Voor eerdere diensten klik hier:

Zondag 5 na Trinitatis 30 juni 2024 in de Vredekerk  te Soesterberg 
Organist:
  Luud van Loenhout

Voorbereiding

Orgelspel
 
Stilte voor persoonlijk gebed ingeluid door de kerkklok. Tegelijkertijd wordt in de consistoriekamer het consistoriegebed uitgesproken door de ouderling van dienst.

Binnenkomst kerkenraad en voorganger
De gemeente gaat staan.

Drempelgebed uitgesproken door de ouderling van dienst, vóór het liturgisch centrum.

Aanvangslied: psalm 27: 1, 2, 6 en 7 Zonder nadere aankondiging

De voorganger neemt plaats achter liturgietafel.
Tijdens dit lied wordt het licht van de paaskaars ontstoken.

Votum en groet:
Voorganger:       Onze hulp is in Naam van de Heer
Gemeente  :       die hemel en aarde gemaakt heeft.
Voorganger:      
De Heer zal met u zijn.
Gemeente  :       De Heer zal u bewaren.
Voorganger:
 Genade en vrede,
                 liefde en goedheid van God, voor U allen!

Gemeente  : Amen.

De gemeente gaat zitten.


Kyriëgebed

Heer, onze God, die Uw volk destijds uit Egypte
én uit de ballingschap geleid hebt, wij bidden U:
heilig en bewaar ook Uw kerk, hier en wereldwijd.
Zonder Uw barmhartigheid en zonder de leiding van Uw Heilige Geest kan ze niet bestaan.
Daarom bidden wij zingend:

Goede God, overal ter wereld vinden we oorlog en geweld.
Ter harte gaat ons het geweld tegen Oekraïne en het geweld, door mensen van Uw eigen volk, tegen burgers én strijders in Gaza en in de Westbank.
Wij weten
niet hoe we daar mee om moeten gaan.  Daarom bidden wij zingend:

Trouwe God, we brengen onze zorgen voor Uw aangezicht over het klimaat op deze aarde, maar ook over het klimaat in onze samenleving, waar mensen zo weinig rekening met elkaar houden, en lijken te vergeten dat U die Liefde bent om onze liefde vraagt.
Daarom bidden wij zingend:

Omdat wij vertrouwen op Uw liefde, en durven leven uit Uw genade, willen wij U loven en danken, terwijl we zingen: lied 305
Alle eer en alle glorie geldt Uw luisterrijke Naam





Dienst van het Woord

Heilige Geest, adem van het scheppend Woord van God,
geschenk
van
Jezus, het levende Woord,
spreek tot ons en leg ons uit wat de Aanwezige ons wil laten horen en begrijpen,
in deze dienst, in heel ons
leven, door Jezus Christus, onze Heer.
Amen.

De eerste schriftlezing is:  Jesaja 3: 25 – 4: 6
Al begint hoofdstuk 2 met Gods belofte van trouw, direct daarna klaagt Hij land en stad aan, omdat ze zich niets van Hem aantrekken, omdat ze alleen met zichzelf bezig zijn. Jeruzalem is het beeld van een overspelige vrouw, maar de Aanwezige zal haar alles afnemen wat ze verkregen heeft door haar geflirt met andere goden.
De Tempel ligt in Jeruzalem, op de berg Sion.
En de Heer gaat verder met een waarschuwing én een belofte:
(3:25 vv)


25 Sions mannen zullen vallen door het zwaard, haar soldaten sneuvelen in de strijd.
26 Rouw en droefenis heersen in haar poorten.
Berooid hurkt Sion neer op de grond.
4:1 Op die dag storten zeven vrouwen zich op één man: ‘Wij zullen zelf voor ons voedsel zorgen en in onze eigen kleding voorzien. Laat ons slechts uw naam dragen, neem de schande van ons weg.’

Maar juist dán vernieuwt de HEER Jeruzalem!

2 Op die dag zal de Heer het land tot bloei brengen, het zal als een kostbaar sieraad zijn.
De rijke vrucht van het land zal elke Israëliet die ontkomen is met trots vervullen.

3 Ieder die nog in Sion is, ieder die in Jeruzalem is achtergebleven, zal heilig genoemd worden, alle mensen in Jeruzalem die ten leven opgeschreven zijn.
4 Wanneer de Heer het vuil van Sions vrouwen heeft weggewassen en het bloed van Jeruzalem heeft afgespoeld, door een zuiver oordeel en een zuiverend vuur,
5 dan zal Hij boven de plaats waar de Sion ligt en waar men bijeenkomt, een wolk scheppen voor overdag en een lichtend vuur met rook en vlammen voor de nacht.
                    
Zijn luister zal alles overdekken,
6 als een hut die schaduw biedt in de hitte van de dag, en beschutting tegen storm en regen.

Wij zingen een loflied. Lied: 719

Kijk, het is de bedoeling dat het zo zal zijn…
Als we leven als mensen van en voor God.

Tweede schriftlezing: Marcus 5: 22 - 43
Jezus vertelde al gelijkenissen, over het koningschap van God, in kleine dingen vind je dat, kun je er deel van zijn. Dan: de storm op het meer, waar Jezus doorheen leek te slapen, maar Hij bestraft de wind, en die gaat liggen.
Aan wal gekomen geneest Hij een bezetene, en u kent het verhaal: de boze geesten gaan in de varkens, onreine dieren voor Jezus, en ze verdrinken. 
Nu gaat Jezus terug naar Zijn thuisbasis. Een hele massa mensen staat er al op Hem te wachten. We lezen: NBV

22 Een van de leiders van de synagoge, die Jaïrus heette, kwam naar Hem toe, en toen hij Jezus zag viel hij aan Zijn voeten neer.
23 Hij smeekte Hem dringend: ‘Mijn dochter ligt op sterven; kom haar de handen opleggen om haar te redden en te zorgen dat ze in leven blijft.’

24 Hij ging met hem mee. Een grote menigte volgde Hem en verdrong zich om Hem heen.

25 Onder hen was ook een vrouw die al twaalf jaar aan bloedverlies leed.
26 Ze had veel ellende doorgemaakt door de behandeling van allerlei artsen, aan wie ze haar hele vermogen had uitgegeven zonder dat ze ergens baat bij had gehad; integendeel, ze was alleen maar achteruitgegaan.
27 Ze had gehoord over Jezus, en ze begaf zich tussen de menigte en raakte Zijn mantel van
achteren aan,
28 want ze dacht: Als ik alleen Zijn kleren maar kan aanraken, zal ik genezen.
29 En meteen hield het bloed óp te vloeien en merkte ze aan haar lichaam dat ze van de kwaal genezen was.

30 Op hetzelfde ogenblik werd Jezus zich ervan bewust dat er kracht van Hem was uitgegaan.  
Midden in de menigte draaide Hij zich om en vroeg: ‘Wie heeft Mijn kleren aangeraakt?’
31 Zijn leerlingen zeiden tegen Hem: ‘U ziet dat de menigte zich om U verdringt en dàn vraagt U:     
Wie heeft Mij aangeraakt?”’
32 Maar Hij keek om zich heen om te zien wie het gedaan had.

33 De vrouw, die bang was geworden en stond te trillen omdat ze wist wat er met haar was gebeurd, kwam naar Hem toe en viel voor Hem neer en vertelde Hem de hele waarheid.
34 Toen zei Hij tegen haar: ‘Uw geloof heeft u gered, mijn dochter; ga in vrede, u bent van uw kwaal genezen.’

35 Nog voor Hij uitgesproken was, kwamen enkele mensen tegen de leider van de synagoge zeggen:
‘Uw dochter is gestorven, waarom valt u de meester nog lastig?’
36 Maar Jezus hoorde dat en zei tegen de leider van de synagoge: ‘Wees niet bang, maar blijf geloven.’

37 Hij stond niemand toe om met Hem mee te gaan, behalve Petrus, Jakobus en Johannes, de broer van Jakobus.

38 Ze kwamen bij het huis van de leider van de synagoge en zagen daar een groep mensen die luid stonden te huilen en te weeklagen.
39 Hij ging naar binnen en zei tegen hen:
“Waarom maken jullie zo’n misbaar en huilen jullie? Het kind is niet gestorven, het slaapt.”

40 Ze lachten Hem uit. Maar Hij stuurde hen allemaal naar buiten en ging met de vader en moeder van het kind en de leerlingen die bij Hem waren de kamer binnen waar het kind lag.
41 Hij pakte de hand van het kind vast en zei tegen haar: “Talita koem!”
In onze taal betekent dat: ‘Meisje, Ik zeg je, sta op!’

42 Meteen stond het meisje op en begon heen en weer te lopen. Ze was twaalf jaar.      
Iedereen was met stomheid geslagen.
43 Hij drukte hun op het hart dat niemand dit te weten mocht komen,
én zei dat ze haar iets te eten moesten geven.

Tot hier toe de lezing. Zalig die het woord van God hoort en er gehoor aan geeft.

We zingen een mooi lied over een deel van deze lezing: lied: 179
U moet weten: in Jezus’ dagen was de fluit een instrument van rouw. Daarom is de laatste regel van het eerste vers zo bijzonder… de fluitisten bedrijven geen rouw, ze maar vieren vreugde!


Overdenking

Genade zij u en vrede van God onze Vader, van Jezus, onze Heer, en van de Heilige Geest!

Lieve gemeente, hier – en via de livestream (welkom)

Het zijn heftige lezingen, die we vandaag hoorden en lazen! Er gebeurt nogal wat: mensen struikelen over elkaar heen, omdat ze in nood zijn.
Allereerst: als mensen in de Bijbel iemand te voet vallen, dan struikelen ze niet, en dan vallen ze niet per ongeluk, maar het is een gebaar van groot respect: je knielt neer voor iemand, en ja, soms gaat men er languit bij liggen, om te zeggen: ik ben helemaal van u afhankelijk. U bent veel groter dan
ik. Machtig ook!
’s Lands wijs, ’s lands eer!
Wij zouden dat wat overdreven vinden, als nuchtere Nederlanders, maar je zúlt maar wanhopig zijn, dan wíl je wel… Dan doe je veel.
En wanhopige mensen genoeg, in de lezingen vandaag. U hebt het gehoord.

Jesaja, de profeet, moet de inwoners van Jeruzalem, en zelfs met name de mensen op en rond het tempelcomplex, rond de Sion, waarschuwen. 
Hij moet ze waarschuwen dat er, als ze zó doorgaan, van Hogerhand ingegrepen gaat worden, en dat het uit zal zijn met hun chique leventje, met hun buitenlandse gewoonten, met hun afgoderij!
Zelfs de vrome soldaten, die van de Sion, de tempelberg, zullen omkomen in de strijd!
En er zullen zó weinig mannen overblijven, dat de vrouwen er haast om zouden moeten vechten.
(Alleen zijn ze daar te verstandig voor!)
In díe cultuur, in díe tijd, is een ongehuwde vrouw nergens, en er is in het Midden-Oosten op veel plekken nog steeds niet veel veranderd.
Er zijn capabele vrouwen genoeg, ze kunnen zelf voor hun onderhoud zorgen, maar…
een vrouw zonder man, dat is daar een probleem.
Ook, en met name voor de toekomst van het volk: als ze kinderen krijgen, en dat wil je wel als volk, maar als de moeders niet gehuwd zijn, dan is het een schande!
Ze willen zo’n man best delen (dat is daar op zich niet zo nieuw), als ze zijn naam maar mogen dragen, en belangrijker: als hun kinderen maar een naam dragen…

Dus ja, dit is een waarschuwing die zou moeten inslaan als een bom!
Het is in elk geval een heel heftig vooruitzicht!!!

Maar… we hoorden het: de Aanwezige is ook barmhartig en genadig.
Het kan dus ook anders. Hij wíl ook anders.
Het hóéft zo niet te gaan!
Het is een waarschuwing…

Als
het volk teruggaat naar een manier van leven die bij ze past, zoals ooit de bedoeling was, dàn zegent de Heer die.
Om een vergelijking te trekken met onze tijd: als we geen speeltjes en spulletjes meer bestellen vanuit Azië, als we geen groente en vlees laten komen van de andere kant van de wereld, buiten het seizoen, als we leven binnen de grenzen van onze natuurlijke omgeving, dàn rust daar zegen op.  
Dan zal de Heer het land tot bloei brengen, het zal als een kostbaar sieraad zijn, en als dan het bloed aan onze handen in Gods genade is afgewassen, dan zal Hij Zelf in ons midden zijn.

Net zoals in de tijd na de uittocht uit Egypte – waar Zijn aanwezigheid zichtbaar was als een vuur in de nacht, en een dikke wolk overdag, net zó zal die Aanwezigheid zichtbaar zijn op de tempelberg in Jeruzalem.   
Ach, als we dat nog eens mee maken!

Op dít moment zien we alleen wanhopige mensen in Jeruzalem, en in heel het Heilig Land, van de Middellandse zee tot de rivier de Jordaan, van de woestijn in het Zuiden, tot aan de Libanon.
En toch… bij God is niets onmogelijk!
Er blijft hoop!

Het Evangelie van Marcus vertelt ons ook over wanhopige mensen. Een verhaal in een verhaal.
Dat vind je in de Bijbel vaker.

Het zijn dan niet twee aparte verhalen die je kunt scheiden, maar het verhaal ín het andere verhaal, is er om er een diepere laag aan te brengen.
Een ander accent.

Misschien denken we wel: het verhaal van de dochter van Jaïrus is is al mooi en wonderlijk genoeg, en zo schattig! Laat die mevrouw met haar bloederige kwaal maar even wachten.
Die kan wel in een ander hoofdstuk, Marcus!
Maar zo werkt het niet. Er zit een bedoeling achter…


12 jaar is deze vrouw al ziek.
12 lange jaren staat ze buiten de gemeenschap.
Een vrouw met een verleden, een moeizaam verleden en zonder toekomst…

 
En de dochter van Jaïrus is al een hele jongedame, aan het begin van haar volwassen leven.
Ze zal oud genoeg zijn om binnenkort te trouwen, in elk geval om haar bat mitswa te doen.
Een keerpunt in het leven.  
(Zoals hier 18 of 21! Denk ook aan Belijdenis doen.)

Wanneer een Joods meisje de leeftijd van twaalf jaar bereikt, wordt zij zelf verantwoordelijk onder de joodse wet. Op dat moment wordt het meisje een 'bat mitswa' (Hebreeuws voor: "dochter van het gebod"). En aan die geboden moet ze zich dan ook aan houden.
Vóór deze tijd ligt alle verantwoordelijkheid bij haar ouders.

We hebben het hier dus niet over een dochtertje, een kindje, en Jezus spreekt haar ook aan met: Thalita, jongedame. Hij reikt haar de hand en beveelt haar om óp te staan. Dat doet ze.
Ze loopt op eigen benen rond.
Ze mag het leven gaan leven waar haar ouders op hoopten, waar haar wanhopige vader om smeekte.
Ze heeft weer een toekomst. Dat is mooi!

Maar nu moeten we toch verder kijken, via die ándere vrouw.
We weten niet wat ze precies mankeerde.
Het wordt niet verteld. Misschien hééft het met de vruchtbaarheid van de vrouwen te maken, maar dat hoeft niet.
Duidelijk is dat ze er àlles aan heeft gedaan wat ze kon. En ze is blut.
Ze heeft niet anders over dan hoop en vertrouwen.
Ze vertrouwt op God, en hoopt dat Jezus – een man van God naar men zegt – daarin een rol kan spelen. Áls God het wil, en áls ze kans ziet deze man aan te raken, dán zal ze wel kunnen genezen.
Haar geloof, haar vertrouwen op God, geeft de doorslag. Er gebeurt iets! Ze voelt het!

Jezus voelt het ook.
Hij voelt dat de kracht tot genezen die Hij van de Vader heeft ontvangen, wordt aangeboord.
Aan het werk gaat…
Hij draait zich om, op zoek… Wie?

Nu moeten de kaarten op tafel worden gelegd.
De vrouw, de gelovige, of misschien was ze níét zo gelovig, want je weet maar nooit, de vrouw kan er niet onder uit om het te vertellen.
Om alles te vertellen.

Want je kunt God geen wonderen ontfutselen en dan doen alsof er niets gebeurd is.
Ook zij valt Jezus te voet.
Niet in wanhoop, maar in verwarring en dankbaarheid. En ze vertelt alles.
Ook al is ‘bloeden’ geen ‘salonfähig’ onderwerp.
Daar heb je het niet over als vrouw.

Jezus zegt, en ik gebruik maar even mijn eigen vertaling, die is dichter bij het Grieks:
“Dochter, uw geloof heeft u gered; ga in vrede op pad, en wees van uw kwaal genezen.”
Dat is een opdracht! Zó staat het er!

Ze krijgt een nieuwe kans, nieuwe mogelijkheden. Daar moet ze iets mee doen!

Wat haar in het verleden verhinderd heeft om volop deel van het Godsvolk te zijn, mag haar niet meer lam leggen!
Zij mag in alle vrede behoren tot het hele volk.
De twaalf stamvaders en de stammoeders trekken haar in de kring, ze hoort er weer helemaal bij!
Die Twaalf!
Het geheel. Daar gaat het om. Het volk van God.
Maar vooral: het vieren mét de gemeente, het vieren van de vreugde, van de dankbaarheid, samen.
Het vieren van Gods barmhartigheid en genade!

Zo mogen ook wij vieren en verder gaan in hoop en vertrouwen, juist als we wanhopig zijn, en niet echt  weten hoe het verder moet.
Sommigen van u kennen dat wel.
Maar God is genadig, en groter dan alle problemen in ons leven.

Er is een mooie kaart, van Gospel Oneliners, waarop staat:
Het probleem dat voor je ligt, is nooit zo groot als de Persoon die achter je staat
.


Dat geeft moed. Maar dan moeten we ons ook niet klein laten krijgen door wat er in ons verleden is gebeurd, door de manier waarop we daarop hebben gereageerd, door onze oude patronen.
U snapt wel wat ik bedoel.
Die oude patronen moeten we loslaten.
Het is tijd voor een nieuw begin.
Voor een andere manier van leven.
God is genadig.
Hij vergeeft en Hij wil dat wij onszelf én ook anderen vergeven. Dat geeft ruimte om op eigen benen te staan, om verder te leven.
Met heel de gemeenschap om ons heen.
In Gods Aanwezigheid.
Met Jezus en door de Heilige Geest. Het kán.
God houdt van u, God houdt van jou. Hij houdt van ons allemaal.
Amen.



Orgelspel.

Dienst van de Gaven en Gebeden

Geloofsbelijdenis
In verbondenheid met wie ons zijn voorgegaan belijden we ons geloof en zeggen we samen:

Ik geloof in God,
       die wilde dat de wereld goed was,
       die mensen en dieren maakte,
       planten en bomen,
       vogels en vissen,   
en er van hield.

Ik geloof in God,
       die als een vader zorgen wil,
       die als een moeder ons omringt.

Ik geloof in Jezus -
       in wie Gods Liefde mens werd,
               om ons lot te delen
               ons leven, onze dood,
       die dwars door alles heen
       vast hield aan Zijn Vader -
en angst en dood overwon -
stervend aan het kruis.

Hij ging door de hel,
maar stond óp tot nieuw leven:
       de derde dag.

Ik geloof in de Geest
die Jezus ons zond,
       om ons dichter dan ooit
       bij God te doen zijn.
       Zij bidt en zingt en dankt in ons;
       geeft ons nieuw leven,
in eeuwigheid.

Daarom durven wij geloven
in goedheid, gerechtigheid, trouw....
... in Liefde en toekomst
zelfs voorbij de dood....
... in een kerk, waar mensen zijn
       als één lichaam, dat bestuurd wordt
               door Jezus, ons Hoofd....
... in één doop, die mensen nieuw maakt...
... in vergeving, in genade en hoop -
voor gewone mensen zoals wij.
Amen.


Voorbeden

Trouwe en barmhartige God, dank U wel dat U aanwezig wilt zijn in ons bestaan, in onze wereld, in ons midden, dank voor Jezus, en dank voor Uw Heilige Geest.
Wij bidden U dat Zij ons vandaag en telkens weer uitlegt en influistert wat U van ons hoopt, hoe wij U kunnen dienen, zodat het leven er voor iedereen mooier op wordt,
waardevoller. Help ons los te laten wat tussen U en ons instaat, wat ons hindert.
Wij bidden U voor allen die U de taak hebt gegeven om voor deze aarde te zorgen, voor boeren en telers, maar ook voor regeerders en machthebbers, voor allen die verantwoordelijkheden hebben voor stad en land, en voor ons allen.
Help ons om te kiezen voor
een manier van leven die bij ons past, zoals altijd Uw bedoeling was geweest, en zegen ons daarin.

Wij bidden U om ons te leiden in onze omgang met
onze naasten, met ouderen èn kinderen, met vrienden en met anderen, dat we in wijsheid en liefde en respect met elkaar om mogen gaan.
We bidden voor de mensen in de zorg, en ook voor alle zieken in onze gemeente, zie voorbedeboek …

Voor Joop Lijftogt, vroeger hier organist, die net weer thuis is uit het ziekenhuis, na een longontsteking…

Zo bidden wij: Heer, ontferm U.

Goede God, we weten dat er naar Jesaja destijds niet is geluisterd, het volk moest vluchten. Nu maken we ons zorgen over Uw volk daar, dat nog steeds niet leeft in liefde, maar juist in angst.
Angst die het zelf ook om zich heen verspreidt.
Een beangstigende situatie, en wij weten eigenlijk niet wat we voor wie moeten, mogen, kunnen bidden.
Uw Wijsheid en geduld en liefde zijn groter dan de onze. Spreek met Uw Geest van wijsheid en liefde tot de harten van alle mensen daar, en genees hen van pijn en wrok, verdriet en boosheid.  
Geef nieuwe mogelijkheden en nieuwe kansen.
We  willen bidden voor heel Uw Godsvolk, voor allen die in oorlogsgebieden leven en zinloos geweld en dagelijks bizarre vernietiging meemaken, voor de aarde  die niet word bezaaid met graan en goede vruchten, maar met bommen en granaten
Daar en in Jemen, in Oekraïne en Myanmar, in Soedan en bijna heel Afrika…
Heer U weet het beter dan wij.

Voor de vluchtelingen, wereldwijd bidden we, om eten en drinken, om onderdak en vrijheid.
U weet wat ze nodig hebben, U weet wat wij kunnen geven. Help ons de juiste keuzes te maken.

Barmhartige God, het is morgen 151 jaar geleden dat de slavernij hier officieel is afgeschaft.
Maar er is nog veel leed. Heel het, Heer.
Er is ook nog veel onderhuidse slavernij in deze wereld. Wil ons ook daar de ogen voor openen.

Gisteren was het veteranendag.
Wij bidden voor allen die voor hun land vechten, uit eigen keus of gedwongen, die op missie gaan.
Heel hen die gewond zijn naar lichaam of geest.

Wij bidden voor vrouwen en meisjes in Afghanistan en in al dergelijke landen, voor alleen gaande moeders, en voor allen die het ouderschap niet kennen.

In de Stilte stilte van dit moment leggen we onze persoonlijke zorgen bij U neer, én ook de dingen waar we dankbaar voor zijn –




En zingend bidden we het Onze Vader 369b


Afkondigingen door de ouderling van dienst


Collecte
1e CvK: Onderhoud kerkgebouw.
2e Diac.: Werelddiaconaat Moldavië
(Tijdens het tonen van de informatie orgelspel.)


Slotzang: 423: 1 en 2            (staande)

Orgelspel door de organist, en ook door Rolf, een van de gemeenteleden!

En daarna was er koffie! (De gemeenschap er heiligen!)