meer wachten, ze hebben geen
geduld, en zo
liggen de kerstartikelen al vóór Sinterklaas in de winkels. De huizen
worden steeds vroeger versierd, omdat het zo gezellig is..
Soms zie je afgedankte kerstbomen al buiten staan voor het kerstfeest begint.
Omdat het geen Christus-feest is
voor die mensen.
Omdat ze geen geduld hebben om
feest te vieren op Gods tijd.
Omdat ze niet God, of het Kind in de kribbe zoeken, maar zichzelf,
in de warmte, de luxe, de geschenken, die niets
te maken hebben met de genade die wij
mensen van God cadeau krijgen. En dat is toch zo geweldig.
God houdt van alle mensen, ook van ons hier.
U hoorde
dat Jacobus het had over mopperen.
Jacobus waarschuwde tegen mopperen.
Ook wij maken ons er wel eens een beetje schuldig aan, als we in
september klagen dat we zo opzien tegen die kersttijd
die voor anderen zo gezellig zou zijn, maar wij zitten alleen
thuis, en kunnen nergens heen.
Die winkels, waar we anders meestal ook niet heengaan, zijn allemaal dícht.
Kent u dat?
Tja, dan zoek je toch vooral jezelf.
Als je nergens heen kunt, als er niemand komt, dan kun je altijd nog proberen er voor iemand anders te zijn.
Een licht te
brengen, een licht te zijn, door aandacht te geven, door een gebed,
een telefoontje.
Dan verkondig je Gods liefde al.
Dan laat je iets zien van Koning Jezus die in een schamele omgeving ter wereld kwam.
En als we al die vluchtelingen zien op de televisie, dan mogen wij
zielsdankbaar zijn dat
we hier wonen, in vrijheid.
Laten we in hén Jozef en Maria zoeken.
Laten we hen verwelkomen, en bedenken dat onze pasgeboren Heer en Heiland ook op de vlucht moest, en allerlei gevaren doormaakte met zijn ouders.
Laten wij ons hart groot
en ruim maken, en geduld hebben.
Geduld met
onszelf, dat mag, en met elkaar, geduld met God, die maar blijft wachten, tot ook wij
er aan toe zijn, dat Jezus komt.
Laten we onverschrokken en moedig
wachten op de grote Komst van de Heer Jezus, Zijn verschijning in het publiek, voor heel de
wereld, en een voorbeeld nemen aan de profeten en zelfs aan Job, maar ook aan de vele vervolgde Christenen in onze dagen.
Laten wij hen niet vergeten, en laten we dagelijks bidden: Kom spoedig, Heer!
En intussen mogen wij blij zijn,
omdat we bij de Heer horen.
Ik zeg het nog eens: Wees
altijd blij.
Laat iedereen merken
dat we vriendelijk zijn. Dat
we aandacht geven.
En bedenk
goed: de Heer is dicht
bij ons.
Hij komt.
Misschien dit jaar nog, misschien met Driekoningenfeest,
of heel misschien vandaag
wel.
Laten we Hem
met vreugde ontvangen en aanbidden, laten we Hem
verwachten, alle dagen
van ons leven,
geholpen door de Heilige Geest.
Dan zal ons wachten
al een feest
zijn, een feest dat
we delen met elkaar, in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen.
Laten we zingen van die Toekomst.
Lied 467d 1x voorzang, 2x allen
PAUZE
Lied 136: 1, 2 en 13
Kerstverhaal
(Verteld door: Mevrouw van Maanen )
Wat een mooi verhaal. Laten we God danken en bidden.
Goede God, dank U dat we hier mochten en konden zijn. Wij bidden U voor
allen die dat niet kunnen. Voor de zieken en de ouderen…
Dierbare Heiland, dank dat U gekomen bent en dat wij van U mochten horen.
Geef dat ook wij dat goede nieuws doorvertellen, en dat wij toeleven naar Uw
komst in eeuwigheid, in Glorie en heerlijkheid. Dank voor Uw genade, help ons om
zelf ook vriendelijk, geduldig en genadig te zijn.
Heilige Geest, warmte en liefde van God Zelf, wil als een trouwe metgezel
bij ons zijn, en open ons hart voor God en mensen, in Uw liefde.
Wij bidden U voor alle kinderen die op de vlucht zijn en toegang vragen tot ons
hart en tot ons land.
Dat wij hen behandelen zoals wij het kind Jezus zouden willen behandelen, totdat
wij Gods heerlijkheid zien. Kom haastig, Heer!
Amen.
Op weg naar de zegen zingen we elkaar toe:
Lied 416
staande
als men kan: Ere zij God...
Zegen
De Heer dezer wereld moge Koning
zijn in onze harten.
Gods welbehagen
in mensen moge ook aan ons zijn af te lezen.
Het licht van God moge ons leven doorstralen.
Amen.
Het bestuur van KBO-PCOB, stad Utrecht, wenst u en al de uwen een gezegende
Kersttijd en een gelukkig en gezond Nieuw Jaar 2018 toe.