Voor eerdere diensten klik hier:
Zondag 7 na Trinitatis 22-7-2012 in de Lutherse kerk te Zeist
Organist: Eddy Vliem
Afkondigingen
en aansteken van de kaarsen.
Laten we de Heer aanroepen om ontferming voor de grote nood van deze wereld,
en dan Zijn Naam prijzen,
want Zijn barmhartigheid heeft geen einde!
Zondagsgebed:
Heer, in deze
wereld zijn velen de weg kwijt in het leven, kom
met Uw Heilige
Geest en leid ons zo tot
U en elkaar, door Jezus
Christus, onze Heer.
Amen.
Lezing Oude Testament: Jeremia 23: 1 – 6
NB
Het Hebreeuwse woord ra’a dat in deze
lezing een sleutelrol speelt, heeft een dubbele
betekenis.
We komen het meestal tegen als: weiden, herder zijn van een kudde, maar de
grond-betekenis is: voorgaan, het pad
voor de ander verkennen, de beste weg
uitzoeken, en op die manier het leven mogelijk maken voor wie
aan je zorg zijn toevertrouwd.
De tweede betekenis is dan ook die van prins,
koning, aanvoerder,
voorganger van mensen zijn.
Dat kan hier ook op de priesters
slaan.
Deze tweede betekenis heeft in deze lezing de
overhand, ook al spreekt de Heer over het volk in beeldspraak als over Zijn eigen
kudde...
1 Wee
de kwalijke herders die het wolvee
dat Ik weid verloren laten lopen en verstrooien!,
is de tijding van de ENE.
2 Daarom heeft de ENE,
Israëls God, zó gezegd tot de kwalijke
herders die Mijn gemeente kwalijk weiden:
gij allen die Mijn wolvee hebt verstrooid,
hen hebt weg gestoten en hen niet hebt opgezocht, zie,
Ik bezoek aan u het kwaad
van uw handelingen, is de tijding van de ENE;
3 Zelf zal Ik
de rest van Mijn wolvee
verzamelen uit al de landen
waarheen Ik hen verstoten heb,–
en hen doen terugkeren naar hun oase waar
ze kunnen bloeien en groeien;
4 Ik
zal over hen doen opstaan herders die
hen werkelijk weiden,– en zij hoeven niet meer bevreesd
of gebroken te zijn en te worden opgezocht, is de tijding van
de ENE.
…
5 Zie, er komen dagen, is
de tijding van de ENE,
dat Ik aan David zal doen opstaan
een spruit die rechtmatig is,–
koninklijk zal hij koning
zijn, vol inzicht, en recht en gerechtigheid
doen in het land;
6 in zijn dagen zal Juda
worden bevrijd, Israël
zal wonen in veiligheid; dit
is zijn naam waarmee ze zullen roepen: ENE, onze
gerechtigheid!
tot hier toe deze lezing.
Ons lied is uit TussenTijds nr. 167 helemaal en zingt hetzelfde nog eens met
andere woorden. = Lied 605
De toekomst is al gaande...
Epistellezing: 1 Cor 10:
23 – 24
Dit is een bekend stukje uit de brief aan de gemeente in Corinthe, waar de
slager gekoppeld was aan de tempel van de stadsgoden. Als je daar kocht, kocht
je offervlees. Sommige Christenen hadden daar geen moeite mee, ze voelden zich
vrij in Christus, omdat ze niets met die offers van doen hadden, andere mensen
hadden het gevoel dat zij als Christenen dat vlees juist níét konden eten.
Paulus roept de mensen op om rekening te houden met elkaars gevoeligheden, ook
al is hij het er mee eens dat wij in Christus vrij zijn en boven dat soort
dingen kunnen staan. We lezen zijn oproep:
23. Alles is toegestaan,
maar niet alles draagt bij (tot het
goede).
Alles is toegestaan, maar niet alles
is opbouwend.
24. Niemand moet uit zijn op de eigen zaken, maar (men moet uit
zijn) op de zaken van de ander.
De Psalmist roept op: Halleluja:
Kom, laten wij jubelen voor de HEER, juichen voor onze rots, onze redding.(ps.
95:1) Halleluja!
Wij zien
uit naar dat koninkrijk van God, en zingen: gezang 294: 1 en 6 = Lied 756
Het Heilig Evangelie
staat geschreven bij Marcus 6: 30-44 Het Boek.
In Marcus 6 staat het verhaal van
Jezus’ ontvangst in Zijn
geboortestreek. Men geloofde Hem
niet, omdat ze hem toch kčnden: een gewone
jongen uit de buurt... Alleen een paar zieken
genazen, omdat zij Hem wel wilden geloven.
Vervolgens
zendt de Heer Zijn leerlingen er 2 aan 2 op uit, om te verkondigen
dat Gods tijd aanbreekt, en dat men zich bekeren
moet - ook zij genezen en zalven
en hebben macht gekregen over demonen.
Dat is een teken , een levende
gelijkenis, dat het werk van Jezus
doorgaat, ook als Hij Zelf
door ongeloof of straks door dood, Opstanding
en Hemelvaart niet meer
Persoonlijk
onder de mensen rond kan gaan.
30 De twaalf discipelen die er door Jezus op uitgestuurd
waren, kwamen terug. Zij vertelden Hem
wat zij allemaal hadden gezegd en gedaan.
31 Hij zei tegen hen: "Kom,
we gaan naar een stille plaats, dan
kunnen we een beetje uitrusten."
Want er liepen zoveel mensen heen en weer, dat ze niet eens de kans
kregen rustig te eten.
32 Zij gingen de boot in en voeren weg
om ergens alleen te zijn.
33 De mensen die hen zagen wegvaren,
konden wel raden waar zij naar toe gingen en liepen er ook
heen.
34 Toen Jezus uit de boot
stapte, zag het op de oever zwart van de mensen,
die uit de dorpen en steden waren gekomen. Hij had met hen te doen,
het leek net een kudde schapen zonder
herder.
Daarom vertelde Hij hun weer over God.
35 Tegen de avond zeiden Zijn discipelen:
"Het is al laat. U moet de mensen maar wegsturen,
36 dan kunnen ze naar de dorpen en boerderijen
gaan om eten te kopen. Hier
kunnen zij niets krijgen; er woont hier niemand."
37 Maar Jezus antwoordde: "Geven jullie
hun maar te eten."
"Moeten wij dan brood gaan kopen?"
vroegen ze. "Het kost een kapitaal om al die mensen te eten
te geven!"
38 "Hoeveel brood hebben
jullie?" vroeg Hij. "Ga eens kijken."
39 "We hebben vijf broden",
zeiden ze, "en ook nog twee vissen."
Jezus zei tegen de mensen dat zij in groepen
in het gras moesten gaan zitten.
40 Even later zaten zij op het gras in
groepen van vijftig en honderd personen.
41 Hij nam de vijf
broden en de twee vissen, keek op
naar de hemel en dankte
God voor dit eten.
Daarna brak Hij de broden in stukken.
Zijn discipelen moesten die uitdelen
onder de mensen. Ook de vissen
verdeelde Hij.
42-44 Iedereen at tot hij genoeg had.
Er waren heel veel mensen. Het aantal mannen
alleen al bedroeg 5000.
Na de maaltijd werd het overschot opgehaald
en in manden gedaan. Twaalf manden
vol!
Zalig die het
Woord van God horen en er gehoor aan geven!
Credo: In antwoord op Gods
Woord willen wij samen ons geloof belijden
door samen te spreken:
Ik geloof
in God,
die
wilde dat de wereld goed was,
die
mensen en dieren maakte,
planten
en bomen,
vogels
en vissen,
en er van hield.
Ik geloof in God,
die
als een vader zorgen wil,
die
als een moeder ons omringt.
Ik geloof in Jezus -
in
wie Gods Liefde mens werd,
om ons lot te delen
ons leven, onze dood,
die
dwars door alles heen
vast
hield aan Zijn Vader -
en angst en dood overwon -
stervend aan het kruis.
Hij ging door de hel,
maar stond óp tot nieuw leven: de derde dag.
Ik geloof in de Geest
die Jezus ons zond,
om
ons dichter dan ooit
bij
God te doen zijn.
Zij
bidt en zingt en dankt in ons;
geeft
ons nieuw leven,
in eeuwigheid.
Daarom durven wij geloven
in goedheid, gerechtigheid, trouw....
... in Liefde en toekomst
zelfs voorbij de dood....
... in een kerk, waar mensen zijn
als
één lichaam, dat bestuurd wordt
door Jezus, ons Hoofd....
... in een doop, die mensen nieuw maakt...
... in vergeving, in genade en hoop -
voor gewone mensen zoals wij. Amen.
Preek
Genade zij u en vrede
van God onze Vader en van Jezus
Christus, onze Heer,
door de Heilige Geest.
Lieve gemeente,
Een volk zonder herders, en herders
zonder genade. Zou je zó de impasse niet
kunnen omschrijven waarin Europa verkeert?
Van veel mensen in de financiële wereld, die voor een groot deel verantwoordelijk
zijn voor de voortdurende crisis,
zou je dit helaas wel kunnen zeggen! Herders zonder
genade!
En wanneer we rondkijken in Europa naar de regeringen, dan
zien wij dat die óf demissionair zijn, of voorlopig,
of voor een groot deel incompetent.
Al lijkt het in België opeens goed te gaan. :-)
De regeringen van Spanje, Griekenland,
Frankrijk en Italië zijn het verkiezingsproduct
van de volkswoede vanwege de gevolgen van de financiële crisis.
Natuurlijk zijn 'wij' ook wel als vee
blindelings ingetuind in de wollige
praat van politici en zogenaamde financiële experts, en onze hebzucht
deed het restje gezond verstand dat we
hadden verstommen. Helaas.
Want ja, het klinkt zo mooi: hoge rente waar je niets voor
hoeft te doen dan wachten, en intussen genieten.
Te mooi om waar te zijn, nietwaar?
Ja, dat weten we dan intussen.
En aangezien geld niet aan de bomen
groeit, zal er een ander voor moeten werken, wanneer wij dat zelf
niet doen. En die ander wordt onderbetaald,
anders krijgen wij die hoge winst niet.
Dát is een logica, waar we maar liever niet
bij stil stonden.
En zo zitten we dan niet alleen als mensen, maar ook als volkeren
in de problemen.
En gigantische problemen.
Ik denk aan Spanje, waar ik de situatie een beetje ken, maar ook
aan Griekenland en Italië…
Het gaat nu niet alleen meer om de kansarmen
die er altijd al waren, maar ook mensen
uit de middenklassen kunnen zomaar op straat
staan, of ze verdienen nog niet genoeg voor de huur, en waarvan
moet je dan eten kopen voor de kinderen?
Voor je ouders, wier pensioen opeens
nauwelijks meer iets waard is? Of wier loon gewoon al maanden
niet is uitbetaald?
Dit zijn voor het grootste deel niet de mensen die er op los
geleefd hebben ten koste van de gemeenschap,
maar gewone, hardwerkende mensen, die genoten
van het kleine beetje luxe dat er tot
een jaar of vijf geleden nog voor ze was.
Scholen en goed eten voor de kinderen, een wasmachine, een
koelkast… niets bijzonders voor ons.
Voor de meesten van ons.
Want ook in Nederland is de armoede
in opmars, en zijn kinderen de dupe
van ondervoeding en ziektes.
De voedselbanken krijgen minder toegeschoven,
want de grote winkelketens kopen zuiniger
in, ze houden dus minder over.
Het is niet vreemd dat veel mensen niet meer weten
waar ze het moeten zoeken.
En daar zit dan meteen de kern van het probleem.
Zoals Israël en Juda
het voor de ballingschap niet meer zochten bij de Heer
hun God, zo is Nederland, zo is Europa,
de weg kwijt, omdat we ons niet meer richten op God
en Zijn geboden.
Waar God in de maatschappij
naar de zijlijn wordt geschoven, staan mensen
met lege handen wanneer de nood
aan de man komt.
Aan de andere kant: wie leeft met het oog
op God, hecht niet zo aan het werkwoord hebben.
Die kan geven en leven.
Omdat mensen van God het leven zien als
een geschenk, een voorrecht, en niet als een recht.
Het staat zo scherp geformuleerd in de epistel:
Alles is wettelijk misschien wel toegestaan,
wat er is gebeurd op het financiële vlak, maar niet alles draagt bij
tot het goede. Tot het belang van de andere schepselen
Gods. En ook niet alles is opbouwend.
Denk maar eens aan de grappen die er worden gemaakt, aan de grove taal
van cabaretiers, waarbij je je afvraagt
waarom iemand daar nog om lacht… Denk aan de scheldpartijen van
onze volksvertegenwoordigers, waarbij taal
wordt gebruikt, waar je vroeger je mond
voor moest wassen met zeep…
Dat krijg je als iedereen is gericht op het eigen ik.
Wanneer God niet meer centraal staat.
Niemand moet uit zijn op de
eigen zaken, maar (men moet uit zijn) op de zaken van de ander,
lazen we.
Dat is de grondwet van dat koninkrijk
Gods waar we om vragen in het Onze
Vader.
Zorg voor de ander, dan
zorgt God wel voor jou.
Zo zou je de boodschap van vanmorgen kunnen samenvatten.
Hetgeen niet betekent dat je dan een makkelijk en lui
leventje kunt hebben. Denk maar aan moeder
Teresa, en heel veel naamloze
mensen die zich kapot werkten voor anderen. Die zichzelf niet
zochten, en dat is het wezen van liefde.
U weet het.
De tijdgenoten van onze Heer Jezus
leefden ook in moeilijke en verwarrende
tijden.
Het beloofde land
was bezet, de bevolking werd verplicht hoge
belastingen te betalen aan de bezetter,
naast de tien procent die men van oudsher
aan de tempel schuldig was.
U kunt u voorstellen dat de mensen onder de hoge lasten
gebukt gingen, terwijl de toplaag op de een of andere
manier altijd kans ziet daar onderuit
te komen.
En ook Godsdienstig lag het moeilijk.
De Hellenisering, de verGrieksing, van het land en de cultuur
was al een paar honderd jaar aan
de gang, en het Hebreeuws waarin de bijbel was geschreven,
was al niet meer gangbaar. Er werd wel het verwante
Aramees gesproken onder de bevolking, maar af en toe kun je in de Evangeliën
aan de citaten zien, dat men de bijbel beter
kende in het Grieks.
En de chique
de chique vereerde natuurlijk de Romeinse en Griekse
goden… voorzover ze nog aan godsdienst deden.
Hoe moet je dan als gewone mensen weten hoe
je moet leven, en wat je moet denken en geloven?
Jezus spreekt onbekommerd over het Koninkrijk
van God, en wat dat inhoudt: je leven
in Gods hand leggen.
Zoals ze dat leerden in de Tien Levenswoorden.
Luister, Israël: je God
is Een. Hij is
de Ene die je uit Egypte (en uit Babylon!)
heeft bevrijd.
Houd van Hem met alles
wat je kunt en bent, en gehoorzaam
zo aan Zijn geboden: houd van je naaste als van jezelf. Daar komt
het op neer.
Wie een leerling van Jezus
wil zijn, wie Hem volgen wil, en
theoretisch gaat dat op voor ieder van ons, die hier zitten en staan,
kan er op uit gestuurd worden met de boodschap
dat men, d.w.z. de mensen om ons heen, ook de mensen die ons
kennen, zich moeten bekeren, zich moeten omkeren, en weer gaan kijken
naar God als het Hoofd
en het Middelpunt van kerk en maatschappij.
Dát kunnen wij al een onmogelijke opgave
vinden: die boodschap vertellen aan onze omgeving, maar soms
vraagt de Heer nog veel meer van ons.
"Geven jullie die mensen maar te eten",
zegt Jezus tegen de leerlingen, die net
enthousiast terug gekomen zijn om te vertellen
hoe ze zieken hebben mogen genezen en hoe
de demonen verdwenen, zodra ze de Naam
van Jezus hoorden.
'Dat kost een kapitaal', sputteren ze,
en dat hebben ze niet, dat weet de Heer
ook wel.
De leerlingen hebben onderweg dan wel precies gedaan wat Jezus
had gezegd, en met veel succes, maar ze
hebben nog niet geleerd om creatief te denken.
En Jezus doet het ze voor.
Ga eens kijken wat je in huis hebt?
Ja, niets. Vijf broden
en twee vissen.
Een druppel op een gloeiende
plaat!
Wij denken daar niets mee te kunnen.
Maar voor Jezus is het genoeg.
Hij kijkt naar wat er is, en maakt
daar het beste van. Hij begint
met delen. En dan is God
er bij.
Op Zijn gebed. En het wordt genoeg
voor velen.
Vaak zijn wij zoals die discipelen: we
laten ons verlammen door de grote taak
die op ons wacht, door de gigantische nood die we om ons heen
zien, en dan doen we maar niets.
Jezus leert ons: begin maar, begin
maar met delen.
Dan is er genoeg voor velen.
En ze hielden zelfs 12 korven brood over,
staat er.
Bijbelse beeldtaal die wil zeggen: genoeg voor heel het volk. Voor alle
twaalf stammen…
Een onverwachte, wonderbaarlijke
ontwikkeling!
Zo kan het ook ons vergaan, wanneer wij de moed
hebben om te luisteren naar Jezus,
die beter dan wijzelf ziet wat wij in huis hebben, die ons ként!
Er gebeuren wonderen wanneer wij de moed
hebben om Hem Heer
te laten zijn in ons leven, en gewoon
maar de dingen te doen die Hij
van ons vraagt. Dan kan er een ommekeer plaats vinden in de maatschappij,
en zien we het koninkrijk Gods hier en nu.
Dan is God er Zelf
bij, die recht en gerechtigheid laat geschieden. Zoals Hij heeft beloofd.
En heel de wereld zal het dan erkennen:
Hij is de Ene,
onze gerechtigheid.
Laat het hier beginnen. Vandaag.
Nu. Het kan.
Amen
Orgelmuziek
Gods goedheid is groot en strekt zich uit tot alle
mensen,
wij mogen daarin delen door
te doen zoals Hij:
dag aan dag met vriendelijkheid en aandacht,
genade en geduld…
Nu kunnen we er, als een goed begin, gestalte aan geven in de collecte!
Na het gebed over de gaven zingen wij: gezang
403
Collecte voor de Kerk in actie en zending.
Gebed over de gaven
Heer God, wat wij hebben verdiend, wat wij hebben gekregen, is
allemaal uit Uw genade.
Daarom kunt U er over beschikken, zoals U kunt beschikken over
onze tijd, liefde
en aandacht.
Neem ons en onze gaven aan.
Wijs ons in dit alles de weg. Om Jezus’ wil…
Amen.
Gezang 403 = Lied 899
Voorbeden:
Laten we danken en bidden:
Lieve God, wij danken
U voor Uw grote liefde voor mensen, voor alle
mensen.
Dat vergeten wij nog wel eens.
Wij danken U dat U zoveel vertrouwen
in ons hebt dat U ons op pad stuurt, zoals Jezus
het destijds met Zijn leerlingen deed, om
te doen wat Hij had gedaan: U,
God, in het midden stellen, mensen
oproepen om zich te concentreren op U
als grond en doel van hun leven. Wij weten
wel dat U ons de woorden en de juiste gebaren zult geven, wanneer
we op pad gaan, maar we zijn toch allemaal een beetje verlegen,
en bang om af
te gaan.
Kom met de veelkleurige
gaven van Uw Heilige Geest
in ons midden, dan zal het goed gaan.
Wij vertrouwen op Uw beloften
en op Uw hulp.
Geef ons telkens weer dat duwtje in de rug dat we nodig
hebben, en open onze ogen
voor de mogelijkheden die het leven
biedt, ook óns
leven.
Heer God, wij danken
U voor de vrede en de vrijheid
waarin wij leven, en wij bidden U voor
al Uw kinderen die om het geloof
worden vervolgd, in landen als Noord-Korea,
China, India, Iran en Irak.
Wil hun geloof doen groeien, hun moed
sterken, hun liefde behoeden, en
hun leven beschermen.
Ook voor onze eigen gemeente vragen wij U om Uw bescherming, wij
denken aan hen die hier niet zijn doordat ze met vacantie zijn, anderen,
zoals
de familie Damen, verhuizen naar elders, we zullen ze zo missen!
Heer, wil hen daar zegenen in het nieuwe huis en de nieuwe omstandigheden. Help
hen alstUblieft met de dingen die niet zo goed geregeld bleken.
Ook denken we aan de ouderen, die zo makkelijk niet meer naar de kerk
komen, omdat ze slecht ter been zijn, of omdat ze zich niet meer
kunnen concentreren op de dienst. Ook
voor onze zieken bidden wij, en wij denken in
het bijzonder aan mevrouw Liew-on die
veel pijn heeft, en die nog tot september moet
wachten tot ze een nieuwe schouder(kom) krijgt. Help
haar door deze tijd heen, bekort het wachten door Uw tegenwoordigheid,
en leg Uw hand op haar schouder.
Zegen haar en haar artsen, haar
man en haar gezin, zodat er weer een moment
kan komen van dank en lofprijzing.
Dit alle bidden wij U ook voor de andere zieken: allereerst voor mevrouw
en mijnheer Kaatman, hij ligt nog in het ziekenhuis, voor mijnheer Evelein,
sterk zijn voet, voor mijnheer Lijftogt, voor Betty en voor alle zieken in onze
persoonlijke kring…
In de stilte van dit moment leggen wij ons hart open voor U…
Samen bidden wij het gebed dat Jezus ons leerde:
Onze Vader, die in de hemelen zijt,
Uw Naam worde geheiligd.
Uw Rijk kome
Uw Wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
en leid ons niet in verzoeking
maar verlos ons van het kwade!
Ons slotlied is uit
TussenTijds nr. 211:1 = Lied 418
Na de zegen, zingen we, in plaats van het
‘Amen’ vers 2
Nu:
God, schenk ons de kracht...
Zegen:
God moge zijn
in uw hoofd en in uw begrijpen:
God moge zijn in uw ogen
en in uw kijken:
God moge zijn in uw mond
en in uw spreken:
God moge zijn in uw hart
en in uw denken:
God moge zijn in uw komen en uw vertrekken.
Ga dan als gezegende mensen in de Naam
van de Vader en de Zoon
en de Heilige Geest. Amen.
Vers 2
En toen was er koffie!