Voor eerdere diensten klik hier:
Zondag 7
na Trinitatis (vanwege corona helaas niet) in de Lutherse kerk te Leerdam
Aansteken van de kaarsen.
Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen
Onze Hulp is in de Naam
van de Heer
die hemel en aarde gemaakt heeft.
Heer, vergeef
ons al wat wij misdeden,
en laat ons weer in vrede
leven.
Amen.
Zo lief had God deze wereld, dat Hij Zijn eniggeboren
Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft
aan het verderf ontkomt, en eeuwig
leven hebben mag!
Introïtus:
De Antifoon voor deze zondag luidt:
Klap in de handen, o volken, juich God toe met jubelzang. (Ps 47:2)
Allen de psalm: Geducht is de Heer de Allerhoogste,
machtige Koning van heel de aarde Zing voor God, zing een lied, zing voor onze
koning, zing Hem een lied. God zetelt op Zijn heilige troon. (ps. 47: 3,7,9)
Nogmaals samen de Antifoon:
Klap in de handen, o volken, juich God toe met jubelzang.
Laten we de Heer aanroepen om ontferming
met de nood van deze wereld, - die is
zo ondraaglijk groot! - overal zieken, onrust, opstanden...
maar laten wij dan ook Zijn Naam prijzen,
omdat er aan Zijn barmhartigheid
geen einde komt!
Zondagsgebed
Goede God, wij aanbidden en loven
Uw liefde.
Help ons naar Uw Woord te luisteren en er
naar te leven,
door Jezus Christus, onze Heer.
Amen
Lezing
Oude
Testament: 1 Koningen 3: 5-12
Na veel vijven en zessen is Salomo koning geworden. Hij
heeft weer rust gebracht in het land. In die tijd stond de Tabernakel in Gibea,
want de tempel was nog niet gebouwd. Dus gaat de jonge koning Salomo naar Gibea,
om daar te offeren en te bidden. Nu was het zo, dat als je op zo’n heilige
plaats sliep, en je kreeg er een droom, dan moest die wel een antwoord zijn op
je gebed.
5 In heuvelstad
(Gibea) verscheen de Aanwezige
’s nachts in de droom aan Salomo, en Hij,
God, zei: “Vraag maar iets dat Ik
aan je geven zal.”
6. Maar Salomo zei: ‘U hebt aan Uw dienaar David,
mijn vader, al zo’n grote genade
betoond!
Hem, die voor Uw ogen leefde in waarheid
en gerechtigheid, en met een oprecht hart
naar U toe. U
hebt hem die grote genade blijvend gegeven. Ja, U
gaf hem (zelfs) dat zijn zoon op zijn
troon zetelt, vandaag de dag...
7. Nu dan, Aanwezige, mijn God,
U hebt Uw knecht koning
gemaakt, als opvolger van David, mijn
vader, en ik, ik ben nog maar een kleine jongen, en ik heb geen inzicht
in wat ik moet doen en
laten.
8. Nu staat Uw dienaar
temidden van Uw volk,
dat U hebt uitverkoren.
Een groot volk, dat niet te tellen valt, ja, niet beschreven
kan worden.
9. U zou Uw
dienaar een begrijpend (luisterend) hart
kunnen geven, om Uw volk
(goed) te kunnen regeren, om scherp
onderscheid
te kunnen maken tussen goed en kwaad,
want wie kan er anders dit belangrijke
volk
regeren?’
10. Het was een goede zaak in de ogen van de Heer dat Salomo
híer om vroeg.
11. En God zei tegen hem:
“Omdat je hier
om gevraagd hebt, en je je geen lang leven hebt gevraagd, en je voor
jezelf niet gevraagd hebt om rijkdommen, en je vraagt niet om het
leven van je vijanden, maar omdat je vraagt
dat je scherp
onderscheid zou kunnen maken om inzicht
te hebben, (om te luisteren), in rechtspraak,
12. kijk: Ik zal doen
wat je vraagt.
Kijk: Ik geef je een wijs
hart, dat vol kennis
en helder
begrip is, zodat er niemand was vóór je zoals jij, en er ná je
niemand op zal staan zoals jij....
Lied 117a
Epistel: Romeinen 8: 26-30 BGT
Hiervoor schrijft Paulus aan de vervolgde kerk in Rome dat
er een eind komt aan ons leiden, en hij wil dat we weten dat de Heilige Geest
Zelf voor ons bidt. Hij schrijft:
26 De Heilige Geest steunt
ons als we het moeilijk
hebben. Wij weten niet
welke bedoeling God heeft
met ons lijden.
En we weten daarom niet wat we moeten bidden. Maar de Heilige Geest Zelf
bidt voor ons, beter dan een mens het
ooit zou kunnen.
Zo smeekt
Zij God
om ons te helpen.
27 God weet hoe wij
van binnen zijn. Hij weet
wat de Geest Hem namens ons vraagt.
Want het is Zijn eigen
Geest die voor ons bidt.
28 God zorgt ervoor dat al
ons lijden uiteindelijk het goede brengt: onze eeuwige redding.
Dat is zeker, want God
houdt van ons.
Gods kinderen zullen eeuwig
leven.
God heeft ons uitgekozen
volgens Zijn plan.
29 Hij kende
ons al voordat we er waren. En Hij
heeft ons uitgekozen om Zijn
kinderen te zijn. God zal ons een volmaakt lichaam
geven. Een lichaam zoals dat van Zijn
Zoon, die lijkt op God
Zelf.
Dan zullen wij broers en zussen zijn van Christus,
de enige Zoon van God.
30 Want God heeft ons uitgekozen
om te gaan geloven. En
omdat we geloven,
ziet Hij ons als goede
mensen. En omdat Hij ons
als goede mensen ziet,
geeft Hij ons het eeuwige
leven.
Psalmwoord: Halleluja, laten
wij jubelen voor de Heer,
juichen voor onze rots, onze redding.
(ps 95:1)
HALLELUJA!
Lied 792
Het Heilig Evangelie staat geschreven bij: 13: 44 – 52 NB
Na
gesteggel over genezen op de Sabbat vragen de Farizeeërs en de Schriftgeleerden
om een teken. Jezus vertelt een hele reeks aan gelijkenissen, vertelt in
beeldende taal, hoe je kunt denken over het Koninkrijk van de Hemel, en dat wil
zeggen: over God Zelf… Die is te groot om te begrijpen, dus moeten we het met
beelden doen. Hij zegt o.a.:
44 Het is met het Koninkrijk
van de Hemel als met een schat die verborgen
lag in een akker.
Iemand
vond hem en verborg hem opnieuw, en in zijn vreugde
besloot hij alles te verkopen wat hij had
en die akker te kopen.
45 Ook is het met het Koninkrijk
van de Hemel als met een koopman die op zoek was naar mooie parels.
46 Toen hij een uitzonderlijk waardevolle
parel vond, besloot hij alles te verkopen
wat hij had en die te kopen.
47 Het is met het Koninkrijk
van de Hemel ook als met een sleepnet
dat in een meer werd geworpen en waarmee allerlei soorten vis
werden gevangen.
48 Toen het net vol was, trok men het op de oever
en ging men zitten om de goede vis
in kuipen
te doen; de slechte vis werd weggegooid.
49 Zo zal het gaan bij de voltooiing van deze wereld:
de engelen zullen eropuit
trekken en de kwaadwilligen van de rechtvaardigen
scheiden,
50 en ze zullen hen in de vuuroven
werpen, waar ze zullen jammeren en knarsetanden.
51 Hebben jullie dit alles begrepen?’
‘Ja,’ antwoordden ze.
52 Hij zei hun: ‘Zo lijkt
iedere schriftgeleerde, die leerling in het Koninkrijk
van de Hemel is geworden, op een huismeester
die uit zijn voorraadkamer nieuwe en oude dingen tevoorschijn
haalt.’
Zalig die het Woord van God
horen en er gehoor aan geven!
Credo
In antwoord op Gods woord willen wij ons geloof belijden door te zeggen:
Ik geloof in de Geest van
leven en liefde
ver aan
mij vooraf, royaal aan mij voorbij
maar ook in mij aanwezig.
Soms noem
ik Hem God
maar het liefst noem ik Haar Schepper.
Ik geloof
in mensen gedreven door de Geest
die mij voorleven wat leven betekent
en wat liefde vermag.
Daarom
geloof ik in Jezus
en in anderen die leefden en leven in dat spoor.
Ik geloof
in de gemeenschap van de Geest:
mensen die recht doen en vrede stichten,
die zich oefenen in breken en delen.
Ik geloof
dat niet het laatste woord
zal zijn aan de dood,
maar aan het leven en de liefde.
Eerder gebruikt door Prof. Dr.
Bob Smalhout
Preek
Genade zij u en vrede van God
onze Vader en van Jezus Christus,
onze Heer,
door de Heilige Geest.
Lieve zusters en broeders…
Wat we kunnen bidden
en vragen, we wéten
het zo vaak niet!
Mijn moeder leerde me dat je nooit iets voor jezelf mocht
bidden, maar wel voor anderen.
Nu, dat is erg mooi en vroom, maar ik had er lak aan. Ik deed het en ik doe het nog steeds rustig.
Niet dat je altijd krijgt waar je om vraagt, maar ik word niet op mijn vingers
getikt als ik dat doe.
Staat er niet ergens: ‘De Heer
wil gebeden worden’?
Jezus doet het
regelmatig… J
Hij gaat vaak ’s avonds
laat een berg op om te bidden.
En je zou zo zeggen, dat Salomo – met al
zijn beleefdheid – echt op zijn Oosters, duidelijk weet wat hij graag wil, als hij zegt: ‘Nee,
dat hoeft niet, want U hebt
mijn vader al zóveel genade
en zegen gegeven! Er is zelfs een van zijn zoons op zijn troon gezet…
Maar nu ja, als U aandringt, dan zou het wel fijn
zijn als Uw knechtje zó wijs zou
kunnen worden, dat hij scherp kon beoordelen wat goed
en wat slecht is, en goed kon luisteren
(naar wat er gezegd wordt), en op die manier goed récht kon
spreken…’
Rechtspreken is de manier waarop een koning regeert. In de tijd van David
en Salomo is er nog geen sprake van
een erfelijk koningschap.
David
volgt Saul, de eerste (gezalfde!) koning van het Godsvolk, op.
Hij is gezalfd door de profeet, (en dus de eerste messias!) maar dat betekent
niet dat hij zonder slag of stoot de troon kan bestijgen.
En David
heeft verschillende zoons van verschillende moeders.
Salomo is zeker niet de voor de hand
liggende keuze.
Daar komt heel wat gekonkel aan te pas!
Hij komt naar de tabernakel, naar God,
om te offeren en
te bidden. Om
te kijken of de Heilige hem
écht heeft uitverkoren om zijn vader op
te volgen. En ja. Daar lijkt het wel op.
God belooft
hem de dingen waar hij om gevraagd
heeft. Salomo vraagt ze voor zichzelf,
maar wel ten dienste van God
en Diens volk.
En omdat hij geen rijkdommen, geen lang leven, gezondheid en overwinningen
op de vijanden vraagt, is de Aanwezige
blij met dít gebed, en belooft Hij
méér dan gevraagd.
Daar kunnen we iets van leren! Als je het zó bekijkt, had
mijn moeder (puntje,
puntje, puntje!) tóch wel weer (min of meer) gelijk!
Iemand schreef over het bidden: ‘Heeft mijn gebed als doel dat God
verandert of dat ik verander?’
Dàt is een goede vraag!!!
Vaak vragen we dat God
dingen, situaties, mensen
verandert. Interessanter zal het voor God zijn als wij Hem
vragen om onze manier van omgaan
met, van kijken naar dingen, situaties,
mensen of Hem
(Haar), te
veranderen.
“Er komt een tijd, en die tijd is nu gekomen, dat wie de Vader
echt aanbidt, Hem
aanbidt in Geest
en in waarheid”
staat er in Johannes 4:23.
Dat zegt Jezus, en Hij
voegt er aan toe dat de Vader
zulke aanbidders zoekt. Waar Jezus
is, daar ís de Geest, die ons allen vanaf Pinksteren
door God wordt aangeboden
en geschonken aan wie er voor open
staat.
Bidden begint altijd
met aanbidden.
Kijk maar naar het ‘Onze Vader’.
Uw Naam, Uw
Koninkrijk, Uw wil…
En als we dan gaan bidden, vragen, dan is het om de basis van het
bestaan.
Het dagelijks brood, en dat van morgen, en genade.
Vergeving
voor datgene waarin we tekort geschoten zijn naar God
toe, zoals wij zelf anderen hebben
vergeven, die tekort schieten naar ons toe. En bescherming tegen het kwaad
dat ons kan overkomen…
Heel direct. Heel basisch.
We belijden dat Hij dat
kan, want van Hem…
Het gebed om de Heilige Geest is het gebed dat altijd
wordt verhoord. (Lucas
11:13)
Als gewoonlijk: niet altijd op de tijd of de wijze
die ons uitkomt en die
wij verwachten.
Maar wel op Gods tijd en
wijze.
Misschien ervàren we het niet altijd als zodanig.
Aan de andere kant: hoe vaak hebben we niet de ervaring
gehad, ieder van ons, daar ben ik zeker van, dat je iets zei of deed, dat groter was dan wat je zelf had bedacht of wist?
Meer dan je zelf geloofde?
Iets waar je een ander mee raakte, iets goeds deed?
Vaak hoor je dat pas jaren later.
Soms zijn het heel kleine dingen, die ‘vanzelf spreken’.
Kleine liefdedaden,
Woordjes teer en zacht
Hebben vaak in ’t kleinste huis
’t Grootst geluk gebracht.
Een kinderlied van Catharina van Rennes.
Misschien kent u het nog uit uw vroegste jeugd. J
Maar toch… een feit is het, dat we vaak niet zo goed weten hoe of wat we
moeten, mogen, kunnen bidden. Zelfs onze lofzang, als die uit het diepst van ons
hart zou moeten komen, is soms maar een armzalig gestamel. (En soms een grote
verrukking, dat dan ook wel weer!)
Paulus schrijft aan de gemeente in Rome:
De Heilige Geest steunt ons als we het moeilijk hebben. Wij weten
niet welke bedoeling God
heeft met ons lijden.
En we weten daarom niet wat we moeten bidden. Maar de Heilige Geest Zelf
bidt voor ons, beter dan een mens het ooit zou kunnen.
Zo smeekt
Zij God
om ons te helpen. God
weet hoe wij van binnen zijn. Hij
weet wat de Geest Hem namens ons vraagt. Want het is Zijn eigen Geest
die voor ons bidt.
God zorgt ervoor dat al ons
lijden uiteindelijk het goede brengt: onze eeuwige redding.
Dat is zeker, want God
houdt van ons
Kijk dáár kunnen we ons aan optrekken. J
Daar hebben we houvast aan.
Ook als we het niet zo helder voor ogen hebben Wie of Wat of Hoe God
eigenlijk is…
Hij is de Aanwezige,
heeft Hij ontsluierd bij
het brandende braambos…
Maar genoeg mensen vragen zich af, hóé Hij dan aanwezig is. In Jezus’
dagen was er nog het Allerheiligste
in de Tempel, waar vroeger de Ark van het Verbond stond, met een gouden plaat
erop, waar tussen twee eerbiedig buigende Cherubijnen het grote Niets was. De Plaats waar de Heilige, geprezen zij Zijn Naam, zou kúnnen zijn.
Zijn Troon op aarde. Een mogelijkheid…
Die Ark was verdwenen in de ballingschap.
Maar in het Allerheiligste was in Jezus’
dagen nog altijd een (lege?) Plaats voor God.
Zijn adres op aarde.
Postcode 0000 Alef Omega… of zo iets.
Hoe moet Jezus dan
de pretentie hebben dat Hij
iets van God afweet, laat
staan dat Hij met Hem
in verbinding staat, namens Hem
nieuwe en oude dingen kan verkondigen?
De Farizeeën en Schriftgeleerden vragen Jezus om een teken.
Ze willen iets zien.
Een wonder, een donderklap bij heldere
hemel, een zon
die stil staat, zó iets!
Jezus zegt: Ik zal
je eens iets vertellen…
En Hij vertelt
over het Koningschap van God
op verschillende manieren.
De afgelopen weken hebt u misschien al allerlei vergelijkingen uit het dagelijks leven
gehoord of gelezen uit dit hoofdstuk.
Want Jezus wil duidelijk
maken, dat de Vader in de Hemel
hier op aarde aanwezig is en werkt, op manieren die wij
misschien niet zien
maar wel kunnen snappen…
God is als iemand
die zaait… en dan komt het er op aan wat wij met dat zaad doen, of we er voor open
staan. Maar ook de duivel doet er iets mee,
die zaait er kwaad tussen. Distels en dorens.
Het (mosterd)zaad is zo klein, dat je het haast niet
ziet, maar het kan geweldig veel effect
hebben.
Zuurdesem (het gist van die tijd): je ziet er niets van, maar het
werkt overal, dwars door alles heen. Zowel goed als slecht.
Gods Koningschap is
zó, dat iemand die verstandig is, er álles
voor over heeft.
Dat zagen we in de evangelielezing van vandaag.
Het is iets om in te investeren, wàt je maar
hebt. (“Heb de Heer, uw God, lief met heel je hart
en met heel je ziel en met heel je verstand. Dat is het grootste en eerste gebod” zegt Jezus
in Mattheüs 22.)
Iedereen is welkom, elke generatie, mensen van elke
overtuiging of kleur of afkomst, maar wie niet
deugt, wordt als rotte vis weggegooid.
Liefhebben, dáár komt het op aan.
God en mensen.
Liefde is creatief, en kan met oude
W/woorden in nieuwe situaties God en mensen dienen.
Zo mogen we het slot
van dit hoofdstuk begrijpen: Zo lijkt iedere
Schriftgeleerde, die leerling in het Koninkrijk van
de Hemel is geworden, op een huismeester die uit zijn voorraadkamer
nieuwe
en oude
dingen tevoorschijn haalt.
En dat slaat ook op ons, als we de Bijbel
lezen, en opeens denken: Hé, dit is ook
vandaag van toepassing!.
Beloften van toen
kunnen kracht geven in onze wereld van nu.
Dus ja, als je niet weet
hoe je nu moet omgaan met het lijden
van deze tijd, vertrouw
dan op Gods goedheid
en genade… Vraag het de Heilige
Geest om voor je op te komen, en voor je te danken en te bidden,
wanneer je het zelf niet meer ziet zitten. Om je een hart te
geven dat luisteren
kan…
God
is onmerkbaar, onzichtbaar, aanwezig,
overal waar we zijn.
Hij wéét wat je nodig
hebt.
Hij kent je angsten en
je verdriet, je eenzaamheid en je reddeloosheid.
Hij weet dat je ‘het’
soms allemaal niet geloven
kunt.
Maar vergeet niet: op Golgotha
heeft Hij het allemaal meegemaakt, en overwonnen.
Omdat Hij van je houdt.
Zoals je bent.
Hij overwint. Want van Hem
is de Kracht en het Rijk
en de Heerlijkheid. In eeuwigheid.
Amen.
Muziek https://www.youtube.com/watch?v=ao3l4E7iA_Y
God heeft ons vele gaven
geschonken,
om ons blij te maken, maar ook om ons de gelegenheid te geven anderen blij te
maken, door er van te delen.
Nu kunnen we dat doen in de collecte.
Collecte zie de nieuwsbrief van de gemeente...
En anders zijn uw gaven voor onze broeders en zusters in Spanje, die het
echt moeilijk hebben héél erg welkom op NL08FVLB0226110753
t.n.v. Stichting Het
Evangelie in Spanje in Zeist
Gebed over de gaven
Heer God,
wat wij hebben verdiend, wat wij
hebben gekregen, het is alles uit Uw
genade.
Daarom kunt U er over beschikken,
zoals U kunt beschikken over onze tijd, liefde
en aandacht. Wij geven
die met liefde aan U en anderen.
Wijs ons in dit alles de juiste weg.
Om Jezus’ wil.
Amen.
Lied 971
Voorbeden
Laten we danken en bidden:
Lieve God,
dank U wel voor Uw
trouw en genade, altijd weer, door de eeuwen heen.
Dank U wel voor Uw
woorden, telkens weer, waarmee U
ons hart wilt raken: woorden
van liefde, van trouw, beloften
van goedheid, ook als wij op
allerlei manieren tekortschieten in liefde
en goedheid.
Dank U, dat we vorige week
weer hier in de kerk bij elkaar konden komen. Dat gaf ons moed
en vreugde.
Wij bidden U
in onze zorg om deze wereld, om de dreigingen
om ons heen die sterker worden, om hele werelddelen waar
mensen ziek zijn en sterven
in mensonterende omstandigheden.
Wij leggen hen in Uw
zorgende hand.
Heer, ontferm U!
Goede God, dank
U, dat we ook bij U
mogen komen met ons onvermogen,
met onze tekortkomingen. Soms voelen we ons maar een kleine
jongen, een klein meisje, niet opgewassen tegen de dingen
die van ons gevraagd gaan worden.
Soms is het leven éng!
Wil ons dan een hart geven dat luisteren
kan naar U, en daardoor
ook naar anderen.
Wees in ons een bron van liefde die niet opdroogt, zodat wij kunnen zien
met Uw
ogen, horen met Uw
oren, luisteren met Uw
hart…
Schenk ons de genade dat
wij Uw woorden
spreken, in het gesprek met U
en met andere mensen. Geef
dat onze handen U
dienen, dat onze voeten, hoe zwak en wankel die ook mogen zijn, U
volgen. Telkens weer.
Wij leggen onze vragen bij U
neer.
Heer, ontferm U!
Machtige
God, die sterker bent dan dood
en lijden, wij danken
U voor Jezus, ooit in onze wereld, voor de Heilige
Geest nu en steeds in ons midden.
Wij bidden U voor de zieken
in onze gemeente, in ons leven,
en voor al de zieken in deze grote wereld.
Wij danken U met Truus
van der Koppel, zij vierde haar 85e verjaardag op 22 juli. Ze maakt het nu in
haar nieuwe woonsituatie goed, daar zijn we blij om. En wij leggen Dick
Hansum in Uw handen, nu hij in afwachting is van zijn (uitgestelde)
hartklep - operatie, die hopelijk snel zal plaatsvinden.
Wij bidden U voor allen die
werken in de zorg,
voor alle ouders, die kinderen op een goede manier door de vacantie
moeten loodsen, voor alle mensen in
staat en stad en kerk, die verantwoordelijke beslissingen moeten
nemen over onze samenleving. Sta hen allen bij met Uw
Geest en Haar gaven,
geef hen een hart dat scherp onderscheid
kan maken tussen goed en kwaad,
en dat weet te luisteren
naar U en naar mensen,
naar ons allen.
Kom, Geest van God, en bemiddel voor ons allen.
Heer, ontferm U!
Met Jezus die het ons
leerde aanbidden en vragen wij U:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd
Uw Rijk kome
Uw Wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals wij vergeven wie ons iets schuldig is,
en leid ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van het kwade!
Slotlied: 985: 1 en 2
Zegen:
De genade van onze Heer Jezus Christus
en de liefde van God de Vader
en de Gemeenschap van de Heilige
Geest
is en blijft met u allen.
†
Amen
Amenlied: 985:3