Voor eerdere diensten klik hier:
Zondag 9
na Trinitatis 9 augustus 2020 in de Lutherse kerk te Utrecht
Organist: Erik Heijerman
Cantor: Piet Jansen van Rosendaal
Lectrix: Joke van den Berg
Voorbereiding
Stilte
Klokgelui
Orgelspel: Pastorale – Charles Wesley (1757-1834)
Afkondigingen
Als gemeente heten wij ook allen die op dit moment, of later, dat is een
van de leuke dingen van de corona-tijd, met ons meevieren hartelijk welkom. Hier
in de kerk zijn we met weinigen, en we zitten op eerbiedige afstand van elkaar,
fysiek, maar niet met het hart.
Daarom zeggen we de schuingedrukte teksten, zingen we zachtjes, of binnensmonds,
maar niet minder gemeend.
De Heer hoort ons allemaal, waar en hoe we ook meedoen. Het is de
dienst aan Hem.
Daarom:
Wij zijn hier aanwezig in de Naam
van de Vader en de Zoon
en de Heilige Geest.
Amen
Onze Hulp is in de Naam
van de Heer
die hemel en aarde gemaakt heeft.
Die trouw houdt tot in eeuwigheid
en niet loslaat het werk van Zijn handen.
Goede God,
wij vertrouwen op Uw
Woord,
daarom zijn wij hierheen gekomen.
Wij bidden U voor allen die daar toe niet in
staat zijn, die wij hier missen.
Heer ontferm U.
Heer ontferm U.
Lieve God,
Uw genade is groter dan ons tekortschieten.
Daarop vertrouwen wij, als wij vragen om
vergeving,
als wij U vragen
om al wat ons aan zorgen en vragen,
aan verdriet en onrust aankleeft, van
ons weg te nemen,
opdat wij U in alle vrijheid
als Uw kinderen kunnen aanbidden.
Heer, vergeef
ons al wat wij misdeden
en laat ons weer in vrede leven.
Zo lief had God deze wereld, dat Hij
Zijn eniggeboren Zoon gegeven
heeft, opdat ieder die in Hem gelooft
aan het verderf ontkomt, en eeuwig
leven hebben mag!
Introïtus:
Antifoon voorzang:
Gemeente: Psalm:
Gesproken:
God, om Uw naam: wil mij redden,
om Uw heldenmoed: voltrek Uw oordeel!
Want vreemden stonden tegen mij op,
geweldenaars gingen op zoek naar mijn ziel,
geen God hadden zij tegenover zich!
En vrijwillig breng ik u offers,
zal ik Uw naam danken,
Ene, want gij zijt goed! (Psalm 54: 3, 5, 8 NB)
Nogmaals samen de Antifoon:
Dienst van het Woord
Kyrië
Laten we de Heer aanroepen om ontferming met
de nood van deze wereld, - die is groot,
problemen en angsten groeien ons boven het hoofd, wij staan vaak met lege
handen… - onverwacht slaan ziekte en dood met verbijsterende snelheid in…
maar laten wij dan ook Zijn Naam prijzen,
juist omdat er aan Zijn barmhartigheid geen
einde komt!
(Even voor goed begrip: zo’n handelskaravaan omvat
meerdere groepen, van allerlei mensen. Dus in een karavaan die geleid wordt door
Ismaëlieten, afstammelingen van de oudoom van Jacob, (van de oudste zoon van
Abraham) kan heel goed een groep
Arabieren meereizen. Hoe meer mensen, hoe veiliger. En dat betekent dat de Ismaëlieten
(toch familie van hen) niet noodzakelijk iets te maken hebben met dit vieze
spelletje. De broers pakken er een groep buitenlanders uit, die hen niet
kennen.)
V. Het ziet er slecht uit voor Jozef.
Er zal een wonder nodig zijn om hem met zijn vader te herenigen.
Voorlopig zal hij geen kletspraatjes meer overbrengen. Hij loopt achter de
kamelen aan door het hete zand, vele honderden kilometers, richting Egypte.
Maar wij weten dat er wonderen gebeuren, als God iets wil.
Daarom ons lied:
Gradualelied : 440: 1 en 2
In het hoofdstuk ervoor legt
Paulus uit
dat wij leven door de Geest
van Christus, en dat niets ons van Hem
kan scheiden… nee, niets zal ons kunnen scheiden
van de liefde van God,
die Hij ons gegeven
heeft in Christus Jezus,
onze Heer. Maar dan gaat
Paulus verder en schrijft:
1 Omdat ik één ben met Christus
spreek ik de waarheid, en mijn geweten,
geleid door de Heilige Geest, is mijn getuige
dat ik niet lieg:
2 ik ben diepbedroefd en word voortdurend
door verdriet gekweld.
3 Omwille van mijn volksgenoten, de broeders
en zusters met wie ik mijn afkomst
deel, zou ik bijna bidden zelf vervloekt
te worden en van Christus gescheiden
te zijn;
4 omwille van hen, de Israëlieten,
die God als Zijn
kinderen heeft aangenomen en aan wie Hij
Zijn nabijheid,
de Verbonden, de Wet, de tempeldienst
en de beloften heeft geschonken;
5 omwille van het volk dat van de aartsvaders
afstamt en waaruit Christus
is voortgekomen. (Zucht)
God, die boven
alles verheven is, zij geprezen
tot in eeuwigheid. Amen.
Wij zingen: Lied 863: 1, 3, 5, 6
Allen gaan staan
Halleluja.
1. Voorzang 640d:
Allen:
Het Heilig Evangelie staat geschreven bij:
Mattheüs 14: 22-33
Na de moord
op Johannes de Doper, Zijn neef,
neemt Jezus de wijk naar eenzame plaatsen. Hij
heeft nog veel te doen en te verkondigen,
voordat Hij aan de beurt is om te sterven.
Maar ook daar, in de uithoeken van het land, komen de mensen in menigte
naar Hem toe. Hij heelt, preekt, en geeft hen wonderbaar te eten.
22 Meteen daarna gelastte
Hij de leerlingen in de boot
te stappen en alvast vooruit te gaan naar de overkant, Hij
zou ook komen nadat Hij
de mensen had weggestuurd.
23 Toen Hij hen weggestuurd
had, ging Hij de berg op om er in afzondering te bidden.
De nacht viel, en Hij was daar helemaal
alleen.
24 De boot was intussen al vele stadiën
van de vaste wal verwijderd en werd, als
gevolg van de tegenwind, door de golven geteisterd.
25 Tegen het einde van de nacht
kwam Hij naar hen toe,
lopend over het meer.
26
Toen de leerlingen Hem op het meer zagen lopen, raakten ze in paniek.
Ze riepen: ‘Een spook!’ en schreeuwden
het uit van angst.
27 Meteen sprak Jezus hen aan: “Moed
houden! Ik ben het, wees niet bang!”
28 Petrus antwoordde: ‘Heer,
als U het bent, zeg me dan dat ik
over het water naar U
toe moet komen.’
29 Hij zei: “Kom!”
Petrus stapte uit de boot
en liep over het water
naar Jezus toe.
30 Maar toen hij zag hoe sterk de wind
was, werd hij bang. Hij begon te zinken
en schreeuwde het uit: ‘Heer,
rèd me!’
31 Meteen strekte Jezus Zijn hand
uit, Hij greep
hem vast en zei: “Kleingelovige, waarom
heb je getwijfeld?”
32 Toen ze in de boot
stapten, ging de wind liggen.
33 In de boot
bogen de anderen zich voor Hem
neer en zeiden: ‘U
bent werkelijk Gods
Zoon!’
Zalig die het Woord van God
horen en er gehoor aan geven!
Credo
In antwoord op Gods
Woord belijden wij ons geloof samen met de eerste getuigen van Jezus Christus:
Met Johannes de Doper: Zie hier het lam Gods dat de zonden der wereld
wegdraagt...
Met Andreas: We hebben de Messias gevonden...
Met Nathanaël: Meester, U bent de Zoon van God, de koning van Israël...
Met de Samaritanen: Wij weten dat Hij werkelijk de redder der wereld is...
Met Petrus: U bent de Christus, de Zoon van de levende God....
Met Martha: U bent de Christus, de Zoon van God, die in de wereld komt...
Met Thomas: Mijn Heer en Mijn God....
Amen.
Preek
Genade zij u en vrede
van God onze Vader en van Jezus
Christus, onze Heer,
door de Heilige Geest.
Lieve mensen, zusters en broeders…
Wat kan het leven plotseling, van de ene
dag op de andere, volkómen veranderen!
Het éne moment maak je een filmpje van een knallende brand in een vuurwerkfabriek,
het volgende moment vlieg je zelf door de lucht, terwijl je huis kapotscheurt door een schokgolf…
Zóveel doden en gewonden in Beiroet… onvoorstelbaar!
Of: het éne moment voel je je nog prima, en drie
uur later lig je met corona op de intensive care naar adem te
snakken. Bizar!
Een boom van een kerel kan naar zijn werk
gaan, en geveld worden door een beroerte of een hersenbloeding.
Wég carrière…
’s Morgens ga je welgemoed
op weg om te kijken hoe het met je broers gaat, of zij
en de kudden van je vader in welzijn
verkeren, ‘in shalom’
zegt de tekst in het Hebreeuws, en ’s avonds
loop je te rillen met gebonden handen achter een kameel, en is het afgelopen met dromen, met een voorkeursbehandeling, met liefde
en welzijn…
Géén shalom voor
Josef! En dat gaat nog jaren duren!
Onze dromen zijn vluchtig, en worden vaak ingehaald
door een werkelijkheid die wij zó niet hadden bedacht. Als kind
zie je het voor je: dàt en dat en zus en zo… J J J
Piloot, prinses, beroemde muzikant, influencer…
Het leven kan heel anders lopen… dat doet het meestal!
Petrus
droomt dat hij een groot gelovige mag zijn. Een tsaddiek, een rechtvaardige. Hij hééft misschien zijn mindere
momenten, maar toch…
En kijk, dít is zijn moment!
Tegen het eind van de nacht, als ze allemaal doorweekt
zijn en doodmoe, het was slecht weer, wandelt Jezus
over het water,
alsof het niets is. Het morgengrauwen is nog maar een streepje,
laat nog geen details zien, dus ja, het is éng!
Al die stoere vissers
hebben heel hun leven
gehoord over monsters in het water, die je zomaar overboord kunnen
trekken, over schimmen en spoken, die niet veel goeds voorspellen…
Ze zijn doodsbenauwd.
Zwemmen kunnen ze niet, en ze weten van kind af aan dat de zee de meest onheilspellende
en de meest onzekere plek is ter wereld. Maar je moet het er mee doen.
Een spookachtige gestalte gaat langs de boot,
maar omdat ze zó schreeuwen van de schrik, kijkt Jezus (want Hij ís het) hen aan en roept: “Moed houden! Ik
ben het, wees niet bang!”
Nu, denkt Petrus. Nu!
En hij roept terug: ‘Heer,
als U het echt bent,
zeg dan maar dat ik over het water naar U toe kom.’
Jezus
zegt: “Kom!” Petrus
stapt uit de boot en loopt over
het water naar Jezus
toe.
Zolang hij helemaal gericht is op Jezus gaat het prima. Hij loopt over het water! J Maar…
Op het moment dat hij daaraan denkt, zichzelf ziet in die situatie, ziet
hij ook dat de wind giert als een bezetene, en dat die golven erg op en
neergaan! Hij is met zichzelf bezig, en niet met Jezus. Daarmee verliest hij de verbinding,
en merkt hij dat hij wegzakt. Hélp!!!
Helaas, hij was níet zo’n groot gelovige als hij
had gedacht! ‘Heer,
help me!’
En Jezus, die hem een hand
geeft en overeind hijst, legt de vinger op de zere plek: “Kleingelovige,
waarom heb je getwijfeld?”
Hij geeft Petrus geen standje, maar Hij
vraagt hem, waaróm hij getwijfeld had. Aan Hem.
En dat is een vraag, die Hij ons allemaal regelmatig kan stellen, denk ik.
Een vraag die wij onszelf achteraf ook wel kunnen stellen; maar op
het moment dat de paniek toeslaat, zijn
we meestal niet zo vroom of zo gelovig
als we dromen
en denken van onszelf…
Terwijl het wel gaat om de basis van ons bestaan.
Want ja, het schip van ons leven kan behoorlijk schommelen, we kunnen ons doodschrikken
van wat er allemaal langszij komt…
Hoe ga je daar mee om?
‘t Scheepje onder Jezus’ hoede, met de
kruisvlag hoog in top… dat
zongen we vroeger op de zondagsschool…
…neemt als arke der verlossing allen die in nood zijn op.
En dan zongen we stoer:
Al staat de zee ook hol en hoog
en zweept de storm ons voort,
wij hebben ’s Vaders Zoon aan
boord
en ‘t veilig strand
voor oog…
Ja, maar…
Als de nood aan de man en de vrouw komt, dan zijn we vaak
wat minder stoer.
En dat vindt de Heer
kennelijk niet heel erg.
Hij wordt er niet boos
om.
Maar Hij had wel gehoopt
dat we Hem intussen wel
eens beter zouden kennen…
Wij, Petrus,
de mensen van Zijn dagen…
Ook Paulus had gedroomd…
Hij had gedroomd van een Godsvolk overal op aarde. Zoals van oudsher
beloofd was.
Met als basis Israël. Juda. Samen.
Want zij waren toch als eersten geroepen, zij hadden de grootste wonderen
gezien en gevierd…
De uittocht uit Egypte, waar de slaaf Josef door Gods
genade was aangesteld als een redder
van zijn hele familie én van het volk waar hij twee jaar ten onrechte in de gevangenis
had gezeten…
Hij werd in Sichem begraven, heel veel later.
Op de plek waar hij moest zoeken naar vrede, naar welzijn en shalom,
die hem door zijn broers niet werd gegund, maar waar zijn gebeente nu al
eeuwen in vrede rust.
Dat alles zou, dacht Paulus, toch reden genoeg
moeten zijn voor zijn eigen familie en landgenoten om mét hem de vreugde
te delen over de Langverwachte,
die gekomen was.
Hij is diepbedroefd
en word voortdurend door verdriet gekweld.
Omwille van zijn volksgenoten, de broeders
en zusters met wie hij zijn afkomst
deelt, om hén zou hij bijna bidden
zelf vervloekt te worden en van Christus
gescheiden te zijn; omwille van hen,
van de Israëlieten, die God
als Zijn kinderen heeft aangenomen
en aan wie Hij Zijn nabijheid,
de Verbonden, de Wet, de tempeldienst
en de beloften heeft geschonken; omwille
van het volk dat van de aartsvaders
afstamt en waaruit Christus
is voortgekomen!!!
Als je veel van iemand houdt, heb je er veel voor over! J
We mogen wel aannemen dat Paulus
dit met een diepe zucht heeft neergeschreven, en met tranen in de ogen.
En tóch besluit hij
met de woorden: God, die boven
alles verheven is, zij geprezen
tot in eeuwigheid. Amen.
Zo kan het ook.
Omdat Paulus gelooft
in Gods goedheid
voor alle mensen, ook voor u en jou en mij, omdat hij weet heeft van Gods
beloften die zijn uitgekomen, omdat hij wel vertrouwt op Jezus. Omdat hij gelooft dat Jezus zelfs Zijn
leven voor ons over heeft gehad, en in en om ons aanwezig wil zijn met Zijn
Geest en Haar
genadegaven.
Daarom kan hij verder
kijken dan het hier en nu, dan de teleurstellingen van het
leven, de pijn, het gemis, het verdriet…
Omdat God er óók nog is.
Er toe doet.
Omdat Hij ons leven
in de hand houdt, nu
en nà onze dood. Hij is er
bij. Hij is
er.
Soms is dat genoeg. Voor mij wel.
God lost niet alle problemen
op, maar Hij is er bij,
in onze problemen.
Als we Hem aan boord
nemen, kan de wind gaan liggen.
Laten wij dàt geloof koesteren,
laten we proberen daar steeds meer naar toe te groeien,
zodat we meer en meer kunnen zingen:
Christus gaat voor
alles uit en alles rust in Hem.
Hij ons Hoofd, en wij Zijn
lichaam.
De Heilige
Geest zingt het ons voor, Zij zingt
het in ons, juist als wij vertwijfeld zijn.
Vertrouw maar.
Amen!
Muziek: Improvisatie over lied 161
Dienst van gaven en gebeden
God heeft ons vele gaven
geschonken,
om ons blij te maken,
maar ook om ons de gelegenheid te geven anderen blij te maken, door er
van te delen.
Normaal zouden we dat hier doen in de collecte. Nu vindt u twee mandjes met
bestemming bij de uitgang. Maar vergeet niet dat de collecte hoort bij
deze dienst aan God! Voor
degenen die thuis deze dienst meemaken, bestaat de mogelijkheid om hun
gaven over te maken. Als we geven uit ons hart, zal de Heer dat met genoegen
zien!
Na het gebed over de gaven zingen wij: lied 161
Collecte 1. voor het werk in de eigen gemeente
2. voor de Voedselbank.
Maar de mensen thuis kunnen natuurlijk ook overmaken voor Beiroet op
giro555.nl!
Gebed over de gaven
Heer God,
wat wij hebben verdiend, wat wij
hebben gekregen, het is alles uit Uw
genade.
Daarom kunt U er over beschikken,
zoals U kunt beschikken over onze tijd, liefde
en aandacht.
Wij geven die met liefde aan U
en anderen.
Aanstonds en in de week die voor ons ligt.
Wijs ons in dit alles de juiste weg.
Om Jezus’ wil.
Amen.
Lied 161 wordt voorgezongen door de cantor.
Voorbeden
Laten we danken en bidden:
Goede God,
dank U wel, dank U
voor Uw beloften,
Uw Verbonden, Uw
Trouw.
Het leven van velen werd deze week diep geschokt
door de enorme ravage in Beiroet, door
de toenemende coronadreigingen, maar ook
door de verwoesting die orkanen en die oorlogen op veel plekken in
deze wereld teweeg brengen.
Wij brengen al onze angsten en zorgen bij U,
leggen ze bij U neer,
en willen ze daar laten.
Help ons om te doen
wat wij op onze eigen plek in Uw
en onze tijd kúnnen doen.
Laat het ons zien.
Geef ons de energie en de middelen om dàt
te doen wat U ons als
opdracht geeft.
Open mensen ter plekke de ogen voor wat er daar te doen
is…
Wij bidden U: Heer, ontferm U.
Heer, ontferm U.
Liefdevolle Vader
in de Hemel, dank U,
dat U blijft dromen van mensen die Uw
liefde voor de schepping
en voor Uw schepselen delen.
Mensen, wier drijfveel liefde is, of ze U nu kennen of niet.
Mensen die dromen van een betere wereld.
Maar wij bidden ook
voor hen die leven in een nachtmerrie
van honger en kou, geweld en afwijzing voor wie ze in wezen zijn.
We bidden voor kinderen
die niets meer te dromen hebben… geef hen Uw licht en warmte, fantasie en nieuwe
mogelijkheden…
Wij bidden voor mensen
op zoek naar een menswaardig bestaan, mensen die onderweg verdrinken
of als slaaf
verkocht worden in Noord-Afrika. Wees hen om Josef nabij!
We bidden voor de mensen met wie we ons verbonden voelen, in Hongarije,
in ons buurland,
in Afrika. En op dit moment speciaal in Libanon…
Wij bidden U: Heer, ontferm U.
Heer, ontferm U.
Heer van het Heelal,
dank U dat U in Jezus
ons leven wilde
delen. Dank U
dat Uw Heilige
Geest in ons bestaan wil luisteren
en spreken, ademen, zingen, alles wat wij zelf niet meer weten te formuleren…
We zijn zo dankbaar
dat we hier samen mogen zijn, en onze gedachten gaan naar de afwezigen,
niet hier door vacantie of om angst voor corona,
om allerlei omstandigheden…
We denken aan de zieken, en aan de ouderen… aan Rob Schinkel en aan…
We denken in de stilte van dit moment ook aan hen die we het meest
missen, aan de levenden
en aan degenen die – weten
we, hopen we, vermoeden we – nu leven
in Uw Aanwezigheid…
Stil gebed…
Met Hem die het ons voordeed bidden wij samen:
A:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd
Uw Rijk kome
Uw Wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals wij vergeven onze schuldenaren
en leid ons niet in verzoeking
maar verlos ons van het kwade!
Allen gaan staan
Slotlied: 978: 4
Zegen:
De Heilige
van voor alle tijden,
de genadige God, die ons vrijspreekt
van zonde,
de liefdevolle Vader, de trouwe Moeder,
de Hulpe naast ons,
de trouwe gids en steun op elk moment,
zegent en behoedt
U,
draagt U en zendt U deze wereld in
als koningskinderen met een opdracht.
Ga dan
† in de Naam
van de Vader
en de Zoon en de Heilige
Geest.
Amen.
Amenlied:978: 1
Orgelspel: Trumpet
Voluntary – John Bennett (1735-1784)
Men kon gaan zitten om naar het orgelspel te
luisteren, of naar buiten gaan via de uitgang onder het orgel. Daar vindt men de
manden voor de collecten. Als het goed weer is hopen we op afstand in de Abraham
Dolehof een kopje koffie te kunnen drinken. Deo volente.