Voor eerdere diensten klik hier:
Zondag 5 na
Trinitatis 12 juli 2020 in de Lutherse kerk te Zeist
Orgelspel
Afkondigingen
Voorbereiding
Stilte
Klokgelui
Orgelspel: (Dirk Andel) Preludium
van Johann Sebastian Bach.
Afkondigingen
Wij zijn hier aanwezig
in de Naam van de Vader
en de Zoon en de Heilige
Geest.
Amen
Onze Hulp
is in de Naam van de Heer
die hemel en aarde gemaakt heeft.
Die trouw houdt tot in eeuwigheid
en niet loslaat het werk van Zijn handen.
Geb
Wij
belijden voor de Almachtige God
dat wij gezondigd hebben;
gezondigd, in gedachten, woorden en daden.
Het
is onze schuld, onze eigen gróte schuld.
Daarom vragen wij God, de Almachtige,
de Barmhartige, Zich
over ons te ontfermen,
ons al onze zonden te vergeven
En ons te bevrijden van alles wat verkeerd
is. Amen
De
almachtige God schenke ons Zijn genade.
Amen
Zo lief had God deze wereld, dat Hij Zijn eniggeboren
Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft
aan het verderf ontkomt, en eeuwig
leven hebben mag!
Introïtus:
De Antifoon voor deze zondag:
Gemeente: Psalm +
antifoon
De Heer is mijn licht, mijn behoud, wie zou ik vrezen?
Bij de Heer is mijn leven veilig, voor wie zou ik bang
zijn?
Wees genadig en antwoord mij.
Mag ik niet verwachten de goedheid van de Heer te zien
in het land van de levenden?
Wacht op de Heer, wees dapper en vastberaden, ja,
wacht op de Heer! (Psalm 27: 1,7b,13-14)
Nogmaals samen de Antifoon:
Laten we de Heer aanroepen om ontferming
met de nood van deze wereld, - die is
zo groot dat we er geen raad mee weten! -
maar laten wij dan ook Zijn Naam prijzen,
omdat er aan Zijn barmhartigheid
geen einde komt!
Dienst van het Woord
Zondagsgebed
Heer God, die ons hebt geroepen naar Uw huis, wees bij ons allen, altijd en overal, door
Jezus Christus, onze Heer,
die met U en Uw Geest leeft en
regeert, nu en tot in eeuwigheid.
Amen.
Lezing
Oude
Testament: Jesaja
55: 6 – 13
Jesaja 55 is het laatste hoofdstuk van de openbaringen
tijdens de ballingschap, die steeds een hoopvolle boodschap hebben. Het belang
daarvan gaat verder dan hoop en troost op dat moment, omdat de geschiedenis ons
leert dat God toen trouw is geweest aan Zijn beloften, en dat doet ons
vertrouwen dat Hij àl Zijn beloften waar zal maken. Ook nu.
De Heer spreekt over een nieuw verbond, dat de mensen ter
harte zal gaan.
We lezen verschillende profetieën:
6. Zoek de HEER nu Hij
zich laat vinden,
roep Hem terwijl Hij
nabij is.
7. Laat de goddeloze zijn slechte
weg verlaten, laat de booswicht
zijn snode plannen herzien. Ja, laat hij terugkeren
naar de HEER, die Zich
over hem (haar) zal ontfermen; laat zij terugkeren
naar onze God, die haar (hem) ruimhartig
zal vergeven.
8. “Mijn plannen
zijn niet jullie plannen, en jullie wegen zijn niet Mijn
wegen” – spreekt de HEER.
9. “Want zo hoog als de hemel
is boven de aarde, zo ver gaan Mijn wegen jullie wegen te boven, en Mijn plannen jullie plannen.
10. Waarachtig, zoals regen
of sneeuw neerdaalt uit de hemel en
daarheen niet terugkeert zonder eerst
de aarde te doordrenken,
haar te bevruchten en te laten gedijen,
zodat er zaad is om te zaaien en brood om te eten –
11. zo geldt dit ook voor het woord
dat voortkomt uit Mijn mond: het keert niet vruchteloos
naar Mij terug, niet zonder eerst te doen
wat Ik wil en
te volbrengen wat Ik
gebied.
…
12. Ja, vol vreugde zullen jullie uittrekken,
en in vrede zul je huiswaarts keren.
Bergen en heuvels zullen je juichend begroeten,
en alle bomen zullen in de handen
klappen.
13. Doornstruiken maken plaats voor cipressen,
distels voor mirtenstruiken”.
Zo zal de HEER zich roem verwerven, het
is een eeuwig en onvergankelijk teken.
Tot hier toe deze lezing.
Gradualepsalm 81: 1 en 9
Epistellezing: Romeinen 7:
21 – 8: 6 BGT
Hiervóór spreekt Paulus over de wet Gods, die te
maken heeft met de innerlijke mens, en over de wetten die zijn lichaam hem
stellen, zodat hij in de geest Gods wet
dient, maar in het lichaam die van de zonde.
Hij heeft het er moeilijk mee. ‘Ik doe niet wat ik wil, maar wat ik
juist niet wil’, schrijft hij eerlijk. Net als ons vaak overkomt. Hij gaat dan
verder:
7: 21 Ik ontdek in mijzelf de wetmatigheid dat
het kwade zich aan mij opdringt,
ook al wil ik het goede doen.
22 Innerlijk stem ik vol vreugde in met de wet van God,
23 maar in alles wat ik doe, zie ik die andere wet.
Die voert strijd tegen de wet waarmee ik met
mijn verstand instem en maakt van mij een gevangene
van de wet van de zonde, die in mij
leeft.
24 Wie zal mij, ongelukkig mens, redden uit dit bestaan dat beheerst
wordt door de dood?
25 Dat doet God!
Dank aan Hem door Jezus
Christus, onze Heer.
Met mijn verstand onderwerp ik mij aan de wet
van God, maar door mijn natuur
onderwerp ik mij aan de wet van de zonde.
8: 1 Dus wie in Christus Jezus zijn, worden niet meer veroordeeld.
2 De wet van de Geest die in Christus
Jezus leven brengt, heeft u bevrijd
van de wet van de zonde en de
dood.
3 Waartoe de wet niet in staat was, machteloos als hij was
door de menselijke natuur, dat heeft God tot stand gebracht.
Vanwege de zonde heeft Hij
Zijn eigen Zoon als mens in dit zondige
bestaan gestuurd; zo heeft Hij
in dit bestaan met de zonde
afgerekend,
4 opdat in ons wordt volbracht
wat de wet
van ons eist.
Ons leven wordt immers
niet langer beheerst door onze eigen natuur, maar door de Geest.
5 Wie zich door zijn eigen natuur laat leiden is gericht op wat hij/zij zelf wil,
maar wie zich laat leiden
door de Geest is gericht op wat de Geest
wil.
13: 1 Die dag ging Jezus
het huis uit, en Hij zette Zich
neer bij het meer…
2. En kwamen zulke mensenmassa’s naar Hem
toe, dat Hij aan boord van een schip ging om te
zitten, en heel de mensenmassa was op het strand blijven staan.
3. En Hij vertelde
hen veel dingen in beeldtaal. (Gelijkenissen).
Hij zei: “Kijk: de Zaaier
was klaar met zaaien.
4. En terwijl Hij aan
het zaaien was viel er wat naast de
weg, en de vogels kwamen het allemaal opeten.
5. Maar er viel ook wat op een rotsachtig deel, waar
niet veel aarde was, en meteen schóót
het op, omdat de aarde er niet erg diep was.
6. Maar toen de zon
opkwam verschroeide het, ja, omdat het geen wortel had droogde het
uit.
7. Maar er viel ook wat tussen de stekels, en
de stekels groeiden uit en verstikten
het.
8. Maar er viel ook op de goede grond, en dat
gaf vrucht, hetzij honderdvoudig,
of zestigvoudig, of dertigvoudig.
9. Wie oren heeft moet luisteren!”
Later vertelt Jezus Zijn
leerlingen de uitleg
van dit beeld. Ze hadden het absoluut niet begrepen.
Hij zegt:
18. “Nu moeten
jullie luisteren naar de gelijkenis van de Zaaier.
19. De boze komt en rooft het gezaaide
uit het hart van ieder die gehoord
heeft van het koninkrijk en het niet snapt.
Díe is naast de weg gezaaid.
20. Maar wie er op het rotsachtig deel gezaaid is,
dat is degene die het woord aanhoort,
en het direct met vreugde aanvaardt;
21. Maar die is niet geworteld in zichzelf, maar is oppervlakkig,
als er problemen komen, of vervolging
omwille van het Woord, dan zijn ze meteen geschokt.
22. En wie er tussen de stekels gezaaid is, dat is degene die het Woord
hoort, maar de zorgen van het aardse
leven en de hoop op rijkdom die op niets
uitloopt, remmen het Woord
af, en het wordt vruchteloos.
Lieve
vrienden en vriendinnen, zusters en broeders.
Wat heerlijk dat wij hier weer aan de
voet van het kruis samen mogen komen!
Het is nog een beetje onwennig, een beetje afstandelijk misschien,
maar we zijn weer thuis!
God is goed!
Hij houdt Zijn
beloften, zoals Hij dat lang geleden al liet zien
aan de mensen van Zijn volk, die – als gevolg
van hun eigenwijsheid
en dwarsheid –in ballingschap weg waren gevoerd
naar Babylonië.
Ver van huis en haard. (Irak tot de Perzische golf). Terwijl ze daar nog verstrooid
waren over heel dat grote keizerrijk (Verdeel en heers!) komen
daar boodschappen langs van een profeet die zich noemt naar de grote Profeet
van het begin van de ballingschap: Jesaja.
De oorspronkelijke Jesaja
was vooral bezig namens God
te waarschuwen, en met oproepen
om anders te gaan leven.
God-gericht.
Het nieuwe normaal! Bekeer
je!
Er werd niet geluisterd, met vreselijke gevolgen… De ballingschap.
Maar
deze
Jesaja durft namens God
óók te praten over
een heel nieuwe situatie, nl.: dat ze terug zullen gaan naar huis!
Natuurlijk is het belangrijk dat slechte
mensen anders gaan denken,
want in het nieuwe koninkrijk van God
is geen plaats voor hun manier van doen.
Maar als ze dat doen, kunnen ze mee.
Wij
staan er meestal
niet zo bij stil, dat
de manier waarop Jesaja zijn nek uitsteekt uiterst
riskant is. Je kunt hem best vergelijken met de jongelui die nu in Hongkong
protesteren tegen de overheersing door China. Zij riskeren hun leven
en hun toekomst…
Wie gepakt wordt, wie gepakt is, loopt kans te verdwijnen
in een massagraf, of voor lange jaren in een gevangenis, in een werkkamp. Dat is
voor Jesaja
níét anders. Misschien dat hij daarom zijn boodschap brengt onder de
naam van een Profeet die allang dood en begraven is? Wie weet!
Maar hij loopt zeker grote risico’s door de woorden
te spreken en te schrijven
die de Aanwezige, de God
van Israël, wil zaaien
op de akkertjes van hoop
tegen de wanhoop in. Want die akkers
zijn er.
Nood leert bidden. Mijn moeder vertelde wel hoe vol de kerken in de oorlog
zaten. En het valt op hoe vaak nu de internetlinks
naar de virtuele kerkdiensten worden aangeklikt, waardoor we op afstand en
thuis, tóch deel
kunnen nemen, toch bemoedigd
kunnen worden. Ook velen van ons hebben dat de laatste maanden graag
gedaan, voor zover dat mogelijk was. God vindt altijd wel nieuwe wegen, als oude wegen
afgesloten lijken.
Zo
mogen wij vandaag ook moed
putten uit de oude woorden, die gezaaid zijn in de harten van
mensen ver weg, al ruim 2500 jaar geleden. Want we weten dat het goed gekomen is.
Maar
ook uit de woorden van onze Heer
kunnen we moed putten.
Jezus spreekt over de Zaaier,
die Zijn Woorden vol beloften heeft gezaaid. En dan is het de vraag, wat
daar mee gebeurt.
De
leerlingen,
die toch al heel wat hebben gehoord van Jezus,
snappen het echt niet. Ze vragen om uitleg. Het moet hen en ons
duidelijk gemaakt worden. Keer op keer.
Dat hebben we nodig.
Denk
maar aan onze minister president, die als de Jesaja van
de coronatijd telkens weer heeft moeten zeggen: 'Handen
wassen, afstand houden, dán komen we dit gevaar te boven.
En als je toch die afstand niet goed kunt houden, dan maar mondmaskers
op. Houd vol!´ En ook
de hogepriesters van de medische wereld bleven dat zeggen: ´Houd vol! Houd afstand!!! Zorg voor
elkaar!!!´
We
hebben kennelijk de beelden nodig uit de IC, verhalen van
uitgeputte artsen en medewerkers in de zorg,
om dat gevoel dat we van
nature hebben: ‘Ons
overkomt dat niet’ tegen te gaan.
En als die beelden wegblijven, denkt men al snel: Zie je wel, óns
overkomt dat niet. En dan worden we slordig en opstandig.
Kom op zeg, we hebben ook recht op wat plezier! We horen
het steeds meer om ons heen. In elk geval van de jeugd…
Awel,
zó gaat het ook in het geloof.
We beginnen enthousiast, maar we zetten vaak niet door.
Jezus wéét dat. Hij ziet
het telkens weer. En Hij
legt het Zijn naasten,
Zijn leerlingen,
en ons, nog maar eens beeldend uit.
Hij
begint met de meest ongunstige optie. Die van de leerlingen, die het ook
niet begrijpen. Ze hebben het wel gehoord, maar ze kunnen er niets
mee. Dovemansoren, zouden wij zeggen.
Het
zaad
is niet in de grond terecht gekomen, maar op de weg waar de vogels
het zomaar kunnen oppikken. Er blijft niets over. Zonde!
En dan het rotsachtige
gedeelte. Daar snapte ik als kind niets van. Nu weet ik dat die rotsgrond
meestal niet glad is, maar holtes kan hebben, waarin de wind zandkorrels
neerlegt. Omdat het ondiep is, wordt zo’n beetje grond snel warm,
en dan ontkiemt een zaadje ook snel. Maar
een wortel kan daar niet de diepte in op zoek naar water,
die sterft snel af, en het plantje
gaat dood. Zo
hebben sommige gelovigen na hun enthousiaste bekering niet altijd het geduld
om dagelijks in de Bijbel te lezen, en het gelezene te overdenken, ze
hebben geen diepgang.
Ik heb het niet alleen over ‘Halleluja-Christenen’,
maar ook over jongeren die geen catechese krijgen, die niet echt
regelmatig naar de kerk gaan. Wat ze gehoord en gelezen hebben, krijgt geen plek
in hun dagelijks bestaan. En wijzelf???
Ach,
die derde categorie, daar hebben we allemaal wel ervaring
mee, denk ik. Geldzorgen en ziekte,
onrust en onzekerheid, maar ook verliefdheid of een veeleisende
baan, een eigen bedrijf, een jong gezin, dat zijn situaties
die zó overheersend
kunnen zijn, dat je aan God
en geloof (een tijd
lang) niet toekomt. Het is niet de bedoeling,
het overkomt je. Het gebeurt
voordat je het weet. Maar het is niet wat de Heilige van ons wil zien. Het is niet
waar Hij zoveel moeite
voor doet.
Goede grond is
diep en rijk, en goed onderhouden,
die wordt ontdaan van onkruid, en stenen.
Daar wordt veel aandacht
aan besteed. Soms moet die rusten, soms moet er gespit worden, af
en toe is er mest nodig, niet te weinig,
en zeker niet te veel.
(Vorige week was er in het nieuws te zien en te horen dat de bodemgesteldheid in Nederland miserabel is. Er is jaren lang veel
te eenzijdig veel (kunst)mest in gestopt, veel te veel monotoon
gezaaid en veel te veel geoogst. De grond is uitgeput.)
Goede grond levert vaak 30 korrels in een aar, soms het dubbele,
een enkele keer zelfs het driedubbele, maar dat natuurlijke
proces verstoor je als je er een plan-economie bovenop legt, en altijd maar het maximum
wilt.
Wie op de goede grond
gezaaid wordt, dat is degene die het Woord aanhoort en het begrijpt, zegt Jezus,
die draagt natuurlijk vrucht,
en doet dat zoals past: honderdvoudig,
of zestigvoudig, of gewoon dertigvoudig.
Dat vraagt inzet. Biddend lezen.
Samen ‘lernen’, zoals de Joden dat al eeuwen en eeuwen doen.
‘Het Woord fijnkauwen’,
plachten onze vrome vaderen te zeggen.
Er over nadenken.
Zoals dat hier voor de coronatijd ook gebeurde op de
Bijbelochtenden. J Dat verrijkt een mens.
Echt, het zijn dingen
die we allemaal ook wel willen doen, maar ja…
Wat we willen, dat doen
we vaak niet. Niet eens omdat ziekte of zorgen ons tegenhouden,
of andere dingen die onze energie opslurpen,
maar omdat… omdat… Nou ja! U kent dat vast ook wel.
Wij zijn niet de enigen
die er moeite mee hebben. Ook Paulus, toch een voorbeeld van geloof,
kende dat. Hij leed er aan!
Hij leed er ook
onder. Zijn verstand
en zijn geloof werden telkens weer onderuit gehaald
door de practijk van zijn doen en laten. Zó irritant! Als er iemand
had gestudeerd op de Schriften, als er iemand had ‘gelernd’, dan was hij
het wel! Uit vurige ijver voor Gods
Wet had hij die ketters die Jezus
aanhingen vervolgd en had hij
geprobeerd ze te vernietigen. Me
dunkt!
Maar hij is dezelfde man niet meer. Saulus is Paulus
geworden, en in de brief aan de Romeinen komt
hij met de geestelijke billen bloot. Gods Wet, die hij als kind al had geleerd, eigen gemaakt, (hij kende vast
alle zeshonderdzoveel regeltjes uit zijn hoofd), de Wet, die toch het kostbaarste
was wat Joden
hebben, zo had hij het geleerd,
zo had hij het beleden,
die bleek voor hem nu het er op aan kwam een struikelblok te zijn. Het was te ingewikkeld geworden, hij kon er niet aan voldoen,
al wilde hij het nog zó graag. Hij nam het zich dagelijks voor. Maar
iets in hem verzette zich tegen die wet die hem knechtte, terwijl
de Tien
Levenswoorden waren gegeven
om de mensen op een goede manier met elkaar en met God
te laten samenleven.
Ach weet u, in de loop der eeuwen waren er allerlei regeltjes
aan toegevoegd. Om heel zeker te weten dat je niets vergeet, niets
mist.
Dat je de Heilige niet per
ongeluk tekort doet.
Zó werd de Wet die een baken
in zee
moest zijn, die duidelijkheid
en een geoliede samenleving moest brengen, een gevangenis.
Dit
is wat Jezus de mensen
leerde: het gaat om de oorspronkelijke Wet die God
gaf, om de Tien Leefregels, om de inhoud,
niet om de letter. Het begint met liefde tot God, en naastenliefde. Niet meer en
zeker niet minder. Ze hadden er de
Tien Geboden van gemaakt. Aangevuld met nog honderden wetjes. Maar het
ging om: houden van
God en van mensen.
Omdat God van mensen houdt,
van alle mensen, ook van ieder hier, wilde Hij
dat met ons delen.
Daarom gaf Hij Zijn Zoon…
Als je je aan die liefdevolle Wet houdt, die Tien Leefregels, zo goed
als je kunt, dan word je niet veroordeeld op punten en komma’s. Dat
oordeel heeft Jezus voor
ons gedragen op het Kruis.
Want Liefde is altijd het antwoord.
Op alles.
Houd vol. Heb lief. In Gods
Geest. Amen.
Muziek
Wer
nun den lieben Gott lässt walten v.
J.S. Bach
Dienst van gaven en gebeden
Alles wat wij hebben, hebben wij van God
gekregen,
om door
te geven, om te delen met velen,
en er zo dubbel van te genieten.
Nu kunnen we gestalte geven aan dat
delen: in de collecte.
Na het gebed over de gaven zingen
wij: lied 218
Collecte 1. Voor het werk in de eigen gemeente.
2. Voor Kerk in Actie, die een tas vol leuke vacantie-dingen maakt voor
kinderen in die in armoede opgroeien.
Zeker reden dus om – dankbaar dat we hier weer mogen zijn
– nu uw offer klaar te leggen.
Onze organist
speelt een Menuet
van Georg Philipp Telemann
zodat we met een vrolijk gemoed kunnen geven.
Want ja, God heeft plezier in hen die
met plezier geven! :-)
Muziek
Gebed over
de gaven
Kyrië
eleison!
Heer,
ontferm U.
Trouwe God,
dank U,
dat U
telkens weer mensen geeft die Uw
woorden van protest
doorgeven, protest tegen
het onrecht dat op aarde gebeurt.
Wij
bidden U
voor rechters in Polen,
voor mensen
die protesteren
in Hongkong
en voor allen die proberen duidelijk te maken dat àlle levens er toe doen, ook die van
anders
gekleurde mensen,
van mensen met andere opvattingen, met
andere
voorkeuren
in het leven… Wij denken aan Srebrenica!!!
Aan de mensen daar, én aan de mensen hier.
Kyrië
eleison!
A: Heer, ontferm U.
Liefdevolle
God,
Dank
U voor Uw beloften,
voor nu en voor de toekomst.
Wij weten dat we op U
kunnen vertrouwen.
Help ons onze plannen
en wegen aan te passen aan Uw
wegen en plannen.
Leid
ons in alles door Uw
Heilige Geest en Haar gaven.
U
kènt onze zorgen
als we niet doen wat we willen en we ons daar schuldig
over voelen… Als het niet lukt…
Ook als we weten
dat we zijn vrijgesproken, help
ons daarnaar te leven.
Wijs
ons Uw wegen.
Herschep
ons tot goede grond, werk in ons, dat wij kunnen
opbloeien tot een tuin van liefde,
waar U plezier in
hebt! Kyrië
eleison!
A:
Heer, ontferm U.
Aanwezige,
dank dat we hier mogen
zijn, mét U.
Zelfs Teun en Leny
zijn er,
zo fijn!
Wij bidden voor
de vele mensen
die ziek zijn of thuis
moeten blijven.
Onze
gedachten gaan uit naar mijnheer Evelein,
die erg ziek geweest is, (en van wie we niet weten hoe het met hem
gaat,) naar
mevrouw Jansen en naar al
die andere mensen die we nu missen.
Wees
hen nabij, en
zegen hen.
In
de stilte van dit moment denken we aan hen die ons dierbaar zijn en aan hen die
wij verloren hebben.
…
Kyrië
eleison!
A:
Heer, ontferm U.
Onze
Vader
Wij
aanbidden U samen met het gebed dat Jezus ons leerde:
Onze
Vader, die in de hemelen zijt,
Uw Naam worde geheiligd, Uw Rijk kome.
Uw Wil geschiede, zoals in de hemel, zo ook op aarde;
geef ons heden ons dagelijks brood;
en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
en leid ons niet in verzoeking.
maar verlos ons van het kwade.
Allen gaan staan
Slotlied: lied 1005: 1 en 2
Zegen:
De Heilige
van voor alle tijden,
de genadige God, die ons vrijspreekt
van zonde,
de liefdevolle Vader, de trouwe Moeder,
de Hulpe naast ons, de trouwe gids en steun
op elk moment,
† zegent en behoedt U, draagt
U en zendt U deze wereld in
als koningskinderen met een opdracht.
Ga dan in de Naam van de Vader
en de Zoon en de Heilige
Geest.
Amen.
Lied 1005: 5
Orgelspel:
Sortie
van François Durante
We verlaten de kapel
Op
het pleintje voor de kerk genoten we samen in een grote kring op gepaste afstand
van een kop koffie, en een koekje / krentenbol.
Het was heerlijk om elkaar weer te zien en te spreken...