Voor eerdere diensten klik hier:
Zondag 9 na
Trinitatis 29-7-2018 in de Lutherse kerk te Zeist
Orgelspel
Afkondigingen en
aansteken van de kaarsen.
Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen
Onze Hulp is in de Naam
van de Heer
die hemel en aarde gemaakt heeft.
Heer, vergeef
ons al wat wij misdeden,
en laat ons weer in vrede
leven.
Amen.
Zo lief had God deze wereld, dat Hij Zijn eniggeboren
Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft
aan het verderf ontkomt, en eeuwig
leven hebben mag!
Introïtus:
De Antifoon voor deze zondag luidt:
Zie, God
is mijn helper, de Heer
is het die mijn leven draagt. (ps 54:6)
En de psalm zingen wij:
psalm 54:2
Nogmaals de Antifoon:
Zie, God
is mijn helper, de Heer is het die mijn leven
draagt. (ps
54:6
Laten we de Heer
aanroepen om ontferming met de nood
van deze wereld, - die is angstwekkend groot, wij denken aan de
slachtoffers van de droogte en overstromingen onder mens en dier, aan de natuur
zelf - maar laten wij dan ook Zijn Naam prijzen, omdat er aan Zijn barmhartigheid geen
einde komt!
Zondagsgebed
Goede God,
wees hier aanwezig, dit uur, en blijf
ook bij ons als we weer naar huis gaan onder Uw hoede, door Jezus Christus, onze Heer.
Amen
Lezing
Oude
Testament:
Exodus
15: 1- 18
Zojuist zijn de Farao en diens leger verdronken in
de Rode Zee. Ze maakten jacht op de Israëlieten die Egypte verlieten, nadat de
Farao – door rampen gedwongen – hen toestemming had gegeven. Juist toen ze
geen kant op konden, ze stonden voor het water van de zee, en de legers stormden
op hen af, toen ging het water naar één kant, als een muur, ze trokken
door de zee met hun vee en spullen, en toen de Farao met zijn leger midden in
waren, en de laatste geiten, schapen en kinderen aan de overkant waren, viel die
muur met water om. Dat had God gedaan, en Mozes
zong in beurtzang met de mannen een loflied voor de Aanwezige, hun God.
Laten ook wij zingen.
Ons gradualelied is: lied 151: 1 en 5
Epistel:
[1]
Numeri 25: 1 - 9. 1 Toen de Israëlieten in Sittim verbleven, begonnen ze zich
in te laten met Moabitische vrouwen. 2 Deze
vrouwen nodigden hen uit voor de offerplechtigheden ter ere van hun goden,
en het volk at van de offers en boog zich voor die goden neer. 3 Zo gaf Israël
zich af met de Baäl van de Peor. Daarom ontstak de HEER in woede tegen Israël. 4 ‘Laat
alle familiehoofden van het volk in het openbaar terechtstellen en ophangen,
ten overstaan van de HEER, ‘zei hij tegen
Mozes. ‘Dan zal de HEER zijn brandende toorn tegen Israël laten varen.’ 5 Hierop
droeg Mozes de rechters van Israël op om allen die onder hun bevoegdheid
vielen en zich hadden afgegeven met de Baäl van de Peor te doden. 6Terwijl Mozes en heel Israël bij de ingang van de
ontmoetingstent aan het weeklagen waren, bracht een van de Israëlitische
mannen voor hun ogen toch nog een Midjanitische vrouw naar zijn tent. 7 Toen
Pinechas, de zoon van Eleazar, de zoon van de priester Aäron, dat zag,
stond hij op, greep een speer, 8 volgde
de Israëliet tot in zijn slaapvertrek en doorstak hem en de vrouw, dwars
door hun onderbuik. Op hetzelfde moment werden de Israëlieten van de plaag
verlost. 9 Aan
vierentwintigduizend mensen had de plaag het leven gekost.
[2]
Numeri 21:
5 ‘Waarom hebt u
ons weggehaald uit Egypte?’ verweten ze God en Mozes. ‘Om ons in de
woestijn te laten sterven? We hebben geen brood en geen water, en we kunnen
dit ellendige eten niet meer zien.’ 6
Toen stuurde de HEER giftige slangen op de Israëlieten af, die hen
beten, zodat velen van hen stierven.
[3]
Exodus 16:2,
(2–3) Daar in de woestijn begon het volk zich opnieuw te beklagen.
‘Had de HEER ons maar laten sterven in Egypte, ‘zeiden ze tegen Mozes en
Aäron. ‘Daar waren de vleespotten tenminste gevuld en hadden we volop
brood te eten. U hebt ons alleen maar naar de woestijn gebracht om ons hier
allemaal van honger te laten omkomen.’
Psalmwoord: Halleluja! Zing voor de Heer
een nieuw lied, wonderen
heeft Hij verricht! ps 98:1 HALLELUJA!
Laten ook wij een loflied
zingen: 512: 1 – 3, 6 en 7
Het Heilig Evangelie staat geschreven bij:
Marcus 7: 1-23
Na het wonder, waarbij Jezus
5 broden en 2 visjes genoeg maakte voor duizenden mensen, en nadat Hij in de
storm over het water liep, naar het schip met de leerlingen, komen ze weer in
Genesareth aan wal, en waar de Heer
ook maar is, daar brengen mensen de zieken
naar Hem toe, opdat Hij ze geneest. Zelfs als
ze de kans krijgen maar een kwastje van Zijn kleren aan te raken worden
ze al beter… We lezen verder:
7:1 Ook de Farizeeën
en enkele van de Schriftgeleerden die uit Jeruzalem
waren gekomen, hielden zich in Zijn nabijheid
op.
2 En toen ze zagen
dat sommige leerlingen brood aten met onreine handen,
dat wil zeggen, met ongewassen handen,
3 (de Farizeeën
en alle andere Joden eten namelijk pas als ze hun handen gewassen
hebben, omdat ze zich aan de traditie van hun voorouders houden,
4 en als ze van de markt komen, eten ze pas als ze zich helemaal ondergedompeld
hebben, en er zijn nog allerlei andere tradities
waaraan ze zich houden, zoals het schoonspoelen
van bekers en kruiken en ketels),
5 toen vroegen de Farizeeën
en de Schriftgeleerden Hem: ‘Waarom houden uw leerlingen
zich niet aan de tradities van onze
voorouders en eten ze hun brood met onreine
handen?’
6 Maar Hij antwoordde: “Wat is de profetie
van Jesaja toch toepasselijk op huichelaars
als u!
Er staat immers geschreven:
Dit volk eert Mij
met de lippen, maar hun hart is ver
van Mij;
7 tevergeefs vereren
ze Mij, want ze onderwijzen
hun eigen leer, voorschriften van mensen.
8 De geboden van God
geeft u op,
maar aan tradities van mensen houdt u vast.”
9 En Hij
vervolgde: “Mooi is dat, hoe u Gods geboden
ongeldig maakt om uw
eigen tradities overeind te houden!
10 Heeft Mozes
niet gezegd: Toon eerbied voor uw vader
en uw moeder, en ook: Wie zijn vader of moeder
vervloekt, moet ter dood gebracht
worden?
11 Maar u leert dat iemand tegen zijn vader
of moeder mag
zeggen: ‘Alles wat van mij is en voor u van nut had kunnen zijn is korban’
(wat ‘offergave’ betekent),
12 waarmee u hem niet toestaat
nog iets voor zijn vader of moeder
te doen,
13 en zo ontkracht u het woord van God
door de tradities die u doorgeeft; en u doet
nog veel meer van dit
soort dingen.’
14 Nadat Hij
de menigte weer bij Zich had geroepen, zei Hij:
‘Luister allemaal naar Mij en kom tot inzicht.
15 Niets dat van buitenaf
in de mens komt kan hem onrein
maken, het zijn de dingen die uit de mens naar buiten komen die
hem onrein maken.’
Tot hiertoe de lezing van het
Heilig Evangelie, waarin het niet ging om uiterlijke maar om innerlijke hygiëne!
Zalig die het Woord van God
horen en er gehoor aan geven!
Credo
In antwoord op Gods woord willen wij ons geloof belijden door samen te zeggen:
Ik
geloof in God,
die
wilde dat de wereld goed was,
die
mensen en dieren maakte,
planten
en bomen, vogels en vissen,
en er van hield.
Ik geloof in God,
die
als een vader zorgen wil,
die
als een moeder ons omringt.
Ik geloof in Jezus -
in wie
Gods Liefde mens werd,
om ons lot te delen
ons leven, onze dood,
die
dwars door alles heen
vast
hield aan Zijn Vader -
en angst en dood overwon -
stervend aan het kruis.
Hij ging door de hel,
maar stond óp tot nieuw leven:
de derde dag.
Ik geloof in de Geest
die Jezus ons zond,
om ons
dichter dan ooit
bij
God te doen zijn.
Zij
bidt en zingt en dankt in ons;
geeft
ons nieuw leven,
in eeuwigheid.
Daarom durven wij geloven
in goedheid, gerechtigheid, trouw....
... in Liefde en toekomst
zelfs voorbij de dood....
... in een kerk, waar mensen zijn
als
één lichaam, dat bestuurd wordt
door Jezus, ons Hoofd....
... in één doop, die mensen nieuw maakt...
... in vergeving, in genade en hoop -
voor gewone mensen zoals wij.
Amen.
Preek
Genade
zij u en vrede van God
onze Vader en van Jezus
Christus, onze Heer,
door de Heilige Geest.
Lieve gemeente, zusters en broeders,
De eerste psalm van Gods volk hebben we vandaag gelezen. Mozes
zong die voor, de mannen zongen het na, regel voor regel. Er zijn
gemeenschappen, waar het nog steeds zo gaat.
En in sommige psalmen wordt de voorzanger nog genoemd. Let
maar eens op.
Als de mannen
zijn uitgezongen, dan neemt Mirjam het over, en met haar de andere
vrouwen.
Veel later, eeuwen later, begint het verhaal van de Uittocht
van heel de wereld,
heel onze wereld, met een jonge vrouw die een deel van deze woorden in de mond
neemt, nadat ze het bericht heeft gekregen dat zij zwanger zal
worden, en de lang verwachte Verlosser
zal baren.
Gebed over de gaven
Grote God,
vol eerbied komen wij tot U met onze gaven.
Wil ze aanvaarden, wil ons aanvaarden.
Door Jezus Christus, onze Heer.
Amen.
Lied 686
Voorbeden
Laten we danken
en bidden:
Lieve God, dank
U voor Uw genade en Uw hulp,
de dagelijkse hulp
van U, die hemel
en aarde maakte, en het werk
van Uw handen niet
in de steek laat. Ook ons mensen niet.
Wij weten dat wij dikwijls de fout ingaan,
dat wij vaak meer aan onszelf denken dan aan U
of aan de mensen om ons heen.
Vergeef ons om Jezus’
wil, bidden wij, en laat ons weer in vrede leven, met nieuwe kansen, nieuwe mogelijkheden. Help
ons om mensen te zijn naar Uw
beeld en gelijkenis,
door Uw Heilige
Geest.
Goede God, wij aanbidden en danken
U, omdat we zo vaak in ons leven hebben ervaren, soms achteraf,
dat U het was die ons hebt opgetild
en gered als wijzelf
geen uitzicht zagen.
Dat wij dit niet vergeten, bidden wij U.
Voor al die mensen die in onvoorstelbare
moeilijkheden verkeren, voor de slachtoffers van het
verwoestende vuur, in Griekenland,
Californië en dichterbij, in ons eigen land, maar ook voor de slachtoffers
van het woeste water dat je zomaar kan meesleuren.
Wees bij de mensen in Japan, in Laos, in Lombok, maar ook bij àl die mensen die in
de afgelopen maanden het slachtoffer zijn geworden van modderstromen,
water,
vulkanen,
en alles kwijt raakten. Help
ons om hen bij te staan zoals het maar in ons vermogen
ligt.
Wij bidden U voor alle slachtoffers van oorlog
en geweld, van natuur en verkeer.
Help ons zó te leven dat wij niet meer nemen dan ons deel is, en dat wij
anderen niet tekort doen.
Dat wij leven met het
oog op U en de naasten!
Wij bidden voor de zieken
en ouderen in onze gemeente, en in onze omgeving, wij denken aan
Teun en Lenie, Wilma en al die anderen, wier namen wij nu in stilte voor U
noemen…
…
Mét Jezus bidden wij:
A:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd
Uw Rijk kome
Uw Wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals wij vergeven onze schuldenaren
en leid ons niet in verzoeking
maar verlos ons van het kwade!
Slotlied is lied 863:5 en 6
(Na de zegen, zingen we, in plaats van het ‘Amen’: vers
1 )
Zegen:
†De Aanwezige
zegent ons,
Hij houdt ons in Zijn
hoede,
genadig is Hij
het licht van ons leven,
zo maar, voor niets....
Hij ziet ons voor onschuldig aan,
schenkt ons leven en welzijn.
Omdat Hij van ons houdt.
Amen
vers 1
Daarna dronken we samen koffie en bekeken we de
Lutherbijbel uit 1702, die een paar jaar later als trouwbijbel was aangeboden, en nu al jaren
lag te sluimeren in de kerkenraadskamer...