Voor eerdere
diensten klik hier:
Voorbereiding
Genadige God, het lukt ons niet
altijd om los te laten
Amen.
Ons Groot-Glorialied is uit:
TussenTijds 34
= Lied 67a
De eerste lezing vinden wij in Exodus 6: 1 – 7
NBV
Preek
Viering
van de Protestantse Gemeente Vredekerk
te Soesterberg
Zondag
9
na Trinitatis
28
juli 2013
Orgelspel
- Stilte voor persoonlijk gebed
ingeluid door kerkklok. -
Tegelijkertijd wordt in de consistoriekamer het consistoriegebed uitgesproken
door de ouderling van dienst.
Binnenkomst kerkenraad en voorganger
Gemeente gaat staan.
Het drempelgebed wordt uitgesproken door de ouderling van dienst, vóór het
liturgisch centrum.
Aanvangslied: Psalm 31: 1 en 19
Votum en
groet:
Voorganger: Onze
hulp is in Naam van de Heer
Gemeente : die hemel en aarde
gemaakt heeft.
Voorganger: De
Heer zal met u zijn.
Gemeente : De Heer zal u
bewaren.
Voorganger: Genade
en vrede, liefde en goedheid van God, voor U allen!
Gemeente
:
Amen.
Klein Gloria:
Gemeente gaat zitten.
Kyriëgebed
Goede God, wij komen voor U met verwarde gedachten,
met een hart vol zorgen,
met de beelden van het leed van deze wereld voor ogen.
Wij leggen dit alles bij U neer en zingen biddend:
wat onze gedachten gevangen houdt.
Open ons hart en onze geest voor Uw
Aanwezigheid,
voor Uw Liefde, voor Uw Woord, door Uw Heilige Geest,
door Wie wij U zingend bidden:
Dienst van het Woord
Gebed bij de opening van de Heilige Schrift.
Laten wij bidden:
Heer, open ons hart voor Uw Geest, opdat Zij in ons de woorden leest van heil en
genade, en ze ons uitlegt, om Jezus Christus, onze Heer. Amen.
Lezingen
Mozes heeft bij het brandend braambos gesproken met de Heer, die hem naar Egypte
heeft teruggestuurd, om het volk los te praten van Farao. Dat lukt niet meteen.
Hun lot wordt er juist zwaarder door. Mozes komt het melden. We lezen:
1 Maar de Aanwezige
antwoordde hem: ‘Nu zul je zien wat Ik de
farao ga aandoen: Ik zal hem met harde hand
dwingen Mijn volk te laten gaan, hij zal het zelfs met harde hand uit
zijn land wegjagen.’
2 God
zei tegen Mozes: ‘Ik ben de Aanwezige.
3 Ik
ben aan Abraham, Izaäk en Jakob verschenen
als God, de Ontzagwekkende,
maar Mijn Naam Aanwezige heb ik niet aan hen
bekendgemaakt.
4 Ik heb met hen Mijn verbond
gesloten en Kanaän aan hen beloofd,
het land waarin zij als vreemdeling hebben gewoond.
5 Ik heb het gejammer van de Israëlieten over de slavenarbeid
die hun door de Egyptenaren is opgelegd gehoord,
en dat heeft Mij aan dit verbond herinnerd.
6 Daarom moet je dit (namens
Mij) tegen hen zeggen:
“Ik ben de Aanwezige. Ik
zal de last die de Egypte-naren jullie opleggen van je afnemen,
Ik zal jullie uit je slaven-bestaan bevrijden.
Met opgeheven arm zal Ik jullie verlossen
en de Egyptenaren zwaar straffen.
7 Ik zal jullie aannemen als
Mijn volk, en Ik zal jullie God
zijn.
En jullie zullen inzien dat Ik, de Aanwezige,
jullie God ben, die jullie bevrijdt
van de last die je door de Egyptenaren is opgelegd.
Wij zingen met onze broeders en zusters van het volk van God, geroepen tot Zijn
dienst: psalm 42:7
Lezing Epistel:
Colossenzen 2: 6 – 15
In het
voorafgaande gedeelte beschrijft Paulus hoe blij hij is met de gemeente in Kolossos,
midden in het huidige Turkije, (bij
de A) die door
Epafras is gesticht, en die het geloof heeft aanvaard in Jezus als hun Heer.
Kennelijk is dit een gemeente op Joodse grondslag, want Paulus heeft het hier
telkens over de Christus, Grieks voor: de Gezalfde, Messias in het Hebreeuws. In
elk geval speelt hier de vraag of je als nieuwe Christen ook niet besneden moet
worden. Net als het Joodse volk. Gods volk.
Paulus vindt het wezenlijke, het innerlijke, veel belangrijker dan het
uiterlijke, en schrijft dan ook:
6
Volg de weg van Christus Jezus, nu u
Hem als uw Heer aanvaard hebt. (d.w.z.: lééf als Christus!)
7 Blijf in Hem
geworteld en gegrondvest, houd vast aan het
geloof dat u geleerd is en wees vervuld
van dankbaarheid.
8 Wees op uw hoede en laat u
niet meeslepen door holle en misleidende theorieën
die op menselijke tradities zijn gebaseerd en
zich richten op de machten van de wereld
en niet op Christus.
9 Want in Hem
is de goddelijke volheid lichamelijk
aanwezig,
10 en omdat u één bent met Hem,
het Hoofd van alle machten en krachten,
bent ook u van die
volheid vervuld.
11 In Hem
bent u ook besneden, niet door mensen-handen, maar met de besnijdenis
van Christus, door het afleggen van het aardse lichaam.
12 Toen u gedoopt
werd bent u immers met Hem begraven,
en met Hem bent u ook tot leven
gewekt, omdat u gelooft in de kracht
van God die Hem,
(Christus), uit de dood heeft opgewekt.
13 U wàs dood door uw
zonden en door uw onbesneden staat, maar God
heeft u samen met Christus levend
gemaakt toen Hij ons al onze zonden kwijtschold.
14 Hij
heeft het document met voorschriften waarin wij werden aangeklaagd,
uitgewist en het vernietigd door
het aan het kruis te nagelen.
15 Hij
heeft zich ontdaan van de machten en krachten, Hij
heeft hen openlijk te schande gemaakt en in Christus
over hen getriomfeerd.
TussenTijds
34 refrein:
Lied 67a refrein
Evangelielezing: Lucas 11: 1 – 13
Wij mensen willen altijd graag
zeker zijn dat we de dingen goed doen, en dat wij er ook effect mee hebben. Zo
was het ook met de discipelen van Jezus.
1. Het gebeurde eens dat Hij ergens op een
plaats aan het bidden was…
toen Hij ophield zei iemand van Zijn
leerlingen tegen Hem: Meester, leer ons toch bidden, net zoals Johannes diens
leerlingen heeft geleerd.
2. Hij
zei tegen ze: "Als jullie bidden, zeg dan:
Vader, Uw Naam moet als Heilig worden beschouwd,
Uw Koninkrijk moet komen….
3. Geef ons dag aan dag ons voedsel, voldoende om tot de volgende dag te leven,
4. en vergeef ons onze zondeschuld,
want wij vergeven zelf ook aan ieder die ons (iets) schuldig is;
en...
dat U ons maar niet terecht mag laten komen in ellende…
5. En Hij zei tegen ze: “Wie van jullie zal het gebeuren dat hij een vriend
heeft, die tegen middernacht bij
hem komt, en zegt: ‘Vriend, ik heb drie broden nodig,
6. omdat mijn vriend een omweg heeft gemaakt naar mij toe, en ik niets heb om
hem voor te zetten…’
7. (Denk je) dat degene die binnen
is dan zou zeggen:
‘Val me niet lastig! De deur is al dicht, en de kinderen liggen bij mij in
bed, ik kan niet opstaan om het je te geven!’
8. Ik zeg jullie: Ook als hij niet overeind
zou komen om het hem te geven omdat hij zijn vriend
is, dan zal hij nog opstaan om hem te geven
zoveel hij nodig heeft, om zijn opdringerig
gebedel.
9. “Ja, Ik zeg jullie: vraagt
en God zal jullie geven,
zoekt en jullie
zullen vinden, klopt
aan, en jullie
zal worden opengedaan.
10. Want ieder die vraagt, ontvangt,
en wie zoekt vindt,
en wie aanklopt wordt opengedaan..
11. Welke vader
onder jullie, wiens zoon een vis vraagt, zal hem
in plaats daarvan een slang geven?
12. Of als hij een ei zou vragen, zal hij hem in plaats daarvan een schorpioen
geven?
13. Als jullie dan, die toch met God niet
te maken willen hebben, al in staat zijn goede geschenken te geven aan jullie kinderen, hoeveel temeer
zal de Vader in de Hemel
een heilige geest geven aan wie Hem (er
om) vragen!”
Laten wij zingen en de Heer loven. TussenTijds 94:1
O God, onze Vader, wij spellen Uw lof, wij heffen op aarde de adem
omhoog...
Genade zij U en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus onze Heer, door
de Heilige Geest.
Lieve mensen, zusters en broeders in de Heer.
Zo mogen wij elkaar noemen,
Paulus deed het al, en wij hebben een gemeenschappelijke
Vader, zoals Jezus
ons leerde… En u weet
het: heb je samen één vader, dan ben je broers en zussen van elkaar.
Je zóú de kerk onze moeder kunnen
noemen, dat is een oude Christelijke gedachte,
en dan zijn we volop familie. Broers en zussen in de eerste graad.
Wij zijn hier vandaag dus voor een familie -
onder-onsje in het ouderlijk huis.
Dat voelt goed.
Samen zingen, samen vieren, daar word je blij van.
Maar zoals dat soms gaat
bij familiebijeenkomsten, dan wordt er ook iets gezegd.
En er is al heel wat gezegd van Godswege
in de lezingen die wij zojuist hebben gehoord.
Teveel om goed te onthouden.
Hebt u dat nu ook wel
eens, dat je denkt: er was zoveel, ik
weet de helft niet meer?
Of niet eens de helft van de helft…
Ik heb daar wel eens moeite mee, omdat je het gevoel
hebt dat je allerlei kostbaars door je vingers
ziet glippen.
Maar Iemand die mij dierbaar is zei
laatst: ook als jij het niet meer weet, is het wél binnengekomen,
en de Heilige Geest gaat er mee aan het werk,
ergens in dat deel van jou, dat je je onderbewuste
noemt, of misschien: je ziel.
Laten wij daar maar op vertrouwen.
Wat wij moeten en mogen weten, dat zal Zijzelf
wel onder onze aandacht brengen.
Vandaag zullen we alleen maar een paar
kersen van de taart
pakken, en die proeven.
In de eerste lezing
geeft God aan Mozes
de Naam waarmee het volk Hem noemen mag.
Ik Ben.
Ik ben er. Ik ben Aanwezig. Zelfs: Ik
ben er voor je.
De meeste bijbelvertalingen hebben daar: HEER, met vier hoofdletters, om aan
te geven dat het eigenlijk gaat om de Godsnaam,
die later zó heilig geacht werd, dat die niet
kon worden uitgesproken, behalve één keer in het jaar, als de Hogepriester
het Heilige der Heilige binnen ging.
Verder spreekt de moderne Jood over Ha-shem,
letterlijk: de Naam, en je ziet dat Jezus het
heeft over de Hemel, of over de Vader.
Maar de Naam die God aan
Zijn volk geeft om te gebruiken is juist niet
Heer.
Abraham, Izaäk
en Jacob kenden Hem
als de Ontzagwekkende God, maar voor hun nakomelingen
wil Hij de Aanwezige zijn.
Daarom heb ik dat woord in de lezing ook gebruikt, overal waar de NBV
heeft: HEER.
En vergis je niet, zuster, broeder, in die tijd heeft het woord
voor de mensen een magisch vermogen.
Wat je zegt gebeurt. Wat je zegt
heeft kracht.
Het is niet voor niets dat de leerlingen
aan Jezus vragen om de juiste woorden
voor het gebed!
Dan kun je God manipuleren…
Maar soms mag dat. Als de nakomelingen
van Abraham, Izaäk
en Jacob deze Naam
in hun gebeden zullen uitspreken, als ze tot Hem schreeuwen
in hun ellende, of als ze hun dank
uitspreken, is Hij Aanwezig.
Zo wil Hij hun God
zijn, en zo mogen zij Zijn volk zijn.
Voordat dit echt door hen zo ook wordt begrepen,
heeft het heel wat voeten in de aarde,
want ze moeten nog hun oude godsbeelden, opgedaan
in Egypte, kwijtraken.
Maar het komt, al duurt het lang.
Ik zei al dat de leerlingen, die Jezus
op een heel vertrouwelijke en wonderbaarlijke manier zien bidden
tot Zijn Vader, vragen
om de juiste formulering.
Ik denk dat ze iets van de glans van Gods
Aanwezigheid hebben gezien aan Jezus,
als Hij terugkwam van Zijn avondgebed…
Wanneer een jongeman zijn geliefde
aan de telefoon heeft gehad, en ze hebben over hun liefde
gesproken, dan glimt hij daarna nog over zijn hele gezicht.
Dat hebt u vast wel eens gezien.
Dan hoeft hij niets te zeggen, maar hij is nog vol van hun gesprek.
Ik denk dat het bij Jezus ook zo iets is geweest.
De leerlingen
zien dat Hij op een andere manier toegang heeft tot God
dan zij. Zij willen dat ook.
Heer, leer ons bidden.
Johannes heeft zijn leerlingen ook een gebed geleerd, en U bent waarachtig
niet minder.
En Jezus geeft ze een paar zinnen waar zij, en
wij, iets aan kunnen hebben.
Maar… op een subtiele manier laat Hij ze ook weten dat het daar niet
om gaat.
Ik heb er geen idee van of ze het direct hebben begrepen.
Ze hebben het in elk geval wel opgemerkt
en onthouden.
Ze konden het navertellen, toen Lucas er naar vroeg.
Als hij er al niet zelf bij was…
Jezus is even stil,
en dan vertelt Hij een gelijkenis. Hij spreekt over de
hoofden van zijn directe leerlingen, die Hem vroegen
om dit gebed, heen.
Hij spreekt tot de massa, en tot ons.
Bidden, zegt Hij, daar moet je energie
in stoppen.
En je moet het met vertrouwen doen.
Net als die man uit
het verhaal, die aanbelt bij een kennis van hem. Nu ja, ze hadden
nog geen bellen in die tijd, dus hij zal wel op de deur
hebben gebonsd. Of geschreeuwd, maar dan wordt heel de
straat wakker, en dat is ook niet de bedoeling.
Hij heeft dus stevig op de deur geklopt.
Maar daar wordt misschien niet op gereageerd zoals hij had gehoopt.
Niet meteen.
En niet met gulle hand…
Dat kennen wij wel.
Soms kun je bidden
tot je een ons weegt, maar je krijgt niet wat je vraagt,
wat je voor jouw gevoel zo nodig hebt.
En vaak vraag je het niet eens voor jezelf, maar voor een ander.
Dat is toch mooi?
Maar nee. Het lijkt wel of God doof is.
Of geen zin heeft.
Jezus moedigt ons aan om door te
zetten.
Om te blijven vragen. Want God is toch goed?
Ja, daar gaan we allemaal van uit.
Dan zal Hij je toch goede
dingen geven?
Maar… weten wij altijd wat goed is?
Weten wij altijd wat we mogen en moeten vragen?
Jezus wel.
Hij zegt: als je een heilige geest
voor jezelf vraagt, dus een innerlijk dat op God gericht is, dàn krijg
je wat je vraagt.
Want dan is jouw bidden ook niet meer een lijstje met wensen, maar dan wordt
je bidden een goed gesprek met de
Aanwezige, die je zelfs Vader
mag noemen. Dat geeft een innerlijke gloed,
een innerlijke rijkdom, waar je écht beter
van wordt.
Een beter mens.
Maar we zien aan Jezus Zelf dat het niet
betekent dat het leven daar ook makkelijker van wordt.
Denk maar aan Zijn angst in de hof van Gethsemane,
aan Zijn vraag of deze beker
ook aan Hem voorbij mocht gaan, als dat kon.
Maar dán zie je ook waarin het verschil zit:
Hij zegt er achteraan: niet wat Ik wil,
maar Uw wil moet gebeuren.
Hé, dat hadden we al gehoord in het gebed,
dat Jezus ons leerde.
Dat gebed zoekt allereerst Gods
eer, Gods koninkrijk,
en dat betekent: dat Hij in ons leven
op de troon zit. Dat er gebeurt,
door ons, wat God wil.
Op dezelfde manier als waarop dat in de hemel
gebeurt. Laten wij het straks maar heel aandachtig zingen,
en met ons hele hart op God
gericht zijn.
Dan kun je ook een ander vergeven,
omdat je kijkt met Gods ogen. Met een heilige geest.
Dé Heilige Geest, die Geest die Jezus
bezielde en van God komt, wil ons daar zeker
mee helpen.
En dan kán het niet anders, of wij mogen daarna ook vragen
of er niets tussen God
en ons mag komen.
Geen kwaad dat ons afhoudt
van de omgang met God. En u weet,
net zo goed als ik, dat ziekte, vermoeidheid,
zorgen, maar ook boos-zijn
op iemand anders, of op jezelf, je zo bezig kunnen
houden, dat je geen aandacht hebt voor God.
Dat moeten we niet hebben!
Beter kun je bidden in een geest van heiligheid.
Een geest die op God is gericht, die allereerst
vraagt naar de Vader.
Een geest die openstaat voor Liefde met
een Hoofdletter.
Liefde, die ons er zelfs toe brengt mensen
te vergeven waar we gloeiend het land
aan hebben, maar wij kunnen dat omdat wij kijken
vanuit die liefde.
En mensen, dan hebben we een polsstok waarmee we huizenhoog
kunnen springen.
Dan spring je over oude gewoonten heen,
en over goede gebruiken, waar je zo aan gewend was.
Omdat je mét Jezus vol van God bent.
Paulus schrijft daar in de epistellezing over
op een manier waar je echt voor moet gaan zitten. Lees het thuis
nog maar eens…
Dat komt zó dichtbij, en het is
tegelijkertijd zo nieuw en zo anders,
dat je je niet kunt voorstellen dat je het allemaal al eens had gehoord.
Tenminste, zo verging het mij, toen ik dit stuk ging vertalen voor
deze dienst. Dan kruip je over de woorden heen, en dan proef
je ze.
Stuk voor stuk.
Dat zijn kersen van een prima oogst.
Zoet!
En stevig. Je hebt er iets aan.
De meesten van U hier - en ik hoop
natuurlijk: iedereen - zullen wel ooit Jezus
Christus als hun Heer hebben aanvaard.
Bij uw belijdenis…
Paulus zegt droogjes: Leef
daar dan ook naar.
Blijf in Hem geworteld en gegrondvest.
Houd vast aan het geloof dat u is geleerd,
en wees vervuld van dankbaarheid.
Dat betekent dat je heel bewust met Jezus
bezig bent. Dat je je afvraagt hoe Hij
hier of daar op zou reageren. Hoe Hij zou
spreken of handelen.
Als je even stilstaat, als is het veertig
keer op een dag, bij die vraag, dan handel je niet uit je emoties,
niet uit drift of gekwetstheid, dan
laat je je niet meeslepen door mooie reclames,
of de door de mooie dames in die reclames, dan wil je niet belangrijk
wezen in deze wereld, maar dan wil je steeds
meer groeien in de Heer.
Dat is de manier waarop je burger
wordt van dat koninkrijk van God.
Dat is de manier waarop je Gods wil
gaat doen, telkens meer.
Zo deed Jezus het immers ook?
En zo moeilijk
hoeft het niet te zijn, zegt Paulus, want Jezus
was als mens, gewoon met dít lichaam,
vol van God. En omdat wij, door onze doop,
één zijn met Jezus, zijn wij
dat natuurlijk ook.
Nu gaat u misschien steigeren, want wij zijn maar gewone mensen.
Wij zijn niets bijzonders, toch?
Dat is ons ingeprent.
Vergis u niet.
Degenen die dat zeggen denken zoals de wereld
denkt.
Maar dat zijn gedachten van krachten en machten
waardoor wij ons niet moeten laten leiden.
God heeft de regels van die wereld aan
het Kruis genageld.
Ze gelden niet meer.
Jezus is Zijn geheime wapen.
Jezus, die helemaal op God
gericht heeft geleefd.
Jezus, die vol van God
was.
Die heeft overwonnen, door nu net níet
te doen wat de wereldmachten van je verwachten.
Hij sloeg niet terug, Hij kwam niet voor Zichzelf op.
Maar wél voor God.
Hij wilde geen andere zekerheden voor Zichzelf
en voor ons dan die van Gods
liefde.
Vader. Zijn Vader. Onze Vader.
Als wij één zijn met Jezus
horen wij er helemaal bij.
Dan horen ook wij bij het volk van God,
dat Hem bij de Naam mag noemen, en Hem
mag roepen.
Zoals een kind dat bang is om Papa roept.
Dan komt Hij. Dan is Hij aanwezig.
In onze vreugde en in onze nood.
Nadat Hij
in Christus heeft overwonnen
heeft God ook nog Zijn eigen, Zijn heilige
Geest uitgestort.
Zij is beschikbaar voor iedereen die
daarom vraagt.
Voor iedereen die wil zeggen en zingen: onze Vader in de Hemel,
wees hier aanwezig.
En waarachtig. God is hier.
Bij u, bij jou en mij.
Nu en altijd.
Vraag, en verslap niet.
Hij wil niets liever dan onze God
zijn.
Amen.
Orgelspel
Dienst van de Gaven
Voorbeden
Voorbeden
Goede God, lieve Vader in de Hemel,
God, hier Aanwezig,
wij aanbidden U en wij danken U voor zoveel liefde.
Wij begrijpen niet dat U zoveel van ons kunt houden, maar wij zijn er blij mee.
Wil iedere dag de grond zijn waarop wij leven, het fundament van ons bestaan,
dat wij in U geworteld zijn, en dat U het doel bent van ons leven.
Leer ons die liefde te aanvaarden, deel van ons leven te maken, er in te
geloven. Leer ons ook zo naar anderen en naar onszelf te kijken: als mensen
waarvan je kunt houden. Als U dat kunt, en Jezus… dan kunnen wij dat ook. Help
ons er alstublieft bij.
Liefdevolle God, Vader almachtig,
U kunt meer dan wij ons kunnen voorstellen.
U bent meer dan wij kunnen bedenken.
Vergeef ons als wij te klein van U denken.
Als wij U willen gebruiken voor ons eigen nut.
We zijn maar mensen, zeggen we dan vaak.
Til ons op, door Uw liefde, door Uw Geest, veel hoger dan wij denken te kunnen
komen.
Daar wilt U ons ontmoeten in de stilte van het gebed, in de aanbidding en de
schoonheid van Uw wezen.
O God, dat onze liefde voor U iedere dag mag groeien!
Goede Vader, wij danken U voor de vrijheid van deze gemeenschap, van dit land.
Dat wij U mogen loven en zingen, verheerlijken en aanbidden.
Wij bidden U voor allen die daarin niet vrij zijn.
Wij denken aan hen die door wetten en straffen worden verhinderd U te dienen als
wij, maar ook aan hen die worden gehinderd op de weg naar U en elkaar door
fanatieke lieden, die precies hebben uitgestippeld wat wel en wat niet mag. Hoe
je moet geloven, wie wat wel en wie wat niet mag leren.
Wij danken U voor mensen die opkomen voor anderen, en daarin Jezus volgen. Voor
meisjes als Malala, voor wijze ouderen als Mandela, en voor al die anderen die
geen naam en geen gezicht hebben gekregen in onze wereld. U kent ze allemaal.
Wees bij hen die om ras, geaardheid of godsdienst worden vervolgd. En wees bij
de regeringen en machthebbers waar mensen onder lijden. Hier net zo goed als
elders in de wereld.
Lieve Heer, Aanwezige, ga met ons mee als wij op pad gaan, ga met ons op
vacantie, blijf met ons thuis.
Zegen de zieken in deze gemeente en in onze familie- en vriendenkring…
Er is veel verdriet om allerlei ongelukken en rampen.
Wij bidden U voor de slachtoffers en de nabestaanden, en wij denken nu in het
bijzonder aan de ontspoorde trein in Noord-Spanje…
Wees ook bij hen die hulp verlenen bij rampen.
En luister naar de gebeden in ons hart, die wij nu voor U neerleggen in de
stilte van dit moment…
– Stilte voor persoonlijk gebed –
Amen. Laten wij zingen Onze
Vader…
Afkondigingen door de ouderling van dienst
Collecten: 1 – voor Kerk en Pastoraat,
2 - Diaconie voor de Stichting
naar School in Haïti, waar een jaar geleden een cycloon voor een ramp
zorgde en waar door regen en modderstromen dieren omkwamen en huizen werden
weggevaagd. Door het vieze water is het gevaar voor cholera nog steeds zeer
aanwezig. U kunt via de kerk of de website altijd nog wat meer geven!)
Tijdens de collecte is er orgelspel.
Slotzang:
Tussentijds 211 (staande)
+ Lied 418
Zegen
De Heer van dood en leven,
de Moeder vol barmhartigheid,
schenkt ons allen overvloedig
genade en liefde,
om Christus’ sterven en opstanding.
In Zijn dood sterft onze dood,
in Zijn Geest
mogen wij verder leven,
nu en altijd.
Zo zijn wij gezegend in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.