Voor eerdere diensten klik hier:
Zondag 7
na Trinitatis in de Lutherse kerk te Zeist
Organist: Mevrouw
Hetty van de Kolk
Stilte
Klokgelui
Orgelspel
Afkondigingen.
Wij
zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige
Geest.
Amen
Onze Hulp
is in de Naam van de Heer
die
hemel en aarde gemaakt heeft.
Die
trouw houdt tot in eeuwigheid
en
niet loslaat het werk van Zijn handen.
Gebed
van toenadering
Heer,
vergeef
ons al wat wij misdeden,
opdat
wij weer in
vrede
leven.
Amen.
Zo lief
had God deze wereld,
dat Hij Zijn eniggeboren Zoon
gegeven
heeft, opdat ieder
die in Hem gelooft
aan het verderf
ontkomt,
en eeuwig leven
hebben mag!
Introïtus:
De Antifoon:
Gemeente:
Psalm 47: 1 + 3 + antifoon
Laten
we de Heer aanroepen om ontferming
met de nood
van deze wereld,
- die is groot! -
maar laten wij dan ook
Zijn Naam
prijzen,
omdat
er aan Zijn
barmhartigheid
geen
einde komt!
Zondagsgebed
Heer
van
Hemel
en aarde,
wij
aanbidden
Uw
goedheid,
wij loven
Uw
aanwezigheid,
wij smeken
U:
hoor
onze lofzang en onze gebeden,
verlicht
ons hart door Uw
Geest.
Dat
bidden wij U door Jezus
Christus,
onze Heer,
die met U
en Uw
Geest
leeft en regeert,
nu en tot in eeuwigheid.
Amen
Lezing
Oude Testament: Hosea
11: 1 – 11
In
dit hoofdstuk vinden we een profetie, waarin de Heer Zich beklaagt
over Zijn volk, en dat duidt Hij aan met Efraïm…
U
weet dat de lievelingszoons van vader Jacob Jozef en Benjamin waren.
Jozef werd na veel narigheid in Egypte onderkoning, en kon zo het
gezin en de familie van zijn vader redden, toen er een grote
hongersnood was.
Jozef had twee zoons, Manasse, de oudste,
en Efraïm, de jongste. Toen vader Jacob op sterven lag, bracht
Jozef zijn jongens bij hem, op nadrukkelijk verzoek van Jacob, om
diens zegen te krijgen.
Daarmee kon hij hen dus een deel van de
erfenis geven - daar gáát het hier om - in Jozefs
plaats. Daarmee staan ze in het verbond en in de zegen op gelijke
plaats met Juda en Ruben en al de anderen. Ondanks het feit dat hun
moeder een Egyptische is.
Zij zijn de kleinkinderen van Rachel,
Jacobs geliefde vrouw. Dat is belangrijk!
Goed, Jozef staat daar
met zijn kinderen voor Jacob: de oudste, Manasse voor Jacobs
rechterhand, en de jongste, Efraïm voor Jacobs linkerhand, zo
dat de belangrijkste zegen, die het recht geeft op een dubbel deel
van het land, met de rechterhand gegeven zal worden aan Manasse. Zo
hoort het.
Maar Jacob, van Hogerhand geïnspireerd, kruist de
handen en geeft Efraïm de zegen van de oudste. Ondanks de
protesten van Jozef.
Zo is het duidelijk dat Efraïm Jacobs, maar
ook Gods oogappel is.
Dat komt eveneens tot uiting in de lezing die
we nu horen, want Efraïm is daar een koosnaam voor het volk
Israël.
Verder
zien we hier een paar beelden van Gods liefde voor Zijn volk, na
elkaar: eerst die van een moeder die haar kind leert lopen, het
knuffelt en op de arm neemt, of van iemand die een ezeltje verzorgt,
en voorzichtig aan de teugels leidt… (Zo vertaalt de NBV het,
ik houd het bij de Moeder die een kind knuffelt.)
Beide lezingen zijn
in het Hebreeuws mogelijk!
Maar… stank voor dank!
De
zoon groeit op, en gaat zijn eigen gang, en doet wat vader persé
niet wil, en trapt Hem op het hart.
Pa is razend, en ze blijven
maar dwars.
Nu, wat Hem betreft kunnen ze terug naar Egypte en terug
in de ballingschap, waar Hij hen juist uit had gered!
Maar
ja, liefde wint het altijd. Omdat God Heilig is, en dus heel anders
dan mensen, laat Hij ze niet in de steek, en blijft Zij met hen
begaan.
Dan een commentaar van de profeet of van iemand anders,
een heel menselijk commentaar, waarna we de slotzin van de Heer
horen.
Ik hoop dat u zo de lezing makkelijker verstaat. We
lezen:
11:1
“Toen Israël
nog een kind
was, had
Ik
het lief;
uit Egypte
heb
Ik
Mijn
zoon weggeroepen.
2
Hoe harder
ze
geroepen
werden,
hoe meer
ze hun eigen weg gingen.
Ze
brachten offers
aan de Baäls
en brandden
wierook
voor godenbeelden –
3
terwijl Ik
het toch was die Efraïm
leerde lopen
en hem
op Mijn
arm
nam.
Maar zij beseften niet dat Ík
hen verzorgde.
4
Zacht
leidde Ik
hen bij de teugels,
aan koorden
van liefde
trok Ik
hen mee;
Ik
verloste
hen van het juk
om hen te laten eten,
Ik
hield
hun het voer
zelfs nog voor!
5
Zouden
zij niet naar Egypte
terugkeren,
zou
Assyrië niet over hen heersen,
nu
zij weigeren
naar Mij
terug
te keren?
6
Het
zwaard zal huishouden
in hun steden
en
hun orakelpriesters
neerhouwen
om alles
wat ze hebben uitgebroed.
7
Mijn
volk
bijt zich vast in zijn ontrouw jegens Mij.
Al
roepen ze tot Mij,
de Allerhoogste,
Ik
zal hun lot niet verlichten.
8
Ach
Efraïm,
hoe zou Ik
je ooit kunnen prijsgeven?
Hoe
zou Ik
je kunnen uitleveren, Israël?
Zou
Ik
je prijsgeven
als Adma,
je laten ondergaan
als Seboïm?[1]
Mijn
hart wordt verscheurd,
door
barmhartigheid word
Ik
bewogen.
9
Ik
zal Mijn
toorn laten varen
en Efraïm
niet opnieuw
te gronde richten.
Want
God
ben Ik,
en geen mens,
Ik
ben in jullie midden, Ik
ben Heilig,
Ik
zal niet meer in woede
ontsteken.”
_________________________________________________
10
De
HEER
zal brullen
als een leeuw
en zij zullen Hem
weer volgen.
Wanneer
Hij
brult,
keren ze schuchter
terug
van overzee,
11
als
bange
vogeltjes
komen
ze uit Egypte,
als duiven
uit Assyrië.
_________________________________________________
“Dan
laat Ik
hen weer wonen in hun eigen
huis”
– zo spreekt de Heer.
[1] Steden in de buurt van Sodom en Gomorra, die hun lot deelden!
Over
bange vogeltjes gesproken, zo voelen we ons soms. Maar het
gradualelied kan ons troosten.
Gradualelied
: 800: 1, 3 en 4
Epistellezing: Kolossenzen
3: 12 – 17
Je
bent bekeerd, je hebt Jezus erkend als je Heer en Heiland, door Gods
genade, en dan komt het dagelijks leven. Voor de gemeente in de grote
en drukke stad Colossos, maar ook voor ons in het wat rustiger Zeist
en omgeving. Hier wordt ons een handleiding gegeven in Christelijk
leven en ook in Christelijk samen-leven! We lezen:
13 Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft; zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven.
14 En bovenal, kleed u in de liefde, dat is de band die u tot een volmaakte eenheid maakt. 15 Laat in uw hart de vrede van Christus heersen, want daartoe bent u geroepen als de leden van één lichaam. Wees ook dankbaar. 16 Laat Christus’ woorden in al hun rijkdom in u wonen; onderricht en vermaan elkaar in alle wijsheid, zing met heel uw hart psalmen en hymnen voor God en liederen die de Geest u vol genade ingeeft. 17 Doe al wat u zegt of doet in de Naam van de Heer Jezus, terwijl u God de Vader dankt door Hem.
Allen
gaan staan
HALLELUJA!
Voorzang
(psalmwoord uit ps. 95):
Het
Heilig Evangelie staat geschreven bij: Lucas 12: 13-21
Jezus
waarschuwt Zijn leerlingen, en daarmee de duizenden, die gekomen zijn
om Hem te horen, voor het vergif van de Farizeeërs, die braaf
zijn met de mond, maar zwart van hart. Wat je doet, komt altijd
aan het licht, zegt Hij. Ze moesten Hém geloven.
En ook zegt
Hij: vertrouw op de Heilige Geest, als je je moet verantwoorden, want
Zij zal je het goede antwoord in de mond geven.
Dan
gebeurt het volgende:
13.
Daar zei iemand
uit de menigte
tegen Hem:
‘Meester,
zeg
mijn broer eens de erfenis met mij te delen!”
14.
Maar Hij
zei tegen hem: “ Man,
wie heeft Mij
aangesteld
tot rechter of
arbiter
tussen
jullie?”
15. Hij
zei tegen ze: “Let óp, en pas óp voor allerlei hebberigheid:
als iemand overvloed
heeft, dat z’n leven
niet bestaat bij de gratie
van diens bezittingen!”
16.
Hij
vertelde hen een gelijkenis
en zei:
“Van een zekere rijke
man bracht
het land
overvloedig
op.
17.
En hij overlegde
bij zichzelf als volgt:
‘Wát
moet ik nou doen?
Want ik heb geen
(plek)
om mijn vruchten
bij elkaar onder
te brengen...’
18.
En hij zei: ‘Dàt doe ik: Ik zal mijn opslagplaatsen
slopen, en ik zal grótere bouwen,
en daar zal ik al mijn graan
en al mijn goederen
bij elkaar onder
brengen.
19. En ik zal tegen mijzélf zeggen:
‘(Kerel),
je hebt veel goederen
liggen, (goed) voor vele
jaren. Néém het er maar van, eet, drink,
voel je lekker!’
20.
Maar God
zei tegen hem: “Domoor!
Déze nacht
nog
zullen ze je ‘zelf’ (je
leven) van
je opeisen!
Wat
je voorbereid
hebt..... van wie zal het zijn?”
21.
Zo vergaat
het wie maar oppot
voor zichzelf,
en niet rijk
is wat God
betreft!”
Zalig
die het Woord van God horen en er gehoor aan geven!
Credo
In
antwoord op Gods woord willen wij ons geloof belijden door samen te
zeggen:
Ik
geloof in de Geest van leven en liefde
ver aan mij vooraf,
royaal aan mij voorbij
maar ook in mij aanwezig.
Soms
noem ik hem God,
maar het liefst noem ik haar Schepper.
Ik
geloof in mensen gedreven door de Geest,
die mij voorleven wat
leven betekent,
en wat liefde vermag.
Daarom
geloof ik in Jezus,
en in anderen die leefden en leven in dat
spoor.
Ik
geloof in de gemeenschap van de Geest:
mensen die recht doen en
vrede stichten,
die zich oefenen in breken en delen.
Ik
geloof dat niet het laatste woord
zal zijn aan de dood,
maar
aan het leven en de liefde.
Allen
gaan zitten.
Preek
Genade
zij
u en vrede
van God
onze Vader
en van Jezus
Christus,
onze
Heer,
door de Heilige
Geest.
Zusters
en broeders, vrienden en vriendinnen in Christus…
Het
is zomer. Het is vacantie.
Zomervacantie
betekent niet
dat we vacantie van
God
hebben. Integendeel!
Het is juist
de tijd waarin we ons leeg
kunnen maken, letterlijk,
om ruimte
te hebben voor Hem.
De oude Latijnse term waar ons
woord vacantie van is afgeleid luidt: ‘vacare Deo’.
‘Je leegmaken voor God’.
Even geen
geploeter,
niet
hard werken, niet
de dagelijkse
zorgen,
maar ruimte
in je leven
en in je ziel voor God.
Dát
is waar Jezus
het over heeft in Zijn
preek, in Zijn
gelijkenis,
en de conclusie
die
Hij
daaruit trekt.
Je ware rijkdom
is in God.
Sommige
mensen nemen op vacantie
een stapel boeken mee, of ze laden die op hun e-reader, je kunt ook
zeggen:
nu
ga ik eens de tijd
nemen om elke
dag een hoofdstuk lezen
in de Bijbel, of
2 of 3 –
je bent vrij om te kiezen.
En dat hoeft niet persé
in de vacantie,
natuurlijk. Als je de Bijbel achter elkaar door
leest, ga je veel
meer verbanden
zien.
Toen
de Nieuwe Bijbelvertaling een paar jaar geleden werd uitgegeven,
kwam er ook
een zogenaamde literaire
uitgave op de markt.
Die las als een roman,
als een ‘gewoon’ boek.
De tékst
was dezelfde,
maar er was geen
onderverdeling in hoofdstukken
en verzen.
Voor
sommigen was het een groot succes,
het boek werd goed verkocht,
maar anderen,
mijn zusje
bijvoorbeeld, misten toch
het handvat waaraan ze vroeger gewend waren.
De kleine kopjes
er boven, de hoofdstukken,
zodat je wist waar je wàs.
Dan stelt zo’n boek snel teleur,
en wordt het eerder weggelegd.
Nu
ja, er zijn altijd boekenleggers, en als je een boek
hebt gekocht
mag je er ook strepen
in
zetten.
Een
Bijbel
is wel het Woord
van
God,
maar het is voor mensen
bedoeld,
het is een boek om te lezen
en te herlezen.
Het is een wèrkboek.
Vaak
moet je een tekst
een paar keer overlezen,
voordat
je
ziet
waar het nu eigenlijk over gaat.
Of
gewoon: wat
er
in feite staat.
Als ik moe
ben, kan ik alle
woorden lezen,
maar dan komen ze daarmee nog lang
niet binnen.
Dat kent u
misschien ook
wel.
En zo
heeft ieder moment,
en ieder
persoon, een eigen
manier van lezen,
een eigen ritme,
een eigen snelheid.
Daar
kun je rekening
mee houden.
U
weet vast
wel dat Maarten Luther, als hij opzag tegen een lastige, moeilijke
dag, zich niet
nog eens omdraaide
en de gebeden
en lezingen
oversloeg, zodat hij uitgerust
aan de dag
begon, maar integendeel
een uur eerder opstond,
om extra
tijd
met God
te
hebben, en om op die
manier verrijkt
en
gesterkt
de
zorgen
van de dag
en van het leven
het hoofd
te bieden. Bijvoorbeeld!
Regelmatig
bidden
en Bijbellezen, ik
weet
het uit ondervinding,
kan je leven
verrijken.
Neem
nu een lezing als die uit Hosea!
De
Aanwezige
laat Zich
daar op een haast lieflijke
en Moederlijke
manier zien
aan het volk.
Hij
spreekt Zijn
volk
aan als Zijn
Zoon.
Zij
noemt het niet Israël,
maar Efraïm.
Dubbel
vruchtbaar,
betekent dat.
Dat opent toch geweldige perspectieven. Juist
hij!
God
heeft Efraïm,
God
heeft het volk
vanaf de eerste
wankele stapjes
in de woestijn begeleid,
en vast op de voeten
gezet.
Alle kansen gegeven.
Maar
ze waren eigenwijs.
Net als wij
soms.
Deze
tekst is op twee
manieren te begrijpen.
Die
is van oudsher mondeling
doorgegeven,
en pas heel laat
opgeschreven.
Dan
kunnen er problemen komen …
Als oudere
woorden
niet meer in het dagelijks leven
worden gebruikt,
kunnen ze verkeerd
worden begrepen,
als je de oude tekst blijft doorgeven.
Neem nu het Nederlandse ‘recht
en slecht’,
dat betekent van oudsher
‘correct
en eenvoudig’.
Maar
als onze kleinkinderen
dat lezen,
raken ze in de war,
want het eerste woordje is positief, en het tweede
lezen zij als iets negatiefs.
Zo
was er in vers 4 van dit hoofdstuk in Hosea een woordje ‘Ool'
dat vanuit het gehoor twee
betekenissen
kon hebben: klein
kindje,
of juk.
Hoe
moet je dat dan
zien?
Wat betekent het dan?
Kies je voor juk,
zoals de NBV, dan zijn die tedere,
voor mensen geschikte banden,
zachte teugels
voor een ezeltje of zo, en dan voed
je het niet, maar dan voer je het.
Kies je voor een zuigeling,
een klein kind, dan til
je het kind
op, en niet het juk,
en dan knuffel
je het tegen je wang.
Je
buigt
je voorover
om het te voeden.
U begrijpt
dat mij dat laatste veel meer
aanspreekt,
ook al omdat het naadloos aansluit
bij Efraïm
die God
leerde lopen.
De kleintjes werden vaak gezoogd
tot hun derde, vierde jaar, want de moedermelk
verhoogde
hun kans om te overleven
natuurlijk enorm.
Dus, die tekst klopt.
En
ook het dwarse van een kleintje dat, als het eenmaal kan lopen,
alle kanten óp kan rennen,
ook daar
waar het gevaarlijk
is.
Opvoeders kennen
het wel: ‘ik ben
twee,
dus ik zeg nee,
ik ben drie,
dus ik doe
het niet.’
(Ik
had ze als ze klein waren op straat vast in een tuigje, dus daar zie
ik die zachte banden zo
terug!)
We zien God
hier als een warme, liefdevolle
Moeder, die Haar
zoon verwijt
dat hij zich gedraagt
als een dwarse kleuter,
terwijl hij allang beter
zou kunnen weten.
Ze wordt er wanhopig
van! Wat móét Ze
er mee?
Terug
sturen naar Egypte?
Maar wéér laten
overheersen
door de Assyriërs,
terwijl God
ze juist uit de ballingschap
had
teruggehaald?
Maar
nee, Ze
houdt
van ze!!! Ze strijkt Haar
hand over Haar hart.
Ze
is ook geen menselijke moeder, maar Zij
is God.
Heilig,
en dus totaal Anders!
De
profeet voegt er een vergelijking tussen:
God
kan brullen
als een leeuw!
(Nu, dat kunnen sommige moeders
ook, en als kinderen dan merken dat het menens
is, komen ze schoorvoetend
binnen…)
Zo komen de ‘stoute’ kinderen van God
ook terug: als bange
vogeltjes, als makke duiven.
Maar
àls ze dat dan doen, dan geeft Moeder,
dan geeft God,
ze wat ze nodig
hebben: een plek
om te wonen,
een plaats
waar
ze veilig
zijn.
Ik vind dit een prachtig
hoofdstuk!
Het gaat ook
voor ons op. Voor ieder
van ons. Ook voor jou, voor U.
Onze
God
is niet alleen maar die boze Vader,
die met opgeheven vinger van Bovenaf staat te dreigen,
maar ook
de tedere,
èn desnoods strenge, Moeder,
die je op schoot
neemt wanneer je dat nodig
hebt.
Kijk dàt zijn de rijkdommen
in God
waar Jezus
het over heeft: die warme
en liefdevolle
kant van God
leren kennen,
door veel
met Haar,
met Hem
om
te gaan. Dan ga je het
merken.
Die nabijheid.
Dan
wil je ook
op Hem,
op Haar,
gaan lijken.
En
dan gaat het vanzelf:
de psalmen en de liederen
zingen.
Samenleven
met elkaar in
vrede
en liefde,
in mildheid
en vergeving…
Dan gaat het niet om jezelf,
maar om de ander.
Om
de ander, in wiens of wier ogen
je soms God
kunt zien.
Omdat je je bewust
bent van de ander
als een kind van God,
als een persoon voor wie Jezus
heeft willen sterven.
Zo bijzonder
is die man of vrouw. Dat kind.
Ik
lees u nu een stukje uit een e-mail van Daniël D. aan Marijke en
Frans.
Het hele stuk kunt u straks bij de koffie lezen.
Hij
schrijft: ‘Ik probeer zo dicht mogelijk bij God
te blijven leven. Voor zijn
troon te mogen wandelen.
Het meest
fijne vind ik wanneer het huis nog stil is. Bijvoorbeeld om 5:30 uur,
om dan
een uur lang voor zijn
Aangezicht
te mogen zitten door middel van Bijbel-lezen en gebed.
Om zijn
nabijheid
te
mogen ervaren, om met Hem
in gesprek
te mogen zijn, om te merken
dat de Heilige Geest
me kleine
dingen in de Bijbel
laat zien. Dingen waar je vroeger
altijd over heen
gelezen hebt.
En nu in een
keer lees je ze bewust
en denk je: "Stond dat er altijd
al??"
Tot hier Daniël.
Hij
dankt God
zelfs voor zijn ongeluk, omdat daardoor de kanker in zijn nier is
ontdekt.
Dit
doet me denken
aan hetgeen we straks lazen:
‘Doe al
wat u zegt of
doet
in de Naam
van de Heer
Jezus,
terwijl u God
de Vader
dankt
door Hem.’
Dan
is Gods
liefde in alles en altijd bij ieder
van ons.
Dan ben je rijker
dan met een vette
bankrekening.
Sterker
dan met een robuuste gezondheid.
Laten
ook wij daarom ruimte
voor God
maken in ons leven.
Dan
vieren we altijd vacantie!
;-)
Amen.
Muziek
Dic
nobis Maria v Antonio de Cabezón
Dienst
van gaven en gebeden
Alles
wat wij hebben, hebben wij van God
gekregen,
om door te geven, om te delen
met velen,
en
er zo dubbel
van te genieten.
Ook
nu en hier kunnen we gestalte
geven aan dat delen: in de collecte.
Na
het gebed
over de gaven
zingen we: lied 648
Collecte intussen: Preludium
en Solfèggietto van Joh. Seb. Bach
1.
Voor het werk in de eigen gemeente
2. Voor een diaconaal
project: SLAB
S.L.A.B.
houdt zich bezig met het verhuren van villa's (aan mensen die er
anders niet uit kunnen) en het verkopen van Lutherse accessoires als
broches etc.
Gebed
over de gaven
Heer
God,
wat wij hebben verdiend,
wat wij hebben gekregen,
het is alles
uit Uw
genade.
Daarom kunt
U
er over beschikken,
zoals U kunt beschikken
over onze tijd,
liefde
en aandacht.
Wij
geven
die met liefde
aan U
en anderen.
Wijs
ons in dit alles de juiste
weg,
en zegen onze gaven...
om Jezus’
wil.
Amen.
Laten wij zingen: lied 648
Voorbeden
Laten
we danken en bidden:
Heer
God,
wij willen U
danken
– allereerst om Jezus,
onze Heer,
die op aarde is gekomen om ons te verlossen.
Wij danken
U
en Hem
ook om Uw
Geest
van liefde
en wijsheid,
die ons is geschonken
om ons te leiden…
Wij danken
U
voor Uw
Woord, voor de verhalen
van Jezus,
voor de brieven
van de apostelen, en voor de beloften
die Uw
profeten ons hebben doorgegeven.
Wij
bidden voor allen die deze rijkdom niet kennen.
Voor allen ook
die zijn opgegroeid met het beeld van U
als een harde,
strenge Vader, die Uw
mildheid
en
liefde
niet
van binnenuit
kennen.
Wees
hen en ons genadig,
en voed
ons allen
met de ervaring
van Uw
liefdevolle
nabijheid.
Wij
bidden U:
Heer,
ontferm U.
Goede
God,
wij danken
U
voor de Sabbat, voor de Zondag,
voor vrije dagen
en voor vacanties.
Help
ons om daar op een goede manier mee om
te gaan.
Wij bidden U
voor allen die onderweg zijn, behoed
allen die vermoeid
of ziek,
of met drugs
of drank op deelnemen
aan het verkeer.
Geef dat alle vacantiegangers uitgerust
en blij terug
mogen komen, om het dagelijks leven
weer aan
te kunnen, met Uw
hulp.
Wij
denken aan de vele
mensen, ver
weg vaak, die geen vrije tijd kennen, geen vacantie, en aan de mensen hier,
die de middelen niet hebben om te genieten en weg te gaan.
U
kent
de ouderen,
die het krap
hebben, de gezinnen,
waar niet eens altijd warm
eten is,
laat staan iets extra’s
voor de kinderen.
Zegen
het werk van allen die voor hen iets willen betekenen.
De SLAB, de Voedselbanken,
de vrijwilligers
in het jeugdwerk…
Wij
bidden U: Heer,
ontferm U.
Goede
God,
Schepper
van Hemel
en aarde,
wij danken
U
voor het grote voorrecht
dat wij hier mogen wonen.
Er zijn wereldwijd zoveel
mensen op de vlucht,
op zoek naar een veilige
plek om te leven voor hen en hun kinderen.
Wij bidden U
om vrede
voor al die landen waar oorlog
wordt gevoerd.
Wij bidden U
voor al die mensen die worden bedreigd
door Ebola, Malaria,
Aids en honger
en dorst.
Wij bidden U
voor de velen
die verdrinken
in de Middellandse
zee,
én voor hen die de tocht overleven,
maar niet worden opgevangen.
Zelfs niet in ons eigen
land.
Deze week van de Pride
willen we U
bidden voor de Regenboog-gemeenschap,
voor allen die om wat
voor reden dan ook niet
in ons plaatje van de ideale mens
passen.
Of we homo, bi of hetero zijn, hoe
dan ook, we zijn mensen naar Uw
beeld en gelijkenis.
Mensen die U
hebt geschapen.
Om
Uw
liefde in onze gedachten over anderen en onszelf bidden wij U.
Wij
bidden U:
Heer,
ontferm U.
Liefdevolle
God,
barmhartige
Moeder,
Dank
U,
dat we U
ook zó mogen leren kennen.
Wij
bidden U
voor heel deze
gemeente.
Hier en
in Utrecht.
Wij denken aan Aartjan
van den Berg,
die nu in Utrecht mag vieren dat hij al vijftig jaar Uw
Blijde Boodschap mag verkondigen.
Zegen hem en zijn vrouw in
alles wat ze nog mogen doen in Uw
Koninkrijk.
Wij
bidden U
voor de zieken
in onze gemeente, voor de afwezigen,
we missen hen hier: de familie Kaatman, Jolien, mevrouw Jansen…
We bidden voor Teun en Leny, voor Daniël Damen en zijn gezin,
en
in de stilte van dit moment leggen wij alle mensen en alle situaties
voor U
neer, die ons bezig houden…
Zo
bidden wij: Heer,
ontferm U.
Wij
willen U aanbidden zoals Jezus
het ons leerde:
Onze Vader, die in de hemelen
zijt,
Uw Naam worde geheiligd, Uw Rijk kome.
Uw Wil
geschiede, gelijk in de hemel,
alzo ook
op aarde;
geef ons heden ons dagelijks brood;
en vergeef
ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
en
leid ons niet in verzoeking.
maar verlos ons van het kwade.
Allen
gaan staan
Slotlied
We
zingen een lied van hoop en nieuwe mogelijkheden, van een goede
toekomst: lied 1016: 1 en 2
Na
de zegen zingen we, in plaats van het ‘Amen’, vers 4
Kom, laat ons opgaan naar de berg waar God de vrede leert...
Zegen:
De God
der hope
vervulle u met louter vreugde
en vrede
in uw geloof,
Hij
geve u overvloed
aan hoop,
Zij
sterke uw vertrouwen
in de zachte
krachten die overwinnen:
liefde,
barmhartigheid
en genade...
door
de kracht
van Gods
Heilige Geest.
Zo
zegene
u
† de Vader,
de Zoon,
de Heilige
Geest -
van
nu aan tot in eeuwigheid.
Amen.
Lied 1016:4
Orgelspel
Ehre sei Gott in der Höhe van Dmitri Bortniansky
Koffiedrinken