Voor eerdere diensten klik hier:
Organist: Johan Swart
Lieve God,
Uw genade is groter dan ons tekortschieten.
Daarop vertrouwen wij, als wij vragen om
vergeving,
als wij U vragen
om al wat ons aan zorgen en vragen,
aan verdriet en onrust aankleeft, van ons weg te nemen,
opdat wij U in alle vrijheid
als Uw kinderen kunnen aanbidden.
Zo bidden wij U:
Heer, vergeef ons al wat wij misdeden
en laat ons weer in vrede leven
Amen
Zo lief had God
deze wereld, dat
Hij Zijn enige Zoon
gegeven heeft,
opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf
ontkomt, en eeuwig
leven hebben mag!
Introïtus
V. De Antifoon voor deze zondag
luidt:
In Uw tempel, God,
gedenken wij Uw blijken
van trouw. Zoals Uw Naam, o God,
zo reikt ook Uw roem tot aan de uiteinden der aarde, Uw
rechterhand is vol van gerechtigheid. (Ps. 48: 10-11)
En de psalm luidt:
2 Groot
is de HEER, Hem
komt alle lof toe.
In de stad van onze God, op Zijn heilige berg
3 – schone hoogte, vreugde van heel de
aarde,
Sionsberg, flank op het Noorden,
zetel van de grote Koning –
4 in haar vesting weet men:
God is onze burcht. (ps 48: 2-4)
Allen
de Antifoon:
In Uw tempel, God,
gedenken wij Uw blijken
van trouw. Zoals Uw
Naam, o God,
zo reikt ook Uw roem tot aan de uiteinden der aarde, Uw
rechterhand is vol van gerechtigheid.
Laten we de Heer aanroepen om ontferming
met de nood van deze wereld,
- die is groot – MH17, Gaza, Oekraïne, Soedan en al die vluchtelingen
wereldwijd–
maar laten wij juist dan ook Zijn Naam prijzen,
omdat er aan Zijn barmhartigheid geen einde
komt!!
Zondagsgebed:
Heer, onze God, in Uw wijsheid weet U wat goed
voor ons is, en U wilt ons dat
geven. Daarom bidden
wij in alle eerbied: wend alles van ons af dat ons kan schaden,
en wil ons geven wat
goed voor ons is,
door Jezus Christus, onze Heer,
die met U en Uw Geest leeft en
regeert, nu en tot in eeuwigheid.
Amen.
Lezing uit het eerste Testament:
Jeremia 23: 1 – 6
De tijden zijn slecht, er dreigt
oorlog, en de heersers over Gods volk zorgen
alleen voor zichzelf. Ze zuigen het volk uit, en zij worden gewaarschuwd.
Ze zullen boeten!
Het stuk bestaat uit drie verschillende profetieën.
Hoeveel tijd er tussen is geweest, weten we niet…
We lezen Jeremia 23: 1 - 6.
De eerste Godsspraak is:
1.
“Wee, jullie - leiders, die de kudden
op Mijn weide uiteenjagen,
ja, verspreiden tot over de grenzen!”
Zo zegt de Aanwezige het letterlijk:
2. “Om deze reden”, zo
spreekt de Aanwezige, de God van Israël, tegen
de leiders:
“Jullie die Mijn volk leiden, jullie jagen Mijn
kudde het land uit en maken het ze moeilijk,
en zorgen voor hen doen jullie niet!
Wel, hier ben Ik dan, om te zorgen dat jullie
krijgen wat je verdient, precies zoals past
bij jullie kwalijke manier van doen!” Zo
zegt de Aanwezige het letterlijk!
En dan de volgende Godsspraak:
3. “Ja, Ik ga het restant van Mijn kudde zorgvuldig
naar Mij toe
halen, uit alle streken waarheen Ik ze
had verstoten - daarginds - en Ik
zal ze terug laten komen, naar hun woonplaatsen, zodat ze vruchtbaar
zullen zijn en talrijk worden.
4. En over hen zal Ik
leiders aanstellen, en die
zullen ze leiden, dan hoeven ze niet meer in angst
en beven te zitten, en het zal ze niet meer moeilijk
gemaakt worden.” Zo heeft de Aanwezige
letterlijk gezegd.
En een derde profetie:
5. “Let op - nu al komen
er dagen” -
letterlijk zegt de Aanwezige het –
“waarin Ik David
een nakomeling, een spruit, doe opstaan, een rechtvaardige.
Heersen zal hij als koning, zorgvuldig
en verstandig, recht
en gerechtigheid zal hij werkelijk doen
op aarde.
6. In zijn dagen wordt Juda (de lofzang) bevrijd,
en Israël kan in alle veiligheid
z’n huis opzoeken, en deze
naam zal men hem geven: ‘De Aanwezige is onze
gerechtigheid’.”
Woord van de Heer.
Wij danken God.
Ons Graduale-lied komt
uit 'Tegen het
Donker' van Sytze de Vries, nummer 34:
Gezegend Woord, dat deze nacht opnieuw de schepping heeft volbracht…
2. Als Woord, dat ons elkaar ontdekt,
dat vlees en bloed tot leven wekt,
als adem ons gegeven,
als ziel van alle leven.
3. Als
mensenkind, dat ons laat zien
wie er tot onze vrede dient,
wordt Jij door ons hervonden
als lied in onze monden,
4. als taal, die ons ter sprake brengt,
herschept en van Gods Geest doordrenkt.
Waar zo veel woorden breken,
word stem in al ons spreken!
5. Jij mens, die ons voor ogen staat,
ik spiegel mij in jouw gelaat.
Jouw liefde vat ons samen
en spelt ook mij bij name.
6. Gezegend Woord, wanneer de nacht
ons overvalt, blijf dan van kracht,
dat sprakeloze monden
gaan zingen onomwonden.
Epistellezing: Efese
2: 11-22
De apostel herinnert de gemeente
aan het feit, dat ze van huis uit geen deel
hadden aan het heil...
Ze waren geen Joden, hadden geen deel aan het eerste Verbond, en hij schrijft:
11. Daarom, vergeet
niet hoe jullie ooit naar het vlees de (heiden)volken waren, onbesnedenen
genoemd, onder hen die genoemd worden: de met de hand besnedenen
- in het vlees.
12. Omdat jullie in
die tijd nog steeds apart van Christus
waren, en geen deel uitmaakten van Israëls
gemeenschap, en vreemd waren aan de bondgenootschappen
van de belofte, geen hoop
hadden, en God-loos
in de wereld (stonden).
13. Maar nu zijn jullie, die ooit randfiguren
waren, er in Christus Jezus nauw
bij betrokken, in het bloed
van Christus.
14. Want Zelf is Hij
de vrede tussen ons, Hij
die beiden een maakt, die de barrière van de scheidsmuur
vernietigt, de on-enigheid - in Zijn
vlees.
15. Doordat Hij
de wetmatigheid van de (10)
geboden in starre voorschriften te niet
deed, opdat Hij de twee
(partijen) in Hem tot een nieuwe
mens kon scheppen, en al doende vrede
brengen...
16. en opdat Hij beiden in een Lichaam zou verzoenen
met God, door het kruis,
en zo doende daarin de on-enigheid zou doden....
17. Ja, bij Zijn
komst bracht Hij de blijde boodschap
van vrede, voor jullie aan de rand,
èn van vrede voor hen die er nauw
bij betrokken waren...
18. Want door Hem hebben wij beiden in
een en dezelfde Geest
toegang tot de Vader.
19. Weest daarom geen vreemden
en voordeurdelers meer, maar wees samen met de heiligen
deel van de gemeenschap, en leden van Gods
gezin.
20. waarbij jullie opgebouwd worden op het
fundament van de apostelen en profeten,
(een fundament) waarvan Christus
Jezus Zelf de hoeksteen is.
21. (De hoeksteen) waarop heel het aaneengevoegde
bouwwerk groeit
tot een Heilige Tempel
in de Heer,
22. waarin ook jullie mee ingebouwd
worden tot Gods woning, in de Geest.
Woord van de Heer.
Wij danken God.
Ons Zondagslied is Lied 756
Halleluja.
De psalmist roept op:
Ga binnen, laten wij buigen
in aanbidding, knielen
voor de Heer, onze Maker. ps
95:6
Halleluja!
Het Heilig Evangelie vinden
we bij: Marcus 6: 30-44
In Marcus 6 staat dat de Heer Zijn
leerlingen er 2 aan 2 op uit zendt, om te verkondigen
dat Gods tijd aanbreekt, en dat men zich bekeren
moet - ook zij genezen en zalven
en hebben macht gekregen over demonen.
We lezen dan in vers 30:
30. En de apostelen
kwamen bij Jezus samen en ze brachten Hem
verslag uit van alle dingen die ze gedaan
hadden en waarover ze gepreekt hadden.
31. Dan zegt Hij tegen ze: "Gaan jullie
maar onder elkaar naar een afgelegen plaats,
en neem een beetje rust".
Want de hele tijd was het
een gaan en komen
van veel mensen, en ze hadden zelfs geen moment om te eten.
32. Nu, ze gingen met de boot weg,
naar een afgelegen plaats, onder elkaar.
33. Maar… men zag hen weggaan, en velen kregen
er weet van, en te
voet renden ze uit alle steden daarheen te hoop. Ja, ze
gingen naar hen toe...
34. Toen Hij
dan naar buiten kwam, zag Hij een talrijke
menigte, en Hij werd getroffen door een gevoel van meeleven
met ze, - want ze waren als schapen die geen herder
hadden - en Hij begon ze vele dingen te onderwijzen.
35. Toen het al erg laat
geworden was, kwamen de leerlingen naar Hem toe
en zeiden:
'Verlaten is deze plaats,
en het is al erg laat.
36. Laat ze toch weggaan, zodat ze onderweg naar de boerderijen
en dorpen rondom kunnen (gaan om) zich wat te eten
kopen'.
37. Maar Hij gaf ze ten antwoord:
“Geven jullie ze maar te eten.” En
ze zeggen tegen Hem: ‘Zelfs al zouden
we voor 200 daglonen brood gaan kopen,
zouden we ze dan wel te eten kunnen geven?’
38. Dan zegt Hij
tegen ze: “Hoeveel broden hebben
jullie? Ga eens kijken!”
En als ze het weten zeggen ze: ‘Vijf,
en twee vissen’...
Preek
39. En Hij gaf ze opdracht hen allemaal groepsgewijs
op het groene gras te laten zitten.
40. Zo zaten ze in regelmatige
groepjes van 100 en van 50 man klaar om te
eten.
41. Terwijl Hij nu de vijf broden
en de twee vissen oppakte, en omhoog
keek, naar de Hemel, sprak Hij
de zegen uit, en brak Hij
de broden in stukjes en gaf Hij
ze aan de leerlingen, dat die ze aan hen zouden voorzetten... en de twee vissen
verdeelde Hij onder allen.
42. En ze aten allemaal tot ze genoeg hadden.
43. Ze haalden nog twaalf manden
vol met brokken op, en ook nog vis.
44. De eters, dat waren 5000 man(nen)!
Zalig die het
Woord van God horen en er gehoor aan geven!
Credo: In antwoord op Gods
Woord belijden wij ons geloof
als wij samen zeggen:
Ik geloof in de Geest van leven en liefde
ver aan mij vooraf, royaal aan mij
voorbij
maar ook in mij aanwezig.
Soms noem ik hem God
maar het liefst noem ik haar Schepper.
Ik geloof in mensen gedreven door de Geest
die mij voorleven wat leven betekent
en wat liefde vermag.
Daarom geloof ik in Jezus
en in anderen die leefden en leven in dat spoor.
Ik geloof in de gemeenschap van de Geest:
mensen die recht doen en vrede stichten,
die zich oefenen in breken en delen.
Ik geloof dat niet het laatste woord
zal zijn aan de dood,
maar aan het leven en de liefde.
Amen Allen gaan zitten.
Genade zij u en vrede van God
onze Vader en
van Jezus Christus, onze Heer,
door de Heilige Geest.
Lieve gemeente,
Schapen, herders, ze vormen een beeld
dat in de Bijbel veel gebruikt wordt.
Wereldwijd is psalm 23: De Heer is mijn Herder, de meest geliefde
psalm.
In Jeremia lazen we over slechte
leiders van het volk.
Het Hebreeuwse woord ra’a dat in deze lezing voor hen gebruikt wordt, en een sleutelrol
speelt, heeft een dubbele betekenis.
We komen het meestal tegen als: weiden, herder
zijn, de grondbetekenis is: vooruitgaan, de beste
weg uitzoeken, het bestaan op die manier mogelijk
maken voor de levens die aan je zorg zijn toevertrouwd.
De tweede
betekenis is dan ook: prins zijn,
koning, aanvoerder, voorganger van mensen.
Dat kan hier slaan op de koning, maar ook op de priesters.
Deze tweede betekenis heeft in onze lezing de overhand.
Tegelijk spreekt de Heer over het volk
in beeldspraak als over Zijn
eigen kudde...
Er is een opvallend verschil
tussen de profetie van Jeremia en de brief aan de gemeente in Efese.
Vóór de Ballingschap lijkt het Godsvolk te bestaan uit een massa, die zelf niet
veel in te brengen heeft, en daarboven de leiders, de priesters
en een koning, die er zijn om de richting aan te geven, maar die in Gods
ogen hier
alleen maar met hun eigen belang bezig zijn.
Het volk hoeft niet zelf te denken, zou je haast zeggen.
De Tien Levenswoorden zijn de basis, en daarbovenop hebben de Priesters en
Levieten een uitgebreid complex van regels uitgewerkt, waar de mensen
zich aan te houden hebben.
Terwijl de mensen in de gemeente in
Efese, dankzij de Heilige Geest, weloverwogen persoonlijk
kunnen kiezen, kiezen
voor Jezus Christus, en
voor God in de Hemel. En
wij mét hen, Godzijdank.
Persoonlijk, ‘in
het vlees’ – zoals er nadrukkelijk staat, zowel van de mensen als van Jezus,
die er voor koos
om de on-enigheid te bestrijden op het kruis. Zó’n † kruish In Zijn
vlees
en bloed.
Om het originele Godsvolk samen met de nieuwe gelovigen tot één geheel, tot één Lichaam,
een geestelijk lichaam, te verenigen.
En om ons samen met God
te verzoenen. Vandaar dat
nadrukkelijke verschil tussen vlees en Lichaam. Dat is zo bedoeld.
Dàt Lichaam is gebaseerd, is
opgebouwd, op de berichten van Profeten en Apostelen, en Christus
Jezus is Zelf de hoeksteen van dit geestelijke gebouw; een gebouw
dat uit moet groeien tot een wereldwijde Tempel,
waar de Aanwezige Zelf
ons omarmt en ziet en hoort, waar we Hem
mogen toezingen, in
ons hart, en met hart en mond
en longen.
Het gaat om veel meer, dan om een gebouw zoals deze dierbare ruimte hier.
We zingen straks lied 971, en o.a. de regels:
maar niet met steen en hout alleen
is 't grote werk gedaan. 't Zal om onszelve gaan.
Zoals God groter is dan het heelal, omdat Hij
de Schepper ervan is, zo is de geestelijke
gemeenschap, het Lichaam des Heren, waar wij
als Lutheranen, als Protestanten, als Christenen,
deel van uitmaken, zo is de geestelijke gemeenschap
meer dan wij hier samen. Maar… we kunnen niet gemist worden!
Ook wij zijn belangrijk, we horen er bij.
De Joden
en alle anderen die geloven in de Heilige.
Jezus stuurde de leerlingen
er op uit om de goede boodschap te brengen van Gods
liefde voor iedereen, en daarmee worden ze apostelen, - ook zij genezen
en zalven en hebben macht
gekregen over demonen.
Dat is een teken, een levende
gelijkenis, dat het werk van Jezus
doorgaat, ook als Hij Zelf
straks niet meer Persoonlijk onder de mensen
rond zal gaan.
Ze zijn terug gekomen en ze deden verslag.
Daarna mochten ze even op adem komen, maar de massa gunt ze die rust
niet.
Jezus wel, en Hij
gaat naar de mensen toe.
We zien dan dat Hij een beeld
van God
is.
Hij is met de mensen begaan,
Hij heeft compassie,
‘want ze waren in Zijn
ogen als schapen die geen herder
hadden’.
Ze wisten dus zelf geen richting aan hun leven te geven, daarvoor komen
ze naar Hem toe -
en Hij begon ze veel dingen te onderwijzen.
Die moesten ze weten om verder te kunnen.
Zo leidt de Heilige ons op
de weg die we moeten gaan: met woorden.
De mensen hangen aan Jezus’
lippen!
Hij heeft woorden van
leven! Van eeuwig leven!
Dan komen de leerlingen er even heel practisch tussen door. Ze hebben zelf
wat gegeten en gerust, en denken
aan die mensenmenigte… Hoe moet
dat nu?
Jezus zegt nuchter: Jullie hebben
gepreekt, demonen uitgeworpen, mensen genezen, dan kun je ze vast ook wel te
eten geven.
Hallo! Ze hebben geen idee hoe dat moet!
Ze zullen vast geen bedrag in kas
hebben dat gelijk is aan meer dan een half jaarloon.
Ze hebben vijf broden, en twee vissen – als beleg.
Maar Jezus maakt het mogelijk dat de leerlingen doen wat Hij ze opdraagt: zij geven
al die mensen te eten. Dat doet Jezus door God te danken, de zegen uit te
spreken en door te delen.
Daarmee zien we de eerste eucharistie plaats vinden. Baroech Atta…
zegt Hij. Gezegend
U die ons alle(rlei) Goeds
geeft…
Dat is het Joodse gebed in allerlei omstandigheden, maar ook voor
het eten. Jezus
zegent dus niet het eten, maar Hij
zegent,
Hij looft
en dankt, de Gever
van al het goede. En van het eten.
We zien zo dat Jezus
hier de hoeksteen is, het draait om Hem,
maar Hij wijst in
alles naar God, met Hem
is Hij een.
De kerk heeft Jezus in de loop der tijden herkend als de vervulling
van Gods beloften,
als de goede Herder, ook daarin
De Geest,
die dichter bij ons is, dan zelfs Jezus kon zijn toen Hij
persoonlijk
naast ons liep, met mensen sprak en ze liefhad.
Het is de Geest die ons leert dat we wereldwijd één kathedraal
van lofzang mogen zijn, verbonden
in liefde.
Ook, en juist als daarginds in het land waar Jeremia en de leerlingen
preekten, waar Jezus
sprak en bloedde, stierf en opstond,
onbeschrijfelijke dingen gebeuren.
Als wij met de vinger wijzen naar de overheid daar, herinnert de Geest
ons er in alle liefde aan, dat er nog drie vingers naar onszelf wijzen.
En dat God tóch van ons houdt,
van hen en van ons.
Laten we dat in gedachten houden,
en blijven bidden.
Wij zijn geen cent wijzer, kijk
maar naar de uitkomst van onze eigen verkiezingen.
En toch houdt God van hen en
ons als van Zijn eigen,
dierbare kinderen.
Laten we, met Gods
hulp, meebouwen aan die Tempel van Liefde, waar ook misbaksels tot stevige muren
kunnen worden, omdat het cement uit Zijn
liefde bestaat.
Dan komt het goed. Hoe dan ook.
Als Jezus er maar bij is,
kunnen we veel met weinig.
Amen.
Muziek: “Prière” van N-J. Lemmens
Dienst van gaven en gebeden
God heeft ons vele gaven geschonken,
om ons blij te maken,
maar ook om ons de gelegenheid te geven anderen blij te maken, door er van te
delen.
Nu kunnen we dat doen in de collecte.
Na het gebed over de gaven zingen
wij: lied 971
Collecte
1.
Voor het werk in de eigen gemeente
2.
Voor de stichting Tussenvoorziening
www.tussenvoorziening.nl
De stichting Tussenvoorziening Utrecht komt in actie voor mensen in Utrecht en
omgeving die het in hun eentje niet redden. Doordat ze geen dak boven hun hoofd
hebben, en een steuntje in de rug nodig hebben, of hun schulden zich blijven
opstapelen, waardoor een voor hen uitzichtloze situatie ontstaat. Doen wat nodig
is om hen te helpen verder sterker te worden, dat is de kracht van de
Tussenvoorziening.
Gebed over de gaven
Lieve God,
U geeft Uzelf
aan ons.
wij bieden U ons
eigen leven aan.
neem het, zoals U ons geld aanneemt.
dat het dienstig mag zijn voor U,
en voor alle mensen waarvoor het gebruikt wordt.
Wijs ons in dit
alles de juiste weg.
Om Jezus’ wil.
Amen.
Lied
971
(Zing een nieuw lied voor God de Here)
Voorbeden
Laten we danken en bidden
met Maarten Luther:
Lieve God, Wij
willen U aanbidden en danken om alle goede dingen die U ons geeft naar lichaam
en geest, en vooral voor de blijde boodschap die
we mochten horen.
Geef dat die krachtig in ons werkt, en ons een diep begrip geeft van Jezus
Christus, die door Zijn dood onze gerechtigheid, door Zijn opstanding ons leven
en door Zijn Evangelie onze wijsheid geworden is.
Bron van
barmhartigheid, wij bidden U dat U Uw kerk, met allen die haar
dienen, wilt bezielen door Uw Geest, opdat Uw heilig Woord
er naar waarheid wordt gebracht. Dat
daardoor geloof en werkzame liefde versterkt mag worden in ons allen.
Zegen allen die geroepen zijn om op hun eigen plek in kerk en samenleving te
dienen, en met name
hen die worden opgeleid tot het ambt dat de verzoening
preekt.
Ook bidden wij U voor zending, en dienst aan de naaste.
Voor Israël, Uw volk, en zijn omgeving, om Uw beloften aan Abraham, Izaäk en
Jacob, aan Sara, Rebekka, Rachel en Lea...
Dat zij tot zegen zijn.... Dat alle partijen die tegenover elkaar staan worden
verzoend met U en met elkaar in Uw Liefde.
Wij bidden U voor
koning en vaderland, voor allen die macht en verantwoordelijkheid hebben, dat
zij die mogen uitoefenen in Uw kracht en wijsheid, opdat gerechtigheid
en vrede overal ter wereld moge groeien.
Zegen de
opvoeders van de jeugd met liefde,
vertrouwen, en gevoel voor humor.
Geef mensen eerlijk werk, en maak ons dankbaar voor het voedsel dat we dagelijks
van U krijgen.
Denk in Uw
goedheid aan alle mensen in nood,
Geef de zieken de
gratie zich aan U toe te vertrouwen en troost
hen die in rouw gedompeld zijn.
Wij bidden voor allen die hier niet aanwezig konden zijn, door ziekte of
ouderdom, door vacantie of anderszins.
Wij bidden U voor de zieken in onze gemeente en in ons leven daaromheen…
…
Weer in Uw genade
alles van ons af
dat leven en geloof bedreigt.
Blijf dan bij ons, in alle voor- en
tegenspoed, opdat wij in vreugde voor U leven, in
Uw genade sterven en Uw Rijk binnengaan
door Jezus Christus, Uw Zoon, met U en de Heilige Geest, waarachtig God,
hooggeloofd in eeuwigheid.
Met Hem willen wij U danken en bidden met de woorden:
Onze Vader, die in de hemelen zijt,
Uw Naam worde geheiligd, Uw Rijk kome.
Uw Wil geschiede, gelijk in de hemel,
zo ook op aarde;
geef ons heden ons dagelijks brood;
en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
en leid ons niet in verzoeking.
maar verlos ons van het kwade.
Allen gaan
staan
Ons slotlied is: 416 (Ga met God)
Zegen:
De gemeenschap
met God,
met alle Heiligen en met elkaar
wil Uw harten en gedachten
vullen,
Uw doen en laten,
Uw bidden en danken.
Van nu aan tot in alle eeuwigheid.
† Zo zegent
ons allen
de Vader, de Zoon
en
de Heilige Geest.
Amen!
Orgelspel: de 7de van de 8 kleine preludes en fuga’s van J. S. Bach
Daarna
dronken
we
koffie...
Het
was
gezellig!