Voor eerdere diensten klik hier:
Zondag 8 na Trinitatis 29 juli 2012 in de Vredekerk te Soesterberg.
Voorbereiding
Orgelspel
Stilte voor persoonlijk gebed ingeluid door kerkklok.
Tegelijkertijd wordt in de consistoriekamer
het consistorie-gebed uitgesproken door de ouderling
van dienst: Marchien Hartholt
Diaken: Marja Keddeman Koster: Bert Keddeman
Organist: André Verheus
Binnenkomst kerkenraad en
voorganger
Gemeente gaat staan.
Drempelgebed
Uitgesproken door de ouderling
van dienst, vóór het liturgisch centrum.
Aanvangslied: psalm 104: 1, 7 en 9 zonder nadere aankondiging.
De voorganger neemt plaats achter liturgietafel.
Tijdens dit lied steekt een kind de paaskaars aan.
Votum en groet:
V.:
Onze hulp is in Naam van de Heer
G.:
die hemel en aarde gemaakt heeft.
V.:
De Heer
zal met u zijn.
G.:
De Heer zal u bewaren.
V.: Genade en vrede, liefde en goedheid van God, voor U allen!
G.: Amen.
Klein Gloria
Gemeente gaat zitten.
Kyriëgebed (gebed om ontferming)
Heer, die ons roepen hoort,
hoog in de hemel, en dicht aan ons hart,
verberg U niet om onze zonden.
Verberg U niet om onze lauwheid,
maar hoor ons, als wij vragen om vergeving
en nieuwe kracht. Als wij vragen
om geruststelling en een nieuw begin.
Heer, die de harten kent,
vergeef ons al wat wij misdeden,
en laat ons weer in vrede leven.
Zo bidden wij zingend:
Amen.
Groot Glorialied: TussenTijds 55 = GvL 491
Looft de Heer, al wat gemaakt is, prijst Zijn Naam, verheft Hem voor eeuwig,
dankt voor uw bestaan...
Dienst van het Woord
Gebed bij de opening van de Heilige Schrift.
Heilige Geest, goede Geest,
leg ons de woorden uit
die opgeschreven staan, en die de gelovigen
de eeuwen door hebben bewaard en doorgegeven, omwille
van Jezus Christus, onze Heer.
Amen.
Lezingen : Jesaja 63: 7 – 9
Boven dit stukje staat het kopje: gebed van een boeteling. En dit gebed
begint met het loven van God, zoals dat ook het geval is in het Onze Vader.
7 Ik zal de liefde van
de Heer gedenken
en Zijn roemrijke daden bezingen:
alles wat de Heer voor ons heeft gedaan,
de goedheid die Hij het volk
van Israël bewees
in Zijn ontferming en onbegrensde liefde.
8 Hij
zei: ‘Natuurlijk, het is Mijn
volk!
Mijn kinderen zijn te vertrouwen.’
Daarom wilde Hij hun Redder zijn.
9 In al
hun nood was ook Hijzelf in nood:
zij werden gered
door de engel van Zijn tegenwoordigheid.
In Zijn liefde en
mededogen heeft Hij hen Zelf
verlost,
Hij tilde hen op en heeft hen gedragen,
alle jaren door.
Om die liefde en grote daden willen ook wij de Heer
loven en danken met het zingen van Gez. 219: 1, 2 en 6
Christus onze Heer is voor ons
gestorven
en Hij daalde neer in het
doodsgebied,
deed de dood te niet in de nieuwe
morgen.
Daarom, zingt Hem toe! Hij is onze Heiland.
Wordt zijn lof niet moe! God is
opgestaan
om de hand te slaan aan de oude
vijand.
Efese 3: 14 – 21 Het Boek
De apostel schrijft over Christus, over het
nieuwe leven, over het feit dat er in Christus geen
verschil is tussen Joden en niet-Joden,
Gods geheime plan
voor deze verdeelde wereld!
Hij gaat verder:
14 Wanneer ik eraan denk
hoe wijs en groot
Gods plan is, val ik op mijn knieën voor Hem
neer.
15 Hij is de Vader van al Zijn
kinderen, zowel in de hemel als op aarde.
16 Ik vraag Hem
u vanuit Zijn heerlijke rijkdom
de innerlijke kracht van de Heilige
Geest te geven.
17 Ik bid dat Christus meer en meer
in u mag wonen, naarmate u Hem
meer gaat vertrouwen. Dat u geworteld
zult zijn in Gods liefde en daarop
uw leven zult bouwen.
18 Zodat u dan, samen met alle gelovigen, zult zien
hoe breed, lang, hoog en
diep de liefde
van Christus is.
19 En zodat u zult ervaren en begrijpen
dat die liefde van Christus
ons menselijk verstand te boven gaat. Uw hele wezen
zal dan vol van God zijn.
20 God kan oneindig veel meer doen
dan wij ooit kunnen bidden of beseffen.
Dat blijkt uit de kracht die in
ons werkt.
21 Hem komt voor altijd en eeuwig alle
eer toe in de Gemeente door Jezus
Christus. Amen!
Gods scheppende kracht is wonderbaarlijk groot, en voor ons onbegrijpelijk.
Wij
zingen daarvan uit TussenTijds 192 Van
grond en vuur zult Gij ons maken… = Lied 773
Marcus 6:
45: 52
Het is direct na de wonderbare spijziging van de 5000, waarbij de Heer met 5
broden en 2 visjes zoveel mensen te eten heeft gegeven, en met Zijn woorden
zoveel zielen heeft gevoed. We lezen:
45. En direct drong Hij er bij Zijn leerlingen op aan dat ze aan boord van het
schip zouden gaan, en dat ze Hem voor zouden gaan naar Bethsaïda, aan de
overkant, terwijl Hij Zelf de menigte
naar huis liet gaan.
46. En nadat Hij afscheid van hen genomen
had, ging Hij weg om te bidden, (Hij ging) naar
de berg.
47. Toen het al laat op de avond was, bevond het schip zich midden
op het meer, en Hij was alleen aan land.
48. En Hij zag hoe ze zich afbeulden aan de riemen,
want ze hadden de wind tegen…
Rond de vierde nachtwake gaat Hij in hun richting, lopend over het meer
– maar Hij koos er voor om langs ze heen te lopen.
49. Zij, die Hem over het meer zagen lopen dachten: Het is een spookgestalte!
En ze gilden het uit.
50. Want allemaal zagen ze Hem, en ze waren de kluts helemaal
kwijt.
Maar Hij begon tegen ze te spreken.
Ja, Hij zei tegen ze: Moed
houden! Ik Ben (Er).
Wees niet bang.
51. En Hij ging bij ze aan boord, en de wind ging liggen – en zij waren
volkomen buiten zichzelf!
52. Want aan de hand van de broden hadden ze het nog niet begrepen,
maar (voegt Marcus er droog aan toe:) ze
hadden eelt op hun ziel.
Tot hiertoe de lezing.
Wij
zingen: Gezang
447: 1 en 6
= Lied 943
Preek
Genade zij u en vrede van God
onze Vader en van Jezus Christus,
onze Heer,
door de Heilige Geest.
Lieve gemeente,
Wanneer je als voorganger de lezingen voor een zondag gaat bekijken,
zoek je graag naar overeenkomsten.
Vaak zie je die niet zo snel, en dan kan het wel eens moeilijk
worden om een samenhangend geheel te
maken van de preek.
Maar vandaag is er één onderwerp dat
in alle drie de lezingen naar voren komt, en dat is: bidden.
In Jesaja
63 zijn
de ballingen teruggekeerd naar het Heilige
land, de belofte waar we het
veertien dagen geleden over hebben gehad, is vervuld;
makkelijk is het leven niet, maar de mensen
zijn wel tot inkeer gekomen. In elk geval
degene die hier bidt.
Hij wil boete
doen voor de zonden van zijn volk, voor
de fouten van zijn voorvaderen. En hij
wil voor alles de liefde
van de Heer gedenken en Diens grote daden
bezingen. Daar begint hij mee voordat
hij later zal erkennen dat het volk grote
zonden heeft begaan.
Het gaat hem allereerst om God. Om Gods eer.
Niet om de mens. Ook niet om zijn eigen belang.
In de brief
aan de gemeente
in Efese
horen we hoe Paulus voor hen bidt.
Hij gaat voor hen door de knieën, en hij spreekt allereerst over Gods
heerlijkheid en liefde
en Vaderschap, waardoor de gelovigen tot Gods
familie horen. Dit zijn de dingen, die Paulus het vertrouwen
geven om voor de gemeente te bidden om
kracht en geestelijke groei.
In het Evangelie
hoorden we hoe Jezus de berg
opging na een uitputtende dag met zieken
en zoekers, met Zijn leerlingen, die terug
waren gekomen van hun evangelisatietocht door
het land, na een poging om even tot rust
te komen die mislukte, doordat de mensen van alle kanten naar hen toe
stroomden, tot 's avonds laat…
De Heer bleef ze tot laat onderwijzen,
en er was daar geen catering, maar er waren wel vijf broden
en twee vissen. Daarmee heeft God
een grote massa mensen gevoed.
Het moet doodvermoeiend geweest zijn
voor onze Heer Jezus, want het hield maar
niet op, en Hij werd ondanks Zijn eigen
vermoeidheid met ontferming bewogen,
omdat Hij zag dat
de mensen waren als schapen zonder herders.
Maar nu zijn ze allemaal gevoed naar lichaam
en geest, ze gaan naar huis, de leerlingen
zijn op de boot naar de overkant gezet,
en Jezus gaat de berg
op, om te bidden.
Ik weet niet hoe het u vergaat, maar ik val nog wel eens in
slaap voordat ik aan bidden toegekomen
ben, of halverwege mijn avondgebed.
Maar Jezus kàn níét gaan slapen.
Hij moet met Zijn Vader in de Hemel spreken
voordat Hij verder
kan.
Hij moet tot ZichZelf komen.
En dat is me nogal een gesprek geweest,
want we lezen dat het al in de vierde nachtwake is, voordat Jezus,
over het water lopend, midden op het meer
is.
De nacht was verdeeld in vier nachtwakes,
daarin losten de schippers elkaar af.
De vierde was het zwaarst. Dat is vlak voordat het morgen
wordt, en dan heb je hele de nacht al gewerkt.
Dat
gaat in elk geval op voor de leerlingen: ze hebben heel
de nacht aan de riemen gehangen, want ze
hadden geweldige tegenwind…
Het is een lang gesprek geweest, dat
de Heer had met Zijn Vader.
Dat is duidelijk.
Waarschijnlijk ligt de glans van de Nabijheid
Gods nog over de Zoon, (hetgeen, zoals u zich zult herinneren, ook het geval was met
Mozes, wanneer deze met de Heilige gesproken
had), want wanneer de leerlingen Hem zien,
(en waarom zouden ze Hem zien in het donker van die storm, tenzij Hij vlàk-
en vlakbij was), maar wanneer de leerlingen Hem
zien, gillen ze dat ze een spook
zien.
Een geest… Een lichtende
gestalte waarschijnlijk.
En hun gebed is kort: Hèlp!
God, hèlp!
En het antwoord op hun gebed komt van Jezus,
en komt van God tegelijk. Dat is een geheim
dat te groot is voor ons om te begrijpen, daarom
zeggen we: Jezus
is Gods Zoon. En dat is Hij wezenlijk anders dan dat wij mogen zeggen dat we Gods
kinderen zijn. Bij Gods familie horen, zoals Paulus
zegt.
Waar Jezus is, daar is God.
Dat wordt duidelijk, wanneer Hij tegen de
leerlingen in nood roept: Moed houden!
Ik Ben. Wees niet bang.
Ik Ben. Wij vertalen al snel: Ik ben er.
Maar er staat: Ẻγω ειμι.
Dat is de Griekse vorm van de GodsNaam.
De Naam, die in Jezus'
dagen nooit meer werd uitgesproken, zover wij weten, behalve één
keer in het jaar door de Hogepriester.
Maar
dit is het diepste antwoord
van God op al onze gebeden:
Ik Ben. En dat betekent ook: Ik ben er
voor jou.
Ik ben bij je, alle dagen van je leven. Wat er ook gebeurt,
in welke nood je ook verkeert, Ik
ben er bij, en Ik laat je niet vallen.
Ik draag je er doorheen.
U herinnert U misschien dat in Jesaja 63:9 staat: Hij tilde
hen op en heeft hen gedragen,
alle jaren door.
Zoals een moeder een kind draagt,
zoals een herder een lam
draagt, dat verdwaalde en niet meer verder
kan.
En zoals het bekende verhaal van de voetstappen
in het zand… iemand die omkijkt
en ziet dat op het levenspad steeds twee paar voetstappen te zien
waren.
Maar op de momenten waar het zo moeilijk was… daar zag je maar één
paar voetstappen.
Laat God je dan in de steek, wanneer het
moeilijk is?
Dat gevoel hebben wij wel eens.
Nee, het antwoord is: toen heb Ik
jou gedragen.
Maar wij zien dat vaak pas achteraf.
Niet wanneer we in de diepste nood
zijn.
En dat zijn de leerlingen!
Voor de mensen uit Jezus' dagen betekende
het water een griezelig monster, dat je nooit
kon vertrouwen, en dat je zomaar kon pakken.
Het was voor hen als het ware het laatste ongeordende
stukje chaos, alsof God de schepping
net niet helemaal af had gemaakt…
Water, dood,
gevaar, duisternis… het is ook voor geharde vissers dood-èng. Letterlijk.
Misschien wel juist voor hen, want voor hen is het geen
tochtje op de Vecht of de plassen
op een mooie zomerdag, maar zij kennen uit eigen ervaring,
en uit de verhalen van andere vissers, de noodlottige
gevaren van het diepe
water. In hun paniek zien zij dan alleen maar nóg een gevaar
aankomen: een geest in fladderende kleren,
door de wind, die over het water gaat…
Hun angst laat geen ruimte om iets anders
te zien.
Zij zien niet: Jezus, die het monster van
de diepte de voet op de nek zet.
Zij zien niet: Jezus, die de chaos, de dood
en de angst overwint.
Maar Hij ís er. Hij is er bij.
En Hij spreekt hen als eerste moed in.
Hij komt aan boord. Dan gaat de wind
liggen.
Als een hond die weet wie de Baas is.
Maar de leerlingen? Die zijn nog steeds
helemaal ondersteboven.
Ze durven hun ogen
en hun oren niet te geloven.
Marcus, die een van hen was, zegt nuchter:
ze hadden eelt op hun ziel.
En
ze hadden toch
al heel wat meegemaakt.
Kijk, ze konden nog wel geloven dat ziekten en demonen
gehoorzaamden aan Jezus,
en ook aan hen, als ze de Naam van Jezus
uitspraken, want ja, dat is een andere dimensie. Wij zouden nu –
ten onrechte – zeggen: het zit tussen
je oren. Maar ze hebben ook gezien hoe Jezus
de materie, brood en vis,
kon vermenigvuldigen. Tastbare
zaken.
Onbegrijpelijk. Daar hadden ze het moeilijk mee.
Misschien kwam daar die storm, de tegenwind
wel vandaan… Het kwaad maakt graag gebruik
van onze zwakke punten…
En nu moeten ze leren dat Jezus het onberekenbare
kwaad met voeten treedt, en dat
de stormwind zich aan Zijn voeten neerlegt.
Dat Hij zelfs de elementen beheerst.
Pas wanneer ze dat kunnen aanvaarden, hebben ze de ruimte
in zich om te horen wat Jezus werkelijk
zegt: Ik Ben.
Ik ben (die) Ik
Ben. Ik ben God.
Ze hebben het, zoals ook ons zo vaak
overkomt, pas achteraf werkelijk gehoord
en begrepen.
Vaak horen we de woorden wel, maar het kan dagen, jaren
duren, voordat je snapt wat er gezegd werd.
Soms hebben wij daar, net als de leerlingen, de Heilige
Geest voor nodig, en het is goed dat wij daar om voor
elkaar bidden zoals Paulus dat deed voor de gemeente in Efese,
toen hij zei: Ik vraag God
u vanuit
Zijn heerlijke rijkdom
de innerlijke kracht van de Heilige
Geest te geven.
Ik bid dat Christus meer en meer in
u mag wonen, naarmate u Hem
meer gaat vertrouwen. Dat u geworteld
zult zijn in Gods liefde en daarop
uw leven zult bouwen.
Zodat u dan samen met alle gelovigen, zult zien
hoe breed, lang, hoog en
diep de liefde
van Christus is.
En zodat u zult ervaren en begrijpen dat
die liefde van Christus
ons menselijk verstand te boven gaat. Uw hele wezen
zal dan vol van God zijn.
Wanneer wij zo voor elkaar, en
dus ook voor onszelf, bidden, is dat
een sterk wapen tegen de paniek.
Dan hoeven we niet meer overal gevaar te zien en blindelings om hulp
te roepen.
Dan zullen we anders leren bidden.
Dan beginnen we, zoals Jezus het ons
leerde in het Onze Vader, en zoals de boeteling in Jesaja 63 ons voordeed, in
dankbaar vertrouwen, met de lof op Gods
liefde, Gods grootheid, voordat wij onze
zorgen bij Hem neerleggen… En dat mogen we dan ook rustig doen. God
kan oneindig veel meer doen dan
wij ooit kunnen bidden of beseffen.
Dat blijkt uit de (Geest)kracht die in
ons werkt.
Houd dus moed!
God komt voor altijd en eeuwig alle
eer toe in de Gemeente door Jezus
Christus. Amen!
orgelspel
Gezang 258: 1, 2 en 3 Halleluja, lof zij de Heer! Aanbidt de Vader, geeft Hem eer, de Schepper aller dingen...
Dienst van de Gaven
Helaas is er een mededeling
van een overlijden. (De
gemeente staat op.)
Het is mevr. Annie Kooistra. In de leeftijd van 81
jaar werd zij thuis gehaald. Zij was weduwe en heeft een dochter en een
zoon. Ook had zij een goede vriend hier, mijnheer Delfsma. Zij gaan al 11 jaar
met elkaar om. Dus ook voor hem is het een groot verlies.
...
De HEER is mijn herder,
het ontbreekt mij aan niets.
Hij laat mij rusten in groene weiden
en voert mij naar vredig water,
Hij geeft mij nieuwe kracht
en leidt mij langs veilige paden
tot eer van zijn naam.
Al gaat mijn weg
door een donker dal,
ik vrees geen gevaar,
want U bent bij mij,
Uw stok en Uw staf,
zij geven mij moed.
U nodigt mij aan tafel
voor het oog van de vijand,
U zalft mijn hoofd met olie,
mijn beker vloeit over.
Geluk en genade volgen mij
alle dagen van mijn leven,
ik keer terug in het huis van de HEER
tot in lengte van dagen.
De gemeente gaat zitten.
Voorbeden
Lieve Vader in de Hemel, dank U wel dat U ons leven wilde delen in Jezus, en dat
U, toen Hij weer terug was bij U, ons de Heilige Geest wilde sturen, zodat we
nooit meer alleen zijn, en nooit meer bang hoeven te zijn.
Wil ons helpen dat nooit meer te vergeten, nooit meer in paniek te raken,
wanneer wijzelf geen uitweg meer zien, en geef dat de Geest, al is het met
onuitsprekelijke verzuchtingen, zelf onze lofzang en ons gebed mag zijn.
Lieve God, wij danken U voor Uw grote genade.
Wij danken U, dat U ons vaste grond onder de voeten wilt geven, waar wij denken
kopje onder te gaan.
Wij bidden hier voor elkaar, als Uw kinderen, dat u allen hier vanuit Uw heerlijke
rijkdom
de innerlijke kracht van de Heilige
Geest te geven. En dat Christus meer
en meer in ons allen mag wonen. Help
ons om steeds meer op Hem te vertrouwen.
Geef dat wij zo geworteld mogen zijn in Uw liefde
en daarop ons leven zullen bouwen.
Ook al ervaren en begrijpen wij dat die liefde
van Christus ons menselijk verstand te boven
gaat, wij willen daaraan vasthouden, in de hoop dat dan ook ons hele wezen
dan vol van God zal zijn.
Dank, Vader, voor alle goede en fijne dingen hier.
Wij bidden U voor alle mensen die het zoveel zwaarder hebben. Voor
vluchtelingen, voor uit-geprocedeerden, voor de mensen in Syrië en andere
oorlogslanden…
Dat ook daar eenmaal de storm mag gaan liggen, omdat men U aan boord heeft.
Wij bidden U voor het werk in Sri-Lanka waarvoor wordt gecollecteerd.
En voor alle vervolgde Christenen, wereldwijd, maar vooral in Noord-Korea.
Wat
onze eigen gemeente betreft danken wij voor de 85ste verjaardag die mijnheer
Verheus a.s. woensdag hoopt te vieren. Geef hem nog goede en gezonde jaren,
vragen wij U.
Voor onze zieken bidden wij…
En ook danken wij voor het leven van mevrouw Annie Kooistra.
Dat U haar nu in Uw armen mag dragen
naar het huis waar U voor haar een plekje vrij gehouden hebt.
Ook voor haar dochter en haar zoon bidden wij U.
Zij zullen haar missen, maar niet alleen zij, ook haar dierbare vriend mijnheer
Delfsma, voor wie zij zoveel betekend heeft, de laatste 11 jaar.
Sterk hén, maar ook iedereen die een dierbare heeft verloren aan de
dood, of aan het leven…
Steun en troost hen allen, want in Jezus hebt U de dood overwonnen, en vinden
wij elkaar terug in Uw eeuwige Liefde.
en in stilte van dit uur bidden wij voor wat ons nog meer ter harte gaat:
- Stilte voor persoonlijk gebed –
Onze Vader
Afkondigingen door de ouderling van dienst
Collecte: 1e collecte: kerk en pastoraat.
2e collecte: Diaconie - Stichting Pikaspon
Pikaspon is een kleine
humanitaire stichting voor het verlenen van hulp in ontwikkelingslanden. Hun
hoofdactiviteiten liggen in Sri-Lanka en zij richten zich voornamelijk op
opleidingen voor b.v. timmerman, loodgieter, bouwvakker. Ook zijn er opleidingen
voor meisjes waar zij leren voor naaister, kapster, administratief medewerkster,
etc. www.pikaspon.nl
Tijdens de collecte
is er orgelspel (en
de kinderen uit de crèche komen in de kerkzaal).
Slotzang: TussenTijds
175: 1 en 4 (staande)
=
Lied
657
Zegen.
Gods zegen
draagt ons door dood en doop heen naar het leven in eeuwigheid.
Gods Geest geeft ons de woorden van eeuwig leven
in de mond, en de moed in ons hart om die te spreken.
Gods geliefde Zoon gaat aan onze zij, wanneer we
hier vandaan gaan.
Zo zijn we dan gezegende mensen,
in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen
Orgelspel
(en dan wordt er nog koffie gedronken...)