Voor eerdere diensten klik hier:
Paasfeest 2012 (acht april) in de Lutherse kerk te Heusden.
Organist: Joop de Zwart.
Voorgangster: G.A. Voerman – van Haselen
Organist: Joop de Zwart
Zang: Hanny, Herma, Edy en Gé.
Ingestudeerd door Jaap Smit.
Bij wijze van Aankondigingen:
Tijdens deze dienst wordt Herma Haaksema opnieuw als Kerkenraadslid bevestigd.
De eerste collecte is voor het JOP- Jeugdwerk en de tweede is voor de eigen
gemeente.
Het licht
van de Paaskaars is nog niet aan.
De paarse antependia hangen.
Joop speelt O Haupt voll Blutt
und Wunden.
Voorganger en kerkeraad komen
binnen met levend vuur dat buiten is aangestoken
aan de palmpaastakjes van vorig jaar.
De gemeente staat op.
De
paaskaars wordt aangestoken.
Gebed:
Heer, om Uw Woord
dat een lamp is voor onze voet, en om onze opgestane
Heer, die Uw levend
Woord wilde zijn, bidden wij: laat het licht
van deze paaskaars ons tot evangelie
zijn, en ons telkens weer herinneren aan Uw genade,
die ons leven verbindt aan dat van onze Heer, Jezus,
die leeft. Amen.
V. De Heer is opgestaan!
Allen: De Heer is waarlijk opgestaan.
Dan worden de paarse antependia vervangen door
witte, terwijl Joop overgaat in een paaslied: tt165 = Lied 600
Edy zingt de eerste twee regels. De gemeente valt in bij de derde regel.
Laten we de Heer aanroepen om ontferming
met de nood van deze wereld, - die is
groot -
maar laten wij dan ook Zijn Naam prijzen,
omdat er aan Zijn barmhartigheid geen einde
komt!
Het
koor verwoordt ons gebed.
(Heer,
ontferm U, Christus, ontferm U, Heer, ontferm U.
Gloria, Christus is opgestaan.
Gloria, de prijs voor de zonde heeft Hij betaald.)
Zondagsgebed:
Opgestane
Heer, wij aanbidden U, en vragen U:
Sta ook op in ons hart, in ons leven
met Uw Geest en Haar gaven.
Amen.
Lezing Oude Testament: Jesaja 25:
6 – 9
Een
visioen van het moment waarop God Zijn beloften aan het volk, en aan de
mensheid, vervult op de berg Sion.
6 Op deze berg
richt de Heer van de hemelse machten voor alle
volken een feest-maal aan:
uitgelezen gerechten
en be-legen wijnen, een feestmaal
rijk aan merg
en vet, met pure, rijpe wijnen.
7 Op deze berg
vernietigt Hij het waas dat alle volken het
zicht beneemt,
de sluier waarmee alle volkeren omhuld zijn.
8 Voor altijd doet Hij
de dood teniet.
God, de Heer, wist de tranen
van elk gezicht,
de smaad van Zijn
volk neemt Hij
van de aarde weg– de Heer heeft gesproken!
9 Op die dag, (op deze
dag,) zal men zeggen: ‘Hij is onze God!
Hij was onze hoop:
Hij zou ons redden.
Hij is de Heer,
Hij was
onze hoop.
Juich en wees blij: Hij
heeft ons gered!’
Die dag is gekomen toen Jezus
opstond uit de dood.
Ons loflied is gezang 408: 1, 3 en 4: Nu laat ons God de Here aanbidden, en Hem
eren… = Lied 863
Epistel: Efeze 5:1, 6-15
In het hoofdstuk ervóór gaat het over het leven als Christen,
zonder leugen of bedrog, en hiernà over het samenleven als echtgenoten, en
kinderen en ouders. We lezen:
1. Weest dan navolgers van God
als beminde kinderen...
6. Laten jullie je in geen geval verleiden
door loze woorden, want door dat
soort dingen komt de toorn van God
over hen die niet willen geloven.
7. Heb met hen dan ook niets van
doen!
8. Want ooit waren jullie verduisterd,
maar nu een licht
in de Heer; ga dan je levensweg als lichtkinderen...
9. want de vrucht van het licht
(vind je) in allerlei goedheid, en gerechtigheid
en waarheid...
10. en vraag je daarbij af wat de Heer
aangenaam is.
11. Sluit je niet aan bij de vruchteloze
werken van de duisternis, maar zet
je daar juist tegen àf…
12. Want de dingen die door hen in het verborgene
worden gedaan zijn te onfatsoenlijk om
onder woorden te brengen;
13. Maar alle afkeurenswaardige dingen zullen door het licht
ontmaskerd worden…
14. Want al wat ontmaskerd is, is licht.
Daarom staat er: (kennelijk
een lied uit de vroege kerk)
Ontwaak, slaper,
en sta op uit de doden…
En Christus zal (Zijn licht) op je doen schijnen…
15. Kijk dan heel precies hoe je je levensweg gaat:
niet als onwijzen,
maar als wijze (mensen).
De Psalmist zingt: Halleluja. Dit
is de dag die de Heer heeft gemaakt,
laten wij juichen en ons verheugen. (ps
118:24) Halleluja
Het lied
uit TussenTijds nr 153 sluit daarbij aan… = Lied 552
Het Heilig
Evangelie staat geschreven bij: Marcus
16: 1 – 7
Nadat Jezus is vermoord, en Zijn lichaam door Jozef van Arimathea in een
graf is gelegd, volgt een feestelijke sabbat. Feestelijk voor het volk, niet
voor de leerlingen en volgelingen van Jezus… We lezen:
1
Als de sabbat voorbij is, kopen Maria
Magdalena,
Maria van Jakobus en Salome
geurige kruiden
en komen Hem
zalven.
2 Zeer vroeg op de eerste
dag van de week komen zij aan bij het graf,
bij het opgaan van de zon.
3 Ze hebben tot elkaar gezegd:
’wie zal voor ons de steen weg wentelen van de ingang van het graf? –
4 en nu ze opkijken
aanschouwen ze dat hij is weg
gewenteld,
de steen,– hoewel hij heel groot is geweest.
5 Als ze de grafruimte
binnenkomen
zien ze aan de rechterkant
een jongeman zitten,
met een witte mantel
omgeslagen,
en ze zijn stomverbaasd.
6 Maar hij zegt tot hen: ‘niet
zo verbaasd!–
ge zoekt Jezus, de Nazarener,
die gekruisigd is? –
Hij is opgewekt,
Hij is niet hier;
zie, dit is de plek waar ze Hem
hebben gelegd;
7 maar gaat heen,
zegt aan Zijn leerlingen
én aan Petrus
dat Hij u voorgaat naar Galilea;
daar zult ge Hem zien, zoals Hij u heeft gezegd!
Zalig die het
Woord van God horen en er gehoor aan geven!
Tussen
waken, tussen dromen 1+3 koor, 2+4 gemeente = 631
(Hanna
Lam)
Credo: In
antwoord op Gods Woord willen wij ons geloof belijden door samen te zingen: Ik
geloof in God mijn Heer…
in de Schepper van het leven, die, Zijn grote Naam ter eer, ons het aanzijn
heeft gegeven...
Preek
Genade zij u en vrede
van God onze Vader en
van Jezus Christus,
onze Heer,
door de Heilige Geest.
Lieve
mensen…
Het is feest
vandaag.
Het is feest omdat we mogen vieren dat, ook als het volkomen anders
lijkt, als alles tegen zit, als alles bij je handen wordt afgebroken,
zoals we deze week hebben meegemaakt en meebeleefd in de diensten rond de
laatste dagen van het leven van onze Heer, we mogen vieren dat er dan tóch
bij God méér mogelijk
is dan wij durfden hopen.
En dat gaat niet alleen op voor Jezus, maar dat
geldt voor ons allemaal.
Het visioen van Jesaja
heeft het nadrukkelijk over alle volken, en niet
alleen de ‘ammim, het Godsvolk op de verschillende plekken waar de gelovigen
zich ook maar mogen bevinden in hun ballingschap,
maar het geldt ook voor de goijim.
De niet-Joden, de niet-gelovigen.
Het waas, de sluier, die mensen verhindert
om de dingen helder te zien, verdwijnt.
Wat ís dat waas, die sluier dan, die ons
inzicht vertroebelt,
en die maakt dat wij geen heldere blik
hebben op onze wereld, en vooral op Wie
daar achter zit? Dat is de dood,
zegt Jesaja.
In het Hebreeuws wordt hetzelfde werkwoord gebruikt voor het vernietigen
van die sluier als voor het vernietigen
van de dood. In de vertaling komt
dat niet helemaal tot uiting, jammer genoeg.
Wanneer mensen niet verder kunnen zien dan tot de dood, en denken:
‘OK. Dat wàs het dan…’ dan missen
ze het vergezicht op wat daarna komt,
en op Wie er achter deze wereld
zit.
Dan krijg je al snel een houding van: goed, als dít het dan helemaal is,
dan moeten we er nu het meeste van maken.
In veel gevallen zoekt men het dan in het eigen
geluk, anderen willen deze wereld voor
iedereen omtoveren tot een plek waar het goed
toeven is.
Die zijn er gelukkig ook.
De profetie van Jesaja
kreeg op een bijzondere manier haar vervulling
toen het voorhangsel
in de tempel scheurde bij het sterven
van Jezus.
Het voorhangsel
was een gordijn dat het Heilige in de tempel
scheidde van het Allerheiligste, en zo de blik
versluierde op de Menora,
de zeven-armige kandelaar, die Gods Aanwezigheid
symboliseerde sinds de ark van het Verbond verloren was gegaan bij de
ballingschap. Eenmaal per jaar mocht alleen de Hogepriester
daar binnengaan, om de gebeden van het volk
en de offers aan God
aan te bieden.
Nu is Jezus de eeuwige Hogepriester,
en maakt Hij ons een onbelemmerde toegang
tot God mogelijk.
Door het offer van Zijn leven.
Doordat Hij alles
op Zich heeft genomen wat ons van God
scheidt aan zonden, aan verkeerde
gedachten, aan losse opmerkingen
waarmee we een ander schaden, kortom: al die dingen waarvan
de gemeente in Efese te horen krijgt dat ze die niet moeten
doen.
Daarmee zijn die verzen natuurlijk ook voor ons bedoeld.
Het gaat er in het leven om dat we onze
blik op God richten... Dat is wezenlijk.
Jezus Zelf heeft tijdens Zijn leven
en bij Zijn onderwijs altijd maar weer gewezen
naar God, naar Zijn hemelse Vader.
Het gaat niet om de wonderen,
niet om de genezingen,
maar het gaat Jezus, in leven én sterven,
steeds om GodZelf.
Hij is niet hier, maar Hij
is opgestaan, zoals de engel tegen de vrouwen
bij het graf zegt.
Opgestaan om als Zich éérst bij Zijn Vader
te voegen, voordat Hij weer terugkomt om de leerlingen
te troosten en te sterken,
toe te rusten
op hun taak. Hun taak om als Zijn volgelingen
de mensen op te roepen
voor het feest in het Koninkrijk van God.
Het is een groot feest.
Een koninklijke bruiloft waar we allemaal voor zijn uitgenodigd.
En laten we wel zijn: als je dan op je tenen staat om de bruid
en de bruidegom te zien, dan laat je je toch niet
afleiden door flauwe grappen, domme
opmerkingen, onaangename situaties?
Daarop slaan de vermaningen aan het adres van Efese en van Heusden…
Die doen er in wezen niet toe…
Het gaat om God!
Wij hebben een perspectief dat verder gaat dan de speldeprikken
van het leven, verder zèlfs dan de pijn
van de dood en gemis van de liefste.
Gods feest ís al begonnen,
je moet het alleen willen zíen. Laat je ogen
openen door Jezus, die leeft.
Dan zien we dóór de opening van het graf heen, naast de weggerolde
steen, voorbij het kruis, de hemel
open bloeien.
Amen
Muziek: Het koor zingt: Hilariter
De hele wereld is nu blij, en alles zingt vrolijk (hilariter) voor de
Opgestane Heer: Halleluja.
Een vrolijk lied, dat past
bij een blijde gebeurtenis: wij hebben
er weer een ouderling bij! Het is afgekondigd in de diensten, het stond
in het berichtenblad, en aangezien er geen bezwaren zijn ingebracht tegen
de bevestiging van onze zuster Herma Haaksema
in de dienst van ouderling, zullen wij daar nu toe overgaan.
Herma, eenmaal ben je in het ambt van ouderling
in deze gemeente bevestigd.
Daarbij heb je uitgesproken
dat je de heilige Schrift aanvaardt
als enige regel van het geloof
en dat je je wilt verzetten tegen al wat
daarmee strijdig is.
Je hebt beloofd geheim te zullen houden
wat je vertrouwelijk ter kennis mocht komen
en je taak te vervullen
overeenkomstig de orde
van onze kerk.
Nu je je ambtswerk zult hervatten,
vraag ik je daarom:
Geloof je dat je, in je verkiezing
door deze gemeente, door God Zelf tot deze
dienst bent geroepen?
En beloof je je ambt waardig en trouw te bedienen
met liefde voor de gemeente
en voor alle mensen die de Heer
op je weg brengt?
Wat is daarop jouw antwoord?
Herma
Ja. Daartoe
helpe mij God.
V.:God, onze hemelse Vader,
die je tot dit ambtswerk heeft geroepen,
geve je de genade,
dat je daarin ook voortaan trouw en vruchtbaar
werkzaam mag zijn.
Amen.
De voorgangster bekrachtigt deze
woorden met een handdruk.
Aanvaarding en Verwelkoming
Allen staan
V.:Gemeente,
dit is Uw nieuwe ouderling.
Wilt u haar in Uw midden ontvangen
en haar hooghouden in haar ambt?
Allen: Ja, dat willen wij van harte.
Gezang 456 = Lied 415 (Zegen
haar, Algoede...)
Gaat u
zitten.
Alles wat wij hebben, hebben wij van God gekregen,
om door te geven, om met velen te delen
en er zo
van te genieten.
Ook nu en hier
kunnen we aan dat delen gestalte geven als goed begin: in de collecte
Na het gebed over de gaven zingen wij gezang 212
Nu eerst de Collecte
Collecte
Gebed over de gaven
Heer God, wat wij hebben verdiend, wat wij hebben gekregen, is uit Uw genade.
Daarom kunt U er over beschikken, zoals U kunt beschikken over onze tijd, liefde
en aandacht.
Wijs ons in dit alles de weg en zegen ons en onze gaven om Jezus’ wil… Amen.
Gezang 212 Halleluja, de blijde toon, halleluja, wordt nu gezongen zoet en
schoon, halleluja...
Dit is de
grote, blijde dag, halleluja,
...
Die stervend ons het leven gaf, halleluja,
verrees in glorie uit het graf, halleluja 3x.
Voorbeden
Laten we danken en bidden:
Grote, machtige, heilige God, zo hoog verheven,
dank U, dat U in Jezus ons zo nabij bent geweest,
totdat U zelfs in onze dood wilde delen,
opdat wij mét Uw Zoon zouden opstaan,
om ook zelf Uw kind te zijn.
Wij bidden U om Uw Heilige Geest, opdat wij Jezus in alles kunnen en durven
volgen, zelfs als dat ons pijn doet,
moeite kost. Geef ons de moed, de woorden, de liefde om in dit alles stand te
houden en U hoog te houden boven al.
Heer, wij danken U voor de mensen om ons heen,
er zijn veel aardige, goede mensen, mensen naar Uw beeld.
Met verdriet en zorg denken wij aan hen die hier dichtbij voor het laatst de
Paasdienst vieren, zonder ons.
Wil ieder van hen geleiden op hun verdere pad door het leven, opdat Uw Naam
geheiligd wordt en Uw wil gedaan wordt overal waar zij zijn, en zo Uw Rijk
zichtbaar mag zijn. Voor onszelf, en voor onze naasten en dierbaren vragen wij
ditzelfde, Heer, opdat het feest niet verpietert, maar doorgaat, en telkens weer
opflakkert, waar wij het licht van Christus, en het Paaslicht, doorgeven…
Lieve God, wij danken U voor Uw overstelpende liefde, die ons bij name kent, die
zoveel leed voor ons overhad, die trouw blijft tot in eeuwigheid.
In stilte leggen wij de namen voor U neer van hen die op ons hart wegen…
Samen willen wij U loven en danken en bidden met de woorden die Jezus Zelf ons
heeft geleerd:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd
Uw Rijk kome
Uw Wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals wij aan anderen hun schuld vergeven;
en leid ons niet in verzoeking
maar verlos ons van het kwade!
Slotlied gezang 225: 1, 3 en 4 = Lied
655
Zegen:
Moge de Geest
van de Opgestane waaien in Uw leven en het vrolijk
maken, gericht op God
en de naaste.
Mogen de veelkleurige
gaven van de Geest Uw leven verrijken,
Uw geloof bouwen, Uw moed
sterken, Uw liefde doen ontvlammen…
Daartoe zegene U nu de ene,
levende en eindeloze God,
de Vader, de Zoon
en de Heilige Geest.
Amen.
Wij wensen elkaar en U allen een gezegend en zalig Paasfeest!
Daarna
dronken we met hen die niet meteen naar huis moesten koffie bij de nieuwe ouderling thuis. Heel gezellig.
Er was zelfs een
rijke lunch voor wie van ver kwamen.
Zij was ook degene die de prachtige
bloemstukken in de kerk had gemaakt! Heel kunstzinnig en zinvol...