Advents- en Kerstviering KB)-PCOB 2018 Donderdag 20 december
Jeruzalemkerk Troosterlaan Utrecht Aanvang 14.00 uur
Medewerkenden:
Meditatie
Mevr.. G.A. Voerman - van Haselen
Verhaal:
Mevr Bep Rijksen
Muzikale omlijsting: Mevr. Olga van de Veen
Welkom door de heer Rijksen, namens de (zieke) voorzitter
Kaars 1.
Donker is het op aarde.
Waar zouden we zijn,
als God ons niet bewaarde?
Het licht moet komen van omhoog!
Allen: lied 437:1
Kaars
2.
Ons hart snakt naar de komst
van Hem
die ons tezamen brengt in ’t nieuw Jeruzalem.
Hij is ons Licht!
Allen:
Vers 2
Kaars 3.
Wij bidden om de Enige die redden kan.
De Leeuw van Juda, Gods eigen Lam.
Hij brengt het Licht ons van Omhoog.
Allen:
Vers 4
Kaars 4.
Het Licht van de wereld is Jezus, de Heer.
Hij werd geboren, stond op uit de dood
en keert weer!
Wij zien uit naar Zijn komst.
Allen:
Vers 5.
Gebed
Laten we bidden:
Goede God, Vader
in de Hemel,
Dank U,
dat U Uw Zoon
gezonden hebt,
omdat U
deze wereld, ons allen hier, zo lief hebt
gehad.
Wij mogen geloven en vieren dat Hij
de weg tot U voor ons
allen heeft vrijgemaakt.
Laat ook deze viering
ons sterken in moed
en hoop,
in trouw en geloof,
door Jezus Christus,
onze Heer.
Amen
Wij zingen lied 440:1
Lezing: Jesaja
8:23 - 9:1
Licht in de duisternis staat er boven.
In het voorafgaande deel voorspelt Jesaja dood en verderf voor het Godsvolk dat
niet naar zijn God vrààgt. Daarom zal hun God een steen des aanstoots voor hen
worden.
Maar de ànderen, Zebulon en Naftali, het latere Galilea, het land aan de
overkant van de Jordaan, en eigenlijk alles om
Juda en Jeruzalem heen, zullen het licht
zien.
Dan wordt de geboorte van de Messias aangekondigd, van Hem,
die alles weer in orde zal brengen.
We
lezen: Jesaja 8:23 - 9:1:
8:23 Zoals het land van Zebulon en Naftali
in het verleden smadelijk bejegend is,
zo wordt weldra eer bewezen aan de kuststreek, het Overjordaanse
en het domein van andere volken.
9:1 Het volk dat in duisternis ronddoolt
ziet een schitterend licht.
Zij die in het donker wonen
worden door een helder licht beschenen.
Zó wordt de geboorte van de Messias
aangekondigd. Niet zoals verwácht, niet als een koning te paard
is Hij gekomen, maar als
een Kind
in een kribbe
daalde Hij af in
onze wereld.
Laten we
zingen:
O Kindeke klein, O Kindeke teer!
Gij zijt onz´ uitverkoren Heer.
Ik geef U heel het harte mijn.
Ach, laat mij eeuwig bij U zijn!
O Kindeke klein, O Kindeke teer!
m. Samuel Scheidt (1587-1654)
Evangelie: Johannes 1: 1-15
Het Woord is mens
geworden staat er boven.
Johannes vertelt het begin van Genesis opnieuw. Het gaat hier om het
Scheppingswoord, dat in Genesis
genoemd wordt: Roeach, wind, adem,
Geest…
Johannes
vertaalt dit naar de begrippen van zijn eigen tijd, voor de Grieks
sprekende lezers.
Hij gebruikt het woord Logos.
Dat is een woord met een hoofdletter.
Een woord met een geweldige
lading.
Als God spreekt,
dan ís het er meteen.
Hij zegt niet: laat Ik eens
licht maken, en orde scheppen, en hoe zal Ik dat eens aanpakken?
Nee, Hij heeft er in Zijn
binnenste al een beeld van, en als Hij
het woord Licht
uitspreekt, dan roept Hij
het Licht dat Hij bedacht
had het bestaan in. Zijn
Woord is altijd een scheppend
woord. Als Hij iets zegt,
dan ís er, of Hij maakt
het mogelijk.
Johannes
zegt: Jezus is Degene die
in een begin, het begin dat voor ons van
belang is, al Aanwezig was,
en Gods schepping
opriep om te bestaan. Hier vallen Jezus
en Gods Geest dus samen, en
zo laat Johannes,
zonder het met zoveel woorden te zeggen, ons zien, proeven, dat er altijd
al een Drie-Eenheid was.
Luister maar:
1:1 In een begin was het Woord,
het Woord was bij God
en het Woord was
God.
2 Het was in een begin bij God.
3 Alles is daardoor ontstaan en zonder dit (Woord) is niets ontstaan van wat bestaat.
4 In het Woord was leven
en het leven was het licht
voor de mensen.
5 Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis
heeft het niet in haar macht gekregen.
6 Er kwam iemand die door God
was gezonden; hij heette Johannes. (= God is genadig!)
7 Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem
zou geloven.
8 Hij was niet zelf het licht, maar hij wás er om te getuigen
van het licht:
9 het ware licht,
dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam.
10 Het Woord was in de
wereld,
de wereld
is door Hem ontstaan
en tóch kende de wereld Hem
niet.
11 Hij kwam naar wat van Hem
was, maar wie van Hem waren
hebben Hem niet ontvangen.
12 Wie Hem wel ontvingen
en in Zijn Naam geloven,
heeft Hij het voorrecht
gegeven om kinderen van God
te worden.
13 Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk
verlangen of uit de wil
van een man, maar uit God.
14 Het Woord is mens
geworden en heeft bij ons thuis
gewoond, vol van goedheid en waarheid,
en wij hebben Zijn grootheid gezien, de grootheid
van de enige Zoon
van de Vader.
15 Van Hem getuigde Johannes
toen hij uitriep: ‘Hij is
het over wie ik zei: “Die na mij komt is meer dan ik, want Hij was er vóór mij!”’
Zalig die het Woord
van God horen en er gehoor aan geven! Laten wij Gods lof zingen!
Allen: lied 438: 1 =
121
Overdenking
Lieve mensen,
Soms kun je de bekende
woorden wel dromen.
En dat kan dan ook beteken dat je niet meer echt hoort wat ze te zeggen
hebben, dat je niet meer ziet
wat er staat.
Daarom is het goed, dat ze ons aan de universiteit hebben geleerd
om de teksten altijd te bekijken in het Hebreeuws en het Grieks,
want ja, het bekende gezegde gaat vaak op: vertalen is verraden.
En hoe goed een vertaling ook is, je moet toch altijd
in het achterhoofd
houden, dat wij met andere ogen naar de tekst kijken, dan
degenen die deze voor het eerst opschreven, en zeker anders dan degenen die, vaak nog
veel eerder, de tekst voor het eerst uitspraken en zo doorgaven aan wie het hoorden.
Het is niet voor niets dat Luther zelf de Bijbel
uit het Hebreeuws en het Grieks heeft vertaald! Hij is naar de Rabbijnen gegaan,
en heeft van hen Hebreeuwse les gehad. Ook de vaderen,
die in Dordt besloten een Bijbel in de eigen taal te laten
drukken, hadden oog voor het verschil in de oorspronkelijke
taal en de onze, getuige de vele, vele aantekeningen in de Statenvertaling.
Dat maakte het iedereen mogelijk
om zelf na te denken over de waarheid achter de woorden. Tja, en zo zijn de
Protestanten in Nederland aan al die verschillende stromingen en kerken
gekomen. J
Soms komen ongewenste dingen voort uit goede
bedoelingen. Ik kom daar straks op terug.
Duisternis
Duisternis was er vóórdat het eerste
scheppingswoord gesproken werd, en donker is
niet anders dan gebrek aan licht, dat weet u.
“Licht moet er zijn”, sprak God,
toen Hij orde in de chaos
ging scheppen.
Licht is ook biologisch gezien de eerste voorwaarde
geweest voor leven.
Johannes
haakt aan bij de eerste woorden van Genesis. Ook heel precies, want zoals
het in het eerste vers van Genesis staat,
zo verwoordt ook Johannes het: In een
begin. Dat betekent dat voor óns begin, voordat onze chaotische
wereld zelfs maar een begin van leefbaarheid
kreeg, God er al was. Hét
begin is Zijn geheim.
Ik ben de Alfa en de Omega,
zegt Hij op zijn Grieks. De A en de Z!
Zijn Geest
zweefde al over de chaotische wateren
en hield de duisternis in bedwang.
De woorden van Johannes moeten wel geïnspireerd
zijn door de Heilige Geest, want de diepte
van zijn woorden gaan veel verder dan wat iemand in die dagen zelf
had kunnen bedenken. Johannes
was op en top een profeet van de Allerhoogste. Een profeet die weet had van de duisternis
waarin het Godsvolk zich bevond
op dat moment.
Net zoals Jesaja dat had gezien en
gehoord.
Hij had gezien dat het volk
erg bezig was met zichzelf, en steeds minder met God.
Net zoals in onze dagen hier in Nederland, en in het Westen
gebeurt.
We zijn zó verlicht, we weten het zó goed, we kunnen het allemaal zelf,
denken we.
Maar intussen is er geen oog meer voor de Gever van al dat goed, al die mogelijkheden, die mooie ontwikkelingen.
De mensen in Jeruzalem en Juda keken neer op de Galil, de streek van
de volkeren, die we later zouden kennen als Galilea.
In Mattheüs 4 lezen we dat, toen Jezus
gehoord had dat Johannes de Doper overgeleverd was, en in de gevangenis
zat, Hij terugging
naar Galilea. Hij
verliet Nazareth, en Hij
ging wonen in Kapernaüm,
dat aan het meer lag,
in het gebied van Zebulon en Naftali, opdat vervuld zou worden, wat door
de profeet
Jesaja gesproken werd toen deze zei: ‘Land Zebulon en land Naftali,
gebied aan de weg naar de zee en over
de Jordaan, Galilea van de volken,
het volk dat in duisternis zat, heeft een groot
licht gezien; en voor hen die zaten in het land
en de schaduw van de dood,
is een licht opgegaan’.
Van toen af begon Jezus
te prediken en
te zeggen: “Bekeer
u, want het Koninkrijk der Hemelen is nabijgekomen.” Zó
schrijft Mattheüs het.
Ja, Jesaja,
Johannes
de doper en Johannes de evangelist hebben het over dezelfde duisternis,
en hetzelfde Licht. Een Licht dat nieuw leven
mogelijk maakt. Sterker: waar Jezus verschijnt, komt al een begin van een nieuwe
schepping.
Als Hij spreekt,
ontstaan er nieuwe mogelijkheden, een nieuwe Schepping. Waar Hij spreekt, gebeuren er wonderen.
En wie die woorden hoort,
wie ze gelooft, wordt geroepen
om Kind van God
te worden.
Dat ben je niet zómaar, het is een groeiproces. God roept ons al in de moederschoot,
dan spreekt Hij
al tot ons. Of Zij. De Heilige
Geest is vrouwelijk, in het Hebreeuws.
Mijn lief is vorig jaar de dag voor Kerst overleden.
Hij ging naar Jezus,
hij verlangde er naar,
en dat was zeker een groeiproces.
Als kind groeide hij op met Prediker, aan de schoot van zijn tamelijk vrijzinnige
moeder.
En via zijn grootvader kreeg hij de vreze des Heren mee, het heilig respect voor een grote,
Almachtige en verheven God
in de Hemel. Maar de laatste tientallen jaren van zijn leven
is zijn hart steeds meer geraakt door de liefdevolle aanwezigheid
van Jezus.
Je bent nooit te oud om te leren!
Nu was hij nog maar 96 toen hij naar Huis mocht, dus hij was nog lang niet uitgeleerd,
het leren en studeren
was een vreugde voor
hem, en het lezen van de Bijbel in de oorspronkelijke talen
deed hij bijna tot op het laatst, al zag hij slecht.
Zijn hart leerde zo de Heer
steeds meer kennen
als een bron van liefde en genade.
Hij wilde graag naar Jezus.
Hij wist van dat Licht waarop ook
het duister van het ongemakkelijke leven
als bejaarde geen vat op kon krijgen.
Hij verheugde zich in het Licht van Kerstfeest
dat een blik geeft op
die nieuwe Schepping,
waar Gods kinderen
zich in mogen verheugen.
Denk nooit dat de laatste jaren, de laatste dagen, nutteloos
zijn, alleen maar duisternis, pijn en verdriet,
want ook daar spreekt God
tot ons.
Ook daar roept Zijn hart,
Haar liefdevolle Stem tot ons, als een Vader in eeuwigheid, als een broeder, een zuster,
een Moeder ook, zodat je nooit meer eenzaam
bent, niet meer alleen.
Ook daar is de Geest je gids
naar nieuwe mogelijkheden, nieuwe vreugden.
Wij mogen uitzien naar Jezus’
komst, wij mogen vieren dat Hij onderweg is.
Ik zou bijna zeggen: Laat je niet kisten!
Laat de pijn en de angst voor het duister
geen vat op je krijgen, want God is heel dichtbij. Dichterbij dan je denkt.
Laat Hem maar opnieuw geboren
worden in je hart, dan hebben we allemaal
een stralend kerstfeest vol licht.
Ik beloofde straks dat
ik nog even terug zou komen op al die Bijbel-lezende en kibbelende
Nederlanders die ons zijn voorgegaan, en ons omringen. Al die kerken. Is dat
nou niet zonde?
Zelfs de PKN kon al die protesterende Protestanten niet onder een
noemer krijgen.
En in Johannes 17 staat er toch de hartekreet van Jezus: “Ach,
mochten ze allen maar één zijn, Vader,
net zoals U en Ik!”
Maar dat gebed is toch verhoord, want wij zeggen allemaal
in onze geloofsbelijdenis dat wij geloven dat er één kerk is, waar Jezus
het hoofd is, en wij de ledematen. Overal waar mensen Jezus
belijden, zijn zij, zijn wij delen en leden van die Ene
kerk, zo verschillend en veel
kleurig
als we zijn, met zwart of blond haar, grijs, blauwe of groene
ogen, rode lippen,
witte tanden, roetveeg of blauw,
we horen bij elkaar, we zijn allemaal Gods
beminde kinderen.
Verschillende clubjes, dat is niet erg,
daar zijn we mensen voor, zo divers als God ons heeft geschapen, zolang we elkaar
maar willen zien als geliefde kinderen
van God. Anders is het echt
zonde.
Maar als we elkaar willen zien als beminde
kinderen van God, net zo
goed als wijzelf, dan mogen we Gods
Woord met elkaar delen,
dan mag het volop feest
zijn, dan mogen wij allemaal stil worden bij het Kind dat een nieuw begin
mogelijk maakt.
Jezus leeft.
Hij komt, Hij is onderweg.
Hij houdt
van je. Van U. Van ons allemaal.
Daarom mag over heel deze wereld dat éne lied klinken: Stille nacht,
heilige nacht… Want in dàt duister van díe
nacht is het nieuwe Licht
naar de wereld gekomen, en het hoopt en verwacht dat wij het ontvangen
en blij begroeten.
Amen.
Laten we zingen! Lied 483 =
143
Pauze
Koffie, thee, lekkers en gezellige gesprekjes!
Lied
26 (Liedboek voor de Kerken) Daar is uit ´s werelds duistre wolken een licht
der lichten opgegaan.
Komt tot Zijn schijnsel, alle volken, en gij, mijn ziele, bidt het aan....
KERSTVERHAAL door mevrouw Bep
Rijksen
.....
Allen
zingen:
Jezus zegt, dat Hij ieders kaarsje ziet,
of het helder licht geeft of ook bijna niet,
Hij ziet uit de Hemel of wij lichtjes zijn;
jij in jouw klein hoekje en ik in 't mijn'!
Jezus zegt ons ook, dat 't zo donker is,
overal op aarde zonde en droefenis;
laat ons dan in 't duister held're lichtjes zijn;
jij in jouw klein hoekje en ik in 't mijn'!
Gebed
Lieve God, Dank U wel dat wij hier mogen zijn. Wij bidden U voor hen die hier
niet konden komen, door ziekte of leeftijd. Wij bidden in het bijzonder voor
onze zieken: Han de Soeten en voor Gerda Valk. Maar ook voor de zieken in ons
eigen leven.
Wil hen zeer nabij zijn, en als het kan, wil hen genezing of minder pijn en meer
gezondheid schenken.
Samen zeggen wij:
Heer, maak mij een instrument van uw vrede.
Waar haat het hart verscheurt,
laat mij liefde brengen.
Waar wordt beschuldigd,
laat mij vergeving schenken.
Waar verdeeldheid mensen van elkaar vervreemdt,
laat mij eenheid stichten.
Waar twijfel knaagt,
laat me geloof brengen.
Waar dwaling heerst,
laat me waarheid uitdragen.
Waar wanhoop tot vertwijfeling voert,
laat hoop doen herleven.
Waar droefenis neerslachtig maakt,
laat me vreugde brengen.
Waar duisternis het zicht beneemt,
laat me licht ontsteken.
Maak dat wij niet zozeer zoeken
om getroost te worden,
als wel om te troosten.
Om begrepen te worden
als wel om te begrijpen.
Om bemind te worden
als wel om te beminnen.
Want wij ontvangen door te geven.
Wij vinden door onszelf te verliezen.
Wij krijgen vergeving door vergeving te schenken
en wij worden tot eeuwig leven geboren
door te sterven.
Amen.
St. Franciscus van Assisi
(1182-1226)
Zegen
De Heer zal u
zegenen en bewaren.
De Heer wil uw vreugde
zijn in alle zorg en pijn.
De Heer is u nabij, ja
zeer nabij.
Hij roept U.
Zo zegent u
† de Vader, de Zoon,
de Heilige Geest
van nu aan tot in eeuwigheid.
Amen.